! ,> N ^— y^— -■» -tr, TJtreclrtr XüTTA is nstims Riehtttj A, ifö.. Nimwe ende [eer naeuwkeurige RE YS Doorde Spaenfche west-indien VAN THOMAS GAGE; Met feer curieufe fpo Land-kaerten als Hiftorifche Figue- ren verciert ende met twee Regifters voorfiea Qvergefet door H. V. Q. Tot UTRECH T, fiy JOHANNES RIBBIUS, Boeckverkooper in de korte St. lans-ftraet. M. dc l x x x i z* 5 f I ï I ff 9 ï AEN DE JOMCMCERERÖWM Edele ende Mogende He er en Gedeputeerde STATEN s'Lands van U T R E C H T. Edele ende Mogende He er en, MYNE HEEREN. Et daegelijckfche wenk van die geene , welcke haer verftandmde goede letteren oefenen, beftaet ofinhet aen den dagh brengen, uytleggen ende verklaeren van oude ende vremde ^Autheuren , of in defelve in andere Taelenoverte fetten, of oockeyndelijckin het maecken van nieuwe Boecken. "««<.«» J%' H rT L ° meier ' infiJnBoeck de Bibliothecis , reeft de Over fitters de tweede rangh , feggende daer by , dat haer ^rckfwaer heerlijck ende Lrdiefgh is, Swael fooomje ÏZf£l T , a l en ' ™f e Zondigt, Let wefe», alsïmdZt beydt die het klaer uyt-drucken ende betraghten van eens anders concepen altoos mede-bre„ght-, Heerli)ck,%m dat door dieZ r . fittingen den luyjler der Taelen vermeerdert, ende de bepaeliL derfelver wijder uytgebrejd werd , ende voordeeligh, om 3, * 3 daer 1*1 1 f JA P f I 1 i 1 O P D R A daerdoor, het geeneeene Natie ende Taelealseygenwas , ten be- fte ende nutte van het geheele menfcbelijcke Geflaghte kan komen te aedyen. . __ . H/w ow/V tó. ^ &# oockfehe de CMaghtighfte Koningen niet verdrooten heeft, veel sqercks van defe foorte van Studie te maecken ; Het is door ordre euforge van Ptolomaeus Philadelphus , dat wj de beroemde Tranjlatie des Bijbels } van de twee-ende-feven- tigh Over/etters , hebben, ende degeleerdfte Lieden in alle Eeuwen , die, nae deverloffmge der Ifraïlitenuyt de Babylonifche Gevanc- kenijje , verlopen zijn , hebben figh hier ingeoefent , gelijck als juich blijcktuyt de Targumim, Zijnde de oudfte Chaldeeufche beknopte uytbrey dingen welcke de Jooden hebben , ende de Geleerde bejluy ten uyt Nehem. vi 1 1 . 9. dat Juich alten tijde Efbe fijn aenvangh heeft genomen. Het Getal is feer groot , van die ge ene 3 welcke onder de eerfte Chriftenen de Heylige Schriften in verjcheydene Taelen hebben ovcrgefet 1 Auguftinus feght hier van 'm fijn II.Boeck van de Chriftelijcke Leere op het elfde Capitcel ; Men kan die geene , welcke de Schriftüere uyt de Hebreeufche in de Grieckfche Tae- le hebben overgebraght , tellen, maer dat is niet mogelijckten opfighte van de Latijnfche Overfetters. Onder de Oud-vaders heeft figh Hyeronymus feer in dit Jlagh van Studie vermaec kt, hebbende hy een Boeck aen Pam ma clius gefchreven , in het welcke hy de reghte wij je van over tefetten aenwijft , oock betuyght hy , dat hy het leven van Antonius uyt de Grieckfche in de Latijnfche fpraecke ge braght heeft, foo wel als het Boeck van Dydimus van den H. Geeft , ende veele dingen uyt Origenes. Hilarius heeft oock hetfelvegedaen ten opfighte van e enige uyt-leggingen over het Boeck Jobs , ende over eenige Pfalmen. Wanneer nu, nae die fchrickelijcke verwoeftinge der Gotten, de goede letteren ah op een nieuw , in Italien , Duytsfland ende an- dere gedeelten van Europa , herboren wierden , hebben figh de gekerdfte Lieden dier Eeuw, als omfthjd, tot het over-fetten van 73 OPDRAGHT. van Boecken begeven. Haeren meejlen arbeydbe ff eedden fy ontrent de Grteckfche Schrijvers s Gregorius Typhtrnasgafdoe aen die geene , die de Taele m dewelcke Strabo heeft ge fchreven niet ver Jtonden, fijne befichryvinge van Africa ende Afia in het Latim Marcmus Ficinus fettede de Wenken van Plato ever eelijckoock' die van Plotinus , Jamblichus , Syhefius ende Pfdlus , wier over hydoor Julius Gefar Scaliger in het getal der Belden ofte als Ver- gode- Zielen gefield werd door defieVerjfen. Sanfta aiiima & cdum tibi tu qvx fxpe fuifti , Spira in merari flamina pura boni. Ter cdi focia es ; ter magni ei vis Olympi ; Ter comes , in gremium pulchra recepta , Dei. Cum fluis ex aftris ; Divi Monumenta Platonis ,' Cum capis ; & mine te cum Jovis aula Capit.' ... X'i e h , ebbe n grtraght Ariftotefes een andere dan fijne natuer- lyckeTaeletedoenfipreecken felvede Arabiers hebben hem in de haere willen fien s Onder die geene die hem in het Latijn hebben ae- joght te brengen, heeft onder de oude Boëthius de voor-r awh In- der die geene die laeter gekomen zijn,, werd defelve betwifl tuf- fihen Gmhelmus Budsus , den Cardinael Beffirion , Nicenus Jh ZT S ^r', mde md /Z- Geot & us Trapezuntius/W^ hetBoeckyan Eufehusvande Euangelifche voorbereydinve over- gefit, endehetfilveaenNicohusV.Tausvan Roomenlpredra- gen, van dewelcke hy nevens Laurentius Valla, Petrus Candi- dus December, Georgius Caftellanus ende Demetrius, alleen om de overfiuinge , fier bemind ende geaghtwierd. Nicofaus Pe- TotmsBgchofvanSiponmsheeft Polybim Getranflateert, ende de TurcMcheKeyfirSëym Soonevan Bajafeth , heeft de Com memmAvanjdiusCxhtinfijneTaeledoenbremen I f' l il Dj t OPDRAGHT. oude KomeynkliQ Taeletefien; Veele fielden haere kraghten, té fijnen tij de, daer over te wenk, dogh moer een, te weten Hora- tius Romanus, wier d y er gevonden, die fijn ge/Iepen verfiand kon- de voldoen , ende door het Klerck-Ampt van de , foo genoemde, Apofiolifihe Koemer , ende verdere groote beloften bewogen zijnde , heeft hy de Ilias begonnen ende e enige Boe eken van defelve over- gefet, Laurentius Vallade Angelus Policianus hebben oen het felve wenk mede haere daegen ende naghten te kofi gehangen ; Ni- colaus Vzlh heeft' defelve Ilias van Homerus endeoock Hefiodus in Latijnfche Helden-ver ff en aen de wereld doenfien , doch diegee- ne, welcke haer alle , hierin, heeft overtroffen, was een Hoogh- duytfcher Helius Eobanus uyt het Landt van Heffen , wekker ar* beyd Jacobus My cillus met de volgende verffen heeft geprefen. Msonidem Latia memorantem praelia voce , Verfaquein Aufonios Dorica verba modos , Caflraque cum caftris Danaum mutata Latinis, Et cum Romanis pallia Graeca togis ; Rem toties cceptam , fed nulli rite peractam , Serior en aetas attamen ifta dedit. Hanclaudem multi Vatumpetiêrepriorum , Sed propriam folus quam ferat HeiTus habet. • Laurentius Valla , te Napels gekomen zijnde , om den Coningh Alphonfus te begroeten, heeft, ten fijne verfoecke , Herodotus overgefet , doch door e ene ontijdige dood wegh geruckt zijnde 3 heeft hy de laetfte hand aen fijn werek niet konnen leggen ; 'De Ko- ningh evenwel, beval 'datmen fijne Schriften, foo alsjy w oer en , van Room en Je Napels fottde brengen , endeede die met f or ge in fijne Boeck-kaemer op-fluyten ; defe overfettinge heeft Henricus Ste- phanus naemaels gefuyvert ende in het net gebraght , foo wel als ^/VxwnHerodianus , welcke Politianus de Latijnfche Taele had de doen fpreec ken, hoewel fijne Benydersfeggenfhkkshet wenk van — ~i^:~?ra— ^^^ t t I iiuanutj oyjyrt avua-ucum wwv,»^* w™. # Leonhardus Aretinus é^ ^0/g* Trattaeten van Xenophon, ^ Plutarchus, Ariftoteies ende Plato overgefet, ende in bet ver- % taeknvangefeyden Plutarchus hebben mede gearbeyd Leonhar- A dus Juftinianus, Guarinus Veronenfis , en Donatus Acciaiolus. Twee Duytfchers hebben beft aen alle de Wenken van den gefey- deniAmhetwtetranjlateren , te weten, Guiljelrnus Xylander, f^HermannusCruferius^zCampen, welcke laetffe de Her- togen van Gelder , Carel van Egmotid , ende Willem van Cleve als Raedt gedient heeft ; te voorenhadde hy in de CMedicynen ge- ftudeert, ende eenige fVercken van Gslenusinftaet gebraght , om verft aen te werden van die geene , welcke in de GneckfchQ Taele nietgeoeffent waeren. Jacobus Amiot, Leer-mee fier van Caerl IX. ende HenricklII. Koningen van Vranckrijck, heeft den f elven Kjïutheur niet alleen Franfch doen ffreecken , maer daer toe noch >>> //ePoëmenica^wLongus, de ^tliiopica van Heliodoruse^ ä Diodorus Siculus vertaelt ; fehe onfen Erafmus heeft eenige din- ^ gen uyt de Moraüa van Plutarchus ende veele uyt de /Vereken van Lucianus overgefet. Johannes Leiand van London geboren, flo- reerde in het Jaer 1546. onder Henrick VIII. Koningh van En- geland , hy was fijn Biliothecaris , deflaetfen enfaecken , welcke in dat Rijck, door verloop vanjaren, niet bekend waeren, wees hy, uyt de befte Autheuren , weder aen, ende, op datfy, van eenyder , des te beter fouden ver ft aen werden , fettedehy de fehe , indedoenmaels gebruycklijcke Taele t over. Thomas Morus , Philippus Melanch- thon, Urfinus Velius , Johannes Sleydanus , Jacobus Micyllus , hebben daer over mede gearbeyd. Sigifmundus Gefenius wendde Lfl veele moeyten aen in bet Tranflateren der Grieckfche Schrijvers, byftierfinhetjaer 15-5-4. altoos tegens te armoede ge worfteld heb- bende , Erafmus oordeelde dat hy beter Fortuyne waerdigh was, volgens het getuygenijfe van Thuan. Hift. lib. 1 3 . Maer , om hier & af te febeyden , men foude konnen bewijfen dat Apollonius , Ari- 4 ftarchus, Jf I OPDRAG'HT. ftarchus , Didymus , Herodianus , Eratoften.es , Callimachus , Varro , julius Csfar , ende meer dan twee-honderd andere , foa oude Griecketi als Romeynen , hiervan haef werckgemaeckt , ofte tenminften ge fchreven hebben > ende foo werd jegenwoordigh het oude Grieckenland ende Latium in Vranckrijck , ah verplaetfl , door deforgen van de Heer van Abiancourt en andere , om tefwij- gen van die ge ene , welckejïgh in ons Vaderland \ hier in, met lof en- de voordeel laetengebruy eken. M. Adam. Verhaeld in het leven van Bugenhaegen, hoé dat hy alle Jaren , op dien dagh , op dewelcke Lutherus nevens fijne Mede - arbeyders , de overfettinge des Bijbels , in het Hoogh- duy tfch , hadde voleyndight , fijne Vrienden op een heerlijck Gafl- mael gewoon was te onthaelen, ende foo, als het Feejï van die Trans- latie te vieren. Ick hebbe dit voor af 'laeten gaen , ET). MOG, HEEREN, om de onkundige den mondt te floppen , welcke dickmaelen den naem van een Tranilateur , als by manier van verwijtinge ,gebruycken , niet wetende wat arbeyd ende kennijje daer toe vereyfcht 3 ende wat nut , daer door , aen het Gemeene-befte werd toe gebragjht. T)en K^iutheur de fes Boecks , droegh hetfelve op , aen diegeene , welcke, te fijnen tijde, hethooghfle Gebied in Engeland voerde, ende ick , hebbende federt hetjaer 16^4. in U ET): MOG: Trovintie ge woont , ende mijne geringe kennijfe alleen verkregen door de goede for^e, welcke door U ET): MOG: Ordre , in ende omtrent U ÉT): MOG: Laegeende Hooge S'c hooien werd onderhouden , vindemy verplight 3 hetfelve aen U ET): MOG: op te offeren , beftaende mijn hooghfie geluckdaerin , dat ick kan J eggen , a Vobis principium , waer by my de danckbaerheydt dwinght te voegen, Vobis de- finet, Vnolws feght , in de Voor-reeden van fijn Boeck de Rebus (jalli- cis; ïncer domefticas aerumnas fcecushicnatuseft, quemlin- fturus eram, filicuifTet; ick .kan dit ET): MOG: HEEREN mede met groot e redenen f eggen t maer ben evenwel verfeeckert dat Ö P DR A G H T. dat men geene ftn-fouten in defe mijne Tranjlatie fat vinden • lek vreefemeer dat de onkundige, vremdfuUen aghten \ dat ick U £ MOG:eenReyfgeropdrdege, maer-dat dieselen,, dathae ft Lm- den van letteren, de goede Reyfigers>, de eerfieran^ onderde On- derdaenen van een Repubhjcke houden , ende dat diévetne welcke 2\ de eerfte nae Ferdinandus Magellanes , ende Frahcoys Draeck M/tvd-UoodbefejUk^ defej tadvan Utrecht geboren , waer by komt, daüearootfie Vloo- te, dieoytofoyt, defelveReyfegedaen heeft ^commandeert wierde door den Amerstoortfchen Jaques l'Hermite. CMen kan hier by doen, dat den yver in onfe Relhions-aenoo- tenverkouwende , endedebitterheyd der mdkpartlderstoene- mende, het met veele van onfe Gemeente, helaes/ foo gefield is datmen, evenals de T>otforen de bittere TtUen vervulden, het geenetotftightingejïreckt, met een weer eldljck kleed moet omhan- gen f^lmenhetvana ende M km wet twijfelen ofte den Heerlij eken naem van U ET>: CMOG • wel- ke dtt Boe ck de eere heefi van in fijn voor-hoofd te dragen, Cal bet felve doen doorblaederen , vanfoodaenige on f er Geloofs ende Land- ^nooten du het anders niet fouden aenfien ; Oock is dit de oor- fpronckderfDedicatieni defe reedenen bewogen Cicero ende an- der e, haer e Boe eken aen, aen de Weer eld voor Geleerde Voe fier- Heer en ende Aenqueeckers der Geleerde bekent zijnde Terfonen ope draegen foodaenige dan fullen hier op pag. 3 oAo6. ?og. uo en m^en dat alle wat ofeenBiffchopvan Condom (wekkers kraghttghjïe wederlegginge Trefervativ genaemt wy nuonder han- den hebben, ende binnen aght dagen, godt^ voerftefoet liabt (ui- len doen pen) ofteyemand anders der Rooms ge finden mo^ f chr ia- ven haer alleen werd afgeperjl door onfe tegenjfreeckinge \ ende, dat de Luy den van die Gemeente , daerfy ge ene party e vinden al- toos ten ver dervefneUen, altoos de oude kneghten blijven, ende al- toos de in haermuytwiffelijcke ieeckenen van het Geeftelmke Babel Mouden.Ende hier mede bidde ickde goede godt U ET);MOG- nae f % mÊ^Msm^mÊÊsm O P D R A G H T. me Ziele ende ticchaem te fegenen , ende ons alle degemede te doen ; n,an onderV E:e geven ; blijvende ick onderwijlen ED: MOG: HEEREN ü ED: MOG; Verfiihtm ende Ge» amen Onderdoen ende Diender. H. V. QUELLENBURGH. VOOR- ffffftffffffffffffflf VOO R-R EDEN TOT DEN L E E S E R. Et fcheen , nae wy een oneyndigh getal Hiflorien van de eerfte Spaenfche Conqueften in America had- den gefien, dat wy niet meer hadden te wenfchen , om onfe curieusheyd op dat fubjecl te voldoen, als eenbefchrijvingevandejegenwoordige toeftant van haere Colonien in die quartieren. Maer nae dat haer haere Staet-kunde, hadde, by verloop van tijdt , doen verbieden, het geene de ydelheyd ende de fnorke- •rye van fommige, in den beginne, nopende dieontdeckinge, hadde gemeen gemaekt,foo fcheen het dat wy naeulijcks anders , •dan by wege van een Miracul , fouden konnen kenniflè krijgen , .van dat geene, datfy, met foo veele forge, nu meer dan een eeuwe voor ons hebben verborgen gehouden. Inder waerheydt , de rigoureufe Wetten die fy nopende de Indien gemaeckt hebben , betuygen genoegh , tot hoe verre, haere yverfught is uytgeborften, aengeflen fy haer niet ver- noeght hebben , met het verbod aen alle Vremden gedaen , van , op verbeurte des levens , daerin te komen; maer oock gewilt , dat het felve figh foude uytftrecken , over hare eygene Onderdae- nen, uytgefondert alleen de natuerlijcke inboorlingen van de Koninckrijcken van Leon ende Caüiüen , gelijck wyfulcksfiert * * W rfn ir» VOO R-R E DE N uyt liet boeck van el *Padre Frey tPedroSirnon Trovmtial de San Francifco, een van haer befte Autheurent; welcke feght, dat Caerl de vijfde, door een particulier privilegie, het Gou- vernement van Guyana, gafaen 'DomHkronimo deOrtal ', en dat ten opfighte van fijne groote dienden ende extraordinaire merites , hoewel hy van Saragofja , Hooft-ftadt van %yirragon , geboortigh was. Sy hebben dat felve beleyd naeukeurighli jck tot op defen dagh toe in America gevolght ; en door dien de Provincie van Nieuw Spaignien een van derijckfteis diefy daerbefitten, hebbende fy , tot gerijf van de Commercie van defelve, een byfondere Vloote , welcke Jaerlijcks eenreyfenae^ifr^-CrÄ^met een ongeloove- lijck profijt doet , foo fijn oock daer door lbo wel deGouverneurs als de Viceroy felve, veel exacter , om het inkomen vandefelve aen Vremde te beletten , als men in *Peru wel doet , om dat die Provincie op de Zuyd- Zee gelegen is. Dat is de reden, om dewelckewyhetverhael, datThoma* Gage ons daer van heeft gefchreven, niet genoegh konnen agh- ten , foo ten aenfien van de feltfaemheyt ende naeukeurigheyt met dewelcke hy aenteeckent alle het geene hyaenmerckens- waerdigh heeft gerencontreert, geduerende fijn verblijf, foo te tJHexko , als in de andere principaelfte Steden van Nieuw- Spaignien , als ten opfighte van de verfcheydene wegen , die hy % foo te Zee, als te Lande, gebruyckt heeft. Hy en heef: figh niet vernoeght (omfootefpreecken) met alleen in te treden in hetHeyligeder Heyligen der Spaigniaer- den, maer felve leght hy ons de verborgentheden ( welcke fy met groote vlijt voor ons verberghden ) daer van uyt ; en men kan (eggen, dat die Natie nïet heeft opgehouden ondoorgron- delijck te zijn, dan nae dat onfen Autheur ons daer van de fe- ereten geopenbaert heeft, en eenftil-fwijgen, van bynae twee eeuwen, gebroocken, uytgevende eene befchrijvinge, die de aen- UgBsg TOT DEN LESER., aengenaemfte is , van alle diegeene , die in langen tijdt het light befchout hebben. .Daer zijn'er weynige die met foo reghtvaerdigen titul als de dele mogen fingulier genoemt werden , en foomen hedensdaeghs in het algemeen fmaeck vint in wercken van defe foorte , foo be- hoortmen dit voor een oneyndelijck getal van andere te ft ellen, om de feltfaem e dingen die het befchrijft. Het kan oock een groot voordeel toebrengen foo aen de Geo- graphie en Navigatie , als aen de Commercie , behalven de by- fondere kenniflè die het ons geeft van de fterckte ende fwack- heydt foo der Zee-plaetfen , als van die geene , die di eper lande* vvaert in leggen ; van den verouderden haet die de naturelle Spaigniaerden toe-dragen aen die geene die in die nieuwe we- relt geboren worden ; van den af-keer die haere Slaeven felve van haer hebben, en van die van veel e Indiaenfche Natiën die figh noyt aen haere overheerfchinge hebben konnen onderwer- pen , en die haer jock , om dat fy dat onverdraeghlijck vondden , hebben afgeworpen. Behalven de onderregh tingen die hy geeft, kanmen nogh veele andere trecken nyt die dingen die hem overkomen 2ijn , en hy befchrijft ons defelve foo wei , datmen , fonder het te voelen, deel neemt aen alle het geene hem gebeurt. De bylbndere befchrij vingen , die in het meefle gedeelte van de vremde Hiftorien verveelen*, zijn in defe t'eenemael nootfaec- kelijck, om de ftoflen , daer in verhandelt, teverftaen. lek hoope , ^at , nae het geene ick nu gefeght hebbe , den Le- fer het niet voor onaengenaem fal hebben, datickhemfegge, dat onfen Schrijver was een Man van aenfien , van een Rooms- gefinde ende feer illuftre familie in Engelandt , en dat fijn outfte Broeder Gouverneur van Oxfurdwas , wanneer wijlen den Ko- ningk van Groot- Britanni en , geduerende de Inlantfche troublen van fijn Rijck , figh aldaer in het Jaer van 1 645-, niet fijne Armee " * * 2, reti : J3m ^ VOO R-R EDEN retireerde. Hywierde, noch feerjongh zijnde, nae Spaignien \ om fijneftudientevoltrecken, gefonden; hybegaffighdaerin de Ordré van de Dominicaenen , en weynigh tijds daer nae tot- een Reyfe nae de Philippij nen, indequaliteytvaaMhTionaris ofte Sendelingh. Hy embarqueerde figh te Cadix op die Scheepen welcke men gemeenlijck de Vloot noemt, en datttmonderfcheyttuflèhen haer ende de Gallioenen te maecken, dat die Scheepen zijn die nae Terra- Firma gaen , en te Cartagena ende c Porto-Velo ha- venen , en figh daer van daen nae de Havana begeven , om we- der nae Spaignien tekeeren. Maerde Vloot van Cadix feylende, fleeckt reght over nae Nieuw-Spaignien , en landt in de Haven van Vera-Crwz , welcke de naefte aen Mexico , ( de Hooft-ftadt van het Rijck ende de gevvoonlijcke verblijf-plaetfe van den Vice- roy) is; en nae dat fy aldaer haere vraght heeft ingenomen a feylt fy nae de Havana , van waer de Vloot énde de Gallioenen, wanneer fy op een ende defelve tijdt klaer zijn, dickmaelsin compagnie nae Spaignien overfteecken. Ick remarquere dit hier alleen om onderfcheyt te te maecken tuiïchen die twee Vlooten, welcke veele confunderen. Onfe Mi/ïionaris dan , zijnde te Mexico gekomen , ende figh aldaer eenigen tijdt uytgeruft hebbende , was genootfaeckt op een Landt-huys , het welcke de Jacobijnen dighte by die Hooft- fladt hebben , te gaen , en in het fcke , een tijdt langh , een foorte van een beproevinge uyt te flaen 3 om figh 3 met fijne Confraters, ( voor en al eer figh nae Jcapulco , een Haven op de Zuyd-Zee , alwaer men figh embarqueert om nae Manilla , Hooft- ftadt van de Philippijnen te gaen, te begeven) des tebequaemertotdat employ te maecken. Hy vont daer foo veel fmaeck in de foetigheden van het leven der Monicken in Nieuw-Spaignien , en ontfingh daer foo groo- tenaf-keer , door het verhael datmen hem dede van de Philip- pijnen 7T Tg -^-r^^y-^^gf^s>^gc^ TOT DEN L E S E R. pijnen, dathy, met twee van fijne Confraters , refolveejrde een andere wegh te lande te nemen , om figh tot een min gevaerlijcke Miffie ofte Sendinge te begeven. Eer hy van Mexico af-fcheyt , foo geeft hy ons eene befchrij- vingevandieHooft-ftadt, ons niet alleen haere tegenwoordige maer oock haere voorledene toeftant voor oogen Hellende , ge- lijk hy oock doet van hare omleggende Plaetfen endeLanderyen, van de manieren der Volckeren die daerinwoonen, foo Euro* pers, zhCriolen, ingeborenen van het Landt, Mulatten, en lwarte Slaeven , als oock van haere verfcheydene intereilen , van haere Kerckelijcke en Wereltlijcke Regeeringe , van haren Koop- handel , ende generaüjck van alle het geene dat hem aenmerc- kens- Waerdigh heeft gefchenen , foo binnen als buyten die groo- te , en voor defen foo vermaerde, Stadt , welcke fulcks , door ha- re rijckdommen , grootte en bovengewoonlijcke gelegentheydt , oock noch is , fullende dit de ftofFe zijn van het eerfle boeck. De befchrijvinge diehy daer op voorftelt van de remarcabelfte Plaetfen rontomme CMexico, ende van verfcheydene Provin- ciën welcke hy door-reyft , federt fijn vertreck van die Stadt tot aen Guatimala , en is niet minder naeukeurigh , obferverende hy in deielve alles wat hy aenteeckenens- waerdigh ontmoet , en dat fal de materie van het tweede boeck zijn. Hyvervolght, befchrijvende ons her Gouvernement , de> Rijckdommen ende de grootte van de Stadt van Guatimala , en van de onderhorige Landen ende Steden , en verfcheydene hem overgekomene voorvallen. „ Hy leerdde aldaer de Taelen van verfcheyde Volckeren , die hem niet alleen dienden om defelve te catechiferen ende te on- derwijfen , maer oock om figh van veele particulariteyten te informeren, van dewelcke hy ons ,■ fonder dat , geene kenniflè foude hebben konnen geven. Het Ampt van Priefter, het welcke hy in veele, figh fee* ** 3 wijdt VOO R-R EDEN wijdt ujtftreckende Parochien , waer nam , gaf bem een grondt- ge kennifle van het herte van die Volckeren , en hy drongh door dat middel door , tot hare grootfte geheymeniflen , geduerende den tijdt van thien a twaelfjaeren, welcke hy haren Paftoor was. Het verhael van het geene hy in foo veele jaeren remarcabels gefien heeft , de Geographifche befchrijvinge van dat Landt , den handel die aldaer omgaet, met de befchrijvinge van de Choco- late, de verfcheydene manieren om die tebereyden, en die van andere drancken, fullen die dingen zijn, uyt de welcke het derde boeck fal beflaen. Het vierde fal behelfen fijne Reyfe van het Vleck Tetapa tot aen de Stad van Grenada,welcke de Hooft-ftad v&viNicaragua is, nevens eene naeukeurige befchrij vinge van alle de tufichen bey- dtn leggende Landen , met haere coiluymen ende des Autheurs voorvallen. Oock fijn eerde embarquement op de Noord-Zee om nae 'Porto-Velo te feylen , het nemen van het Schip in het welcke hy was door een Slaef die de Spaigniaerden ontlopen zijnde nu een Hollantfche Caper commandeerde , fijn debarquement nae dat hy gepilleert was , fijne Reyfe te Lande tot aen de Haven van de Fatwas gelegen op de Zuyd-Zee , fijne verfcheydene avanturen op die Zee eer hy te Tannama ( dat hy feer particulier befchrijft ) quam, fijne wederkomfte te 'Porto- ^/0, met eene naeukeurige befchrijvinge van die Plaetfe, foo wel als van het geene dat'er omgaet foo op het aenkomen als vertrecken der Gallioenen , als oock op de voornaemfte Merckt des Aertbodems , welcke aldaer geduerende haer verblijf wert gehouden , fijn embarquement op de Galiioenen om nae Carthagena ( het welcke hy mede nevens deH^z^befchrijfr) tereyfen, en fijne wederkomfteinSpai- gnien ende van daer in Engelandt , fullen het felve befluyten. In wat eftime ende geloof defen Autheur geweeft heefcblijckc daer uyt , dat het Parlam ent end« den Raed van Engelandt i n het Jaer f y 7^W^^ TOT DEN LEJER. Jaer van 1 648. alleen op fijne Memoden , een feer groot deflèin op Nieuw- Spaignien formeerde, waer van her innemen van JV. "Domingo het voorfpel m oefle zijn.Maer het wierde geftaeckt door de groote revolutien , diemen aenflonts daer op , in Enge- land fagh ontflaen , doch Cromwel fette het felve , op de inftan- tienvandenAutheur, dieoockmedeopdieReyfewas, voort, in het Jaer van 1 65 $ . maer door dien fijne ordres , door de Gene- ralen Ten ende Venabks , qualijck gevolght wierden, foo en coix- queft eerden fy voor dat mael niet,dan het Eyiand Jamaica. De Heer Colbert ( in wiens handen den Koningh van Vranck- rijck , om degeflgnaleerde dienften door hem aen den de Kroon bewefen, het maniementvan alle Buy tenlandtfche faecken ge- il elt heeft ) heeft dit werck van foo groot een i mportantie geoor- deelt , dat hy aen de Heer T>e Beaulieu Huès O Ne //heeft belaft nu in het Jaer van \6j-l. het felve inde Franfche Taefe te transr lateren ; ende die Tranflateur heeft niet konnen naelatèn .bewo- gen lijnde door de opreghte maniere , op dewelcke hy het godt- lofe leven der Geeft elijcke in die Landen befchrijfr , ende door anderedingen, van op de kant te doen dr.ucken ., datmen reden heeft om te geloven dat den Autheur niet altoos 'm het Catholijc- ke gelove volhart heeft,het wekke hem dan mede aen onfe Land- genoten niet te onfmaeckelijeker behoort te maecken , ten min- flen voor een waeraghtigh Schrijver moet doenaghten. Den Lefer fai oock weten dat die Plaetfe,die wy in onfè Voor- reden Torte-Velo noemen , door den A utheur in het werck door- gaens Torto-BeUo wertgenaemt , wy hebben dit evenwel gedaert omtedoenfien dat wy weten dat die Plaetfe in alle de Caertem van die Contreyen dus bekent is , voor de refte fullen de Caerten die wy hier by hebben doen voegen geen kleyn light aen dit werk geven , wy derven den Lefer verfeeekeren dat fy de naeukeurigh- fte fijn die tot noch fljnin het light gekomen, iijndelietdievani den foo vermaerden Geographus S anfo® , wiens ervaerentheydt wy, TOOR-REDEN TOT DEN LESER. wydes te meer, eftimeeren moeten, door dien wyfien dat fijne wercken foo wel met het fchrijven van onfen Autheur accor- deren. En hoewel Thomas Gage ons die Landen, foo alsfyjegen- woordigh zijn , befchreven heeft, ende daer van aen den dagh gekaght alles warmen van een nae^eungh ende feerbequaem Rey figer foude konnen verwaghten , foo foude doch onfe Natie van de kennifTe, van alle die faecken, die hy ons leerd, ver- fteecken zijn gebleven, foo den Drucker defes boecks de goet- heyt niet hadde gehad van het fel ve te doen o verfetren. Den Overfetter heeft goet gedaght den Titul te laeten foo die was , om niet te manqueren aen de plight van een getrouw Over- fetter, hy heeft oock, om defei vereden, van het licchaem van Jditwerck niet willen afnemen veele digreffien , welcke, hoewel fy niet veel doen tot het voornaemfte defïein van den Autheur , doch evenwel daer in, endeinde in de volkomene kennifTe van die Landen, eenighlight geven. Het geene hy in den Autheur niet gevolght heeft , is alleen de verdeelinge der Capittelen , die hy , tot foulaes van den Lefer , wat verkort heeft. Doch om den befcheyden Lefer niet langer op op te houden , fullen wy hier van de Voor-reden een eyndemaecken , ende hem tot het werck felve fenden , hem alleen feggende dat het fel- ve , in deti tijdt van t weejaeren , tweemaelen te Parijs herdruckt is, van een ende defelveBoeckverkoper, die daer, by Privile- gie, alleen toegereghtight was. Nieuwe !T^^^^^^^Wfg?^^yg ^^ Nieuwe enfeer Naeuwkeurige R E Y S E Door de Spaenfche W e s t .- Indien VAN THOMAS GAGE. HET EERSTE BOECK. Het I. Capittel. Hoe en in wat Ooft ende JVefi-Indifche Vrovintien behoo- rende onder de Kroon van spaignien mm de Religieufen fendi. ElijckaljedeKoninckrijckenvän America. , WekkedoordëKo- Beftierin- ningen vän 'Spaignien over-heert zijn , wat het weereldlijcke be- ge der langhd, verdeeld zijn in verfcheyde Gouvernementen , even Geeftelijc- alfoo zijn fy oock,omtrent het Geeftelijcke, in veele Jurifdi&ien, k e in^'»*- onderden naem van Provintien, onderfcheyden , welcke aen nca ' "verfcheyde Religieufe Ordren en aen haère Provintialen beho- ren , die, hoewel fyfoo verre van Europa zijn afgefcheyden , niet te min alle leven onder de dépendentie ende de fubordinatie van het Roomfche Hof 3 oock zijn fyftricktelijck verbonden, Jaerlijcks, aenhetfelve, een naeuwkeu- righ verhael, van de aenmerckelijckfte dingen, die in die Landen voorvallen , te fenden , nevens een Lijfte van de Predickers die yder Provintie van noodeh heeft , om daer op aldaer een fuffifant getal van Kerckelijcken te (meren , wiens werck het is , te arbeyden , tot de bekeeringh van die blinde Volckeren } het wëlck dan op de volgende wijfetoegaet. -••-■'.. A . Yder Vbyägie van Thomas Gage I. Ca p, £n der Provin- cialen. Generael enProvin- ciael Ca- pittel. Procu- reurs ea Befiht- teurs en haer Ampt, Vkaïi* YdervandeReligieufeÖrdren, kieft, vanfestotfesjaeren, een principa- len Gouverneur, welckefyhaeren Generael noemen, en fijne maghc ftreckt fich uy t over alle die profeflïe van fijne Ordre doen. Daer en zij n geene Or- dien , dan die van de Jefuiten ende Jacobijnen , wekkers Generalen haer Ampt tot aen haer fterf-dagh toe bekleeden, tenzy dat fymet een Cardinaels hoedg vereert worden , en , door dat middel , tot een hooger trap komen op te ftey- geren. Pe Religieufen , welcke dien Generael onderworpen , ende in Italien, Duytfchland, Vranckrijck, Vlaenderen, Spaignien , Ooft ende Weft-In- dien , &c. verfpreyt zijn , zijn verdeelt in verfcheydene Provintien. Dus heeftmen in Spaignien de Provintien van Andalufia , die van Oud ende Nieuw- Caftilien, die van Valence ende Arragm, die van Murcta endeCttd- loignicn. Op defelve wijfe- zijn in America de Provintien van Mexico y van Mechoacan, van Chiapa en Guatimaia, van Comayagua, van Nicaragua ende andere dier- gelijcke. Yder van die Provintien > heeft weder een particulier Hoofèl ofte Regent,. welcke men den Provintiaei noemt , en die , door de voornaemfte van fijne Pro- vintie, alledrie Jaeren werd gekofen, endatineene vergaderinge, welcke fy het Pïovintiale Capittel noemen , even als het voorgenoemde , den naem van het Generale Capittel draeght. Het Generale Capittel werd gewoonlijck gehouden in een van de voornaem- fte Steden van Italien » Vranckrijck ofte Spaignien. _ Alsmen het Provintiaele Capittel houd, fbo verkieftmen door een algemee- netoeftemminge, van alle die geene > die fich in het felve bevinden, een Pro- cureur of Defihiteur , welcke fich uyt den naem van de geheele Provintie moet voegen op de aenftaende verkiefinge van een nieuwen Generael , al waer hy den ftaet en de gelegenheyd van de Provintie, van deweleke hy gefonden is, vertoo- nen , ende de faecken , welcke hem bevolen zij n , verfoecken moet. Op die wijfe dan fendtmen procureurs uyt de Weft-Indiè'n 3 die veeltijds den beften buy t by haer hebben , die de Hollandfche Schepen- nemen , om dat fygrooterijekdommen met haer voeren, om defelve aen de Generalen, aen den Paus , Cardinalen en groote Heeren van Spaignien te vereeren , op dat fy des te lichter föuden, het geenefy aen haer te verfoecken hebben, mogen ver- krijgen. - : Onder andere dinghen brenght haerlaft mede, te moeten vertoonen, het groot gebreck dat'er van arbeyders is > in die groote en vruchtbare Ooghftvaa de Indien (alhoewel alle de Provintien geen Spaenfche Predickers -verfoec- ken, foo als ick hier naefal aenwijfen) en te bidden, om dertigh a veertigh 5 jonge Priefters , bequaem om de Taelen , .diemen in de Indien fpreeckt , te ke- ren, en in de oude haer plaetfe te treden. Wanneer nu defe ProYimiak Ordre voor de Generael ofte fijne Capittel ge- leefen. I.Boeck. Tïoor de spaenfche JVeft-Indiën. I.Cap. leefenis, fooverguntmenuytdennaemdes Generaels 3 aendefen Procureur, opene brieven, in dewelckehy hem fijnen Vicaris-Generael , van foodaenige Provintie noemt :> vertoonende te gelijck fijne bequaemheyd , de goede hoe- daenighedenmetdewelckehybegaeftis, denarbeyddie hyin die nieuwe ïn- diaenfche Kercke heeft aengewend, en datmen hem weerdig geoordeelt heeft , om in die Landen een Sendinge te beleyden , van foodaenige Religieufen , als fichvrywillighlijck fullen komen aen te bieden, om het Chriftendom aldaer, onder de Barbarifche Natiën , te gaen voort-fetten. Defen uyt Indien gekomen Religieus, fich met die brieven ge'wapent vin- dende, gaet defelve aen den Paus vertöonen, ingevolge van het welcke fijne H. hem een Bulle laet expediëren , door de welcke hy hem maght geeft, om te mogen, indequaliteytvan ApoftolifchenComminaris, gaen in alle de Con- venten , welcke van fijne Ordre in Spaignien zijn , en in defelve foecken j de der- tigh ofte veertigh jonge Predickers , die hy van nooden heeft , welcke , om haer des te beeter moed te geven , van de eerfte dagh af, dat fy fich tot di e Sendinge verbinden, uyt kracht van de Paufifelijcke maght, aen die Commifläns gege- ven, ontilaegenzijnvande, door haerefonden verdiende, fchuld en ftraffe, door eene volkomene quytfcheldinge , en die geene , die hem eenigh belet of- te tegenftand doen , ofoock maer felfsaen die geene, die haer hier toe verbon- den hebben, werden verklaert 3 vervallen te zijn in de poene des Bans, van de welcke fy niet konnen geäbfolveert worden, dan door die Comminaris of- te door fijne H. felve. In alle de Staten nu > die aen den Konïngh van Spaignien in America beho- ren, zijn twee foorten van Spaenfche In woonders, welcke meer tegens mal- kanderen ingenomen zijn , dan in Europa de Spaigniaerden ende de Franffen. Defe twee foorten, beftaen uyt die geene , die in Spaignien geboren zijnde aldaer komen woonen , en uyt die , welcke aldaer van Spaenfche Ouders ofte Voor-Ouders geteelt zijn , en die , de Natuerelle Spaigniaerden , Criolen noe- men , om defelve foo van haer te onderfcheyden , \ beduydende door dat woord, die geene, die daer te Lande geboren zijn, ' Die haet is foo groot , dat ick derve feggen , dat'er niets is * dat foo feer kan contribueren tot de overmeefteringe van America, als die twiftS en het is feer gemackelijck om haer op fijne zijde te krijgen , ende te bewegen om fich mede tegens haere Vyanden te voegen , ten eynde fy van de flavèrnye , onder de welc- ke fy gebracht zij n , mochten verloft worden , en dat door de rigoureufe wijfe , op de welcke men haer handeld , en door de eenzij digheyd, met de welcke men haer recht doet , werdende die geene , die uyt Spaignien komen » altoos tot haer naedeel begonftight. Sulcks valt die arme Criolen foo hard ende verdrietigh om te verdragen , dat ick haer dickmaelen hebbe horen feggen , dat fy liever , aen wat Vorft het oock foude mogen zijn, wilden onderdaenigh wefen a dan aen de Spaigniaerden , mitsdatfydevryheytendedeoeifeninge van haere Religie fouden mogen ge- Aa nieten * GeneraeJ, en hoe die fulcks ver- klaerdt werdt. Apoftoli- fche Com- miiTaris, Sijn magt en bevel. Tweeder- hande Spaig- jaerdenin America Naturelle enCrio-^ len. Haer on- derlinge haet ende ftrijdig- heyd. Ctioleu doorde Spai- gnaerde» :> * m&m&m Nakome- lingen van deeerfte in nemers van^jwe- tka. Denhaet tuflchen •de andere Spaigni- aerden en- de deCrio- len ftreckt fig uyt tot ïnhetKer- Jkei icke. Voor- I.Boeck. Voyagie vanThomas Gage I. Cap. nieten; andere feyden, dat fy wenfchten , dat de Hollanders , wanneer fy Iruxillo ingenomen hadden, aldaer verbleven wa eren, zijnde fydaer welont- haeltgeweelr, en dar de Religie , die fy onder foo harden flavernye genooten^ haer gantfch niet aengenaem was , en geene trooft ter weereld gaf. Door die doodelïjcke haet was het, dat de Criolen fich foo lkhtelijck tegens- den Marquis de Gelves , Viceroy van Mexico , fielden , en fich voeghden aen de zijde van Dom Alfonjè de Zerna , hacren Aerts-Biffchop , welcke den Viceroy de- de vluchten j ten tij de dat den oploop in die Stad voorviel, oock fouden fy al- daer het gerfeele Spaenfche Gouvernement hebben geruïneert , foo eenige Prie- fters haer fulcks niet ontmeden hadden, doch hier van fal ick naermaels wijd- loopiger handelen. De oorfaecke van dsfe groote vyandfchap , fpruyt uyt de jaloufie , welcke de Spaigniaerden tegens de Criolen hebben opgevat , vreefende , dat de fy het juck iullen willen afwerpen, en de Spaenfche Gouverneurs 3 die haer buyten alle AmptenendeStaetsemployenfluyten, niet meer erkennen.. Men heeft noyt gefienj dat een van de Criolen, is verheven geweeft tother Ampt.van Viceroy van Mexico , of van Vzru , of tot het Prefidentfchap van (heet ümala, van Santa Ti y Sant Domingo, of tot de Gouverneurs-plaets van \uca- tan, van Cartkagena, en van de Havana, of tot Alcalde Major van Soconufco, van Chiapa , van Sant Salvador , of oock eenige andere diergeüjcke importan- te Charges» Selve de bedienjnge van de Cancellaryen , als die van St.Dormngo , van Mm- co, van Guatimala, van Lima, ertde andere, in dewelcke ghemeenlijck fes Raeds-Heeren , welcke men Auditeurs noemt , nevens de Procureur-Fifcael' zijn j, werden noyt aen de Criolen gegeven , hoewel men onder haer noch foo- daenige vind , die af-koomftich zijn van de eerfte Innemers van dat Land. Soc heeftmen in Lima ende Peru noch de Pi^aro'or , te Mexico ende te Gu- axacahttHuysv.andenMarquifdelaValtë, ofte de naekomelingen van Ferdi- nandCorte^, fommige andere van de Huyfen van Giron, van Alvarado , van de Guynans 3 eyndelijck , van de voornaemfte Geflachten van Spaignien., fondeo dat een van defelve,. tot de publijeque Ampten ofte waerdigheden , verhe- ven is. Oock zijn fy niet alleen van die bedieningen verfteecken , maer de naturelle Spaigniaerden doen haer daeghlijcks alle kleynigheden aen , als zijnde luyden s welcke fy houden , dat onbequaem om andere te regeeren > en halve Indiaencn ^ dat is Barbaren , zijn. Diealgemeene verachtinge, heeft fich oock tot de Kerekeverfpreyt, inde welcke men noyt een Criolifch Priefter fiet , die met een Bifdom begaeft is , of oockwelmeteenCanonifieineene Cathedrale Kercke> welcke men niet en geeft , dan aen die geene , die in Spaignien geboren zijn. Soo hebbeu fy oock , veele jfaeren herwaerts , in de Ordren van de Religieu* fen , . in. het werck geftelt > al watfy vermoght hebben, om te vernederen ende: I. B o e c K . 'Door de Spaenfche Wejï-lndiën. I. C a p . te verdrucken alle de Criolen, welckinyder Ordre aengenomen waeren, uyt beelden vreefe, dat fy in getal , die geene die uyt Spaignien quamen, fouden mogen daer van overwinnen. Hoewel fy fich fomwijlen hebben verplicht ghevonden eenige van de in dat Criolen Land geboorene , te ontfangen , foo fjn doch altoos de Provincialen , de Prieurs, hebben en alle de Superieurs, geboorene Spaigniaerden geweeft, ten fy federt weyni- opfom- ge jaeren , in dewelcke dat fommige Provintien , de Spaigniaerden overitemt rnige hebbende, foodaenigh haere Conventen met Criolen hebben vervult, dat fy plaetfen abfoluytelijck geweygert hebben 3 de Spaenfche Sendingen, welcke men ge- deover- woon was haer toe te laeten komen , en diemen noch hedenfdaeghs aen de an- handt, derefhiert, te ontfangen. In de Provintien van Mexico, vïndmen de naevolgende Monicken 3 te we- Geeftelijo ten, jacobijnen, Cordeliers, Auguftijnen, Carmeliten, Paters de la Mer- ken in de • eed, endejefuiten, maer onder alle die Ordren, zijn'er niet van de Jefuiten Provih- eri de Carmeliten^ onder dewelcke de geborene Spaigniaerden ftereker zijn dan tie van dt Criolen, doende >jaerlijcks, twee a drie Sendingen, van de haere uyt Spai- Mexico, gnien komen. _ De laetfte Sëndinge diemen aen'de Paters A? U Merced liet toekomen, arri- Twift on- veerde in het Jaer 1 025.. en alfdoen ontftónt, in de volgende verkiefinge van hae- der de re Provintiael » foodaenïgen twift in het Convent van Mexico , dat fy hare mef- Paters de fen tegensmalkanderen troeken, en reede waeren , om malkanderen te dooden, la Mtmd* indien den Viceroy niet in Perfoon in het Kl^ofter waere gekomen \ eneenige van haer hadde doen gevangen fetten. Des niet tegenftaende haelden het de Criolen by meerderheyd van ilemmen over, enfyhebbenhaertotopdenhedigen dagh toe weten te ontflaen van de Sendingen uyt Europa,, bybrengendedatfygenoegh Religieufen in haere Con- ventenhebben, en dat het niet noodigh is , datmen haer eenige uyt Spaignien toefendt , voor de refte fich felven 3 foo wel als eenige andere 3 aen den Paus on- derwerpende , en aen hem alfoo groote gefchencken gevende als de Spaigniaer- den oyt gedaen hebben. Inde Provintie van Guaxaca ontfanghtmen gantfehgeene Miffionariffèn of Sendelingen uyt Spaignien., doch het is waer, dat federt weynige tijd herwaerts, onder de Ordre van Se- Dominicm de Spaenfche partye k door de Criolen over- fiemt geworden, en dat fy noch te Romen pleyten om Religieufen uyt Spai- gnien te mogen ontfangen , feggende dat de eer-e ende het aenfien van de Religie Sfeer vermindert is, federt men de hulpe van haere mede-broeders uyt Europa niet heeft willen aenneemen. In de Provintie van Guatimala, die fïcfrfêer verre uytftreckt, ak begrijpen- Geeftelijc- de Guatimala, Chiapa, dtZoques, een gedeelte van T^^/cö, deZe(dales ,het keinde SacapuUi VeraPa^, de geheele Kuftedie fich aen de Zuyd-Zee uytftreckt 3 Provitie Suchutepecl^, Soconujco, Comajagua, de Honduras, Sant Salvador tv, Nicaragua, van Gttaifc zijn de Ordren die hier volgen, te weten, dievan St.Dominicur 3 \anSt.Frjm* mak. ■f. A 3 cifcur, i 1 1 'Tem £im. w rs Geeftelijc- k e in nieuw Grenada, (artha- ger.a, &c IndeEy- landen \zr\Cuba, Jamaica , &c. In jKcatan, In Mecbo- acan, In de Phi lippijnen % IBoeck, Voyagie vanThomas Gage I. Cap. afius, de Au^uftijnen die van Mexico dependeren, hebbende fy niet dan een arm Convent binnen Guatimala, dejefuiten, mede onderhorigh aen Mexico, ende de Paters de la 'Merced. Maer onder die alle zij n'er geen dan de Jacobijnen, de Cordeliers ende de Paters de la Merced, die het recht hebben om te predicken ende om Paftoors- Amt>ten inde Parochiale Kercken te bedienen. In die geheele Provintie hebben die drie Ordren altoos de partye van de Crk- /ewfeerlaegh gehouden, en hebben noyt toegeftaen dat een van defelve foude hetAmptvanProvintiaelbekleeden, doende ten minften van twee tot twee jaeren Religieufen van hare Ordre uyt Spaignien komen , om hare faótie tegens die van de Criolen fïaende te houden. De Provintien van ?eru» die veel wijder van Spaignien af-gëlegen zijn, en veel moeyelijcker om ter Zee aen te komen , dan die geene daer wy nu reede af- gefproocken hebben, ontfangen gantfch geene Sendingen, maer menftuert haer Religieufen uyt de naebuerige Provintien toe , en daer zijn'er , gelijck el- ders, van alle fooiten, onder dewelcke de Jacobijnen de machtighfte zijn, maer fy alle, oock geene uytgefondert , hebben daer overvloed vanvryheyd, rijckdommen ende van alle de gemacken ende leckerheden des levens , niet te- genftaende hare gelofte van armoede het tegendeel behelit. In het Koninghrijck van Nieuw Grenada , van Qarthagena , van Santé Fe , Ba- rinas , Popayan , en in het Gouvernement van Santa Martha , fijn Jacobijnen, Jefuiten, Cordeliers, Carmeliten , Auguftijnen ende Paters de Ia Merced, onder de welcke de Jacobijnen , de Jefuiten ende de Gordeliers noch op den he- digen dagh Sendingen uyt Spaignien ontfangen. DeEylandenvanCÄ, \amaka, Marguerkaen Porto 'BJco zijn alle onder- horigh aen de Pro vintiael van St. Domingo, ende de Religieufen die fich aldaer vaftelijck hebben nedergeflagen , zijn alle van de Ordren van St. Dominicus, van de Jefuiten of van St..Francifcus , die alle van tijd tot tijd nieuwe Sendingen uyt Spaignien ontbieden . J In deProvintie van fac^ft zijn niet dan Religieufen van St. Francifcus, wel- ke feer rijck zij n , en krachtighlijck de Spaenfche factie ophouden door de Mif- lionarifTen die-fy uyt Europa krijgen. De Provintie van Mechoacan, behorende aen de Religieufen van Mexico, werd oock op defelve wijfe als de voorgaende geregeert. lek hebbe nu, op de wijfe alsmen boven ghefien heeft, gantfch America , voor foo veel het aen de Kroon van Spagnien behoort, doorloopen ■, en ver- toont hoe en wat Religieufen fich daer hebben neder geilagen. Wat belanght Brafi l ende de Ooft-Indiè'n , defelve zijn aen de Kroorie van Portugal, om 'dat die Natie defelve eerft ontdeckt heeft, en die dependeren jegenwoordigh aen Dom-fuan Koningh van Portugal. Des niet tegenftaende gehoorfamen de Phiiippijnfche Eylanden aen den Ko- ningh van Spaignien , en aldaer fijn jacobijnen 9 Cordeliers , Auguftij nen ende JefujteHj üas»aa»w^»»«MiB^^^ I.Boeck. T)oordeSpaenfcheWeJ?-Indïên. I. Cap. f Tefuiten, diefichalleinAfoÄ, deHoofd-Stadt van die Eylanden , onthou- endeJW* den, en verwaghten aldaer de bequaeme gelegentheyd van Schepen om haer nae nilla \apan over te voeren , arbeydende fy aldaer aen de bekeeringh vandatKo- Dinghrijck. Maer hoewel* fy onder haereenigeCrw/éwaennemen, enbyfonderlijckvan die geene die fy in China ende ppan bekeert hebben , foo beftaet doch het meefte getal uyt Spaenfche -Miifionariflen , die men daer meer overvoert dan in de ge- deelten van America die ick hier boven genoemt hebbe. Maer eerftelijck foofentmen die metde Schepen die nae Nieuw Spaignien Hoe die gaen, en nae dat fy twee a drie jaeren in deHoofd-Stadt van Mexico gewoom daerko- hebben, döetmen haer vertrecken nae Acapulco, het welcke op de Zuyd-Zee men. gelegen is, alwaermen haer fcheept op groote Gallioenen, die nae Manilla gaen , en die jaerhjcks daer weder van daen komen , rijckelijck <*eiaeden zijnde met fa/wi/cfe, C^iw^eendeandereOoft-Indifche waren. Ö Men voerdt daer nae die Coopmanfchappen van Acapulco nae de Stadt van Mexico welcke , buyren alle vergelijckinge , daer door veel meer riickommen ontf anght , danmen haer door de Noord-Zee toevoert, HET II. CAPITTEL. *D en Autfceur verbindt figh om nae de Thilippijnen te gaen, en verhaeldt alle het geene dafer voorviel tot aen fijn ver- treek van Cadix nae NïeMw-Sfaignien. SOo als ick in het jaer van 1*2?. onder deMonicken van-de Ordre va» St.Dmimcur* in de Stadt Xeret, geleghen in het mjdkvanAndalufi'en, woonde , fcheeptemen vier Sendingen af, als een van de Ordre van St.Fraficifcur nae tycatan, de tweede van de Paters de la Merced nae Mexico , ende de twee andere y welcke uyt Jacobijnen ende Jefuiten beftonden, moeften overtrecken tot in de Philippijnen toe. De Commifläris, door den Paus tot die fendinge genomineert, was genaemt, Trater Matthio de la Villa , hebbende fijn H. aen hem maght gegeven om dertigh Rehgieufen mede te nemen, en door dien hy'er nu al omtrent vier ende twin- tigh , m Caftilien enin de Plaetfen omtrent M^r/'igelegen , gevonden hadde , foo fondt hy defelve, de eene voor ende de andere nae, welvangeltvoorfien zijnde, nae €adix, om aldaer in feecker Huvs, het welcke hy voor hem en voor die van fijn gevolgh gehuerr hadde, te bij ven, ten tijde toe dat de Vlóte foude vertrecken om nae de Indien toe te gaen. Die Commiflaris hadde weder een ander Religieus, genaemt Antmio Caho * geno. Vier Sen- dingen na Indienge- fonden^ Hoe die daer ko- men. l ?' ai I V* V» i 1 i I i É s '\ Aenïey- dinge duotde wekke den Aü- theur be- wogen wierdom nae *Amt rka te gaen. Aeoge- naen.he- denvan Indien cterlijck tentoon sefteldt, 8 I. B o e c k . Voyagie van Thomas Gage 1 1. C a p^ genomineert 3 om de Conventen die hy in Andalufia op fijnen wegh foude vin- den , te befoecken , te weten , die van Cordua , van Sevilicn, van Se. Lucar en vanXem- , om uyt defelve hetgetal van dertigh MiffionarnTen > foo als fijne Cornmiffie mede braght /te vervullen. Hy arriveerde te Xeres in hetlaetftevanMey, hebbende in Min gefelfchap eenander Religieus uyt het Collegie \z.nS>t.Grcgorius vanVallidolid, genaemt Antoniv Melende^ , met de wekke ick langen rijdt feer familiaer verkeert en eea feer naeuwe vrientfehap aengegaen hadde. Soo drae als hy myfagh wierdthy foo verheught dat hymybadt dien avondt in fijne Kamer te willen komen eeten , en door dien hy deruymte van Patacons hadde , foo dede hy alles wat hy konde om my wel te onthaelen. De goede Wijn van Xness die geduerende de maeltijdt nietgefpaert wier- de , verwarmde foodaenigh de hitte van fijnen y ver > dat hy dien gehelen avont niet dede dan te fpreecken van herbekeerenderjapponnefen, difcourerende van die Landen, welcke hy noyt gefien hadde, en die fes duyfent Spaenfche mijlen van ons af-gelegenwaeren, even eens ofhy fijn gantfche leven in defel- ve hadde doorgebraght , in het korte, ick kan feggen dat Bacchus hem van een ïheologant in een Orateur verandert hadde, en hem als een tweede Cicero, alle de deelen van de wel-fpreeckentheyt geleerd.Hy vergat niet van alles dat hy wille by te brengen om my te bewegen om nevens hem die Apoftolifchebe- dieninge te aenvaerden,, en, onder anderedingen, ftelde hy my voor oogen s dat geen Propheet in fijn eygen Landt geacht is, en datmen dat verlaten moeft s om,goet en aenfien te verkrijgen, - Maer als hy befpeurde, dat die foorte van wel-fpreeckentheyd, my niec genoeghfaem bewoogh , om fijnen voorflaghtoe te ftaen - 3 foo traghtede hy my te winnen door aenlockelijcker bedenekrngen. Hy (telde my de Indien voor ooghen even als of fy met goudt ende filver ge- vloert hadden ge weeft , dat de ftraet-iïeenen , Peerlen, Robijnen ende Diaman- ten waeren, dat de Bomen niet dan geheele Boffen van Mufcaet- noten droe- gen , dat de Velden met fuyeker-rieten vervult waeren, dat de Chineefche fijde daer foo gemeen was,dat de Zeylen van Schepen niet dan van Taf of van Satijn waeren, in het korte, dat het een Landt was, in het welcke men in der daet en waerheyd vand, alle het geene foo wel deHiftorienalsdcFabulenvandc rijekdommen van Mjdas ende Crcefu? gefeght hadden. By gevolge , vertoonde hy my , dat de Phiiippijnen waeren als een Aerts-Pa- radijs, in het welcke men over alle overvloedt van alle«vondt, inhetfelve niets ontbreeckende , van het geene tot vermaeck des levens behoordt. En door dien hy f ch inbeeldde aireede op die plaetfen te wefen, foo befchreef hy my fijne Reyfen in dieProvintien, verfelt fijnde door de Indianen, met haere Trompetten ende Schalmeyen , fijne intreden in die Steden » pafïèeren- dedoor wegen die met Bloemen beftroyt waeren en verciertmetTriumph- bogen , en dat alles onder het geluy der Kloeken 3 ontfangende onderwijlen-de eerbiedige onderwerpingen van alle de Inwoonders. Ge- ma . I.BoECK. TïoordeVpaenfcheWeft-ïIndïên. II.Cap." 9 Gelijck nu de Menfch, felve van de Nature , gedreven word, om altoos yets te willen leeren , foo vertoonde hy my het genoegen dat wy in die Landen fouden hebben > fiende hoedat het Gout endehetSilverin de ingewanden der aerde geformeert wierden s hoe dat de Peper, de Mufcaet- noten, endede Kruyd-nagelen , op hare behoorlijcke tijd rijp wierden , en hoe dat de Caneel niet anders is als de baft van een Boom. Dat wy daer föuden flen, hoemen de voghticheyd uyt het ried trock, om -daer. uyt de ftoffe te vinden , van dewelcke men de ïSuycker-brooden maeckt ; dewonderiijcke veranderinge van de Cochenille, werdende van een worm , die koftelijcke Schar-laeckenfche verwe ghemaeckti de verwiflelinge , van het kruyd Tinta , in Indigo ; en eyndelijck ■, dat wy fonder moey te ende ftudie , al- dacr, duyfent fchoone dinghen foudenleeren, die niet alleen capabel foudeïi zijn, om onfe nieuwsgierigheyd te voldoen, maer oockomonfekenniffetc vermeerderen en ons verftand te volmaecken. Enal-hoe-wel het lap van de DruyvenvanXerahemdefeNvel-fpreecként- . heydt'eenemael hadde ingeblafen, foo liet hy daerom niet nae , het felve veel minder te achten, dan de Philippijnfche Wijn, welcke men uyt de groote Cocos-boomentijffèrt, waèr van ons de Hiftorie Schrijvers, fulckewonder- lijcke dingen vertellen, en hy wenfte daeraltewefen, omdefélve, in mijn gefelfchap , op de gefontheyd van onfe vrienden , te drincken. Melende^ wilde , na dat wy ons avontmael gehouden hadden > wéten, wat ge- negentheyd ick tot de Reyfe hadde,en hy fwoer,dat hy noyt rufte foude hebben, voor ick belooft hadde,hem te verfellen;om my des te meer daer toe te verplig- tén , prefenteerde hy my een half douzain Piftoletten , my verfeeckerende dat my niets ontbreken foude > en dat des anderen daeghs s'morgens , Cdlvo my gek foude geven , om alle dingen , my tot die lange Reyfe nodich » te kopen. Ick antwoorde hem , dat een al te haeftïgh genomen befluyt , dickmael niet dan herou w en droef heyd baerdde , dat ick die faecke , den gantfchen naght , wilde overleggen , dat ick veel uyt genegentheyd t'hemwaerts wilde doen , maerdat, indien ick vaftftelde, daer heenen te Reyfen, ick oock een van mijne vrienden, zijnde een Religieus inYrlandtgebopreh, genaemt Frater Thomas van Leon , met my wilde neemen. Daer op nam ick af-fcheydvanMe/e«aJq i , envertrockmyin mijne Celle, in dewelcke ick de gewoonlijcke rufte niet vond, niet foo feer, om dat fijn difcours my bewogen hadde, als wél, om dat my in gedachten quam dat ick een bequame gelegentheyd gevonden hadde, om my aen het gerichte van mijne bloed-vri enden te ontrecken , en > aen hare kenniffe , te ontduyfteren. Want ick hadde,federt weynige dagen, een brief Van mijn Vader ontfangen, Den Au- ïn dewelke hymy, Teer verftoort zijnde/chreëfydat alle mijne bloed- vrienden theurisin feer op my -vergramt waren , en hy alleen, noch meer dan fy alle,om dat ick, nae ongenade dat hy ,fo veel hadde te kofte gehangen om my te laten ftuderen, niet alleen had- hy fi jnVa» 4e geweygert in de Sodeteyt der Jefuiten , foo. als hy gehoopt hadde , te treden , der B maer l I t JA f 1 X \ 1 cnde de reden daer van. Redenen die den Autheur bewogen defe reyfe te aen- vacrden.' Den Au- theur ver- bind figh metfeec- keren fij- nen vriend tot defe reyfe. Kywerd io I.Boeck. Voyagie vanThomas Gage ÏÏ.Cap'; maer dat ick , in alle dingen , een doodelijcken haedt , tegens haerbetuygt had- de endathymyliever.foude gefien hebben, als de minftc Keucken-jongen jn het Collegieder Jefuiten, dan Generael van de gantfche Ordre van St.Do- miniem ; dat ick noyt behoefde te hoopen aengenaem by een van mijne Broe- ders te zijn, alfoo weynigh als by hemj danck niet moefte deneken danck hem oyt weder fien foude, fel'fs als ick al weder in Engeland quam ; dat, foo ick my daer oyt weder vertoonde, hy de Jefuiten , die ick verlaeten hadde, foude aenhitfen , om ray , nvt mi jn Land , te verdr ij ven , en dat hy , met ken- nifle ende bewilligingh van mijn otitften Broeder , welcke jegenwoordigh Gou- verneur van Oxford is , ons Slot Hailing foüdëVerkopen , en my uytfluy ten , van allé het geene ick , van fijn goet , foude konnen pretenderen. Het voorneemen dat ick hadde, om mijneftudien te volbrengen , verfagte een weynigh den onluft,, welcke die brief inmy verweckt hadde, ïckhadde wel gewilt weder in Engeland te moogen keeren , en oock noch eenigen tijd in Spai^nien blijven , om mijne ftudien ten eyhde te brengen , maer ick bedaght ooclwdat, naedatickdie foude volbraght hebben , de Jacobijnen, dooreen Mandement van den Paus , aenflonts mijn naemip Land,.in qualiteyt van Mif- fionaris , fouden fenden.. Oock vertoonden fich voor my allé de gevolgen van de gramfchap van mijrh Vader,, en van, de raefernye van mijn Broeder den Collonel, nevensallehet geene , dat de haet en liftigheyd van de Jefuiten , hare Vrienden , foude konnen uy t vinden , om my uyt Engeland te doen verdrij ven. Ick overleyde oock bymyfeiven, alle het geene dat Melende^ my hadde g,e- feght , nopende de middelen om kennifie van de natuerlijcke dingen te verkri j- gen, doorhetbefienvänderijckdommen van America, ende de fchoonheden* van Afid , en om my te volmaecken in het geeftelijcke , door het befien van die: nieuwe Kercke , en door den omgangh met de grond-leggers van defelve. Hebbende dan den gantfehen nacht, in die ongeruftigheden en aenveghtin- gen door- gebracht, foo namickeyndlijck voor, America te gaen befien, enal- daer te verblijven, ten tijde toe, datmijn Vader foude geftorven zijn, en tot dat ick foo veel foude gewonnen hebben , dat ick daer mede het verlies van mij- ne Erf-portie , van dewelcke my mijn Vader, in faveur van de Jefuiten , ver- fteecken hadde , foude konnen boeten* In dit voorneemen, ginghick Antonk Melende^ vinden, en hem hebbende- betuyght, het befluyt dat ick genomen hadde , van hem , op fijne lange Reyfe, teverfellen, foobefpeurdeickfeeckerlijck, dat hy daer ten miniten foo veel Yreughdeuytfchepte, dan ofickhemeendiergelijckAvondmael, als het gee- ne , waer op hy my daeghs te voren getracteert hadde, hadde gegeven , en die wierdeophetMiddagh-mael noch vermeerdert, wanneer ick hem mijn Yr- fchen wknd Frater Thomas van Lecw aenbood , om medein ons Gefelfchapte gaen. Nae de Maeltijd wierden wy aen onfen Superieur Calvo voorgefteld , die ons met I.Boeck. ïïoordefyawfthelVeft-Indiën, II. Cap. ii met een groote tederhcyd omhelfde,, ons alle foprte van vrieqtfchap,geduerende de reyfe, belovende. Hy las ons voor een groote Lijfte , van alle het geene hy tot onfen Ieefcoght , tegens dat wy op de Zee fouden zijn , gekoght hadde , foo van vifch als vleefch , als Schapen, geibute Varekens, Hammen, Hoenderen , tonnen met wittq Bifcuyt , vaetjens Wijn van Cafalla , baelen Rijs , Vijgen , Oli j ven , Cappers , Rafijnen, Citroenen, foeteendefuere Orangie-appelen, Granaet-appelen , Suycker-werck , Conferven, Marmeladen 3 ende alderhande foorten van Por- tugaelfche Confituren. Hy dede ons hopen , datliy ons voor Meefters in de vrije-konden > en Docto- ren in de Theologie , te Manilla foude doen aennemen , en hy gaf ons geld , om dien dagh , te Xeres 3 vrolijck te wefen , en om te kopen s het geene wy meede na Cadtx fouden willen nemen , boven het geene ons tot de onkoflen van de reyfe nodigh was , en ftreckende eyndelijck beyde fijne handen uyt , gaf hy ons den Te- gen van fijne H. op dat ons geen ongeluck, op den wegh , foude overkomen. Onfe voornaemfte vrienden, onder deReligieufen van Xeres , deden alle wat fy konden , om ons de luft tot die reyfe te benemen , maar de vryheydt , welcke wy dien dagh, inhet gefelfchapvan Melende^, genoten hadden, verdreef uyt onsgemoet, alle de droef heydt, welcke een foo fpoedighvertreck, daerin foude hebben mogen verwecken, Calvc, yrefende, dat de genegenthevdtöt eenige Religieufe Dochters, welcke gemeenlijckfeer veel maght op de Spaenfche Geeftelijcken heeft, onfe reyfe moghte komen te veragh teren , gafonsliftelijck den raet , om des volgenden daeghs, op den morgen, van Xeres te vertrecken,het welcke wy deden, in het ge- felfchap van Melende%_ en van een ander Spaenfch Religieux , die van die Stadt geboortigh was , laetende in handen van Calvo onfe Cofïêrs en onfe Boecken, op dat hy foude beiörgen , dat die ons te C-adix nae gefonden wierden . * Die dagh ver volghden wy onfe reyfe nae Porto defantaMaria, zijnde, als Spaenfche Cavalliers, gefeten op onfe kleyne Paerden, en rijdende op den wegh, voor by het praghtige Qoofter van de Chartroifen, enlanghsdeRevierevan Guadalethe , welcke de oude Reviere der vergetelheydt van de Poëten is , waer ontrent wy van de vrughten , van die Elifeèfche Velden , aeten , en daer op een dronck van de Ch.riftalijne Beecken , die uyt de Guadalethe fpruyten , naemen , om j voor altoos , de geheugeniffe van de bemi nnelijcke voorwerpen , die wy te Xeres ende in gantfeh Spaignien lieten , nevens alles, dat ons moghte tot het aerfelen porren , te verdrijven. Op den avondt quaemen wy aen die Stadt , welcke vermaert is geworden om dat fy tot een fchuyl-plaets dient aen de voornaemfte Galeyen van de Krone van Spaignien , en Don Fredrick de Toledo, die daér doen Gouverneur van was , heb- bende verftaen,de aenkomfte van vierlndiaenfche Apoftolen,ende die gelegent- heydt,welcke hy als een groot geluk voor hem aghte,niet willende verliefemno- dighde ons, op dien avont,om de maeltijd met hem,te fijnen huyfe,te houden. B 2 Alle den Supe- rieur Cal- vo voor ~ gefteldt. Voonaedt tot de rey- fe. Sijn ver- treek van Xeres. Komfte te Tmo Su Maria. &M 6oed ont- haelvan den Gou- verneur, ende eer- biedigheyt der In. woon- dêrs.. Vertreck van daer. Komfte te Cadix. Vermaec- keliick verbiijfaU daer. DeApo-' itclifche Commif- faris fcheyd uyt de Reyfe en geeft ha er een ander in fijne plaetfe. Ongenoe- gen hier i>yei'. Hoedae- ïügheden vanden nieuwen Commif- &rls. n I. B OE c k . Voyagkvan Thomas Gage ÏT. Ca f. Alle dein woonders achteden hare Stad gefegent, daer doordat wy door hare. Straeten gingen ;fy faegen ons aen, als Luyden,die gefchikt waren, om den name van Mus 'Cbiijfus gemartyrifeert te worden , wenfehende alreede om van onfe. Reliquien te hebben, en de Galey-boeven , deden yderhaer befte, om haëre. Trompetten ende Schalmeyen opliet helderde te doen klracken. Dom FrederJcJr, en fpaerde niets, om ons wel te tra dieren , en na de Maelti jd V dede hy ons , door fijne Edelluyden , in het Convent van de Minimen brengen,, alwaer hy ordre gegeven hadde 3 om ons te logeren , werdende wy aldaer , met. fpo veel goetheyd > van de Religieufen ontfangen 3 dat fy ons , dien avont , de voeten wilden wafTchen , om ons , hare Broederlijcke genegentheyd , tebetuy- gen , en by gevolge , als wy flaepen gingen , wenften fy ons eene goede en vree- digenaght-rufte. .) ... '. m 'Des anderen daeghs s'margen*, na dat die-arme Religieufen , ons den ont- bijd hadden voorgefet , vonden wy een Schip , dat Dom Frcderic^hadde doen hertellen , voor ons foo wel.als voor de Edelluyden , die hy beläft hadde om ons te verfel!en,en , totaenC^ivtoe,tebegeleyden, gereet leggen. Aldaer gekomen zijnde, vonden wy onfe; andere gefellen* nevens Frater MattJ&o de la Villa, Cpmmiftaris. van denPaus* welcke ons ontfingh, ende hetmiddaghmaelgaf, . ' Wy verbleven te Cadix-, geëert zijnde van atledeweereld, ende genie- tende het fchoone uyt-ficht, dat die Plaetfe, foo op de Zee als op hét Landt beeft , tot de tijd, vim het vertreck van dé Vlote^ toe. Als defelvebegonde te mederen, qmmFraterMattheedelaVilla 3 welcke wy alle geloofden 3 , dat van yver tot het Martelaerfchap brande , fijn af-fcheyd vanons nemen, en hebbende ons feeckere Cpmmiffie, die hy; van den Paus ontfangen hadde 3 om foodäenigh een , als hy foude goet vinden , in fijne plaetfe te mogen neemen, vertoont, foo ftelde hy Cako tot onfen Superieur, en keerde weder nae Spaignien. Sijn vertreck baerde ongenoegen onder ons , en het verkoelde foodanigh den yver van twee van onfe Miffionariftèn 3 dat fy ons heymelijck verlieten. De andere evenwel,confenteerden om met Calvo te gaen, te meer, om dat hy een goed out Man was , maer feer qualijck voorflen, van de talenten , door wel- ke het refpeót ^ datmen aen fijn Characler verfchuldigt was , verweckt word. Voor de refte was hy foo weynigh findelijck,ende fijnde Klederen ende Han- den waren foo morffigh , door het gedurig handelen van fijne Hammen , dat hy beter een Keucken jongen , dan een Apoftolifch Comminaris geleeck ; maer , hoedanigh hy oock moghte wefen , foo wierde hy doch evenwel gefchickt , tot de direclie ende het beleyt van defè Sendinge van Spaignien tot Mexico,, welcke drie duyfent Spaenfehe mijlen van malkanderen leggen, en dan noch foo veel weeghs aen geene zijnde, van Mexico tot aen Manilla 3 welcke Plaets de Hpoft- ftadt van de Philippijmms, houdende teVke-Roy aldaer fijn Hof. HET r~ I. BoECR. c Doorde$pdenfcheJVeJï-Inaën. III. Cap. HET UT. CAPITTEL. Van het vertreck van de Vloote van IndïénvanCz&x, en van degedenckwaerdighftefaecken , welcke ge duer ende die Reyfe zijn voorgevallen. DOm Carlos d'Ybatra, Admirael van de Gallioenen die in de Baye van Ca- dix waren , dede op den eerften Juli; des achter-middaghs een ftuck Ge- fchut af-fchieten, welcke fchoötdeZee-luyden gemeenlijckde Zeyn- fchoot noemen , ftreckende defelve om alle foo Paffagiers , Soldaten als Boots- gefellen, te waerfchouwen datfyhaer des anderen daeghs des morgens, een yder aen zijn befcheyden boort , Tullen hebben te begeven* é Op den tweeden. July des morgens feyde men ons , dat feecker Engelfch Re- ligieus, genaemt Frater Paulw van Londvn die te St. Lucarwoonachüghwas , een 'brief van den Hertogh van Medina hadde weten te verkrijgen , welcke hy oockaenden Gouverneur van Cadix hadde gefonden, door dewelcke hy hem belafte onderfoeck na mijn Perfoon te doen , en , op wat plaetfe ick oock gevon- den wierde,my te arrefleren ,om dat de Coningh van Spaignien hadde verboden dar geen Engelsman , onder wat pretext het foude mogen wefen , nae de Indien foude paflèren. Die ouden Man dede dat expreffelijck om mijne Reyfe te beletten, hebbende te vooren , ten fel ven eynde , al verfcheydene brieven aen my gefchr even, ende felfs eene van den Pater de la Yuente Provintiael van Cafiï!kn i .dïe met den Grae- \e\anGondemar in Engeland geweeft hadde, toegefonden, welcke beloofde fijn befte te doen tot mijne bevorderinge,mits dat-kk vanmijne Reyfe foude af- ftaen , en met hem nae Caftilienkeeren. Mäer niet eene van die brieven konde my daer toe bewegen, oock belette alle het onderfoeck, dat den Gouverneur konde doen , my niet mij ne Reyfe voort te fetten , want , foo drae als wy ge waerfchout waren , wierde ick alleen aen ons boord gevoert, ende heymelijck in een Tonne, uyt dewelcke men ten dien eyn- de de befchuyt nam, verfteecken. Soodanighdat, wanneer den Gouverneur aen boord quam r omteondep- foecken of niet eenigh Engelsman in ons Schip was, de Pater Caho refolutelijck van neen antwoordde , wel wetende datmen my noyt in de holligheyd van een Ton foude gaen foecken, en dat het. daer door niet mogelijck was my te om- decken ; waer door , nae dat de Gouverneur te rugge was gekeert , fonder my gevonden te hebben, dat voorval den geheelen daghvooreenpraetjeomden tijd te verdrijven aen ons gefelfchap verftreckte. . Hier op vertrocken alle onfe Schepen, de eene voor ende de andere na, uyt de Haven , haeraf-fcheyd van dk van de Stadt nemende^endefe laetftehaer weder eeivgel'uckige Reyfe toewenfchende. B 1 * Sqq DenAu- theurwert vevfteec- ken. E» raecfct in Zee, Vloot waven. AertcSei* Jefuiten. ï £ I. B o e ex. Voyagie van Thomas Gage III. C a p. Soo dat als fy alle in de ruyme Zee waeren , en dat de hoope van weder aen Land te mogen komen , om de vryheyd en het vermaeck dat wy te Cadix ghe- had hadden, te mogen genieten , verlooren was j foo begonden onfe jonghe Monicken te wenfehen om weder aen de Wal te mogen geraecken , fommige lieten haere gedachten gaen over de delicate Gerichten die men haer hadde aengedifcht, en andere weder verwonderden fich over her groot getal van foo veel heerlijcke Schepen uyt hetwelcke onfe Vloote beftond , welckemetde aght Gallioenen , die ons tot aen de Canarifche Eylanden toe moeften Convoye- ren , beftond uyt een ende veertigh Schepen in het geheel , zijnde defelve nae verfcheydene Havenen van de Indien gedeftincerc Twee van defelve hadden het op Porto RJco gemunt, drie op St. Domingo, twee opfamaica, en op het Eyland Margarita j twee op de H4«4 , drie op Car- thagena, twee op Campeche, noch twee op de Hondwar ende Truxillo, ende fefthien leydden het aen op St. fan d'Whua ofte Vera Cru^ Sy waeren alle gelaeden met Wijnen, Vi jgen; Ravijnen , Oly ven , Olie , Li j- waeten , Laeckenen , Yfer ende Quick-filver, het welcke laetfte men gebruyekt om-her loutere filver van de Mijnen van Sacatecas , te fcheyden van de yfer- achtige klompen aerde met het welcke het vermenght is. De aenfienlijckfteTerfoonen die dat jaer met defe Schepen overvoeren , wa- ren deMarquis de Srralvo met fyn Huys-vrouwe , gaende hy om het Ampt van Viceroy van Mexico waer te neemen , in plaetfe van deMarquis de 'Gches , die lïchj» uytvreefevanhetgemeeneVolck, het welcke dat Jaer tegens hem was opgeftaen 3 in een Klooiier opgefloten hadde. Die Marquis van Serdivohadde fich-begeven aen het Boord van het Schip ge- naemt St. Andries » hebbende by hem den Priefter ende Inquifiteur van Vaüe- dolit Dom Martin Cariüo, die in de qualitey t van Inquifiteur -Generael nae Me- xico wierden gefonden , om fich te informeren van het different, het welcke tuf- fchen de Marquis van Gcher ende den Aerts-Biffchop ontftaen was , als mede wegens den oproer die daer op om haerent wille was gevölght* hebbende hy mede volle maght ende. authoriteyt om te mogen in de gevanckeniffe werpen , ende doen ftraffen die geene, diehy foudefchuldigh vinden. Met het Schip genaemt St. Geertruyd voer over Dom \uan Nino de Toledo, welcke gefonden wierde om Prefidentin Manilla 3 gelegen in de Philippijnfche Eylanden, tewefen, oockwasinhetfelve Schip de gantfche Sendinge der Je- fuiten , die , dertigh fterek zijnde , daer nae toe trocken. Sy hadden fich aireede in fijne goede gonfte weteninteboefemen, enona fïch, geduerendedeReyfe, destemeerdaerintebeveftigenj hadden fy het, op een aerdige wijfe, foo weeten te befteecken, datfyopeenendehetfelve Schip met hem geplaetft wierden ,• want die Luyden , op wat plaetfe des Aerd- bodems fy haer oock bevinden , trachten altoos omtrent de Perfoonen van Ko- ningen ende Vorften , en van die geene , die de Volckeren gebieden, te wefen. Önfe Sendinge tan de Ordre van St. Dominicus, welcke uyt feven-ende- twin- ; r-r'*-*-*^?'"- FL-tt. v^* BBS I.Boeck. ^Dcorde spatnfchefFeJMnMh. III. Cap. i 5 twintigh Religieufen beftond , was geè'mbarqueert op het Schip Sr. Anthony , en op het geene dat onfe Vrouwe van den Regul genaemt was , waeren viif- ende-twmtigh Monicken van de Paters de la Merced, gaende nae Mexico , on- der dewelckeeeni ge waeren van het getal van die geene, die naemaels haere meffen tegens de Criolen van defelve Ordreende Profeflie trocken foo hier vo- rens is aengeraeckt. Onfe Vloot begaf flch dan in Zee onder het Convoy van die acht Gallioe- Conyov. nen , om haer te befchermen tegens deTurcken ende deHollanders , welcke de Spaenfche feer vreefen op haren wegh te ontmoeten. Wy feylden met een aenghenaeme ende voorfpoedige Wind, zijnde de Zee feer calm ende ftil, totdatwyquamenaendeGolfe^/^Ye<^, ofte der Holle Mernen, alweer de opgefwollene en bulderende Baeren foo fterck achter te- Zee gens onfe Cajuyt ftoegen , dat wy yder oogenblick vreefden , dat fy het Beeld van St. Anthony, dat achter aen ons Schip ftond, fouden ter needer werpen, en dat alle onfe Galerijen door de woede des Zee'es fouden afgefmeten ende' verbnjfelt zijn geworden. H r Als wy de periculen ende het gevaer van defe Golfe waeren te boven gekoo- V oy fchevt men, naemen de acht Gallioenen haer af-fcheyd van ons, en verlieten onfe van de Coopvaerdij-Schepen om een yder voor fïch felve te forgen. Vloote* Het fcheyden van die twee Vlooten gefchiede wederfijds met een grooten toeftel, naedatmenhetGefchutaenbeyde kanten veelmaelen geloft'hadde, ommalkanderen te groeten , foo befochten de eene de andere met haere C ha- loupen, ende den Admirael van onfe Vloot gaf aen fijn Boord een heerlijck Middagh-mael aen die van de Gallioenen, gelïjckoock de andere Capiteynen op haere Schepen deeden , een yder aen de Bediende ende voornaemfte van de Koninghhjcke Vloote die van haer Maeghfchap ofte kennifle waren. Berouw Het waseenaenmerckens-waerdige faecke te fien het geene diendaghon- en bela- der ons IndiaenfcheApoftolen voorviel} fommige fuchteden op yder oogen- heydvan bliek , en wenfehten met de Gallioenen weder nae Spaignien te mogen keeren; eenige andere, dogh tevergeefs, fpanden alle haere krachten in, omfulcksvanonfen Monic- Superieur Calvo te mogen verkrijgen, en de derde waeren feer befigh om brie- ken. ven aen haere Sufters ende andere Vrienden, diefy te Cadix gelaeten hadden , te fchrijven. 3 HetMiddagh-maelvoleyndightzijnde, ende beyde de Admiralen van maï- kanderen affchey t genomen hebbende , wierde van de kandt der Gallioenen cte feyn-fchootgheloft, die fïch daerop, tot de wederom-reyfe , bymalkande- rengevoeght hebbende, naemen wy ons affcheyd, de eene den andere goede reyfe toewenfehende, waer op Cy haer Cours nae Spaignien fielden , enwy vervolgden de onfe nae America, hebbende 3 tot dat wy aldaer gekomen wae- ren , altoos voor de wind. Het is een aenmercklijcke faecke, dat, foodrae men op de hooghtevande PafTae^ C^r/jcfoEylanden is gekomen, men altoos een en defelve wind, die van het wind, Ooftera Groote feiten. Voïdio. Groote meenighte van defel- ve. BeVloote doet Land op. De Jefui- ten vieren fèer'prag- tigh het leeft van haren Pa- troon. ify L Boeck. Voyagie vanThomas Gage III. Gap. Ooftennaehet petten fchiet, ontmoete oock is diewind foo voorfpoedigh •totdieReyfe, dat, foo defelve niet fom wijlen door de calmten ende ftiltcn wierde opgehouden , het feecker is, datmen die wegh in minder daneen maend foudeaf-leggen. ■ Wy voor onswierdenfoo dickmaeTen door de gemelte calmten en ihlten be- lopen, datwyT voor den twinrichften-Augufti , gantfeh geen Land ontdeck- ten, enby-nae fes weecken voeren in foodaenighe geruftigheyd als of wyop .eenVoetébinneJandfche Riviere hadden gheweeft , ons onderwijlen ver- -maeckende met het vanghen van verfcheydene foorten van VifTchen , van de .welcke eene was die deSpaignaerdenDorWo noemen, en die wy met reeden den naem van Goud-vifch fouden mogen geven , om dat } foo lange hy onder- water is, 'fijne fchubben niet dan Goud fchijnen te zijn. Wy vonden foo groote meenighre van die Viflchen , dat den haeck niet foo drae in hetwater was > of wy hadden een Dorado gevangen , foodaenigh dat wij 'er veele meer uyt vermaeck , dat om dat wy die nodigh hadden , vongen , oock fmeten wy defelve, nae ckt wy die binnen Scheeps-boord hadden gehaelt , weder in Zee , om dat , dat flagh van vifch bequaemer is om verfch dan om ge- - fouten gegeten te worden, Wy pafleerclen aldus den tijd feer geneughlijck in onfe Schepen , en genoten veel eerlijcke vermaeckljjckheden, tot dat wy het eerfte Land, zijnde het Eyland DefirAdo , ontdeckten. Op den laetften Juli; , zijnde defelve den dagh pp dewelcke men het Feeft van der H. Ignatius , Patroon en Grondlegger van de Jefuiten > vierd, fae- gen wy , des daeghs te vooren , de Zeylen van het Schip St. Geertruyd , op het welcke, foo als ick boven gefeghthebbe, dertich Gefellen van die Ordre waeten, t'eenemael met wit Lijwaet bekleed j deVlagghenendede Wim- pels van het félve verbeeldden fommige eenige fin-fpreucken waepenen en cijffers van de Jefuiten, -en andere, het Beeld van St. Ignatius ; alle de Maften ende de ree'en waeren behangen met papiere Lanteernen in dewelcke bran- dende Keerflèn ftaecken die den gantfeben nacbt over light gaven , gedueren- de dewelcke de Spaigniaerden niet aflieten van fingen en met Fluytenende Schalmeyen te fpeelen a boven datmen ten minden vijftich Canon-fchooten uyt het Schip lofte, en meer dan vijf-hondert vyer-pijlen aenftack , die een ,wonderlijcke fchoone uytwerekinge deeden, door dien het feer ftil en helder wee'er was. Depeeft-dagh felve wierde met noch veel meer luyfrer geviert , de'Jefurtefl deeden een Generaele Proceffie in haer Schip , fingende heylige Lof-fanghen endeTegen-fangen ter eer en van harenHeyligen Voorftander ende Inftelder van haere Ördre , die gevolght wierden door een meenighvuldich af-loffen van lietGefchut van haer Schip, vergetende onderwijlen de SpaenfcheMatrofen niets, van haere kand, van het geene dat de heerlijcke Praght van dien dagh eude de gemeene yreughde konde vermeerderen, : ■ pp ■awy^ffiyjpBTORg >• ■ ■)»-» I.Boeck. Tïoorde spaenfcheWeft-Indiën. IV.Cap. \j Op den vierden dagh van Auguftus, dieaenSt.Dominicus, Grondrlegger AJsoocfc van de Ordre der Jacobijnen ofte der Predick-Heeren, is toe-gewyet, wilde het de Jaco- Schip St.Antony, inhetwelckeickwas, het Schip St. Geertruydtin defe be- bijnen. toonde praght overtreffen', en dat door de mede-hulpe van feven ende twintigh Religieufen van die Ordre die daer in waeren > fteeckende het fel ve boven haer niet alleen uyt door het meenighvuldigh af-fchietén van het Gefchut , door het ten hemelwaerts fenden van meer vyer-pijlen.> door het aenfleecken vanFac- kelen, door het geluydt van Mufïjcq-Inftrumenten en andere oppronckingen van het Schip, maeroock door een heerlijckeMaeltijd , wekkers Gerighten uyt Vieefch en Vifchbeftonden, waer mede fy alle de Jefui ten onthaelden ne- vens Dow \uan Nino de ToïedoVrefidentvanMatulla ende den Capiteyn van Een Co- het Schip St. Geertruyd $ nae de Maelrijdt gaven fy haer eeneComedie, die ™ eciie iryt de Wercken. van 'Lo]>e% de Vega getrocken was, en die vertoond wierde c'l" 611 door fommige Soldaten, Paflagiers en jonge Religieufen y 'met foo grooten t>oord PS " luyfter en een foo wel verciert Toneel , als het op het befte Schouburgh van het Y ° r °oo nt ' HofteAWriifoude hebben konnengefchieden, en dat alle in het naeuw ende cngh begrip van ons Schip. Om te aengenaemer de vreughde van dien dagh te befluyten wierde nae de ComedieaengereghteenfeerleckerBanquet,beftaendeuyt'allerhande foorten van Confituren, waer nae onfe Chaloupe met die van St. Geertruyd onfe Vrien- den wedepaen haer Boort voerde , nemende wy ons affcheydt van malkanderen onder Jiet geluydt van Schalmeyen ende Trompetten ende onder het donderen van verfcheydene Canon-fchoten, die, foo als fy van ons Schip af-ftaecken , geloft wierden. Op defe wijfe vervolghden wy onfe reyfe met een voorfpoedige windt, Sïenhet hebbende onderwijlen veel ftilten, geduerende dewelcke wy onfeii rijdt met Eylandt allerhande foorten van fpelen ende vermaecklijckheden doorbraghten, tot Defirade, op den twintighften dagh van de Maendt Auguftus, als wanneer wy het eerfte Landt , zijnde het Eylandt Defirado , foo als ick bevorens gefeght hebbe, pntdeckten. HET IV. CAPITTEL. Vän de Ey landen die wy onfdukenenvan de dingen die om in dezelve gebeurden. " E Admïrael van onfe Vloteficri verwonderende daer over dat wyfoa weynigh vorderden, hebbende wyfedert den tweeden Julii tot op den negentiendenAugufti geenLand gefien of ontdekt,dan alleen deCanari- C fche D Voyagie van Thomas Gage I V . C a p-. Verfchey tlene gi£ fche Ey landen , foo deede hy, op den ochtend van gefeyden dagh, alle de Stuer-luyden van de andere Schepen ontrent fijn Boord komen, om haer ge- voelen te weten wegens de plaetfe ontrent welcke wy ons doen bevonden, en hoe verre wy noch van Land moghten wefen. * Ten dien eynde naederden alle de Schepen ,' het eene voor ende het andere aen onfen Admiraeh opdat foo, een yder Stuer-man > inhetvoor-by tingen der -vaeren , hem fijne meeninge moghten feggen. Stier- j>e verfcheydene ghevoelens van alle die Stuer- lieden gaven groote (toffe Heden, totlacchen aen alle de PaflTagiers, welcke daer door befpeurdden hoe feerfy van malkander verfchildenj en hoeweynigh over-een komft onder defelve was. •,//.■ De eene feyde , wy waeren noch drie-hondert mijlen van Landt , de andere twee-hondert , een derde hohderf* de vierde vijftich, de eene meer, de an- dere min , giffende fy alle buy ten de waerheyd , foo als dat by gevolgh bl'eeck ende door de uytkomftebefpeurtwierdde,* alleen was'er een oudMan , Stuer- man op het kleynfte Schip van de gantfche Vloote , die voor vaft ftaendehielt* dat wy y met de flappe koelte die wy doen hadden , des anderen daeghs 'smor- geris aen het Eyland Guadeloupa fouden komen. Alle de andere befpotten hem , maer hy hadde veel meer reden om om hare onwetenheyd te lacchen , want den volgenden dagh, met het opgaen der Sonne, faegen wy vlack voor ons leggen het Eyland dat de Spaigniaerts De- firadoi ofte het Begeerde-, Gewenfchtej noemden, om dat in den beginne? van de ontdeckinge der Indien , het felve het eerfte Landt was dat fy vonden j begeerende ende wenfchende fy doen , foo wel als wy nu , eenjgh Landt op té doen , na dat fy foo lange op Zee hadden gefworven» Na dat faegen wy aenftonts een andere Marigalante, genaemt 3 doe noch een, Dominique geheetert , en eyndelijck dat van Cuadaloupe , het welcke het geene was dat wy fochten foo om ons te ververfchen als om ons Lij waed te waffchen 3 en om vers "Waeter in teneemen , dat wy ten hooghften van nooden hadden. Tuffchen twee ende drie ueren nae de middagh quaemen wy op een feer vey- ligeReede, die vlack voor het Eylandt leght, alwaer wy de Anckers lieten vallen, fondereenigevreefe te hebben voor de naeckte Wilden, foo van dar als van de omleggende Eylanden, als dewelcke met groote vreughde Jaerüjcks de komfte van de Spaenfche verwachten. Sy reeckenen haer Jaren by de Mae- nen , en door dat middel weten fy den tijd op dewelcke fy komen moeten. ■£enige,tijdvantevoorenvergaederenfyeenpartye Suycker : riedt, als me- de de Vruchten die fy Annanas noemen , Schild-padden ende andere diergelijc- ke eet- waeren , welcke fy , aen de Spaenfche , voor haere Cramerijen en Koop- manfchappen verreuylen , als Yfer , Meffen ende andere dingen van dewelcke ïy fich konnen bedienen in de Oorlogen , die fy gemeenlijck tegens de Jjnwoon- ders van eenige naebuerige Eylanden , zijn voerende. D e Wil- . Eer wy het Ancker jn de grond geworpen hadden > quaemen ons verfcheyde van Sten Mdn- galante en St, T>0- miniqut; Anckeren oorde spaenfche Wejï-Inaën. IV.Cap. i 9 van die Indiaenen in Canons aen Boord, van dewelcke fommige aen haer achter- ftevendoorde Engelfche, Hollanders ofte Franfche befchiïdert waeren , ge- lijck fülcks bleeck door de verfcheydenheyd van hare waepens , zijnde die Ree- de , voor alle Natiën , die nae America feylen , gemeen. Sy brachten ons dan, volgens haere gewoonte, veele Indiaenfehe vruch- ten , maer onder veele andere was de Annanas die geene welcke ons de aenge- naem t te i n het oogh fcheen , die wy oock wat de Tmaeck belanght voor de befte keurden. Wy konden in den beginne niet naelaeten ons te verwonderen flende die Menfchen t'eenemael naeckt , ■ met haei langh Hooft-hayr dat tot op het mid- den van haeren r ugge af-hingh , fijnde in haere aengefichten de figuere van vër- fcheydene foorten van Bloemen gefneden , en draegende fy kleyne dunne plaet- jens aen het tipje van haer neus, even als de ringen die men in ihuyten der Var- kens fteeckt , om haer het vroéten in de aerde te beletten. Sy vleydden ons even als de Kinderen, fommige in haere Taele , die wy niet verftonden, totonsfpreeckende, andere weder, maecktenfeeckereteecke-- nen om ons te kennen te geven , het geene fy begeerden te hebben , doch onder alle hadde hy onderwijlen haereTale geleerd, en fich a«fi i7»L ^ sj.. : **£r ♦ Ï.Boeck. 'Door de Spaenfche We ft-Indïên. V. Ca-p. ai aen een van haere Vrouw-luyden vertrouwt, by dewelcke hy doemaels drie levendige Kinderen hadde. Defe Jefuiten , hebbende hem dan nu by gevalle ontmoet , en bemerckende eer door fij n kort gekrulde Hoofd-hair dat hy een Mulat was dan door fijn falu- we ende geele Couleur , om dat alle de Indianen fich de geheele huyd met een roode verwe beftrijcken , foo viel haer aenftonts in op wat wijfe hy daer mogh- tegeraeckt, ende aldaer niet anders gekoomen zijn dan door middel van ee- 'nige Spaenfche Scheepen, foodaenigh dat fyhemaenfpreeckende, en bevin- dende dat hy de Spaenfche Tale verftond, uyt hem de waerheyd van fijne ge- fchiedenifïè vernaemen. Als wy nu by haer gekomen waeren , foo begonden wy gefamentlijck defen armen Chriften te vermaenen tot het verheten van dat ellendigh leven , in het welcke hy doch fijne Saeligheyd niet vinden konde, belovende hem fijne vry- heyd foo hy met ons wilde gaen. JDie arme Menfche , die tfedert twaelf Jaeren niet een woordt van den wae- ren Godt gehoorde hadde , en die nevens die blinde Heydenen Hout ende Steen aenbadt, fchreyde evenwel heete traenen foo drae hy weder van JESUS CHRISTUS wan de verdoemeniffè derHelle.en van de eeuwige vreugde van het Paradijs, hoorde fpreecken, ons verfeeckerendedat hy feergaerne met ons föude gaen, ten waere hy hier in wederhouden wierde door fijne Vrouwe ende Kin- deren , die hy tederlijck beminde en niet konde verlaeten. Waer op wy hem antwoorden , dat , foo hy defelve oock met hem wilde ley- den , hy door dat middel haere Zielen föude konnen behouden , en dat wy hem verfeeekerden dat wy ordre fouden ftellen en forge draegen , dat noch hy , noch fijne Vrouwe, noch fijne Kinderen, het noyt aen middelen,, tot haer onder- houd nodigh , foude ontbreecken. Defe Half-flagh luyfterde nae dit alles fèer neerftelïjck, maer hy wierde terftont door feeckere fchrick bevangen, door dien hy eenige Indiaenen fagh pafferen, die bemerekt hadden dat hy foo een lange wij Ie met ons hadde ftaen praeten , dat was de reden waerom die arme Menfche gantfeh bevreeft tot ons feyde, dat hy in gevaer van fijn leven was, om dat wy hem gekend hadden , en dat hy vreefde van de Indianen gedood te worden , die in achter-doght wa- ren , van dat wy hem met ons wilden voeren , dat , foo wy dat deeden , geli jek men in het Dorp- feyde , wy haere vriendfehap wel haeft iri op-lopentheyd ende raefernije tegens ons fouden fien veranderen- Maer wy antwoorden hem dat hy geene vreefe moefte hebben wegens het geene dat fy tegens ons fouden willen onderftaen, dat wy feer wel van Soldaeten ende Ghefchut voorfien -waeren , om foo wel ons als fijn leven te befchermen , dat hy maer forghe foude draeghen om fïjnVrouwe ende Kin- deren aen het Strand te brenghen, ter plaetfe daer ons Volck haer Lijwaet drooghden , welcke hem dan wel fouden befchermen tegens alle die gee* se die hem eenigh leet fouden willen aendoen 9 en dat'er een bareque Cs fol ^ Si ? A l i % i i 1 I '3 K& ■>-— — W"^^- - ' «l Blinden yver der Monic» ken. Voyagie van Thomas Gage foude 'oereed leggen om hem in te neemen , ende nevens fijn Vrouw en Kin- deren aen her eene ofte ander Schip te brengen. De Mulat beloofde het geene wy hem geraeden hadden in het werck te {rei- Jen , en dat hy door een aerdigheyd fij n Vrouw ende Kinderen aen het Straudt foude brengen, onder voorwendinge van haere waeren aen de onfe te verkoo- pen > mits 'dat fich doe ooek eenige Jefuiten , die hy lichtelijck aen hare fwarte Tabbaerden foude konnen kennen , moeiten bevinden , om hem in een Barque te ontfangen , en by gevolge aen de Schepen te voeren. Hier op fcheydde hy dan van ons , t'eenemael voorgenomen hebbende , im- mers foo het ons fcheen , te doen het geene hy ons belooft hadde. Ontè vreugde was groot , in de hoope die wy gefchept hadden , van vij f zie- len uyt de duyfterniflen van de Heydenfche Afgoderijete fullen trecken, om haer het light. van het Chriftendom te doen genieten. Vooral ftack die vreughde onder de jefuiten uyt, die den Mulat eerft aen- gefproocken hadden, hoopende dat die faecke, foo fy gheluckelijck quaetfie uyt vallen, haer niet weynigheere, aenfien ende geloof foude toebrengen, in den voortganck van hare Sendinge, Nae dat fy haer af-fcheyd van ons genoomen hadden > haefteden fy fich om weder aen de Zee te komen, ende den Admirael kenniffe te geven van het geêne fygedaen hadden, en te beftellen dat de Boot van haer Schip vaerdigh foude fijn om de Mulat Louis met fijn gantfche Huys-gefin in te nemen. Wy keerdden oock weder nae het ftrand ,?om te fien of onfe Hembden ende andere Kleederen droogh waeren , en defelve gereed ende onfe Bood aen Land gevonden hebbende , foo begaf fich het meefte gedeelte van ons Gefel- fchap , nevens my , aen Boort van ons Schip , laetende twee ofte drie van de onfe aen Land, nevens veele van de andere Schepen , enbyfonderlijckvande; Jefuiten , die haere proy e verwaghtedén. Soo drae als wy aen ons Schip waeren gekomen , bevond fich het meefte- gedeelte van onfe Religieufen foo brandende van yver, teroorfaecke van de vrientfchap dieons die Wilden betuyght hadden , dat fy wilden vaftelijck voor- neemen om in dat Eyland te verblijven, en haer aldaer needer te flaen, om haer tot het Chriftendom te bekeeren , fich inbeeldende dat die faecke feer ghe- mackelijck om te doen foude vallen > zij nde dat Volck van een feer foeten aerty oock was'er gantfch geen gevaer om onder haer te blijven woonen, ter oor- faeck van de Spaenfche Vloten , welcke Jaerlijcks aldaer pafferende , feer lich- telijck fouden konnen verneemen nae het onthael datmen haer aendeede. Oock waeren'er andere die door den yver foo feer niet verhit waeren , en die' haer voorwierpen dat fulcks eene ruyckeloosheyd foudezijn , ende een groote iotternye, fijn leven op foodaenigen wijfe onder die woefte ende barbarifche Menfchen te willen waegen, levende fy veel eer als de wilde Beeften dan als reedelijcke Schepfelen. Doch die geene, die het meefte ontfteecken waeren, verachteden alle die reedc- W*3 »»" "2& JB ^s, H Ï.Boeck. 'DoordeSpaenfcheJVeft^nciun, V. Cap. 23 feedenen , feggende , dat het arghfte , dat haer foude konnen overkoomen , was door die Wilden vermoord , opgeöffert ende gegeeten te worden , en dat het alleen om fulcks was dat fy uyt Spaignien getrockenwaren, ten eynde fy met de Kroone van het Martelaerfchap fouden mogen versiert worden, ende te mo- gen fierven den naeme van J E S U S C H R I ST U S belijdende, en fijn Euan- gelium onder de Heydenen predickende. ; Terwijlen wy nu over dit ftuck malkanderen luftigh met woorden te keere Tumult gingen , faegen wy feer fchielijck een groot gewoel en tumulte op het Strand , PP hec vluchtende ons Volck gints en herwaerts, haer Lij waet verlaetende, en loo- Strant. pende met grootenhaeftnae de Sloepen ende Booten, die fy foo yeerdigh en haeftigh vervulden , dateenige van defe!vefoncken 3 nevens alle die geene die daer in waeren. Maer het geene ons het meefte dede erbarmen , was het deerlijck geroep van LofFeli jke de arme Vrouwen , van dewelcke fich veele te water begaven, Willende dat i'efolutie liever doen in höope van door eenigh Bood ofte Chaloupe gevift te worden , of, van eeni- op het efghfte , teverdrïncken, als fich ghevangen te geven , ende daer nae g e Vrou- wreedelijckdoordelndiaenen vermoord te worden. " wen ' In het midden van de verwonderinge , in dewelcke ons die fchielijckever- De Wil- anderingêj van dewelcke wy de oorfaeck niet wiften , gebraghthadde, fagen denbe- wy een groote meenighte Pijlen van achter de Boomen van het Bofch komen veghtea vliegen, en daer door bemerckten wy voor feecker dat de Wilden tegens ons de Spai- Volck opgeftaen waeren. gniaer* " Dit woelen en duerde geen half uer, wantonfenAdmiraeldeedeaenftonts den - twee a drie frucken Gefchut loffen , en font een Compagnie Soldaten aen Land > Dogh om het ftrand nevens ons Volck te bevrijden , hetweïckedanaenftontsuytge- werden yoerd wierde, ende de Indianen verflroyden fich , ten eerften haer op de vlught . vcrdie " begevende. ven ' Onfe Sloep bragt drie Religieufen aen Boord* die aen Land gebleven waren, Een T ac0a én veele van onfe andere Paflagiers ,* onder Onfe Monicken was'er een genaemt ^- ne ' r Frater fuan de UCueva die gevaerlijck in de fchouder gewond was. Hyhadde Monick my feer gebeden om nevens hem aen Land te blijven , maer ick konde daertoe gequetft niet verftaen, en daer door ontquam ick die dulle enwreedeaenvalderjii- dianen. Boven die geene die verdroncken, welcke naemaels aen het ftrand wierden Drie Je- gehaelt, ten getalle van vijfthien , vommen drie Jefuiten op het fant uytge 7 fuitenge* ftreckt leggen , en noch drie andere die gevaerlijck gequetft waeren , oock wa- dood ende ren drie PafTagiers gedood en thien verwond 3 boven noch drie andere diemen drie ge- noyt levendigh of dood konde vinden » waer door men oordeeldde dat de In- qüetft» dianen defelve in het Bofch ontmoet ende vermoord hadden. Onfe Mulat Louis , was , tegens f jne belofte , niet gekomen , maer wel in fijne plaetfe een geheel Leger van Indiaenfche Verraders > fulcks deede ons geloven , of dat hy felve ontdeckt hadde het voorneemen van de Jefuiten > om hem f Oorfacke van-dien ©p-ioop. X4 ï. 8 OE c k. Voyagk van Thomas Gage hem met Vrouw en Kinderen meede te voeren > of dat de Indianen, hetfelve, door de lange famenfpraeck die hy met ons gehouden hadde, vermoedende, het hem hadden uytgeperft en doen belijden. Het is feer waerfchijnlijck dat dat de oorfaecke van haeren opltand was, wanf gelijck Louis gefeght hadde , dat hy haer aen haere fwarte Tabbaerden foude bekennen , foo fchijnd het , dat hy haer daer door beter , dan de andere , aen de Indianen hadde konnen af-beelden , want men bemerckte dat hare Pijlen hetmeeft op die fwarte Couleur hadden gemunt gehad , en dat , in minder dan een vieren-deeluers , vijf van haer foo ghedoodt als ghequetft waeren ghe- weeft Onfe Soldaeten hielden die geheele naght waght op het ftrand , haere Mus- Waght te- ketten dickmaelenloflende , om daer door de Indianen te vervaeren , welcke & e j S de ons nae-maelsoockoock niet meer verfcheenen. » ï ndianen. ^ die aen Boort waeren njfteden niet veel meer dan zy , want wy war en haer feggende , dat fy mid- del fouden gevonden hebben-, om haer van het Martelaerfchap te verfaedigen , want hadden fy maer tot aendenavont toe aen Land gebleven', foo fouden f/ haer tot de Maeltijd hebben bereyd ende gaer gemaeckt. Doch nae die daet faegen wy dat haeren y ver ende luft feer was verkoelt , en dat fy geenluft meer hadden om by foo Barbarifch een Volck te woonen , maer in tegendeel wenften fy nergens meer om , dan dat den Admirael wel haeft de Seyn-fchoot foude fchieten, cm daer op de Anckers te lighten , ende van foo eevaerlijck een plaetfe te verwecken. /Des morgens deeden alle de Schepen haer befte omhet water aen Boord te Be Vloot krijgen, dat haer tot het volbrengen van haere Reyfe nodigh was, en mea ver fiet belette het Strand ende de Rieviere met goede waght , tot befcherminge van figh van ons Volck dat-met die dingen befich was. waeter. ^y faegen die gantfche uchtent gantfch geene Indianen., oock vernaemea wygeenetijdinge van die drie Mannen die ons noch ontbraecken, fooda^nigh dat wy , nae dat wy ons volkomentlijck ver verft hadden, regens den middagh Ve eek onfe Anckers opwonden en onfe Reyfe, met een ? gonftige ende voorfpoedige vzn Guada- wind, die ons met vreughde de Reede van het Eyland van Guadaloufadeede hu$t+ " verlaeten > nae Terra Firma ofte het vafte Land vervolghden. HET ■aesam LBoeck. VoovdeSpaenfcheWeJlJndiën, VI.Cap. % s •m. r ' ' . i-t HET VI. CAPITTEL. Vtrvotgh van onfe Reyfetot aen St. Jiian d'Ulhua , 'anders genaemt Vera Cruz , en hoe wy aldaer aenquamen. WY feylddenöpden twee-en-twïntighften dagh van Auguftus foo voorfpoedelijck dat wydie Eylanden wel haeituyt het gelicht ver- loorcn. Den oploop der Indianen gaf ons ftoffetoteenlanghdifcours, enmaeckte dat eenige van onfe Religieufen begonden berouw te krijgen van dat fyaenge- nomen hadden de Indianen te gaen bekeeren, en fy fouden > faadde het in haere maght geweeft , fich daer van wel hebben willen ontflaen. Doch onfe Superieur Caho deede alles wat hy konde om ons den rnoet weder in te fpreecken, ons veele Hiftorien van den goeden inborft van de Indianen van de Philippij nfche Eylanden , nae de welcke wy gingen , vertellende ,. van dewelcke het meefte gedeelte al Chriftenen Waeren, die een uytneemende eerbiedighey t aen haere Piïefters bewefen , feggende oock dat die geene, welc- ke noch tot het Chriftendom niet bekeert waeren, foodaenigh door de maght van de Spaenfche wierden in toom gehouden, dat fy niet tegens ons fouden der- ven-onderftaen* De voornaemfte forghe die Wy gheduerendede twee eerfte daegen hadden , . was om onfe Anmnajfcn , die wy van de ïndiaenen gereuyld hadden wel te be- ibrgen. Die vrucht behaeghdeons alle wonderlijcken wel, en daer was nie- mand onder ons die defelve niet alfoo goed ofte beeter achte , dan alle de vruch- ten van Spaignien. Men en pluckt die-niet rijp , maer terwijl fy noch groen is, men hangt die dan noch eenige daegen aen de folder, alwaer fy volmaeck- telijck rijpende geel wordt, foodaenigh dat yder ftuckjen van defel ve foeter dan Honigh bevonden werd. - Ons Suycker-ried was ons niet minder aengenaem, wanneer wy uy t het felve de foete voghtigheyd fogen om ons den mont te ververlTchen. De eerfte weecke en aeten wy by nae anders niet dan Schilt-padden, die ons als Zee-monfters voor-quaemen om dat wydie te voorennoyt hadden gefien, hebbende fommige van defelve meer dan een elle in de breedte ; haerfchild ofte fchulpe was foo hard , dat het radt van een gelaedene Karre daer over kon- de rollen > fonder -defelve te breecken. Wy waeren feer verwondert alsmen defelve voor cle eerftemael voor ons opende , flende het groot getal van de EyCren die fy in het lijf hadden , door dien'er in de kleynfte meer dan duyfent waeren. Onfe Spaigniaerden maeckten goet Candeel van defelve, mengende fpecerijen daer onder. Hetgeenewy van het licchaem aeten fcheen veel eer Vleefch dan Zee-vifch te zijn ,, het welc-. D ke Droef- heyd der Monickeft Werd door Calvo gemat iet. Befchrij- vingh van de^tntuinas Suycker. riedt. Schild^ padden» Harebe- fchrijvia- ge ende nuttig- heydo $ IBoECK. VoyagkvanThefnasGdge Vï.Cap; Een ge- «juetfte Jacobij- nerMo- jruckfterft. Sijne uyt- vaert. Oock fterft een Jefuit, Syfïen Ton o Rico eride St. Domingo. De Vloo- fcheyd vaneen. ke een wevnigh met fout beftroyt zijnde , ende twee of drie daegen in de lught gehangen 'hebbendei tfeenemael van fmaeck was ak het Kalfs-vleefch , Sbo dat wy geduerende eenige daegen onfe Hoenderen ende Schaepen , als oock ons gefouten Oifen-vleefch ende onfe Hammen niet wilden aenfien-, dewijl wy die tijdt geduerende den Overvloed van Zee- kalfs-vleefch hadden, om de graegheyd van onfe maegeh te verfaeden. Nae vier daegen feylens > ftierf onfen Religieus f urn de la Cueva die door de Indianen was gequetft gheweeft 3 fijn gheheele ljcchaem was gefwdien , het welcke ons deede geloven dat de pijle , met dewelcke hy in de korft was ghe~ troffen geworden , vergifticht hadde geweeft. Sijne uytvaert wierde gehouden met foo yeelepleghtelijckheden als wy daer toe in ons Schip konden by-brengen,en hy hadde de grootenOceaen tot-fijngraf. Wy bonden twee feer fwaere fteenen aen fijne voeten, foo veel ae-n fijne fchouderen, en een op fijn borft, en nae dat wy4enDienft der overledenen over hem geforagen hadden , -foo wierde fij n licchaem , dat aen twee touwen geheght was, ^buytert het Schip gehijft, : en met liet het ter felver tijdt in de Zec-yallen* terwijlen alle het Scheeps-volck goede Reyfe riep, en men het Gefchut van het Schip lofte om dat licchaem de laetfteeere aen te doen, het welcke, door de fwaerte der fteenen, ten eerften te gronde ginck, en 3 voor altoos , uyt het gefiehte der Menfchen verdween. Wy faegen in het Schip St. Geertruyd defelve Ceremoniën plegen , wegens hetLijckvan eenjefuit, die een van de drie, die door de Indianen van Guada- loupd gequetft waeren , was , ten' dieeven als onfen Religieus , was overleden 3 zijnde meedefijn gantfche licchaem , door de kracht des vergifs, gefwollen. Nae die tijd begonde onfe Scheeps-vaert vermaeckelijcker dan te voorente worden, want wy liepen het Land van Porto-Rjco in het gefieht voorby , ghe- lijck oock nae dat , het groote Eyland St. Domingo. Ons Gefelfchap begonde op die plaetfe te verminderen > eenige vanonfe Schepen feylden na Porto-Rico en nae,fr. Domingo , ende andere weder fetten haer Cours op Canhagena» op de Havana, o^xamaica } op de Houwende op fucatan. Daer en bleef dan van onfe Vlooteniet by ons dan de Schepen die nae Mexico moeften, waer nae toe wy geduerichlijck onfen Cours voort fetten, totdat wy quaemen ter plaetfe welcke de Spaigniaerden het diep-loot van Mexico noe- men, want op die plaetfe moeften wy het loot dickmaelen uyt werpen , om den grond te peylen, zijnde, ondertwffchen de Zee foo calm ende de wind foo ftille , dat wy daer door , by-nae den tijd van gheheele acht daeghen > niet van plaetfe veranderden. Geduerende den felven tijdtfchepten wy groot vermaeck in de Viflèrye, en voor al vongen wy veele Dorados, met dewelcke wy ons vrolijck maeckten , fpaerende meteenen door «kt middel den teeft-toght die wy uytSpaignien haddearniede gebraght. Poch ^jr^r LBoeck. TÏQQrdetyaenfcheWeftJndiïn. VLCjap. ij Doch de hette was foo boven gewoonlijck groot , dat Wy I y daege gantfch geen vermaeck konden fcheppen , want de weerfchijn van de firaeien der Son- ne ? die den geheelen dagh in h et water of op hetpeck van onfe Schepen fcheen , verweckte in de lught eeheioo brandende Witte.; datwy, foo lange den dagh duerde , door het fweeten altoos door- nat waren '. het welcke ons dwongh om het meefte gedeelte van onfe Kleederen te verlaten. 'De avond-ftonden ende de nachten vielen wat verdraeghlijcker > niet te min was de hitte, die de Sonne, des daeghs., inde fijden ende inde plancken van ons Schip haddeingedruckt, foo groot, dat het ons niet mqgelijck was onder 'den Overloop ofte in onfe Koyen te flaeben , maer Wy waeren genootfaeckt de nachten in ónfe Herabden, al wandelende ofte praetende op den Overloop , door te brengen. DeMatrofen begaeven fich, verrnaecks halven, tot het baeden ende het fwemmen in de Zee, doch de ongel uckige dood van haere meede-macker, daer ick aenftonts , van dencke te fpreecken , dede haer wel haeft dat flagh van tijdkortinge verheten. Hoemen meer na Terra Firma naedert hoemen oock meer bevind dat de Zee vervult is met feeckere van Monftreufe eri feer groote V iiïchen , die de Spaen*- fche Tiburcm , de Franeoyfen van Normandyen Requiem, en de Hollanders Hayen noemen. Sommige Lieden bedriegen fich, wanneer fydefen Vifch voor de Cayman ofte Crocodil houden ," achtende defelve eene ende defel ve faecke te zijn , en geloovende dat'erinZee niet is dan de Crocodil ofte Cayman, welcke men door een misgrijp Ti.hr on noemt » die Menfclien- vleefch eet , en die met ee- nen beet hem een geheel Lidt af-Icheurt , jae felve met hem te gronde gaet. . . Doch fy vergrijpen haer feer grovelijck , want de Crocodil heeft het gehee- leLijfmetfcluibbenbedeckt, daerde Haye niet eene eenige fchubbe heeft, . zijnde gantfch fijn Licchaem alleen met een feer dicke huydt bedeckt , even als "meeft alle andere groote Zee-viffchen. Hoewel de Indiaenen den Cayman eetën > foo willen haer doch de Spaign iaer- den daer in niet naevolgen , maer wel nuttigenfy" van de Hayen. Wyvingen'er een met een yferedrie-tandige Harpoen j en als hy die inde Huydhadde, haeldemen hem een Cabel- touw onder het Licchaem dóór, en foo wierde hy in het Schip gehijft. Hy was foo groot dat vijfthien Mannen moeytegenoegh hadden om hem binnen Boord te krijgen j het was een fchrickelijck Gedierte om aen te fien, zij nde ten minflen twaelf ellen langh; men deede het in het fout leggen, enwy 1 bevonden dat het eer de fmaeck van Vleefch dan Van Vifch hadde , even foo als . ick van de Schild- padden gefegthebbe. Defe Hayen fijn alfoo feer verleckert op het Menfchen- vleefch als de Crocodillen , en wy faegen een groot getal van de- felve in defe quartieren van de Mexicaenjche Zee. Door dien de Spaigniaerden fich nu geduerichlijck baededen op de zijde van D 2 - haere Onlijde. lijeke hitte. Hayem Verfchil tuflehen de Hayen endede Crocodil"» len. Een Haey gevangen. Sljne Wondec- lijcke groote. EenBoots- I I Voyägie van Thomas Gage VI. Ca p, verfïon dm» *efél door haere Schepen > arwaerhetgevaervandeHayenniet foo groot is, om dat fy eenHaey gemeenlijckniet naeaenhet Boord van cfefélve koomen , foo ghebeurdehet lat een Matroos van het Schip.St. Franeifcus., wat kloeckmoediger zijnde dan wel de andere, en willende het waegen van fijn Schip aen een ander , dat digh- te by het felve was , ' te fw'emmen > om aldaer eenige van fijne Vrienden te gaen befpecken, ellendelijck de proye ende het Aes van eert defe Viflchen wierdt, en eermen een Bood , omhemtehüTpetekomen, in Zee kondefetten, foo faegen,wy hem driemaelen door dat gedroght onder het water trecken, het welcke hem een been.) een arm,, ende een gedeelte vaneen fchouder af-beet, men vond daer nae de reft van het Licchaem, het welcke uyt het water getroc- ken ende aen Boord van het Schip St. Franeifcus gebraght wierde, alWaermen fijne uytyaerd hielde op defelve wijfe als men aen Frater fuan de la Qtevageéaen hadde. De Koninghlijcke Propheet feght in den honderten fevenden Pfalm, dat die geene J die met Schepen op de Zee varen , de wereken des Heerenfien, en fijne Wonderen in de diepten der .wateren ; want fy fien daer niet alleen de Walviffchen , maeroockveele andere gedrochten 3 welcke als Monfters de ftereke ende kloecke Mannen vermeelteren ,. door de herhaelde aenvallenvan haere lange en fcherpe tanden , geheele Reeden van defelve met vleefch en been inflickendc Dat ongeluck bedroefde onfe geheele Vloote drie daegen langh gedüerende ,, naedewetckehetGodtde Heer beliefde de onmaetige hitte, die wygeledeiY hadden, temaetigen, door een friüchen ende voorfpoedigen windt, dieons iót ons geluck van die ftilte verlöite , door de welcke wy noodfaeckelijck hadden moeten fieck worden , indien die langer ons hadde by-gebleven. Nae dat. wy nu driedaegen hadden gefeylt , gebeurde het op een Maendagfi des mergers ten feven ueren , dat, foo als een van onfe Religieufen doende was om de MnTe te feggen, een Matroos fich over-eynde begaf, roepende met luyder ftemme tot drie maelen toe , Land ! Land ! Land ! Dit roepen verweckte foodaenige vreugde in ons Schip, dat alle het Scheeps- - volck fich op debeenen begaf om het vafte Landt van America te fien , enfy aer over- waer;en f 00 verruc i(t door de blijdfehap, die fy hadden van fich te fien aenge- komen ter pläetfe daer fyfoo lange nae verlanght hadden, datiy den Priefter den Dienlt aen het Altaer alleen lieten vol-brengen. Men was dien geheelen dagh op de Schepen uyttermaeten vrolijck, en onfen Superieur Caho reghte een groote moord aen onder ons Pluym-gedierte, onv fijne Monicken dien dagh welte onthaelen , hebbende hy te vooren eenighfints ipaerlaem met het felve geweeft.. ' Ten thien ueren faegen wy het Land vläck voor ons leggen 3 en wy fetten al- les by wat wy konden om het felve te befeylen. «Gevaer in Doch onfen Admirael , die een verftandigh Man was , kennende de gevae- iKS-iand jen diernen op die kufte loopt, enYooraJinheun-feylenvandeHaven, door. da- S-i en het vafte iand. Groote vreughde I.BoECK. Tïoor de SfaenfcheWeft-Indien. VI.Cap. 29 de menighte van de onder het water leggende Klippen , welcke men kent door de Baeckens ende teeckenerbdie men op defelve geftelt heeft om deSchippers te waerfchouwen , en bemerckende dat wy met de windt die doen woey niet in de Haven fouden konnen komen dan op den avondt , vreefde daer noch by dat den Noorden windt, die feer gevaerlijck is op die Kufte, en die gemeenlijck in Sep- tember waeydt,moghte komen figh te.verheffen,en alfoo cnfeSchepen in gevaer brengen van op die Klippen te ftranden , derhalven beriep hy den Raedt van alle de Stuer luyden van onfe Viote,om met haer te overleggen of het beter was dus met volle Seylen, foo als wy deden/voort te vaeren , in hope van noch goedt tijts in de Haven re komen jdan wel het Land met onfe Mars-feylen maer wat te nae- deren,om des anderen daeghs des morgens de Haeven met meer veyligheyt aen te doen,door het behulp van de Boten die menons van Land foude toe fenden. Het befluy t van den Raedt was dien avondt het Landt niet al te veel te naede- ren > en dat uyt vrefe van door den naght overvallen te worden , en dat wy alle onfe Seylen 3 uy rgefondert de Voor-mars-feylen , fouden in- nemen ; doch de "Windt wat gemindèrt zij ndë , foo naederden wy het Land langhfaem genoegh, laetende daeromme de Seylen tot op den avondt toe byftaen. Dien avond bevalmen op ons Schip dat twee quartieren Volx waecken fou- den , felfs de Stuer- man wilde veel forghvuldiger oppaffen dan hy tot noch toe gedaen hadde, maer wy Reiigieufen gingen onfe gewoonlijcke naght-ruft ne- men, dewelcke niet feer lange en duerde ; want noch voor midder- naght keerde fich de Windt nae het Noorden , het wekke een fchieHjck ende algemeen ge- roep verweckte, nevens een vremt gewoel en getier 3 niet alleen in ons Schip , maer oock inalle de andere. De Matrofen begaven fich ondertufTchen byonsReligeufen, wilïendedat wy de hulpe des Hemels over ons fouden af-bidden ; haer fchrick was groter ,door vreefe van het gevaer daer die Windt ons in brengen konde dan door het geene fy doen voor oogen fagen, want de Windt was noch fterck nochon- fiuymigh. Doch het was dan foo het oock was , wyMoniekenftaecken onfe gewijde Wafch-Kaerflen aen , en deden onfe Gebeden aen de Maget Maria , fongen de Litankn ende andere Lof-fangen ende Gebeden tot haerder eere,tot op het aen- komen des dageraets , als wanneer door Godts genade , denNoorden windt ge- ftilt zij nde , onfe gewoonlijcke Kou w weder begonde door te blaefen, roepende onfe Matrofen daer op aenftonts Miracul ! MiracuR fich vaftelijck inbeeldende dat dat geluck haer door de voorbiddinge van de H. Maget was toegekomen. . Ontrent ten aght ueren des morgens quaemen wy in het gefight der Huyfen en wy deden een teecken op datmen ons Boten en Volck van Landt foude fen- den om ons binnen te lootfen in de Haven, het welcke aenftonts met een grote vreughde gedaen wierde , lootfende die Boten onfe Schepen , de een voor de an- dere midden door de Küppen,maeckende defelve die Haven een van de gevaer- lijckfte van alle die geene, dieickin mijnereyfen,foo op de Noordtals Zuyder- Zee, gefienhebbe. D 3 0nfe aen te doen. Den Raed daer over beroepen. Deflelfe befluyt. Aenge- wende voorfor» ge- Noorder Storm. Anghftdèr Matrofen. . Sorteby selöovi DeVIoo- te word Bn anc- Jcertinde Haven. 30 I. B OE ck» Voyagie van Thomas Gage V II. Ca p. Onfe Trompetters lieten fich feer aengenaemelijck in dit inkomen hooren , en wy groeten, volgens gewoonte , met ons Gefchüt, de Stadt ende het Cafteel, dat vlack voor defelve leghtj zijnde ten hooghften verheught ons ter goeder Haven geland te fien. Wy lieten onfe Anckers in de Haven inde grond vallen, maerdoordiea die alleen niet beftant waeren om ons Schip in foo een gevaerlijck een plaetfe te verfeeckeren, fo© bonden wy het felve noch vaft aen verfcheydene Cabels * die wy aen fwaere yfere ringen , vaft knoopten , zijnde defelve expreffelijck ten dien eynde in de mueren van het Cafteel geheght , om door dat middel de Sche- pen voor de kraght van den Noorden wind te bevrijden". Nae dat wy malkanderen veel gelucks hadden gewenft over onfe foo gelucki- ge aenkomfte in die nieuwe Weereld , foo bereydden wy ons met groote vreughde om in de Booten , die ons* om ons aen het vafte Land van America te brengen, quaemen haelen , te klimmen. DenAu- theur treed aen het vafte Land van America. Edelmoc- dighbe- fluytvan cme%. Oor- fptonck HET VII. CAPPITTEL. Hoe wy te Vera Cruz, anders genaemt St, Juan d'Ulhua ontfcheepen ende aldaer onthaeld wierden. OP den twaelfden dagh van September landden wy feer geluckighlijck in America , en quaemen in de Stad St . \uan d'UÜhua , welcke men an- ders Vera Cru% noemt 3 endefeer vermaert is* als zijnde de eerfte plaet- fe y welcke den foo beroemden Conquerant Ferdinand Corte^ in-nam. Het was aldaer dat hy dat edel ende kloeckmoedigh befluyt nam , van , door een , voor die tijd , ongehoorde maniere van doen > in de grond te hacken alle de Schepen die de Spaigniaerden aen dat vafte Land hadden gebraght , het wel- ke veel grobter is dan een van de andere drie deelen des Aerdbodems, opdat fyopgeenandete dingen fouden konnen dencken, om onsdaer door den overvloed van dat Land te doenbefpeuren. De Perfoon van de Prieur van dat Convent was noch oud noch aenfien- lijck , hoedaenigemen anderfints wel gewoon is te verkiefen , om het Ampt van Superieur over de jongeGeeftelijckewaer te neemen, maer het was een aerdighfonghman, die, foOmenons feyde, dat Ampt van den Pater Pro- vinciael verkregen hadde j door dien hy hem duyfent Ducatenhadde gefchonc- ken. Na de Maekijd ontbood hyeenige van ons Gefelfchap in fijne Kamer, al- waer wy de ware blijcken van fijne licht veerdigheyt ende kleyne verneederinge en doodinge des vleefchs befpeurden. Wy geloofden, daer na toe gaende , dat -wy daer een fchoone Boeckerye ofte Bibliotheeckfouden vinden, uyt dewelcke wy fouden hebben bemerckt fijne wijsheyt ende genegentheyt tot de letteren, doch wy vonden daer niet dan omtrent een douzainoude Boecken, die in een hoeck, t'eenemael met ftof ende fpinne- webben bedeckt laegen, even ende al-eens of fy befchaemt hadden geweeft , dat de Schatten die fy behelfden , foo weynigh geacht wier- den , datmen een Guitarre , welcke daer boven op-lagh , voor haer fteide. Die Kamer was rijckelijcken behangen met Catoene Taepijten en met Ve- raght en d e r- W erckvanMec^c4«, oock was fy versiert met een meenighte van fchoo- En heer- lijck ont- haelt. Befchrij- vinge van den Prieur. Sijneydel- heydt. ïeckernye. ne Schilderijen , de Taeffelen zijnde bedeckt met fraeye Zijde Tapijten-, en de Buffetten vol van verfcheydene Porceleyne Vaten, in dewelcke men niet vont dan allerhande flagh van uytneemende Confituren ende Conferven. Defe toeftel fcheen aen ons arme yverige Religieufen vol ydelheyd ende ieer onbetaemlijck te weien voor een arme Bedelende Monick , maer wat die geene ui^-. tot aen de tijd van fijn vertreck nae Mexico» Onge- tempert% heyd des Lughts te Vera Gm\ ende de reden daer van. Getal van de In- woon- sters en haerrijck- dom. houte Huyfen , ■veelvul- dige brand daerdpor Qnge- fontheyd fies Lugts. Serckte der Sud? WY maeckteneeneynde van dat onderhoud om wat te gaen wande- len ende de Stadr te befien , te meer om dat wy niet dan die ende den volgenden dagh daer fouden verblijven. Wy gingen op die na- demiddagh ront omme defelve, en vonden dat fy op een fandige grond gebouwc wasj uyt-gifondert aen de Zuyd-zijde, daer het Land moerafligh endé vol water-poelenis, hetwelck, gevoeght zijnde by de groote hitte vandatCH- maet , veroorfaeckt dat de lught daer feer ongefont is. , Het getal van de Inwoonders magh ontrent drie duyfentwefen, onder de- welcke veele rijcke Cooplieden zijn, van de welcke fommige twee a andere drie , en weder andere vier-mael hondert-duyfent guldens hebben. Wy hielden ons fonderlingh niet op met het bc jen van de gebouwen, want fy alle van hout zijn , foo wel'de Kercken als de Cloofters , ende de Wooningen der by-fondere Lieden, zijnde de Wanden van het Huys van de rij ckfte In- woonders niet dan van Plancken , het welcke nevens de kraght van de Noordê winden ,. dickmaelea: heeft veroorfaeckt, dat de gheheele Stadt gelijcks de grond is af-gebrand.. De groote Koophandel* die gedreven werd van Spaignïen op Mexico, en door Mexico op de Ooft-Indiën, nevens die vznCuba, van St. Domingo , van fycatan, van Porto-Bcllo , vaneartbagena., \znPeruopPorto-BeUo, van alle de. Eylanden welcke in de Noord-Zeeleggen, endedeRivierevan^Wtfioop- vaefendenaedeZ^wwj-, Sfi.AlphonJomnae Guaxaca, ende de Revierevan Grijalva opwaerts nae iabafco, de Zo^wenhetlndiaenfcheCtó*^, maeckt defekleyne Stad feer rijck, en veroorfaeckt dat in defelve een wonderlijcke overvloed is van alle de koftelijcke Waren ende Koopmanfchappen van het va- fte Land van America ende van de Ooft-Indién. t . De ongefontheyd des lughts is oorfaecke dat die plaetfe niet meer bewoont is , en het kleyne getal van defelve gevoeght by den grooten handel die daer ge- dreven werd, maeckt dat de Cooplieden daer boven gewoonlijck rijck zijn, en noch fouden fy meerder middelen hebben , ten waere de groote verliefen , die fy komen te lijden , door het meenighvuldigh af-branden der Stadt. Alle de fterckte van die. Stadt, beftaet eerftelijck daer in , dat de inkomfte Yan.de Haven ten hoogüen nioeyeli jck 5 ende feer gevaerlijck isj en ten tweeden ia I. Boeck. cDoordeSfaehfcheWeftJndïên. VIÏI. Cap. 3$ ineene&otfe, die een Musket fchoot vandeStadtaf-geleghenis, opdewelc- waerln ke men een Cafteel gebouwt heeft, waer in eenkleyne Befettingh wertge- die be- houden, maer de Stadt felvc is nietgefterckt, en gantfchelijck ontbloot van ftaet. Soldaeten. Gefeyde Rotfe ende Cafteel, ftrecken voor een Muer , "Wal ende Befluy tinge van de Haven , welcke , fonder dat , r/eenemaelopen foude leggen , ende de Noorde winden onderworpen zijn. De Schepen derven het Ancker in de Haven niet uyt- werpen , tenzydight p. e Y aer ' onder de Klippe , op dewelcke het Cafteel gebouwt is , en noch zijn fy daer niet ' 1^ in feeekerheyd ten zy fy met Cabels , aen de yfere ringen , tot dien eynde in de j^"^ an e " Klippe gehegtjverforght zijn. Daer door komt het , dat het dickmaelen ge- ^en Noor- beurt is j dat de Schepen , door de Vloed gedreven zijnde , aen de eene kand den wim j~ van de Klippe, tegens de andere Klippen zijn aengeflaegen , ofwel weder in de volle Zee gedreven , door dien de Cabels , met dewelcke fy aen het Cafteel vaft-gemaeckt waren , door de kraght der winden , wierden verbroocken. Diergelijck voorval quam een Schip van onfe Vloote over des naghts nae dat Harde wy onticheept waeren , oock waeren wyfeergeluckigh dat wy doen niet op de ftorrn. Zee waeren , want daer onftont foodaenighen onweder ende ftorm uyt het Noorden , dat daer door de Cabels van het Schip wierden gebroocken, ende het ielve in de volle Zee gedreven, Wat ons, die aen Land waren, belanght, wy daghten yder oogenblick ™° " dan die ftorm ons van onfe bedden foude lighten , want die lighte houtene Huy- jj ' c ^ e fenfehud deden foodaenigh, dat wy anders niet verwaghten dan dat defelv e op ^jf™' onfe Hoofden fou den nederftorten. Onfe ruft was die naghtfeerkleyn, en daer door bevonden wy genoeghfaem De nieuW boedaenigh de gelegentheyd van de Stadt van St. \utrn d'Ülhuawas , want hoe- aen geko» wel onfe Prieur , ons des avonts , al foo wel als des middaghs , hadde onthaelt , mene Mo- en dat ons avontmael al immer foo wel als ons middaghmael hadde geweeft, nicken hebbende hy felve ons de voeten laeten waiTchen voor ende al-eer wy te rufte vlieden gingen , op dat wy daer door gemackelijcker op fijne goede Bedden fouden kon- uyt haere nen flaepen , dan wy in twee Maenden in onfe Koyen hadden konnen doen , foo Bedden. was doch het geduerige gëhuyl van de winden foo kraghtigh , en het noyt op- houdende bewegen van onfe Kamers viel ons foolaftigh , Jatwy, niet langer konnende verdragen op die wijfe gewieght te worden , ons gedwongen faegen des middernaghts onfe Bedden te verlaten , en met de blote voeten op de plaetfe te vlughten , om aldaer een veyligh verblijf te foecken , vreefende gedurighlijck dathetHuys het onderfte boven foude gefmeten worden. . Als het dagh was geworden>foo"deden de Religieufen van het Convent , wel- Werden' ke defe ftormen gewent war over quam , door dien fy de maetigheyd , in het gebruyek van die vrughten,welckefy tevoren noyt hadden gegeten,hadden te boven gegaen,waer by noch komt , dat het water van die Plaetfe, gemeenlijck een feer gevaerlijcke buyckloop verweckt , in die geene , welcke eerft uyt Spaignien komende , daer veel van drincken. Daer waeren dertichMuyl-efelswelcke-menexprefTelijck voor ons van Me- xico nae St. pand'Ulhua hadde gefonden , alwaer fy op ons al fes dagen voor de aenkomfte der Vlote hadden gewaght. Den Superieur Calvo hield fich dien dagh befigh , 'met aen het Boort van ons Schip, tedoenontfeheepenonfe Koffers, foo wel als de mond-koft, die noch overig was, welke beftont in Wijn, Bifcuyt, Hammen, gefouten Oiïèn-vleefeh, een douzain Hennen met drie Schaepen , waer over een yder feer verwondert wassende dat wy noch foo veel leef-togt > na foo lang een Reyfe,overig hadden. Terwijl hy befich was metfulcks te verrighten , gingen wy onfe goede Vrien- den , om ons af-fcheyd van haer te nemen , befoecken 3 het welcke wy dan voor deMaeltijd verright hebbende, foo deede-men nae de middagh Stoelen voor ons in de Cathedrale Kercke plaetfen , om eene Comedie te fien vertoonen , die de Inwoonders van de Stadt, tot onthaelinge van de nieuwe Viceroy hadden doen aenftellen ende gereed maecken. Soodanigh dat, nae dat wy maer twee dagen te St.fyand'Ulhua verbleven hadden , wy daer weder van dan vertrocken , om onfe Reyfe nae de Stadt van Mexico te vervolgen. HET IX. CAPITTEL. Van de Reyfe die wy van de stadt van St. Juan d'Ulhu» tot aen Mexico toe deeden , en van de Vlecken ende de voor- naemfte 'Dorpen diemen op den wegh ontmoet. Vertreck ~1 "^^ veerthi enden September vertrocken wy uyt de Stadt van St f uan vanSf. 1 I cPWlhua en floegen de wegh op van Mexico , welcke wy de eerfte drie a Juan d' ui- J8 — £ vier mijlen feer fandigh vonden, ïi) nde defelvefoo breeed ende open als kua. ^ie van L cn 4 on na St Albcms. Komfte De eerde Indianen die wy ontmoeten waren die van het oude Ve ra Cru% welc- ke I.Boeck. T>oor dt ' spaenfcheJVeft-Indïên. IX.Cap. 37 ke Stadt op de Zee-kand geleeen is , alwaer de Spaigniaerden, die dat Land eerft aen het in-namen , voorgenomen hadden fich neder te flaen , doch naderhand , verlieten oude Vera fy defelve, ter oorfake van de kleyne befchuttinge di e'er voor de Schepen tegens C »'«V deNoorde winden is, en fy gingen teSt.fuand'Ulhi/a,a.lwacr fy nog zijn,woonen. Aldaer was het dat wy eerft begonden te bemercken , de groote maght, wek- Ge l e g enr - ke de Priefters ende de Monicken, over de arme Indianen /fijn hebbende, hoe he y ddaer fy defelve fich aen haer onderworpen houden, en wat gehoorfaemheyd die van * aen haer betoonen. De Prieur van St.tyan d'Wlhua hadde haer des daeghs te vooren een brief Mao j 1t dc gefchreven om haer onfe komfte bekent te maecken , haer bevelende ons op den Geeftelijc- wegh te gaen ontmoeten , en ons in die plaetfen wel teontfangen. k e ovei . Jg Dit wierde door Mc arme Indianen feer ftiptelijck naegekomen,want foo als Indianen, wy omtrent noch een mijle van de Stadt waren , quaemen ons twintigh van de- y 1 j felve, alle te Paerde gefeten ende de voornaemfte van de Stadt zijnde 3 ont- daervan** moeten en booden ons yder een bondelken of bouquetjen bloemen aen. Daer op reden fy voor ons heenen omtrent een Boogh-fchoot verre , tot dat Pra^hti^e wy weder andere, die te voet waren , en die Trompetten cnde Schalmeyen by inhaJin^e, haer hadden,, ontmoeteden 3 fpelende fy voor ons feer aengenaem op de gefey- defpeel-tuygen. Onder defe waren de bediende van de Kercken 3 van deKloofters ende deMee- fters van de Gebroederfchappen , welcke ons oock yder een bondelken bloemen aenboden. Sy waren vergefelfchapt door de Choor-Kinderen ende andere Per- foonen , welcke , la nghfamelijck voor ons tredende , het Te Deum laudamus fon- gen,tot dat wy midden in de Stad,ende op de plaetfe daermen de Merckt houd, gekomen waren, ftaende aldaer twee feer fchoone ende groote Olm-bomen. Men haddealdaer een langh Prieel gemaeckt , in het welcke eene Tafel ftond Aenge- die voorfien wasmet veeledoofen vol Conferven ende. andere foorten van Con- naem ont- fituren , oock waren'er Bifcuyten, en dit alles om tot de Chocolate te gebruycken. hael. Terwijlen men nu doende was om defelve met warm water ende Suycker toe te maecken, foo deden de voornaemfte Indianen ende Bediende van de Stadt een aenfpraecke tot ons , nae dat fy haer alvorens op de kny'en geworpen , ende ons een voor een de handen gekuft hadden. Sy feyden tot ons dat wy in haer Land feer welkom waren , dat fy ons duyfent- Blinde on - fout bedanckten om dat wyuyt Liefde tot haer, ons eygen Vaderland, hadden nofelhe-d" verlaten, foo wel als onfe Maegen ende Vrienden, om op foo verre af-gelegene der India - Plaetfen te komen arbeyden tor de faeligheyd van hare Zielen, eneyndlijck, nen. dat fy ons eerden als Goden op der aerde , ende als Apoftelen van CHRISTUS JESUS, en fy volharden in die verplightende woorden tot de tijd toe datmen ons de Chocolate braght. Wy ververften ons aldaer eenueretijds, en bedanckten defe Indianen voor Snorcke- foo veele teeekenen die fy ons van hare goedheyd hadden betoont , haer verfeec- r i j e de r kerende, dat'emietsindeWeerekwas, dat wy meerder behartighden, dan Moniken, E J hare Hetgoede onthael betalen fy met vod- deryen. Onder- werpinge der Indi- aenen, en- de arro- gantie der Monic- ken. Veitreck van het I. B o e c K . Voyagie van Thomas Gage IX. C a p . 'liaerefaligheyd, endat, om defelve uyt re wercken , wy niet gevreeft hadden, ons aen allerhande foorten van gevaeren te onderwerpen, foo te Zee, als te Lande , felve niet aen de onmenfchelijcke woede der andere Indiaenen, welcke noch geene kenniffe van den waeren G O D T hadden , om welcks dienft , wy hadden voorgenomen , felfs ons leven niet te fpaeren. Daer op naemen wy ons af-fcheydt van haer , vereerende aen de voornaemite Pater-nofler Kettingen , gewijde Penningen , kopere Kruyskens, AgnwDei, en eénige uyt Spaignien mede gebraghte ReHquïen , en wy gaven aen een yge- lijck van haer veertigh Jaeren Af-laet , volgens de maght die wy van den paus hadden ontfangen , om' defelve te mogen uytdeelen , op wat tijdt dat het oock moghtezijn, op alle de Plaetfen die wy fouden mogen door-trecken , en aen alle die geene welcke het ons foude goedt-duncken. Soo als wy uyt het Prieel traeden, om op onfe Muyl-Efels te klimmen , bemerckten wy dat -de geheele Merckt vol Indiaenen , foo Mannen als Vrou- wen, was, zijnde die alle op haere kny'en gefeten , onsbynaeaenbiddende, en om onfenfegenofbenediclieverfoeckendej wy gaven haer defelve , in het door-rijden , het teecken des Kruyces met opgehevene handen over haer maec- kende. De onderwerpinge van dit arme Volck, de ydelheyd van foo plechtelijck onthaeld te worden , ende die openbare eer-bewi] fingen , hadden het herte van fommige van onfe jonge Religieufen foodaenigh opgeblaefen, dat fy als opge- wogen , en buyten haer felven , waren , fiende dat fy meer fcheenen te zijn dan de Biffchoppen in Spaignien, die , hoewel fy niet dan te veel Hovaerdye hebben , evenwel noyt foo veel openbare toe-juygingen in hare Reyfen hebben ontfangen , als men ons daer in die plaetfe betoonde en gaf. : De Schalmeyen ende de Trompetten lieten haer geluyd nochmaels voor ons hooien , ende de voornaemfte van de Stadt begeleydden ons wederom een hai- oude Veu ve m iji e . waer na fy haer weder na haer woon-plaetfen begaven. Crn\. y s Landts ovewioet. Komfte te Jalappn de la Vera Inkomfte vanden Bilïchop De twee eerde daegen , nae dat wy van die plaetfe vertrocken waeren , en wierden wy niet gehuyitveft , ende en vonden geen verblijf dan in arme kleyne vleckjens van de indiaenen , in dewelcke wy evenwel altoos groote beleefdheyt ontfingen , nevens een groote overvloed van mond-koft , en voornaement- lijck, Hoenderen, Capuynen, Calckhoenen ende verfcheyde foorten van vruchten. Den derden dagh quaemen wy tegens den avondt in een groot Vleck ofte Stadt , in dewelcke wel by nae twee-duyfent Inwoonders waren , zijnde fom- mige Spaigniaerden , ende andere Indiaenen , defe Plaetfe is genaemt Xaiappa de la vera Cru%. In het Jaer i die van de armoede, veel ftrickter ende naeuwer moeten onderhouden , dan eenige van de andere Biddende of Bedelende Ordren , want Befchri j- haere kleedinge moet uyt grof grijs Laécken ofte Pij beftaen, haere Gordels g ev ande moeten van hennippefeelengemaeckt worden, hare Hembden van wolle, fy g el °ft e n mogen noyt koufien aen hare beenen hebben, en noyt andere fchoeyinge aen d . e f r Frati " hare voeten, dan alleen houtene fooien. Het is haer niet alleen verboden geld Clfcaenen « te hebben , maer felver mogen fy het niet aen-raecken , of y ets anders in eygen- dombeiitten, Wanneer fy op reyfe zijn, en mogen fy, om haer gemacks- halven, of om haer te foulageren , noyttePaerdeftijgen, maer fy moeten al- toos met pijn en arbeyd te voet gaen , achtende , dat het overtreeden , van het minfte van de gefeyde dingen , een doodelijcke fonde is , waerdigh om met den Ban ende eeuwige verdoemeniffe geftraft te worden. Doch niet tegenftaende alle defe verplichtingen , die haer foo naeuw tot het j^ • onderhouden van de regulen van haere belijdenifie verbinden, foo leven die ^ Mörik;- geene , welcke men in dat Landt heeft overgebraght , op foodaenige wijfe ,.dat jj.g n „j et hetfchijnt, dat fy noyt eenige gelofte aen GOD hebben gedaen , enfydoen >on derhoiK door haer ongereldt le\en 3 fien 3 dat (y gelooft hebben het geene fy niet konnen* den wois ofte niet willen nae-komen. den, Wy I 12 -8 1 1 m '5f 1 1 i i 1 **:! Ê 1 Uytfteec- kende praght en- de kledin- ge van een Cordelier. Eivvan fij- ne-Con- fraters. DeMonic- ken raec- ken aen het dob- belen. Propha- natiedaer inge- pleeght. Als oock befpottin- ge van ha re gelof- ten. I.-Boeck. JSvyagk vanThomas Gage IX. Cap. w y f ae fondergerughtetemaecken, myver- over. trock om te ruilen , verlaetende die Dobbelaers die in het Spel tot aen den an- deren dagh toe volharden. Des volgenden daeghs hoordemen van die Monick, die foo de fpotter ge- fpeelt hadde , die eer een lightmis dan een Religieus Van de Ordre van St. Francifcus fcheen te zijn , en die beqüaemer was" in het School van eeneti Sardanapalus en van een Epicurus dan in een Cloofter , dat hy , feggeick, meer dan taghtigh Rijxdaelders hadde verlooren ; het fcheen dat fijn Mouwe weygerde te bewaerea en binnen te houden, het geene hy door gelofte niet moghtebëhtten. tfr Het was op die tijdt, dat ick begonde te bemereken , uyt de manieren van Waer leven van die Cordëïiers , dat 'het veel eer is de vryheyt des daeghelijckfen wan- door .-^ dels en omgancks, welcke Jaerlijcks foo veele Monicken ende fefuiten uyt ijjcksfoo " Spaignien nae die gedeelten des Aertbodems doet vertrecken , als den y ver , die vee j m _ ïy tot de voortfettinge des Euangeliums, ende tot de bekeeringe der zielen, nicken zijn hebbende j het welckgelijck het een uytwerekinge van de grootfte liefde naelncH- Is, foo hebben fyoock geen ongelijck, wanneer fy dat (tellen , vooreenvande en gaen. voornaemfte teeckenen , van de waerheydt des Godts-dienfts. Maer de gemackelijckheydt , leuyheydt , ledigheydt ende leckerheydt , haers levens', doet klaerlijckblijcken, dat veel meer de liefde tot het Gelt 3 tot de ydele eere , tot de maght ende authoritey t , die fy fich over de arme In- diaenen hebben verkregen, het eynde endehetwitisdatfybe-oogen, alsde liefde ende de voortfettinge van Gods eere. Van Xalappa trocken wy op eene andere plaetfe welcke de Spaigniaerden Vertreck Ja Rjncmada noemen , welcke noch Dorp noch Vleck is, ende niet weer- \&nXal*p* digh foude zi}n dat ick daer hier ghewag;h van maeckte » ten waerè y dat pa. > fy gedenckwaerdigh was , door twee dingen , die haer byfonderlijck doen aghten. Heteerfteis, dat fy'foo verre van alle andere Plaetfen is afgelegen, dat het Befchuj- alsonmogelijckis, dat die geene, die daer reyfen, ter felver plaetfe, niet des vïnge'van ■middaghs, ofte des avonts, haer verblijf moeten nemen , ten zy dat fy, ten l*Rmwa« minften, twee a drie mijlen, van den wegh willen wijeken, omeenighlndi- «*• acnfch Vleck te vinden. "'t En is niet dan een eenigh Hays > Van dat ilagh welcke de Spaigniaer- den Venta noemen , gelijck de Herbergen in Engelandt zijn } die alleen op den weghftaen, het is gelegen aen het eynde van eene Valleye, opdeheetltc plaetile, dk'er, tufifchen St.tymdWhua ende Mexico 3 is. . F Doek il I a I A ê 3 Middel om het water te koelen. 4x I. Boe c k. Vóyagie van Thomas Gage XI. Ca p ] Doch het geene haer noch aenfienlijck maeckt,is, dat daer de befte Fonteynen ende Water-bronnen zijn > diemen op diengheheelenweghvint, hoewél , ter oorfaecke van de hitte der Sonne > het waeter van defelvc laeuwis. Die geene , die in de gefeyde Venta , Herberge houden , wel wetende , dat de hitte , welcke men in het Reyfen lijd, door eenigen koelen dranck , behoort gemaetight ende verkoelt te werden^ -draegen forge , dat fy altoos groote aerde Vaten > met water vervult, in fant, dat fy geduerighlijck met water doen bevoghtigen, begraven hebben, waer door het water, dat in de potten is, foo kout als Yswert. De aengenaeme koelte ende de foetigheydt van dat water , in een foo heete ende brandende Land-ftreecke , gaf ons foo veel reden van ^verwonderinge , ahpermaeck en genoegen > om dat wy middel gevonden hadden y om onfen boven-gewoonen brand te verkoelen. Daer-en-boven, diftemen ons ter dier plaetfe, foo groote "meenighte van Oflen Schaepen en Geyten-vleefch , als oock van Hoenderen > Calckhoenen» Conijnen, wik Pluym-gedierte , envoornaementlijckWaghtelen > aen, dae wy daer over t'eenemael verbaeft ftonden. Die Valeye nevens de omleggende Landerijen zijnfeerrijckenvrughtbaer* en vervult met Hoeven ofteHof-fteden, omtrent dewelcke de Spaigniaerden Suycker, Cochenille 3 Tarwe ende Mais doen winnen. Doch y het geene my byfonderlijck aen die Venta , ofte eenfaeme Herberge , doet gedencken , is , dat hoewel de Menfchelijcke vindinge de Reyfigers heeft ■weten te gerieven met foo koel een dranck op foo heet een plaetfe, ende die plaetfe te voorfien met foo groot een overvloet van Leeft-toght , dat fulcks alles, feggeick, maer gedurende den dagh aengenaem is, want des naghts noemen het de Spaignaerden helfche Confituren. Niet alleen is'er als dan de hitte foo uy tneemende groot , dat het niet moge- lij ck is te eeten fonder geduerigh het fweet , dat van het voorhooft op de ooghen druyptj af te vegen , maer oock verveelen de Muggen foodanigh , dat'er gantfch geen middel , het zy in het waecken ofte in het flaepen , is, om fich daer van te bevrijden , en hoewel , het meefte gedeelte van ons Gefelfchap 3 Tenten had- de, foo waren fy evenwel niet bequaem, om ons voor dit ongedierte te be- fchermen, die, even alsdeVorffehenvanEgypten, ons, tot in onfe Bedden toe, quaemenbefpringen. Sy en verfchijnen niet , foo lange als den dagh düert 3 maer wanneer de Sonne onder gaet j, foo beginnen zy , in troupen , by malkanderen te verfäemelen j en fy verdwij nen weder met Sons opganck. Wy , nae een lange ende moeyelijcke naght , fïende dat de Sonne haer hadde verdreven , oordeelden mede , dat het befte voor ons was van die plaetfe te vlie- den, foodaenigh, dat wy daer, des morgens vroegh , van daën trocken , om aen, een Vieck te komen , dat al immers foo overvloeyende van leeft- toght ^ I.BoECK. T)oor de SpaenfcheWeft-Indien. X.Cap. 43 toght, ende aengenaem is , als defe Rjnconada > en bevrijd van die geften> welcke ons de laeft voorledene nacht, foo moeyelijck een gefelfchap hadden gehouden. ■*$r*\ HET X. CAPITTEL. Comfte van den Autheur tot Segura de la Frontera , een Stad door Cortez gebouwt , nevens de befchrijvinge van hare oorfpronckenopbouwinge. WYquaemen des avonts aen een andere Vleck ofte kleyne Stadt ge- naemt &gmv?,welke bewoont is door Indianen ende Spaigio'aerden* die te famen,omtrent het getal van duyfent Inwoonders, uy tmaken. Wy wierden onthaelt, door Religieufen van de Ordre van St. Francifcus , die al immer foo wereldfch , en vol van ydelheyd , als die van Xalappa , waren. De grond- llagh van defe Stadt wierde door Ferdinand Corte% geleght , en hy noemde defelve Segura de la Frontera j dat is gefeght 3 veyligheyd van de Gren- fen en boude defelve om daer door de Spaigniaerden , die van St. fyand'Wl- hua nae Mexico Reyfden , te befchermen 3 tegens de Culhuacanen ende die van Tepeacac , die,Geaüieerde van de Mexicanen zijnde,de Spaigniaerden veel fpels maeckten. Doch , het geene Cortc^ het meeft vergramde , was dat, na dat hy op de eerfte Reyfe van Mexico was afgedreven , de Indianen op hem ende de refte der Spai- gniaerden aenvallende , en te vooren verftaen hebbende , dat fy gevaerlijck ge- wond waren > en fïch nae Tlaxcallan , om haer te ververfchen ende uy t te ru- ften, begeven hadden , de Inwoonders van de twee Vlecken van Culhua en Tepeacac , di e flch doe met de Mexicanen tegens Corte% ende die van Tlaxcal- lan geallieert hadden , fichineen hinderlaege, om de Spaigniaerden te ver- raffchen , hadden geleght , en twaelf van defelve gevangen , die fy levendigh , aen hare Afgoden , op-offerden , ende daer na op-aeten. Dit maeckte dat Corte% Maxixca , een van de voornaemfte Capiteynen van Tlaxcallan , ende verfcheydene andere Edelluyden van de Stadt , badt , hem te willen verfellen, ende helpen wraeckeneemen over die van Tepeacac, we- gens de wreedheyd die fy tegens die twaelf Spaigniaerden hadden geoeffent , en ■hetquaetdatfydaegelijcksaende Inwoonders van Tlaxcallan, metdehulpe van de Culhuacanen ende de Mexicanen > hare geallieerde , deeden. Maxixca ende de voornaemfte van Tlaxcallan , hebbende met deMagï- ftraet endene Inwoonders van de Stadt beraetflaeght , ftelde, met een alge- meenetoeftemminge, vaftjhemmet veertigh-duyfent ftrijdbare Mannen by teftaen, boven de Tameme^, het welcke Kneghten zijn, om de Bagagie ende de andere noodige dingen te draegen. F 2 Corteï Komfte te Segura de la JFroMeUo Oorfaeke van des felfs bou» De India- nen offe- ren ende eéten twaelf Spaigni- aerden. Cóttt% traghtdït te vvreec- ken. En ver- krijgt hul- pevan die vanT/rfx- callan. op tegens die van tepeacac. Eyfcht haer op. Haerant- woort.. Cone\ overwint die van, Tepeacac, De overi- ge geven Msh over. Straffe over de moord der 12. Spai- gniaer- den-, Voyagk vanThomas Gage X. Cap. Ccrte^trock met dit getal van de Inwoonders van Tlaxcallan ende met fijne Spaigniaerden nae Tepeacac , haer laetende aenfeggen , dat zy , in vergoedinge van-de dood der twaëlf Chriftenen fich fouden hebben over te geven in handen van den Keyier ende den Koningh van S'paignien fijn Mêefïer , en dat fy voor- taen, in hare Stadt niet fouden mogen ontfangen, eenige Mexicanen , ofte eenige Inwoonders van de Provintie van Cuihua. Die van Tepeacac antwoorden dat fy die twaelf Spaigniaerden uyt eea goede ende reghtvaerdighe oorfaecke ghedoodt hadde , om dat zy , in tij- den van Oorloghe , hadden met gheweldt door haer Landt willen tree- ken , en dat tegens haeren wille 3 ende fonder haer daer toe om verlof te vraegen. Dat oock de Mexicanen ende Gulhuacanen hare Geallieerde ende hare Hee- ren ende Meefters zijnde , fy die altoos vriendelijck in hare Stadt endeHuyfin- gen fouden ontfangen , vorders het voorftel dat fy haer deden af- wijfende ende- protefterende dat fy aen een Volck , dat fy niet kenden , niet wilden gehoorfae- menj haer biddende weder na e Tlaxcallan te willen keeren, foo fy hare dager* niet in het korte wilden eyndigen , en > even als haie twaelf Vrienden, geöfFert ende gegeten worden. Dit niet tegenftaende verfoght haer Cctte^verfcheydcmaelen na den Vree- den te wïMen luyfteren , en fiende dat fulcks niet en hielp , begonde hy haer met goeden ernft den Oorlogh aen te doen. Die van Tepeacac, die door haer felven, endoorhulpevanCulhuacanen,, fierek van Volck ende w el ghewapent waeren , fielden haer in ftaet om de in- ganghen en aenkomften van haere Stadt tegens de Spaigniaerden tebefcher- men, en door dien onder haer veele Helden waeren , reghten fy verfcheyde fchermutfelen aen,doch eyndelijck wierden fy geflaegen en veele van haer wier- den gedood, fonder dat'er. een eenigh Spaigniaert bleef > maer wel veele van; die van Tlaxcallan. De Heeren ende de voornaemfte van Tepeacac , fiende datfydenederlage- hadden gekregen , en dat fy niet fterek genoegh waeren om wederftant te bie- den ) gaeven ilch in handen van Ccrte% als Onderdaenen van den Keyfer , onder bedingh van voor altoos hare Vrienden de Gulhuacanen uyt haer gebied te ban- nen , en dat Corte%, die geene , die oorfaecke hadden geweeft van de dood der twaelf Spaigniaerden, nae fijne wille foude mogen ftraffen, welckê, ter oor- faecke van hare wreetheyd ende hardneckigheyd , beval , dat de Inwoonders , van alle de Vleckendie in die moord hadden toe-geftemt, nevens hare naeko- melingen , voor eeuwigh fouden Slaeven zijn. Daer fijn andere die feggen dat hy haer fonder eenigh verdragh te maecken overmeefterde , en dat hy haer om haere ongehoorfaemheyd , en om dat fy tot een fpiegel aen het gantfche Land fouden ftrecken , caftijde , zij nde fy Sodomi- ten , Af-goden-dienaers ende eeters vanMenfchèn-vleefch. Hos het zy , de overgeblene wierden roet h are nakomelingen tot flavernye vex- B£ ï. BoEr.K. VoordetyaenfcheJVefiJndten. X.Cap. 4f vcrwefen 9 en hy bevredighde in twintigh dagen , welcke die Oorlogh duerde , diegeheeleProvinrie, die feer groot is, hy dede de Culhuacanen uyt-defelve vertrecken, hy wierp de Af-goden onder de voet, ende de voornaemfte be- toonden hem hare gehoorfaemheyd. N .. Tot meerder feeckerheyd dede hy daer die Stadt bouwen, defelve Segura de la Frontera, ofte veyligheydderGrens-plaetfen, noemende, hebbende de no- dige bediende aengeftelt , om forge te dragen dat de Chriflenen ende Vreem- delingen in feeckerheyd van Vera-Cru^ nae Mexico fouden konnen Reyfem . Defe S tadt , foo wel als alle de andere welcke men op den wegh van St. pan Sapottes d*Ulhua,tot aen Mexico toe, ontmoet, heeftfeer groeten overvloet van leef-togt endeChico- ende. vrughten, en voor al van die geene welcke men Ariana? Sapottes ende Chico- Sapottet, Sapottes noemt ,• de Sapottes hebben binnen in een fwarte Kerne foo groot als een Pruym , en de vrught , op-gefneden zijnde , is foo als root Schar-laecken , en foo foetalsHonigh , maer de Chicc-Sapottes zijn foo groot niet, fommigezijnoock £efcliri i- root en andere bruyn-root , en foo vol van Sap , datmen die eetende,.de voghtig- vin S h daet heyddaer uytloopt , als of het droppelen Honigh waren, enhaerereucteis-by vaju nae als die van een gebraden Peer. Men bood ons aldaeroock. boffen Druyven ,al foofchoonals die in Spaignien nravïen vallen, aen,die wy met groote vreughde aenvaerdden, om dat wy die , ©p de ge- y heele Reyfe niet hadden gefien. Dat dede ons oordeelen dat het omleggende Land feer bequaern foude zijn Wijn te om Wijn-gaerden te planten 3 foo denKoningh van Spaignien wilde toelaten s perflen in darmen daer Wijn perfifen foude, het welcke hy , des verfoght zijnde', verfche.y- America demaelen heeft af-geflaegen, uyt vreefe dat het felve den handel > dietunchen verboden fijne andere Rijcken ende dat Land is , bederven foude. ende Defe Stadt leght in eene gemaetighder Qimaet daneenige andere tuflehen waerom.. Vera-Cru^ en Mexico > ende de Inwoonders, die te vooren Menfchen-vleefch aten zijn jegenwoordigh foo beleeft en vriendelijck als eenige andere op geheel dien wegh. rö Wy begaven ons hier eeaweynigh van onfenftreecknae.het Wellen af, den Tl . ni w#> gewoonli jeken wegh Noord- weft ftreckende , en dat om dat wy de vermaerde 4n die Stadt Tlaxcallan fouden befien,welcks Inwoonders fich by Cort^ voeghden en- van rlax de altoos feer getrouw waren , foodanigh datmen met waerheyd kan feggen, dat „//*„ aen fytot de voornaemfte hulp-middelen van het in-neemen van dat Land gedient dëSpai- hebben , en daeromrae is het oock dat de Cpningen.van Spaignien haer hebben gniaerden vry-gehouden van alle foorten van Schattingen tot op defen hedigen dagb-, en die haer dat fy voor het jaerhjckfche Hoofd-geit , t'welcke op alle de Indianen geilelus, daer voor . aietbetalendaneenayr Mais> het welcke hare Indiaenfche Tarweis. loonen, M Ï.Boeck. Voyagie vanThomas Gage XLCap, Oor- fpronck van de . naeme van Tlax- tallan. .Gelegent- heyd van rlaxcalkn. Sïra'etén daerin. Befchrij- vinge van defelve. Xicötencatl was Op- per-Bevei- hebber over die van Tlax- callan, als Ferdinand Corte^cn- dedeSpai- gniaerden defelve overwon- nen, ende tedxixca HET XI. CAPITTEL. Befchrijvinge van degroote Stadt Tlaxcallan ende het Land dat aen defelve onderhoorigh is. DEnaemvandefe groote Stadt Tlaxcallan beduyd eygentlijckindeïn- diaenfcheTaele een welgemaeckt brood, omdat omtrent die plaetfe meer van dat'Graen datmen Centli noemt werd gewonnen , dan in eeni- ee van de omleggende Provintien. In voorige tijden was die Stadt Texcallan genaemt , het welcke een Dal tul- fchen twee Bergen beduydt. ; Sv is gelegen op de kant van een Riviere die uyt het Geberghte Mancapt- tcekhxec oorfpronck heeft, en die het meefte gedeelte van die Provintiebe- voghtight 3 Hortende fich eyndelijck in de Zee door het Landt van Laca- ttitlan, '. . v „, . ~ • Daer fijn in die Stadt vier feer fchoone ftraeten, genaemt Tepettefac, Oco- ielulco, Uizatlan, en Quïahut^lan, De eerfte van de voorgenaemde ftraeten is op een Heuvel geleegen , omtrent een halve miile weghs van de Reviere af, en, om defe gelegentheyd, heeftmen defelve Te/^/w, dat Bergh ofte Heuvel beteeckent , genaemt, en aldaer was het, datmen eerftbegonde te bouwen , door dien men de hooghte, ter oorfaecke van de Oorlogen 3 foghte. . , De andere Straet leght in het hangen van den Bergh nae de Revier-kandt toe, en om dat , ten tijde datmen defelve betimmerde , daer ter plaetfe veele maft- boomen ftonden , foo noemdemen defelve Ocotelulco , dat een perck met mait- bomenbeplant beduydt. Defe Straet was feer fchoon ende de meeft bewoonde van de gantlcne btadt , in defelve was de voornaemfte merckt- plaetfe, op dewelcke men allerhande • foorten van Waeren verkoghte ende koghte, die plaetfe was TtanqnmKUge- uaemt , oock was'ïn die Straete hèt Huys in het welcke Maxixca woonde. In de valleye op de Revier-kant was noch een andere Straete genaemt Ti#ï- tlan, om dat aldaer veel KalckenKrijt was, in defelve woonde Xtcotencatl* Opper-Bevelhebber van alle de tröupes van dat Gemeene befte. Daer was noch een Straete Quiahut%lan genaemt , ter oorfaecke van de foute Wateren die daer waeren , doch federt tfe Spaigniaérden daer gekomen zijn, zijn alle de 1 - oude gebouwen 1 van defe voorVerhaeldeStraeten verandert ende van Steen opgebouwd. ■■ ■ , , t a Het Stadt-huys ende fommige andere gemeene gebouwen zijn in de valleye o© de kändt van de Revier getimmèkjky nae fooals die van Venetiett. De Stadt wierde door de Edelfte ende rijckfte Inwoondersgeregeert > fy hielden I.BoECK. fThor de SpaenfcbeTVeJï-Indiën. XI.Cap. 47 hielden de regeeringé van een eenigh hooft voor dwinghlandye , endaêrom was fi ja Was het dat fy Monte^uma alseenTyran haeteden. Stede- In tijden van Oorloge hadden fy vier Bevelhebbers, welcke yder een van de houder Straeten beftierde , uyt het getal van die vier kofen fy haeren Opper-Bevelheb- ende een ber , - onder dewelcke noch andere Edel-luyden , als Onder-Bevelhebbers, van de doch in kleyn getal, waeren. \ 3 Hopluy- In het Oorlogen deden fyhaereStandaertaen het eynde van het Leger drae- den van de gen, doch als de uere des ftrijdens gekomen was, foo fetteden fy defelve op vier Stl ' ae ". een plaetfe die van alle de Wereldt konde gefien werden, en die geen e die fich teu ' daer op niet aenflonts omtrent fijn Bevelhebber vervoeghde,wierde in de boete daer toe ftaende , verWefen. Boven op deflock van die Standaert waeren twee Pijlen , die fy als Reliquien Wonder van haere voor-ouders eerbiedeiijck eerden. Die geene die laft hadden om by-o e loo£ defe Pijlen te gebruy eken , moeiten twee oude ende kloeckmoedige Soldaten wefen , uyt het getal van de voornaemfte Bevelhebbers. Hier in beftondt onder haer een foorte van voorbediedinge en bygeloof, voorfiende fy daer door het winnen ofte verliefen van den Veldt-flagh. Sy loften defe Pijlen op de eerfte van haere vyanden die fy ontmoetedén, en wanneer fy dan den felven daer mede doodden ofte quetften , foo was datvoor haer een feecker teeckenvan de overwirtfiïnge , maer foo die Pijlen , die geene op dewelcke fy geloft waren , noch doodden noch quetften , foo fielden fy voor vaft , dat fy de Slagh verliefen fouden , ' ofte ten minftende fleghfte kans hebben. D& Heerlijckheydt ofte Provintie van Tlaxcallan hadde onder haeraght GVoote en4e twintigh Dorpen ende Vlecken , in dewelcke hondert ende vijfdghduy- V ande Sèai hoofden van huysgefinnen wäeren. Provintie Het zijn alle welgemaeckte Mannen ende de befte Krijghs-luyden die onder van rkx. alledelndiaenen.zijn. callan. Sy zijn feer arm en hebben niet dan het graen dat fy Cemli noemen , en door verkppinge van het felve weten fy haere Klederen énde andere nodige dingen Haere ar- te krijgen , beftaende allen haeren rijekdom daer in. moede. Sy hebben veele plaetfen op dewelcke fy Merckt houden , maer de aenfïen- lijckfte , en die daer het meefte op verhandeldt werdt } is in de Straet van Oco- telulco., die voor defen foo beroemt was datmen daer , dickmaelen , meer dan twintigh-duyfent Perfoonen fagh , om te kopen ende te verkopen > dat al reuy- lende toegingh > malkander het eene voor het andere gevende, door dien fy hetgëbruyck, van het gemunte Silv'er ofte Goudt, niethadden. Daer was eertijds , en is oock noch op heden , een feer goede ordre in die n Stadt , als oock veele foorten van handt wercks-lieden. h Üf Daer zijn Goudt-fmeden, Pluymverkopers , Barbiers, Badt-ftoov-hou- ^^ 3 ^ ders ende Potte-backers , welcke foo goeden Aerde-werck jnaecken als het ende^oe geene dat uyt Spaignien komt. de £ gc Het Aertri jek is daer vet ende vrughtbaer en feer bequaem voor het Koorn > vriich.- m " l63?? " r ' w op Trompetten en Schalmeyen j en fic h daegelijcks by de gewoonlijckeMifte voegende, alwaerfyeenyder, doorhäerewon'der- Üjcke over-eenftemminge , doen verbaefl ftaen 3 foodaenigh dat'er niets is dat het herte meer treft. . ; . : ' ; • In de Straeten van Tepeticpac ende Quiahuk^Un zijn niet dan twee Capel- len, in dewelcke op de Sondaegen ende by andere nodige voorvallen de zijn , en die jaerlijcks door den Alcalde Major werden aengefteldtr die haer alle in ontiagh houdt , en, foo veel van haer , in fijnen dienft gebruyckt , als het hem wel gevalt , fonder had- de minftêvergeldinge, voor haer moeyten, te geven. Het quaet onthaè-1 dat die Alcalde Major ende de andere Spaigniaerden de Indiaenen aendoen , heeft die Stadt , die tevooren feer Volck-rijck was, téri hooghften doen vervallen 3 hoewel fydefeWefaghterdan de andere behoorden te handelen >. zijnde fy de voornaemfte oorfaêcke, van het innemen ende: over winnen , van het geheele Landt , geweeft. Kercken ende Ca- pellen in TlaxcalUn, VifTers voor het Cloofter T Heblade los ^nge- $o t Boëc k. Vtyägit van Thomas Gage XII. Caf. HET XII. CAPITTEL. Vervokh van onfe Reyfe van Tlaxealiatv^ Mexico door Pueka de los Angelos, ofte der Engelen S*tadt, en Gua- cocingp. DE aenmerckeïijekfte Stadt welcke men mellaxcaUan, opdenwegh die wy reyfden ontmoet , is de Stadt die de Spaenfche la Fuebla de los Amelos ofte de Stadt der Engelen, noemen ; wy hadden groot ver- Wen om daer te komen , omdat wy wiftendatdaereenKIooftervandeOr- dre van St.Dominicus was, van deweleke wymeede zijnde, haddenwij er noch geen, federt ons vertreck van St.\u*n$X\lhua ? ontmoet.^ Wwerverftenons drie dagen met gemack op die Ptaetfe , in deweleke wy feer welkom waeren, onder onfe Mede-Broeders, die mets nae-lieten, noch fpaerden, omonswelteonthaelen. r . Wy ginghen door de gantfche Stadt Wandelen, foodaemgh dat wy gele- eentheyd hadden van te bemereken alle het geene haere Standt betreft. Wf befpeuidenindefelveeengrooteovervloet en rijekdom, niet alleen door den ftereken handel die daer werd gedreven, maeroock door het groot getal foo van Mannen als Vrouwen-Kloofters, die ter dier plaetfegeftight zijn^nde on- derhouden worden. . . ï)us heeftmen dan in defe Stadt een groot Kloofter van St. DominteusOr- dre in het welcke ten minften vijftigh a feftigh Geeftelijcken zijn , en noch ^ n n f daer andere van Gordeliers, * Sefchrij- melken ende Jefuiten ters. Auguftijnén y ' Paters de la Merced > ontfehoeyde Car- boven noch vier Conventen vanGeeftelijcke Doch- rs • ~ De Stadt is ïn een aengenaeme Valleye gelegen, zijnde omtrent fes mijlen ' verfcheyden van een hóogen Bergh, die altoos met meeuw bedecktus. Men reeckent van defe Stad t tot aen Mexico noch twintigh mijlen , ende fy wierde Kareop- in het jaer van .1530. ghebouwt, door bevel van VomAntoniodeMendo^a. iomft. Viceröy van Mexico , en door toefetinge van Sebaftiaen Ramm$ doemaels Bif- fchop , doch hy hadde te vooren Prefident tot St. Domingo ge weeft , en oeffende dat jaer het Ampt van Prefident van de CancelarijevanMe*«roinplaetfevan Nunnio de Guynan , die de Spaigniaerden ende de Indianen feer^uali jek gere- geert hadde, hebbende tot fijne by-fitters defe vier Reghter^ofte Raeds-Hee- ren , te weten den Licentiaet \uan de Salmer&n, Gafco Qukoga , francifco Cèynos Énde AlonfolAaldonädo. Die Rechters beftierden het Land veel beter dan te voren Nunnio de Guynan gedaen hadde , ende onder andere aenmerekens-waerdige dingen die fy deden , bevokkten fy defe Stadt > en fielden de indianen die daer te vooren woonden m vry, LBoeck. ïïoor de tyawfchejfejt-ïndi'én. XII. Cap. ?i vryheyd, zijnde defelvémeeftgevlught, teroorfaeckevanhetqüaetonthaer, dat deSpaigniaerden haer deden, en fy waren gaen woonen fommige te Xalixco, andere in de Hmdï-tras , te Guatimalaendêiti andere plaetfen, in dewelcke de Indiaenén tegens de Spaigniaerden Oorloghden. Defe Stadt wierd voor defen door de Indianen Cuetlaxcoapan geheetén, het Oude welcke een Slanghein herwaeterbediedt, door dien'er twee Fonteynen zijn, naentvan zijnde het waeter van de cene goedt' oiü te drincken , maer van 'de andere dié Stade. Ondeugende. . -_ Tegenwoordigh houd aidaer een Biflchop fijn Stoel , wiens inkomen 3 federt ües Bif- men Xalappa de la Vcra-Crtt^ daer af heeft genomen, noch meer dan twintigh fchops ifi- welcke aen tleReligieufen van St. Dominicus behoort, en fich foo verre uyt-ftreckt, dat- men op defelve meer dan twee hondert Negers* foo Mans als Vrouwen, fon- der haere Kinderen te tellen , onderhielt. N Deaenfienlijckfte Stad die mMtenPuebladeks Angeks endcU^xkolcghtis G«rfC#- G z Gu4- mgo. Kinderen- die aerdig «tanffen, Ydelebe- iïgheden derMonic- &en. Vryheden van die van Guaco- tingo. Waer «lo.pr ver- kregen. ■ ' $% I. Boe e k. Fqydgie van Thomas Gage XII. Ca p. Guacocingo ghenaemt , in defelve zijn omtrent vijf-hondert Indiaenen ende honden: Spaigniaerden met de woon nedergeflaeghen : daer is oock een Kloo- éer van Cordeliers die ons feerwel ontfinghen, endeaerdigheydtvanhaere Indianen deden fien A foo in het Mufijcq finghen als inhetfpeelen ©pinftriir mentent Defe Religieufen > hadden alfoo weynigh gebreck , van alle het geene tot het leven nodigh is , dan alle de andere 5 maer het geene daer fy hetmeefte op roem- den, was de opvoedinge vaneenige, daer ter Plaetfe geborene > Kinderen , en voor al van die geene die in haer Kloofter dienden , welckefyopdeSpaenfche wijfe , op het geïuy t van de Guitana , hadden-Ieeren danflen. Wy fagen daer des avonts een proef af van t waeif Kinderen , wekker outfïe geen veerthien jaren tellen konde ,. en die fy om ons te vermaecken hadden ont- boden , die tot de middernaght toe Spaenfche ende Indiaenfche Liedekens forv- gen , danffende ende fpringendeondertuffchen, en handelende de Caftagnetten,, met foo veel bequaemheyd , dat fy ons niet alleen. vermaeckten , maer oock de- den verwondert ende verbaeft ftaen._ Het is waer , dat terwijle wy fulcks fagen > ons in gedaghten quam , dat die Religieufen beter fouden gedaen hebben, foo fy den tijd , die fy inJfret onderwi j- fen van die Kinderen verquift hadden,hadden in haer Koor, volgens harebelijde- nifte , door gebraght j doch hoe wy verder trocken , hoe wy meer bevonden , dat de plighren van de Godts-dienft veraght en verfuymt, ende de ydelheden op den Throon geftelt wierden, en dat door die geene, diedeWeereltmoeftenver- iäeckt ende alle de vermaecken van defelve verlaeten hebben, Defe Stadt van Guacocingo heeft door de Koningen van Spaignienby-naefop veele vryheden als die van TUxcaWan gekregen, om dat fy haer nevens defelve tegens de Mexica nen by leerdinand Ccrtte^ ende de andere Spaigniaerden voegh- de , die de eerfte innemers van dat Land waren.. De Inwoonders van Guacocingo., zijnde Land-genoten van die van Tlaxcaïïan, C 'hol 'oll'a ende Huacacolla , bêfchermden kloeckmoedelijck die \znChalco> welcfee aen Corte% om byftant hadden gefonden , om dat fy door de Mexicanen ,. die al- reede veele fchaede aen hare Landen hadden gedaen , wierden aengetaft. r , Doch door dien Corte^ haer de verfoghte byftant niet konde toefenden , om dat hy doen befigh was met het.verveerdigen van fijne Roey-barken , om Mextco te Water ende te Lande te belegeren , foobadthydievanT/W^fe, en die van Guacocingo., nevens die van Chololla ende Huacacotia , haer te willen byftaen , datfy met foo veele edelmoedigheyd ende dapperheyd deden , dat degeheuge- niffe daer van tot op defen dagh is overgebleven, hebbende fy die van Chalco uyt dé verdruckinge van Monte^uma gered, niettegenftaendedegrootemaght met dewelcke hy uyt Mexico getrockenwas , om aen de Spaigniaerden het naederen aen fijne Stadt te beletten. Defe daed was oorfaeke, dat defe Stad, gelijck oock de andere voorverhaelde, veele voor-regten Yan de Spaigniaerden verkreegh , zijnde die noch feer onder te ge-acht. \ -y m LBoECK. ^oordeS'faenfiheWe^Indie'n.Xll.Ch?, S3 Van daer deden wy onfe.Iaetftedagh-reystotaen de Stadt van, Mexico rey- fende aen geene zijde van die hoogen Bergh , die wy al te ?uebla £ k; Awelos gi iien hadden , en die dertigh mijlen daer van daen gelegen is ■ SyisveelhogerdandeAlpes, oockls het daer kouder, door dien het'ineeuw daer op altoos blijft leggen. Sedert ons vertreck uyt Spaignien, haddenwy de koude noyt foo fWh, Kml ; Pntl asindie P laetre3 g evoet,hetwelckedeSpaigniaerdenfeerdedeverwond" ^^^^^g^^ endedeielvenochveelgroote? £&*■ Op >die laet/ïe dagh-reys van Gudcocmgo op MÄreeckenden wydatwvom- ^S^^^^^^fcadden^elegfit, van dewelcke wy tenm nfteV dehelfthaddenverileteninhetklimmenendaelenvandieBereh yCC - lnlten Doewyophethooghfk, daer.onfeh wegh viel, waren / ontdeckten wvde StadtvanM^nevenshetMeerdatdaeromis, welckeonsfeernaebyfXe- nen, hoewel fy thien mijlen weeghs in de vlackte en van dm ybet van dien Bergh HET X.III- GAPITTEL. h lm welckeden c^Mew , vervolgende de hefchrïjvinS e van het aenmnketijckfte dathy op den weghjiet \ S. freydt neemt om verfcheydene naeukeürïge omftdndightden, het innemen van dat Land door de Sfaigniaerden betreffen- de, teverhaelen* A^lft^t Qcne \ V0 °r r \ tWeede re y fe VanÄÄ vertrockom £ \ Mmc ö teWater ende teLande te gaen belegeren 3 met de Roey-barquen °P t0 § ht ^ofte Scheepen die hy daer toe expreflelijck hadden laten maecken, foo van Com * laegen fijne Troupen gelegen aen de zijde van het geberghte, alwaer fy van kou- L egens defouden vergaen. hebben -, foofyhaermah^nbeSiäJtvantoffSfo ^* daer met grootemeemghte vonden. "**u-udi*y Doch des anderen daeghs klom hy hoger op het geberghte, énfyfondvïer Die van Ruyters ende vier Voet-kneghten om den wegh te ontdecken die defelveTe- M*2o ^l^'^u^F**?*»^' diede&exkanen, federt weynige I- W ra- gen, hadden omgehadcr-, en dwarfch over dén wegh geleghr. ë denTeeh Doch door dien fy haer inbeeldden , dat het mooghilijck op alle- Flaet- r- ' renfoo metfoude gheilelt weefen, foo trockenfy vorter föo verr^fy konden, den dÄ2J eIlJ f ""ff**** h ?°P ^'ghehackte Ceder-bomen von- den,.difi.foodaenighopmalkand e renghefiaepeldc laeghen, dat hët-haer niet ®'3 A " ." - I moge- I I *»*-ff M TH^^JM^gMBTT^rT^gT Welcke de Spai Vcïfuym der Mexi- ^4 1. Boeck. tqyagie vanThomas Gage XII. Cap, mogelijck was vorder te tanen door geraecken, het welcke haer dandede wedër'nae -Cortex keer^n V enhem-verfeeckeren dat het niet mogelijck was met dePaerdendieweghtekónnehparferen. Cortex vraeghde haer -» of fy geen Menfchen ontmoet hadden , dóchdöor dien fy hem van neen antwoorden,, foo vertrock hy aenftonts met alle fijne Ruyterye ende duyfent Voet-kneghten , beladende dat de refte van fijn Leger hem foudebebben, met allé mogelijcke fpoet, tevolgen. Soodaenigh dat hy fich , door herVolck dat hy met hem genomen hadde s een wegh.dede baenen , de Boomen , diemenin den wegh hadde geleght , om gniaerden fijne door-toght te verhinderen , doende verdraegen , en op diewijfe trock fijfc openen. Leger voort, buyten.gevaerenfondereenigedemmitefchaedetelijden, hoe- wel het niet wasfonder veel te arbeyden. Hetisfeecker, dat, ;foo de Indianen haer daer hadden neder gefiaegen, om tlie door-toght te bewaeren , de Spaigniaerden die noyt fouden hebben konnen gebruycken, om dat die weghdoenmaelsfeer quaeten moeyelijckom tepaf- feren was, daer fy nu op heden redeiijcken wijdt en breedtis, tot foo verre dat de Muyi-.Efels, welcke met haere vrachten van Su\uan dWhua endevaa de omleggende Suycker^molens komen , die gemeenlijck gebruycken. Doch de Mexicanen geloofden dat die wegh genoeghfaem verfeeckert was door de Bomen welcke fy op en over defelve gehackt hadden , ende hebbende , in dat vertrouwen ,, defelve- verwaerlooft te bewaeren ^ s verwaghteden fy de "Spaigniaerden in het vläcke.veldt. Want daer zijn drie wegen welcke men^van Tlaxcaïïan nae Mexico kan ge- bruycken, van dewelckeCoffe^ de moeyelijckHeuytkoos, fich inbeeldende 'of giffende het geene by vervolgh gefchiede , of wel door ymandt onderright zijnde, dat aenxliefijde:, geene yyanden waeren , om hem den door-toght te verhinderen. Cortes die hield ïKïle op 'het nederdaelen van dien Bergk, om foo lange tot dat fijn gantfche Legexfoude vergadert zi jn teraften , en als dan gefaemerttlijck Leger der j n 4 e vlacktemeder te trecken. Van defe plaetfe ontdecktenfy de Vyeren die Mexicanen , fe vvaH den op verfcheydeneplaetfen aengefteecken hadden , oock bemerckten fy, hoe dat alle die geene, welcke haer op de twee andere wegen gewaght hadden, fich hadden by den anderen gevoeght , om haer, tuffchenfommige Bruggen , welcke men , tot gemack der Reyilgers , over de Stroomen en Beec- kert,, die uyt het Meer fpruy ten, gemaeckt heeft, aen te taften. Doch Cortes , hebbende aen twintigh Ruyteren bevolen op haer in te vallen , foo floegen die, door het gantfche Heyr ge volght- zijnde, dwarfch door de Mexicanen , veéie van defelve doodende,' fonder eeriige fchaede van haer tg lijden. Het gefighte van die Bergh en van de vlackte dieaen de voet van defelve be- gint, dede ons gedencken aen alle het geene daer doenmaêls voorviel, en gaf ons ftoffe tot een onderhoudt, het welcke maeckte , dat ons defen door-toght >minmoeyelijckj endetelighteryiei; De COYte^OM deckt het Enflaet •iierfelye. I. Bóeck. IDoorlle SfaenfcheWeJMndfen. XII. Cap, De eerfte Stadt aen dewelcke wy, naeheta^klimmenvandenBergh, qua- üjiahuilpu, men, was Quahutipect behorende defelve onder T^cuco, ditbraghtonsooek m gedaghten dat het dighte daer omtrent hadde geweéit , dat het Leger van de Indiaenen van Culbua , beftaende uy t hondert-duy fent Mannen ,■ die dé Heereri van Tc^caco.gefonden hadden om Ccr^tebeftrijden, hadde gelegert geween^ doch dit alle' was te vergeefs , want fijne Ruyterye reedt door en door haer Le- ger, en zijn gefchiet, dede foodaenigen moordt onder haer, datfyfichwel naeft op de vlught begaeven. Drie Mijlen van daer , ontdeckten wy aen de reghter handt , foo als wy on- Tczcucff, fen wegh vervorderden, de Stadt Te^cuco, leggende buyten onfen weghop de kandt van het Meer , het Weicke evenwel ons ftoffe gaf tot een groot difcours over het geene daer ten tijde van Corte% ende van de eerfte inneemers des Lands was voorgevallen, die doenmaels bevonden da? het een groote Stadt was, en by nae foo maghtigh als Mextco, hoewel Gotte% daer gantfch geene tegenftandt vondt. Soo als hy tot defelVe naederde , quaemen vier van de voornaemfte Inwoon- Hoe die ders in fijn Leger, draegende, tot een teecken van de Vreede , Goudene Stae- Stadt fich ven, aen dewelcke Vaendelkens geheght waéren , in haere Handen , enfeg- ae o d e gende dat fy door haeren Heer Ccaouacoyccin waeren gefonden, om hem te s P ai g"i" verfoecken geene fchaede aen haere Stadt ende omliggende Plaetfen te willen aerden doen h en om hem fijne vrientfchap te komen aenbieden, hem met eenen bid- ovei ' s * derfde met fij n gantfche Leger , in de Stadt Te^cueo , in dewelcke hy wel foude ontfangen worden , te willen komen. Corte% verftondt defe tijdingemet feer groote blijdfchap , doch evenwel be- dught zijnde of hier eenigh verraetmoght onder fchuylen, ende de Inwoon- ders van Tq-caco, van dewelcke hynktkngetevoorenéen gedeelte gevoeght by de Mexicanen ende Gulbuacanen ontmoet hadde , Wantrouwende , ver- volghde fijnen wegh, en floeghfich neder te Qttakiüchan ende te Huaxuta 9 , dat doenmaels Voor-fteden van de groote Stadt Te^cuco waeren , doch nu maer. kleyne daer van afgefcheydene Dorpênzijn, enaidaergafmenaenfijnVolck een feer grooten overvloedt van Lijfs-voorraedt.- Hy dede de Af-goden ter aerden werpen, en daer op troek hy binnen de Stad , Corte% alwaer men voor hem een groot Huys hadde vaerdigh gemaeckt , het weicke treckt bequaem v/as om hem nevens alle fijne Spaigniaerden, endè een gedeelte van daerbin- de Indianen, die hy met hem hadde,; te Huys- veften* nen» Doch door dien hy in het intrecken geene Vrouwen nochte Kinderen be- fpeurde , twijflèlde hy of 'er eenigh verraet moghte onderfchuylen , en daerom deede hy aen alle fijn Volck , op verbeurte des levens, verbieden uyt het Huys tegaen. Als nu op den avond de Spaignïaerden op de Galerij en van het Huys ghe- Dein- klommen waeren, om de Stadt van defelvetebefchouwen, foobemerekten woonders fy dat een feer groot getal der Inwoonderen met haeren Huys-raet vluchtede 3 vlughten» fon> Vojagié VanThomas Gage XIII. Ca p» €orte\ ftelt een Chri- ftentot Koningh over Tq- C«f0. fommige nae het Geberghte- ende andere nae de Waeter-kandt om haer te Scheepe te begeven , en dat met foodaenigen haeft, dat daer lightelijck uyt af te meten was - y dat in haére maeniere van doen iets boven- gewoon--. Kjcks fchuylde* Daer waereh ten mlnfreil twintiglvduyfent kleyne Schuytjens > welcke men Canoar noemt, vervult met Huysraet ende met Voick dat wegh-vlughte. Cw- te% hadde fulcks_wël willen beletten , maer de naght was foo dight op de handt» dat hem niet mogelijck was fulcks in het werck te ftellen, en noch minder, konde hy den Heer van de Stadt dwingen te blij ven, welcke onder de eerfte mede nae Mcoiibo geweeck'en Was. De Stadt 'Tc^citco is noch op heden by de Spaigniaerden beroemt, om dat. fy eene van de eerfte ^ ende , •mogelij ck dé aller-eerfte , is die door een Chri- iten Koningh is beheerit geworden, Want €orte% hebbende verftaen dat Coacuacayocin , die doenmaels Ko^ ningh van die Stadt en van de omliggende Plaetfen ende Landeryen was ,.. fich op de vlught hadde begeven , dëde een groot gedeelte van de aldaer geblevene Inwoonders voor hem komen j feggende tot haer dat hy begeerde dat feecker jongb Edelman , -die herrrverféldt hadde en uyt een Edele Stam- Ine des Lands gefproten was , en die naederhandt gedoopt zijnde Ferdt- nandt , even alshy , die fijn Peter was 1 ■ wierdt genaemt , zijnde hy oock een Soone vanNi^avalpkimtU , welcken fy foo bemindt hadden , haeren .Ko- ningh foude zijn , door- dien_ dat Ccaaiacoyocm fich by de Vyandén hadde begeven , nae dat hy fijn eygen Broeder , om fijne fchattén te,befitten, hadde gedoodt., ten verfoecke van Quahutimoän der Spaigniaerden doodt- vyandt. - - - ■ ;j; ifi' > Defen nieuwen Chriften V&nFcrdinaMb wierde op die wijfe tot Koningh verkoren, ende als het gerughtä daer van fich wijdts ende fijdts hadde uyt- gebreydt, foo quaemen veele van de Inwoonders weder in haere Stadt ende Huyfen, om defen haeren nieuwen Vorft ende Koningh te fien, foodaenigh, -dat binnen weynigh tijds , de Stadt al immers foo wel bevolckt was als te vooren > en door dien de Inwoonders dóór dé Spaigniaerden wel gehan- maer foo als hy op de Grenfen van de Provintie Roey- gekomen was, foo ontmoete hy acht-duyfent Mannen , die defelve aen ftuc- barquents ken op haere fchouderen droegen, nevens alle het geene dat tot haere uyt- «y*w» ruftinge behoorde. Sy waeren verfeldt met twintigh-duyfentKrijghs-kneghten , ende met duy- fent Tameme^ om den voor-raedt te draegen. ■ Chichimecatetl > een kloeckmoedigh en ftnjdtbaer Indiaen , die Hooft was ^jjf e0 p over duyfent Mannen , verfof ghde de aghter-hoede , ende Üuptitl ende Ten- c j ewe i c j ce tecatl, die Edellieden van groot aenfien waeren , leyddendevoor-toght, met f u i c ksge- tien-duyfent Mannen. # fchiedde. | De Hameme^ waeren in het midden geplaetil , nevens die geene die de toe- Tuftingc van de Roey-barquen droegen . H Voor Veele In- diaenen geven fich aeïide Spaenfche reyt lich tot het be- legh van. Mexico, Roey- bavquen met Men- fchen Vet geroet» 5# I. Boeck. Voyagie vanThomas Gage XIII. Cap. Voor defe twee GapiteynentrockenhondertSpaigniaerdenende acht Rui- ters , Gon^ale^ de Zandoual volghde daer op met feven Ruy ters ende de refte van het Leger. In foodaenigen geftaïte trocken fy reghf op Te^cuco aen, met een wonder- lijck geluyt van veele vereenighde (temmen 3 die geduerighlijck riepen Chrifte- nen ! Chriftenen ! Tlaxcafan l Tlaxcallan t en Spaignien ! Spaignien ! . Als fy te Teupuco quaemen trocken fy in feer goede ordr e daer binnen, op- Bet geluydt van Trommelen , hoornen ende andere diergelijcke Inftrumenten>, hebbende fich te vooren verciert met haerebefte Klederen ende boucquetter* Pluymen, het welckewelbefienswaerdighwas, geduerendehaere intrede 'm die Stadt fes ueren . Op het gerughte van de aenkomfte van die Troupen en van de Roey-bar- quen, quaemen veele Provinciën haer felve onderwerpen, en haeren dienft aen Cortes* aenbieden , de eene door vreefe van geruïneert te worden a ende de andere uythaet die fy de Mexicaenen toe-droegen, foodaenigh dat Corte% fich feer fterck bevondt » niet alleen door de Spaigniaerden die hy hadde , maer oock doon de Indiaenen die fich by defelve voeghden , en fijn Hof was niet veel minder te T.e%cuco y dan dat van Montetyma te vooren te Mexico plaghte te wefen. Het was dan in die Stadt dät hy alles, tothetbeleghvan Mexico noodigh 3 . met groote neerftigheydt , gereedt maeekte, hy verfagh fich akker van Lad- ders die bequaem tot ftormen waeren, als oockvan alle andere dingen die hy tot fijn voornemen nodigh hadde». Als fijne Roey-barquen nu opgetmeckt waeren, liet hy eene graft van eene Mve Mijle langh graeven ;> zijnde meer. dan twaelf voeten: breedt en twee ellen diep. Men was vijftigh daegen befigh om dat werck te voltoyen* hoewel daer daeghlijcks viermael hondert-düyfent Mannen aen arbeydden. Dat beroemde werck heeft de gedaghtediffè van de Stadt Teqcuco tot op den hedigen dagh doen bewaeren ende in geheugeniffe behouden, hoewel het ge- tal Van deïnwoondersfeer vermindert is .,, en het defelve nu veel kleynder dan te vooren.. Als defe Graght nu volmaeckt was foodreefmen de Roey-barquen en me» ftopte de naeden met Werck endeCattoen, en fy vonden fich genootfaeckt, door gebreck van Roet ende Olie, haer van Menfchen Vet te bedienen > niet dat Corte% haer toeliet, ten dien eynde, de Menfchen te dooden, dochfy gebruyekten alleen het Vet van diegeene die in den Oorlogh waeren omgeko- men , en, diemen verfloegh in de geduerige uytvaüen die die van Mexico s om dat werck te beletten , deden j want de Indiaenen, die gewoon waeren de Menfchen te offeren, fneden defelve op, en trocken het Vet, naehaere doodt, daeruyt. Als de Roey-barquen nu te water waeren gebraght , dede Qrrte% alle fijn Volek f! ï. B OE c K . tDoor de spaenfche Weft -Indien. XIII. C a-p/ ^9 Volck monfteren , ende hy bevondc dat hy negen-hondert Spaigniaerden hadde, onder dewelcke fes ende taghtlgh Ruyters waeren , honderten ach- tien die met Roers en Bogen gewaepent waeren , ende alle de overige hadden Degens , Poigniaerden \ pieeken ende Hellebaerden , nevens Borft-harnaflën ende gemalyde Colders. Sy hadden noch drie groote yfere Stucken , en vijftien kleyne van metael, -acht-hondert ponden Buskruyt , een groote meenighte van Kogels, boven hondert-duyfent Indiaenen, die alle Luyden van Oorloge 3 en feer tothaer genegen waeren. Op den eerften dagh van Pinxterea "begaeven fich alle de Spaigniaerden te" velde, in die groote vlackte, die aen den voet van den Bergh, van dewelcke ick hier voorens gefproocken nebbe , gelegen is , in dewelcke Cme% fijn Leger in drie deelen fcheyde , gevende aen yder van defelve een Hooft, Aen Pietro d'Jharado , die fijn eerfte Onder-Hopman was ,. gaf hy dertigh Ruyters, hondert ende feventigh Spaenfche Voet-kneghten , twee •ftucken Gefchut , en dertigh-duyfentlndiaenen , nevens laft om fich te Tiaco- fan neder te flaen. Aen-ChriJlophorod'Alido* fijn tweede Onder-Hopman, gaf hy drie ende dertigh Ruyters , hondert ende achtien Spaenfche Voet-kneghten , twee backen Gefchut, dertigh duyfent fndiaenen , en laft om te Qulhuacan poft te vatten. Aen Gm%ak% de. Zandouaï, die fijn derde Onder-Hopman Was , gaf hy drie ende twintigh Ruyters , hondert ende feftigh Spaenfche Voet-knegh- ten » twee ftucken Gefchut , en veertigh duyfent Indiaenen , nevens laft om fich ter plaetfe , die hy de bequaemfte foude oordeelen , te legeren. Hy braght op yder Roey-barque een ftuck Gefchut , fes Mufquettiers , drie- ende-twintigh , daer toebyfonderlijckuytgekorene, Spaigniaerden, en een Hopman over yder van defelve g en daer over ftelde hy fich tot Opper- gebieder. r. Hier door gebeurde het, dat fommïgè van fijn Leger, die te I^andt troc- ken , begonden te muytineren , meenende dat hetgevaer grooter was ter plaet- fe daer fy fich.bevonden * en daerombaedenfy hem fich by het gros des Legers te willen vervoegen, en niet te water te gaea Doch Cor^floegh geen acht op het geene.fy hem feyden, want hoewerer tneer gevaer te Lande dan te Water was 3 foo vereyfchte de faecke doch even- wel , datmen naeuwer opficht, op den Oorlogh te Water , dan te Lande nam, om dat fijn Volck At de laetfte gewoon was, en tot de eerfte niet. , Daer-en-boven-hoopte hy , dat hy fich door, middel van fijne Scheepen mee- fter van Mexico foude maecken, oock bediende hy fich van defelve om het grootfte gedeelte van de Canoar te .verbranden, die aen die van deStadtbe- fooordden . en hy hielde de refte daerdoor foo beflooten , dat fy de Mexicanen H 2 g cen Getal vaa de Spai- gniaerden die Mexico beleger- den. Sytrecken teveidt. Ha ere verdeelirt- C6fte% be- geeft fich op de Vloot. Ceder-bo men om JkxtMU iingo yooriijdtJ 60 LBoeck. Voyagie vanThomas Gage XIII. Cap. geen dienft konden doen 3 tot foo verre 3 dat hy , met twaelf Roey-barquen fijne vyanden foo veel , jae meer , overlaft ende ongelegentheyd aen-dede , alsderefte van fijn Leger, te Lande konde doen. Alle defe bereytfelen tot het belegh van Mexico foo te Waeter als te Lan- de, met meer dan hondert duyfent Indiaenen , boven de Spaigniaerden ende de twaelf Roey-barquen , wierden vervaerdight ende te famen gebraght in defe Stad van Te^cuco , het welcke genoeghfaem te kennen geeft , hoe groot en magfr- tigh defelve, in die tijden, was, zijnde fy bequaem, om alles, wat tot foo groote meenighte van Menfchen nodigh was , uy t te leveren. Oock leverde fy ons ftoffe genoegh om ons te onderhouden terwijlenwy op de groote wegh van Mexico Reyfden. Want* nae dat wy overleght hadden , hoe groot fy te vooren geweeft, ende hoe verre fy fich uytghebreydt hadde > foo waeren wy verwonderdt te fiett, dat fy niet dan een kleyn Gouvernement was , in het welcke ghe- woonlijck een Spaenfch Gouverneur , welcke men ten dien eynde uyt Spaignien fendt, fijne woonplaetfe houdt , wiens maght figh uytftreckt tot op de Grenfen van Tlaxcallan ende Guacocingo , als meede over het mee- fte ghedeelte van de Vlecken en Dorpen van de Vlackte , welcke , hoe- wel fy voor defen onder een Koningh ftonden , jeghenwoordigh alle te faemen, niet meer dan duyfeat Ducaten, voor den Gouverneur , konnen opbrengen. In Te^cuco felve zijn nu^niet meer dan honderdt Spaigniaerden , nevens, drie hondert ïndiaenen die daer woonen, wekkers rijckdommen beftaen in de Kruyden en Saladen die haere Tuynen uytle veren » en die fy daege- lijcksmet haere Canoarté Me-rcktfenden nae Mexico } . om aldaer gefletente werden. Sy trecken oock eenigh geldt van haere Ceder-boomen diefy daer mee- de, om tot de gebouwen te dienen, heenen voeren, doch die zijn door de Spaigniaerden feer geruïneert ghe worden , welcke veele van defelve vernielt hebben, om daer mede haere; prachtige en groote Huyfen te timmeren, tot foö Verre, dat alleen Corte^y 'doozPamphiliodeNarvaefo befchuldight wier- de, van feven duyfent Cederê balcken 3 in het timmeren van fijn Huysjverbefight te hebben. Voor defen waeren'er te Te^cuco Boomgaerden > in dewelcke meer dan duy- fent Ceder-boomen waeren, ftaende die rontomme defelve geplant, om tot een heggete dienen , en tot befchuttinge voor de winden 3 van die waeren fom- mige, hondert ende twintigh voeten hoogh, en twaelf dickj doehjegenwoor- digh en fietmerr niet meer danvijftigh Ceder-boomen in debefte ende aenfien- lijckfte Boomgaerden. Aen het eynde van die vlackte trocken wy óaorJlexicaicingo, dat meede inde voorighe tijden een groote Stadt was, doch nu zijn daer niet meer dan honden InwQonto a en daerYaftdaen^uaenaenwyteG«f^wc 3 het welcke eea ï. Boeck. *Door de spaenfcheWeft'Indïên. XIII. Cap. 6ï eenkleynj doch feer vermaeckelijck, Dorp is, ter oorfaecke van de aenge- | en S rote naeme fchaduwe der vrught-draegende Bomen 3 en van de uyrfteeckende Huy- t Ten, welcke de Inwoonders van Mexico , aldaer, tor haer vermaeck 3 hebben Guet ^ ca ^ doen bouwen i het is gelegen aen heteyndevandendijck, diefichvandaer, £ en * eer dwarfch door het Meer , tot omtrent twee ende een halve mijle van Mexico , ^ hoon tiytitreckt. Dor P' Op defe wijfe quaemen wy in die fchoone ende vermaerde Stadt op den K om ft e derden dagh van Ocloberhn het Jaer iijncn } vaeren. HET XIV. CAPITTEL. Befchrijvinghe van de groot e ende vermaerde Stadt van Mexico , oock hoe fy in voorige tijden was , en hoefy figh nu bevind, en voor al van haer en toeft andt in het Jaer HEt is mët een groote voor ende ömfightigheydgeweeft, datdeReli- Voorfi«h- gieufen ende de Jefuiten van Manilla ende van de Philippijnen , Huyfen tigheyd^ ende Tuynen omtrent Mexico hebben weten te verkrijgen , om aldaer der Gee- de Sendelingen ,, welcke jaerlijcks uyt Spaignien 5 nae die gedeelten des Wee- ftelijcken, reldts trecken , teontfangen. Want by aldien fy aldaer geene bequaeme pïaetiè om uyt te ruften von- den , en om haer te verfrirTchen van de moeyelijckheden van foo langhe Reyfe, en datmen haer aenftonts in de Kloofters vanMexico opfloot^ om de ftrengheydt van haere Ordren te betraghten % het is feecker , dat fy wel haeft leetwefen , van haer eerfte voorneemen , fouden hebben , en het fou- de niet dan met groote moeyte zijn dat dat fy vorder fouden willen trecken oirr noch een tweede Reyfe op de Züyd-Zee te waghen , en fy fouden liever weder »ae Spaignien willen keeren, of in eenigh gedeelte wan America verblijven» H 3 gelijck Vermaec- kelijckhe- den van het Huys St . Jacyn- tho. •Onder- icheyd omtrent hetvoed- felin£«- ropa en i4mtricit. 61 'I.Boeck. VoyagkvanThomasGage XIV. Cap. geli jck ick en vijf van mijne Gefellen heymeli jck deden , hoewel het in weerwil van onfen O verft e Calvo , foo wel als van die geene , die de forge voor onfe be- leydmgedaerheenen hadden gehad, was. r Daerom is het , op dat alle die geene die uyt Spaignien komen , om daer nae verder te Acapulco Scheep te gaen, en van daer nae de Philipp ijncn te vaeren , fouden de aen haereOrdre nodige ende betaemlijcke rufte ende ververfchinge konnen genieten , geduerende den tijdt die fy in America verblijven , en op dat die ^eene , die in de Stadt van Mexico woonen , en die altoos die geene die nae 4/L?overvaeren benijden, haer -den moet en luft niet fouden doen verliefen „ dat de Religieufen ende de Jefuiten , foodaenige vermaeckelijckeHuyfen voor haere Sendelingen hebben weten te verkrijgen, welcke niet ftaen onder de Overigheden van haereOrdre van Mexico , maer alleen onder de Provincialen van de Fhilippijnen , die aldaer haere Vicarifen fenden om de Religieufen te beftieren , ende die Huyfen te doen onderhouden. Dit Huys dan , St. fycyntho genaemt , behoordde aen die van deOrdi e van St.Dominicus, en wy, in het fel vegebraght zijnde, bleven aldaer vijf Maen- den , wekken tijdt geduerende , ons niets ontbrack van het geene tot onfe ver- friflchinge ende vermaeck konde dienen.? ibowel als om ons luft ende moet te geven , om noch een tweede Reyfe , over de Zee aen te vangen. DeTuynen die aen dit Huys behoordde n beiloegen omtrent vijfthienGeme- ten Lands, welcke verdeelt waeren in fchoone wandëlwegen , overfchaduwet zijnde van Citroenen ende Orangie-appelen Bomen , oock hadden wy aldaer groot en overvloet van Granaet-appelen en Dniy ven , nevens Armanas » Sapot- •m , Chico-fapettet , en vanalle andere vrughten die in Mexico ghevonden wor- den. De Kruyden , Saladen ende de Spaerifche Cardonfen welcke daegelijcks ver- koft wierden, braghten jaerlijcks een groot inkomen aen 5 want alle daeghen wierde eene vollaedene Karre daer van nae yiexico ter Merckt gefonden , niet in eenige getijden des Jaersj even als in Engeland ende in andere gedeelten vaaEuropa, maer altoos, en in alle de Saifoenen desfelven , zijnde de winter aldaer van de Somer niet onderfcheyden dan door den regen ende niet door de ftrengheyd der koude. Wy genoten dëfe vermaeckëlijckheden buytens Huys , en binnen het felve wierden wy onthaelt met alle leckernijen van Vleefcn ende Vifch , en daer wy ons het meefte over verwonderden , was degroote meetüghte van Confituren , en voor al van Conferven, welcke men voor ons bereydMtkLe; want gedue- rende den tijdt dat wy daer bleven foo braghtmen alle maendaegen des mor- gens 'aen een yder van ons, fes doofen met Quee-vleefch ende Conferven van andere vrughten , boven de Bifcuyten % om onfe maegen des uchtens ende geduerende den gantfchen dagh te verftercken , want wy bevonden dat het met onfe maegen aldaer geheel anders als in Spaignien gefteltwas, aengefien wy 'aldaer ende in de andere gedeelten van Furopa niet nodigh hadden tuflchen ge- hoon- ^ Ï.Boeck. c DoordefyaenfcheWeJï-Indïén. XIV. Cap. 63 woonlijcke Maeltijdcn te eeten, felve niet in vier ende twintighueren, nae datmen eens te degen goede ciere gemaeckt hadde. i Doch wy bevonden in Mtxica, ende in veele andere gedeelten van America, c r , dat twee a drie ueren, nae dat wy een goede Maeltijdgedaen hadden, inde uaa welcke men ons dn e a vier fchotelen van Schaepen , Offen , Kalft ende Gey ten- ÜT T- hadde voorgefet , onfe maeghe door fwackheyd ons fchéen te Men begeven ^ mm * % foodaemgh dat wy ons verplight vonden defelve te onderhouden, endetever- Itercken door een copje Chocolate, ofte door eenmont-volConferv ofte Bi- fcuy t , en daeronime gafinen ons defelve in foo groot een overvloet. Dit quammyvreemt voor, temeer om dat alle het Vleefch, uytgefondert dat van de Offen, my immers foo vet en voetfaem fcheen als dat van Europa , waeroyer, om de reden hier van te weten , ick my begaf by een Do&or inde Medicijnen, die, ommyuytdentwijffel, indewelcke ick was, tetrecken, Redenen- my antwoordde , dat , hoewel het Vleefch dat wy aeten , alfoo fchoon en goet daer van. m het ooghe fcheen, als dat van Spaignien, het doch evenwelfeer veer ver- fcheelde dat het Mve foo goeden voetfel niet en gaf, ais dat van Etmpa, ter oorfaecke dat de weyden hier veel drooger waeren, ende de verfriiïchinghe van het voor- jaer nier hebben , als die van Europa, het welcke dan oorfaecke is , ■■ dat het gras van defelve kort is , en feerdrae verwelckr. Ten tweeden , dat de Lucht-ftreecke ofte het Climaet van dit gedeelte des Aert-bodems de eygenfchap hadde van dingen van feer fchoonenuytterlijckea fchijn voort te brengen , maer dat het feer weynige ftoffe , tot voetfel bequaem * aen defelve gaf,- dar, evenalsmenfulcksbefpeurde in het Vleefch dat wy ae- ten > wy het felve oock fouden ondervinden in de vrughten , die allé feer fchoon aen het gefichte, ende feer aengenaem voor defmaeck waeren /maer weynigh kraght en voetfel in fich fel ven hadden, foo datmen uyt defelve de helfte niet trock van de Camuïfa'es van Spaignien ofte va» de Pippelingen van de Provintie vanKentinEngelandt. Gelijckmen daer door de uytterlijckefbhijn van het Vleefch ende de vruch- ten wort bedrogen , even alfoo gaet het daer merde Menfchen die aldaer ge- M boren ende opgevoet worden, die van buyten een feer fchoon gelaet betonen, r 6 " 1 " doch voor de refte van binnen vol bedrogh ende veynlïnge zijn. ™ Oock hebbe ick dickmaelen van de Spaigniaerden hooren feggen, dat dat het ma ' antwoort was dat wijlen onfe KoninginneElifabethgafaendiegeenediehaér Aerdigh eengefchenck yznAmericaenfche vrughten hadden gegeven ■> datfeeckerlijckin fe §§ en diePlaetfen, in dewelckefoodaenige vrughten groeyden, de Vrouwenlist- v r anc!e i vaerdighende wifpeltuerigh, ende de Mannen j;eveynft ende achterhoudende Ko r n i? in ^ moeiten zijn. netiiia*. Maer ick laete het onderfoecken, van de andere redenen-, welcke men over dit voorwerp foude konnen uytvinden, aen een ander, en ick falmy vernoe- gen te befchrij ven } het geene ick door ervaerentheyd ondervonden hebbe, te weten, Bedriege- lijcke Menfchen LI Voyagievan Thomas Gage X V. C a p* Situatie van Mest- 'da. sn , ï datmen weynigh kraght vindt , in de gtoote verfcheydenheydt der Spiifen, met dewelcke men in die Landen gevoedt wordt, als alwaer onie • maeeen geftaedigh nae het eene ofte het andere voedtfel verknglïden, omia kraght te blijven ende niet te verflauwen. „■ r Z j Daerommewashetoock, datmen ons foo veele Conferven , endeanaere leckernyen gaf, en men weygerdde ons geene geiegentheydtomin de Stadt van Mexico te gaeu wandelen, die niet meer dan eene mijle van onsüuys gelegen was. IJ , , • '' SM was een feer groot vermaeck voor ons als wy des morgens daer van daen gingen , ende den gantfchen dagh in de Stadt door-braghten , gaende^des Svondts weder daer u vc , wandelende geduerigh onder Steene Boogen , welcke eeneWaeter-leydinge, van drie mijlen langh, onderftutten , die het Waeter van Chapultepec , tot in de Stad van Mexico brenght , welcke ick hier nu wil gaeti befchrii ven , en daeromme bidde ick den Lefer , in het goede te willen nemen, het geene ick in vijf Maenden tijdrs van mijn verblijf aldaer vernomen heobe é foo van den ftaet in dewelcke fyfich in voorige tijden bevondt, alsvanhaeren hedensdaeghfchen toeftandt. . .. , De Stadt is by nae opdefelvewijfe gelegen als Venetien, en daer is anders geen onderfcheydt dan dat Venetien op de Zeeende Me*tco op een Meer ge- bouwt is, het welcke wél maer een Meer fchijnt te wefen , hoewel er m der., daedt twee zijn , van dewelcke het eene een ftil-ftaende en onbewogen Wae- ter voerdt, en het andere heeft -fijn ftroorn ende weder-itroom , al naerdat de windt komt te waeyeru HET. XV,. CAPITTEL. Befchrijvmge van het Meer van Mexico, en van de ver- fcheydene JVaeterenuyt dewelcke het felve befiaet , nevens andere aenmerckens-waerdige omftandigheden daer tot ^behoor ende. f . . T T Et gedeelte van het Meer, dat ftïïleis, beftaet uyt een foet waeter, Befchr*j- Li dat b equaem en a e goedtom te drincken zijnde , een groote meenighce ■vitóevan J_ JlkleyneViffchenuytlevert, maerdatgeene, het welcke ftroomr ende van nek ende her-ftroomt , isbitter-aghtigh-foudt, en leverdt gantfch geene Vifichen, C0 ' ' 't fykleyne 't fy groote, uyt. . Het foute Meer behelft feven mijlen in de lenghte , en oock foo veele inde breedte, en heef: meer dan twee entfé twinrigh mijlen in den omganck, het foete Meer is al immer foo groot , fdodaenïgh dat het geheele Lack meer dari vijfcjgh mijlen, in het ronde, groot ïs. I.Boeck. T>oor de $ paenfth e Weft -Indien. XV. Cap. 6$ De Spaigniaerden gevoelen feer verfcheydentlijck wegens defe foete ende Deffelfs foute Waetercn, en wegens haeren oorfpronck. Sommige meenen dat fy oor- maer uyt eene Bronne fpruvten , dewelcke op-borreldt uyt een groot ende fpronck. hoogh geberghte , aen het Zuydt- wetten in het gefighte van Mexico gelegen , en dat dat gedeelte van het Meer , het welcke fout is , die hoedaenig- heydt bekomt door de grondt ofte de aerde , die onder het waeter is , welcke fout foude zijn. Doch of die meeninge vaïfch ofte waeraghtïgh fy , fooishetdochfeecker, Soutdaex ende rek kan betuygen 3 door dien ick dat dickmaelen by ondervindinge befpeurt uyt ge- hebbe , datmen alle daegen veel Sout uyt het fel ve maeckt, het welcke in de an- maeckt. dere gedeelten vaa de Provincie verhandeldt wordt, jae felve tot inde Philip- pijnen toe , alwaer jaerlijcks veel nae toe werdt gevoerdr. Sommige andere feggen dat dit Meer fijnen oorfpronck uyt twee Bron- nen heeft , dat het foete waeter uyt dat geberghte fpruyt , datmen in het Zuydt-weften van Mexico fiet , en'dat het foute waeter uyt feeckere feer hooge Bergen komt, die in het Noordt-weften leggen ,• doch fy en geven gantfeh geene redenen van de foutigheydt des waeters y ten fy dan de bewe- ginge die het heeft door het heenen ende weder-ftroomen y dewelcke niet gefchiedende nae de gewoonte van Ebbe ende Vloedt , even als in de Zee , maer alleenlijck door het waeyen der winden, die dit Meer dickmaelen foo hevigh bewegen en beftormen , als de Zee felve » ende alfoo een foute hoedae- nigheydt in die waeteren fouden brengen. Doch als dit waer was y waerom- me fouden die winden niet defelve uytwerekinge in het iöete waeter voort- brengen? foo geloove ick dan veel eer, foohetfpodaenighis, dathetfoute waeter uyt een andere Bronne dan het foete fijnen oorfprongh heeft, dat het fijne filtigheydt ontfanght, door fommige mineraele ende foute landt-ftreec- ; ken, welcke men in de geberghten vindt y dwarfch door de welcke defe wae- teren komen af-vlieten, ende het foudt y dat fy in haeren door-loop hebben doenfmelten, medelleepen. Want ick hebbe defelve faecke by ondervindinge in de Provincie van Gttati- Sranden- mala gefien , in dewelcke , dighteby feeckere Stadt, Amatitlan genaemt, een deBergh Meer is dat niet t'eenemael foet , maer foutaghtigh is, het welcke uyt feeckeren in Guati* Vulcanm ofte brandende Bergh fpruyt , wekkers vyer ontftaet uyt de Swaevel- mala ' mijnen die daer in zijn , uyt dewelcke oock , dighte by defelve Stadt y drie a vier ïbnteynen van feer heet waeter ftroomen 3 Waer in fich feer veele Perfonen ko- men baeden , hebbende die Baeden de naem ende aghtinge verkregen , dat fy Wa feer gefondt zijn voor Lieden die fwaevelaghtige Baeden van nooden hebben, Baeden komende defe Fonteynen door een Swaevel-mijne vlieten, en des niet te min t j eaa dat'er meer dan thien maelen hondert duyfent Indiaenen omgekomen waeren , in een werek , dat de Spaigniaerden hadden doen maeeken , om het waeter van het Meer van de Stadtaf te leydera , maeckende eenwegh dwarfeh door hetgebergh- te, op dat het waeter, daer fijnen loop doorneemende , defelve vry_ voor het overvloeyen van het Meer foude zijn, eabyfonderlijck, omdat in het jaer K534. het water foo hoogh vloeyde , dat het [het grootfte gedeelte van de Stadt verdorf , en felve tot in de Kercken , die op de hooghfte plaetfen ghebouwdt waeren , quam , tot foo verre, dat de Inwoonders, fich van haere Canoa: moeften bedienen, om van heteeneHuysinhet andere te ko- \an Mexico Het grootfte gedeelte van de Indianen, die ront om het Meer woonden » van de wierden te wereke gheftelt , om fich tegens dit Element te fetten , het welc- Stadtaf- ke verre de meefte Vlecken ende Dorpen, die aldaer gelegen waeren, inde geleyd. grond hielp , en by middelvan defen fwaeren arbeyd is dit Meer nu wat van de Wreet- heyd der Spaigni- aerden «werde Indianen %iks^ r^sr ^JT^l I.Boeck. Tïoor de SpamftheWefl-Indïén. XV. Gap. 67 de Stadten haere Huyfen verwijdert , neemende het fijnen loop door een ande- hoewel men geloofde dat fuicks niet' lange foude dueren » maer en wegh re. flch weder nae de Stadt van Mexico begeven. HET XVI, CA PIT TEL. Befchrijvinge van het Taleys van Montezuma , vanjijne Waf enen , Meubilen, Vrouwen, Bediende ende haere verjfcheydene^Ampten, veele foorten van gedierten door hem onderhouden , Jijne Tuynen , Maga fijnen ende andere byfonderheden. MEn gelooft dat, doen CoYte^ 3 voor de eerftemael, in de Stadt yan Mexi- co quam , daer wel taghtigh duyfent Huyfen in waeren . Het Paleys van Monte%umav/as feer groot en heerlijck , het wierde in de Indiaenfche Taele Tepae genaemt > en inriet fel ve waren twintigh Poor- ten , die op de ftraeten der Stadt uy tquaemen. Daer waren oock drie groote opene plaetfen , en een feer fchoone Fonteyne in het midden van de Saelen 3 en hondert Kamers van drie ende twintig ende der- tigh voeten langh, hondert Baeden ende Badt-ftoven, en hoewel in alle defe wercken geenefpijckers waeren * foo lieten fy daeromme niet nae 3 fterck s fte- vigh en wel gefloten te zijn. De mueren waren van Metzel-werck > met Marber s Jafpïs > en met een an- dere flagh van fwarte 'Steen , die roode aeders hadde 3 van Couleur even als de Rubijnen , bekleedt , het welcke een feer fchoone glans van fich gaf. De Solders, van plancken gemaeckt zijnde > Waren cierlijck verdeeltende befchoten met Cedere, Cypreffe ende Dennen-houte deelen,- de Kameren wae- ï?en behangen met Tapijten, fommigevanCatoen s andere van Conijnen-hair of van Veeren , of de mueren vandefelve waren befchildert. Men fagh 'in het geheele Paleys > niet dan de Bedden , dat met defe groote Magnificentie niet over-een-quam , want fy waren niet veel byfonders en fooda- nigh als de rijckfte Indianen die noch heden gebruycken; want het waren niet dan Deeckens over matten uytgefpreyd , ofwel oock oyerHoy, enfomtijdts oock wel Deeckens alleen, In dat Paleys woonden duyfent VröüWen/elve feggen eenige dat'er drie duy- fent waren , alsmen de juffrouwen , Dienft-maeghden ende Slavinnen te famen reeckendej doch het meefte gedeelte beftont uyt de Dochteren vandevoor- «aemfte Indianen , van de welcke M ontequma die geene 5 welcke hem het mee- fte behaeghden 3 voor fich fel ven nam , gevende de andere aen de v©ornaemüe Edelluyden die hem dienden. Ij De Befchrij- vinge van het oude Mexico, Paleys des Konings. Praghtig- heyt van het felve, Indiaen- fche Bed» den. Worden opgeflo- ten. Ander Pa- leys. Vijvers voor Vo- gekn. Meenighte ■van de- fel ve* Derde Pa- leys. Befchrii- vingedaer ■van. Barbari- fche Ou- ders. koof- 68 I. Boêgk. Voyagie van Thomas Gage XVI. Ca p. De Spaigniaerdenfeggendathy op eenetijdtegelijckhondert ende vijftigb fwangere Vrouwen hadde, die gemeenlijck door af-drijvende drancken, hare vrught verdierven , om dat fy witten dat d'efélve geene Erf-genaemen van de Kroone konden zijn; oockwaren'er veel oude Wijven, om defe Vrouwen te bewaren , en het was aen geen Man ge-oorloft haer te fïen. Behalven defe Te/w /het welcke een Paleys beduydt , hadde Mtmtespt- ma, in de Stadt van Mexico, noch een ander Huys, in het welcke veele fchoone vertrecken, en aenghenaeme ende ghemackelijcke Galerijen}, op Pilaeren van Jafpis ghebouwdt ;, waeren , hebbende die haer uytficht op een fchoonen Tuyn > in dewelcke ten miniten twaelf Vijvers waeren, fom- mighe met fout waeter , voor het Zee-gevogelte gevult , en andere met foetw T aeter voor de Rivier ende Meer- vogels , hebbende yder Vijver fijne Sluyfen, om die af te tappen, ende te laeten vol loopen. > wanneermen fulcks, tot het onderhouden der fuyverheyd van der Vogelen Vederen noo- dïgh oordeelde , werdende defelve door de ververfchinge van het waeter meeft onderhouden. Diei Voghelen waeren'er in foo groote meenighte, dat de Vijvers defelve nauwlijcks bergen konden, oock faghmen'er foo veelderhandeflagh, en die alle foo verfcheyden van Vederen, dat de Spaigniaerden defelve, voor het meeite gedeelte , niet kondertbekennen > hebbende noyt diergelijcke , op an- dere plaetfen , gefien. Daer waren meer dan drie hondert Perfoonen,die niet deden dan op dit Huys te paffen , hebbende fy een ygelijck yets omtrent defe Vogelen te verrighten ? eenige droegen forge om de Vijvers fchoon te houden, anderen moeften de Vüch vangen die men haer te eetengaf, de derde gaven aen andere Vogelen weder VI eefch , en aen een yder foortegafmen defelve fpijfe die fy in het Veld 3 Zee ofte Rivieren , waren gewoon te nuttigen. Oock hielden fommige hare Vederen fchoon , andere droegen forge voor ha- re Eyeren , en fetten haer te broeyen , doch haer voornaemfte werck was, de- felve , op haer tijd 3 te plucken , en die Vederen te bewaren , want men maeek- te van defelve koftelijcke Deeckens, Taepijten , Bouquetten van Pluymen , en veele andere wercken , met Goud en Silver gemenght. Noch hadde Montequma, in de Stadt van Mexico, een derde Huys, alleen voor Vogelen die van deirroof leven. In dat Huys waren veele hooge Kameren in dewelcke men Dwergen ge- bochelde ende diergelijcke mismaeckte Menfchen onderhielt , foo Mannen als Vrouwen , out of jongh , oock waren'er die geene die wit gebooren wierden , het welcke aldaer feer felden gebeurde ; men vond felve Ouders die hare Kin- deren lam of kreupel floeghen, of haer, foo als fyeerft gebooren wierden 3 mismaeckten,op dat fy in des Koninghs Huys moghten gebraght worden, en al- daer fijne heerlijckheyd, door hare mismaecktheydt, doen uytblincken. Inde benede Kameren van dat Huys waeren de Vogelen die van den roofV leven 3 m Ti© Vogelen, Wild Ge: dierte. Slangen Agediflejv I.Boeck. *Door de S'p aenfch e Weft -Indien. XV.Cap. 6 9 leven , zijnde fy opgefloten in verfcheydene Koyen , een yder nae fijnen aert , gelijck als Valeken , Sperwers , Havicken , ende andere diergelijcke Vogelen , en alleen onder de Valeken ende de Sperwers , waren meer dan twaelfderhan- de verfcheydene foorten . Behalven drie honden Perfoonen , diein dat Huvs dienden, wareneer noch ten minften duyfent Valckeniers ende Jagers, aen dewelcke men alle dagen vijf hondertKalck-hoenen, tot hare fpijfe, gaf. De Jagers wierden daer onderhouden, om darmen, in de Kelders van het felve Huys , wilde Beeften , in groote houte Kotten , bewaerdde, onderde welcke waren Leeuwen , Tygers, Beeren, ende Wolven. In het korte daer was allerhande ilagh van vier-voetigh Gedierte , op dat Monte^uma foude konnen feggen dat hem niets in frjn Huys ontbrack , en men voedde defelve dageiijeks metKakk-hoenen, DaiTen, Honden endedierge- lijcke Dieren. Noch faghmen in een andere Kelder , groote aerde Vaten, fommige met waeter ende andere met aerde gevult , in dewelcke Slanghen foo dick als een Mansdghyewaeren, oock Adderen, Crocodillen, die fy Caymam noemen van de lenghte van twintigh voeten, behalven veelaerhande foorten van Age- diffen, ende andere Gedierten, diemen foo in het Water als op het Landt vind. Sy voedden die Slangen ende de andere venijnige Gedierten met het bloedt van de Menfchen diemen ge-offert hadde ; andere feggen datmen haer Men- fchen-vleefch te eeten gaf, van het welcke de groote AgedifTen ende de Gay- mannen veele houden. Doch het geene eenaf-fchuwelijckfchouw-fpelwas, was het fien van het werek, dat defe Dienaers , omtrent die Beeften, pleeghden s het uytgeftor- te en als Ys beftremde bloet op de vloeren van defe Kelders, die benaeuwder lught van haer gaven dan de plaetfen in dewelcke de Vleefch-houwers haere Beeften zijn gewoon te fJaghten5 het hooren van het Brullen der Leeuwen, van bet blaefen der Slanghen ende Adderen, het geduerigh huylen der Bee- ren, Tygerenende Wolven,, wanneer fy honger hadden, en daer door hare fpijfe eyfchlten.. Het was niettemin in defe plaetfe , welcke , geduerende de naght , eerr Hel- le fcheen te zij n-, foo wel als een woonplaetfe der Duy velen , daer defen Hey- denfehen Vorft fijne Godtvrughtigheydpleeghde, endagelijcks fijne gebeden voor fijne Goden ginck ftorten.. Want niet verre van defe laetfte Kelder, was noch een andere y diehon- dert ende vijftigh voeten langh , ende dertigh breedt was, in defelve was eene Capelle, wekkers verwelfiel met Goud ende Süver lof- werekbedeckt was , verciert- zijnde met een groot getal van Peerlen ende koftelijcfce Ge- fteenten, als Agaten, Cornalijnen, Èmerauden, Rubijnen, ende verfchey- dene andere Juwelen. I l Dit Voyagie vanThomas Gage XV I . Cä p. Magazijn desko- ïiincks. Vergiftlgh Geweer. Swaerden vanHoudt ende Steen. Wohder- lijcke Lijm. Beelden van Bloe- men ende Kruyden gemaeckt. Landt» huyfendes Konincks, Ditwasdeplaetfeindewelcke Mmteytma altoos , geduerende de nacht, fijne Gebeden Hortte , oock gaf hem aldaer de Duyvel fijne antwoorden , weleke waerdigh waeren om uytgefproocken te worden , ondef het verfchric- kelijck gehuyl van foo veele affchouwlijcke Beeften , weleke , te dier'plaetfe, eene waeraghtige vertooninge van de Helle af-beelden. Noch hadde hy fijn Oorloghs-Magazijn, het weleke verfien was met een ongeloovelijck getal van Wapenendaer fy fich in den Krijgh van bedienen , ge- lijck als Bogen , Pijlen , Slingers , Piecken, Schichten, Moord-haemers , Schil- den ende Rondafien die van houdt , en met verguldt Leder overdeckti waeren. Het houdt, van het weleke fy . haere Waepenen ende Schilden maeckten, was feer hardt , en fy voeghden aen het eynde van haere Pijlen een kleyn punr- aghtigh fmekjen, van eenfeer harde Key-fteen, ofwel yets van een graetvatt een Vifch Libofii genaemt , weleke foo vergiftigh was , dat , foo ymandt daer door gequetft was , ende maer het minfte ftuck jen daer van in het Lijf behielde, de Wonde daer door als ongeneeffelijck wierde. Haere Degens ende Swaerden waeren van hout, en. het fcherpe daer van van Key-fteen, weleke aen het houdt gevoeght was ; hier mede door-korven fy de Piecken , en hackten het hooft van een Paert , met eenen flagh , af, oock , hoewel het onmogelijck ende ongelovelijck fchijnt, verbraeckenfyhetXfer door defelve. Defe Key-fteenen waeren aen het Houdt door feecker Lijm geheght, die van een wortel , Zacolt genaemt , gemaeckt wierde , als mede van Tuxalli , het weleke een foorte van grof Sant is , van het weleke fy een menghfel maeck- ten , datfy met het Bloedt van Vledermuyfen ende andere diergelijcke Dieren •kneedden', en dat maeckte foo heghte ende vafthoudende Lijm, dat die by nac noy tlos gingh , als fy eens welge voeght was. Doch het is een feer verwonderens-waerdige faecketehooren, hoe veele Huyfen'hy * boven de voór-verhaelde , hadde , en dat alleen tot fijn vermaeck, ende om fich daer te gaen verluftigen , weleke door Tuynen , die met Medici- nale"kruyden , bloemen ende vrugbtdraegendeBoomen , bepootende befäeydt waeren , waeren verdere Onder andere was'er een ' 3 in dewekke meer dan duyfent Perfonen waeren, kohftelijck van bloemen endeblaederen gemaeckt, - ende Monte^uma die hadde verboden, dat'er gantfeh geene pottagie-krüyden , weleke men op de Merckt foude konnen verkopen , in gefaeydt fouden werden, omdat, feydehy, het ^en Koningen ende Prïncen ön'betaemelijck was, onder haer vermaeck eenige dingen, van dewelcke men profijt kondetrecken, te hebben, zijnde fulcks hét werek van Kooplüyden. Hf hadde evenwel Boömgaerden bu-y ten-de Stadt , die met vrught-boomen beplant waeren , oock hadde 'hy Huyfen van vermaeck , in deBofïchen , die met warer orriringht waeren > ende verciert met Fonteynen } Graghten ende I. Boeck. 'Door de SpaenfcheWeft-Indïên. XVI. Ca p. 71 ende Vyvers met allerhande flagh van Vifichen vervult ; oock waeren'er Bof- Haeren fchen vol van Herten, Daffen, Haefen, Voffen, Wolven en diergelijck Ge- toeftel. dierte ; hier ginck hy fomwijlen fijn vermaeck nemen , nevens de voornaemfte Heeren van Mexico. Hy hadde foo groote meenighte van dat flagh van Htiy- Waran- fen , dat'er weynigh Koningen op den Aert-bodem zijn die'er foo veele den met hebben. Wildt. Sijne gewoonlijckeLijf : waghtbeftontuytfeshondertEdelluyden, welcke yder drie a vier Dienaeren hadden , jae , die van de fommige , waren , nae haren pH- ftaet, noch in grooter getal, foodaenigh dat'er altoos drie duyfent Mannen wa g'. lt: ° es waeren die fijn Hof volghden i aen het w elcke men haer ipijfde , met het eeten Konin g hs ° dat van fijne Taefel quam. Ten dien tijde waeren in het Rijckdrie-duyfent Heeren, die over Steden te Machtvan ghebieden , ende yder verfcheydene Vaflaelen hadden, welcke haere hetRijcke Landen van haer te Lheen hielden > maer boven die waeren'er noch der- yanAiexJ- tigh, die yder wel een Leger van hondert-duyfent Koppen konden op debeen C o. brengen. Alle die Heeren quaemen voor een gedeelte van het Jaer binnende Stadt Waertoe van Mexico woonen, oock dorften fy , buyten de toelaetinge des Keyfers, deGroo- uyt defelve niet vertrecken, felfs moefren fy , op haer vertreck, eene van tenver- haere Kinderen ofte Broeders, tot onderpandt van haere trouwe 3 laeten, en phght daeromme , waren fy genootfaeckt om yder een Huys binnen Mexico hebben 3 waeren. het welcke het Hof van Monte^üma feeraenfienlijckmaeckte. Daer en boven fchoot hy geen Geldt uyt voor het bouwen ende onderhou- , den van alle fijne Huyfen ende ende Paleyfen, want daer waeren feeckere Ste- K ° e . ^ s , den , welcke in plaetfe van een geftelde Schattinge , gelijck de andere deden , H °"f" § iS op te brengen, verplight waeren , fijne Huyfen te bouwen ende te repareren , oe bouwt en dat op haere eygene koften , en voor haer Geldt , ende tot dien eynde alle eude on- de noodige werek- lieden op te leveren , welcke op haere Ruggen ofte op Slee- derhou- den, de Steenen, Kalck, Houdt, Waeter ende de vordere nodige materi- den wier* aelen aenbraghten. den. Noch moeften fy alle het brant-hout, dat aen het Hof van noden was be- % tiin j* fchicken, het welcke daegelijcks vijf hondertMans-draghten, enfomtijdts j lout v " in de Winter, noch meer beliep. hetPa- Maer fy braghten, om Vuer in de Schoorfteenen van hetPaleysvanden i eYS . Keyfer te maecken , niet dan Baften van Eycken-bomen, welcke men hoogh achtede, om dat fy een fchoonder ende helderder vlamme van haer gaeven dan het Hout felve. Daer waeren oock in de Stadt van Mexico drie foorten van Straeten welcke D n VerIey feer breedt ende fchoon waeren , de eerfte foorte beftondt uyt Waeter-gragh- straeten ten die met B ruggen beleght waeren , de tweede waren op de Aerde ofte vafte i n uexict. Grondt, ende van de derde foorte was de eene helft vaft Landt, over het welcke men gaen koude , ende de andere beftondt uyt Waeter , ten dienfte der Scbüy- ten Water- leydïnge 'tot den dranck. I. B o e c k . Voyagie van Thomas Gage X V ï. C a p. ten ende Canoat > welcke de leef-toght in de Stadt braghten. Het meefte gedeelte der Huyfen hadde twee poorten ofte uytgangen , de eene aen de landt-fijde ende de andere aen de water-kandt , en aldaer begaevea fyhaerfcheep, om te vaeren ter plaetfe daer fy wefen wilden. Doch hoewel dit waeter foo naeby de Huyfen is , om dat het doch evenwel nietgoedtisomtedrincken, foo heeftmenfoet Waeter binnen Mexico, door pijpen ende waeter-leydingen doen komen, en datvaneenPlaetfedie Cha- ■pultepeck, genaemt wordt, zijnde defelve drie mijlen van de Stadt gelegen; dit waeter fpruyt uyt leecker geberghte , aen de voet van het wel cke twee beelden ofte ftatuen van fteen gemaeckt ftonden, het eene van defelve ver- beelde Monteyima ,, ende het andere fijn Vaeder Axiaca. Noch op heden doetmen het waeter van die plaetfe in de Stadt komen , door twee pijpen ofte buyfen die op bogen van g'ebackene fteenen ruften , welcke brughs-gewijfe gemaeckt zijn, en wanneer een van die buyfen vervuyldt is, doetmen alle het waeter door de andere loopen , tot'er tijdt toe dat die weder is fchoon gemaeckt. Die Fonteyne verforght de gantfche Stadt van waeter , ende de waeter- draegers gaen het felve Ianghs de ftraeten verkopen, fommige veylenhetin' vaetkens ende oxhoofden, ende andere in aerde kruycken ofte ledere facken, welcke fy op Muylen ofte Efels laeden. HET XVII. CAPITTEL. Oorfyronck van den naem ende de antiquiteiten van Mexico; Af-komfte van de Grondtleggers daer van , met eene ver- korte verhaelinge van de Koningen van du Stadt tot of Montezuma. Kaems- oorfpvonk van de Stadt Mexico. W Anneer de Spaigniaerden fïch meefter van die Stadt maeckten, was fy in twee groote Straeten verdeeldt, van dewelcke de eene Tlaxcu/co, het welcke een kleynEylandtgefeght is, genaemt was, ende de andere Mexico , dat een Fonteyne of Bron in de Indiaenfche Taele be- duydt , en door dien des Koaincks Paleys aldaer gelegen was , foo wierde eyn- delijck de gantfche Stadt Mexico genaemt. Oude Doch de outfte naem van defelve was Tenuchtitlan, het welcke een vrught naem van uyt een fteen voortkomende beteeckent , zijnde die naem te faemen geftelt uyt defelve. i 1Ê t woordeken Tetl, dat een fteen gefeght is,, enhetwoordt Neughtli, het welcke een feer fchoone vrught is > die de Spaigniaerden, door gantfch America, Tunas noemen, ende de Boom, die defelve voortbrenght,- Nofal. De I. BoECK. *Door JèfyaenfchetPefl-ïndiën. XVII. Cap. 7 j De eerfte fundamenten van defe Stadt wierden dighte by een grooten Steên'ofte Rotfe, midden in het Meer leggende, geleght , en aen de voet van de Rotfe was een van defe Nepal Boomen , daer van daen is het ge- Jkömên dat de Stadt van Mexico eene van die Boomen, uyt een Rotfe fpruytende, in haer Waepen voerdt, volgens de eerfte naem 'van die Stade l emtghtitlan . Ëenighe andere feggen dat fy haeren naem voerdt van haeren. eerden Grondt-legger _ Jenugb ghenaemt ; middelfte Soon van lyacmixcoaü , wiens Kinderen ende Naekomelingen de eerfte waeren die de gheheele ftreecke van America bewoonden , welcke nu Nieuw- Spaignien werdt genaemt. Andere weder houden ftaende dat de naem van de Stadt van Mexico een veel ouder oorfpronck heeft, te weten van de Mexiti, die de eerfte Stigh- ters.daer van fouden zijn geweeftj want noch tot op defen huydigen dagh , werdendelndiaenen, die in eene van de Straeten van defelve woonen, Me- xïca genaemj, > hebbende defe Mexüi den naem van haeren voornaemften Af- Godt Mexiki ontfangea, welcke fv alfoo grootte eere aendeden als aen Vit- ^ilopacbtli , die haeren Krijghs-Godt was. Doch het gevoelen, het welcke onder de Spaigniaerden v?6or het geloof- waerdighfte werdt aengenomen, is dat de Mexicanen eerft in Nieuw-Gali- cien woonden, vanwaerfy, in hetJaeronsHeeren72o.eenin-valdeeden, ende fich in verfcheydene Plaetfen uytbreydden > tot inhet Jaervan 920. als wanneer fy onder haeren O verften Mexi defe Stadt bouden , die fy om fijnent wille. tyexico noemden. Sy waeren in feven Stammen ofte Geflaghten verdeeldt , die fich lange door de voornaemfte ende de aenfienlijckfte onder haer lieten regeren, tot dat de maghtighfte van die Stammen , welcke Navatalcas genaemt was, een Koningh verkoos, aen dewelcke fy fich alle onderwierpen. . De eerfte Koningh, die op die wijfe verkooren wierde , was Vit\ilvvitli genaemt, de tweede Acanofit^li 3 dederde Chinalpapocar , de vierde I^cho- aldt, devijföe Monte^uma de eerfte, defefde Acacia, de fevende Axijacay de aghfte Ant^lol , de negende Monte^uma de tweede , welcke regeerde ten tijde dat Corte^ daer quam , de tiende Quahutimoc , die de Stadt van Mexico verloor, en door dewelcke het Rijck een eynde nam. . I.ïcboaldtwas de geluckighfte van alle de{s Koningen, als die door fijnen Neve Tlacaelkc alle de andere fes Stammen fich onderwierp , ende aen de KoningenTan Mexico dede onderdaenigh wefen. Nae de doodt van I^choaldt verkoren de Keur-vorften , . die ten getaele van fes waeren, Tlacacllec tot haeren Koningh, als hebbende fijne deughtende kloeckmoedigheydt alvede beproeft, maer hy weygerdedie waerdigheydt feer edelmoedelijck, feggende dat het nutter en voordeeliger voor het gemeene- hefte foude zijn datrrïen eee ander dan hem verkoos, dat, watherribelanghde K hy Waepea van Mexi- co. Verfchey- dene ge- voelens over des naems oor- fpronck. Het ge- meene gei voelen daer over. Opteliia* ge van haere Ko- ningen. Edelmoe- dige daedt vanT/d- caellec. •&■> 1 74 I.Boeck. Voyagie vanThomas Gage XVIILCap* hy altoos foude vaerdigh zijn om uyt te voeren het geenetothetwel-wefen van den Staet foude ftrecken , endathy, fchoon hy geen Koningh was , niet foude naelaeten voor het Gemeene^befte te arbeyden , foo als hy altoos ghe- daen hadde > foodaenigh datzy, op fijne weygeringhe, Monte^uma verko- Monte\uma gevangen en Qualpa- pocagz- ftrafr. Strijd van ï a 3 da- gen. raecktel- lendigii aenfijn eyndc» Hiftori- fche aen- HET XVIII. CAPITTEL. Verkort Hijforifch verhaelvan het innemen van Mexico door de Spaigniaerden* DE twee Iaetfte Koningen waeren de ongeluckighfte van defe Natie , te weten Monte^uma de tweede ende Quahutimoc , die beyde door Corte% overwonnen zijn 3 welcke hionte^uma in fijn Paleys gevanghen nam , waer uyt hy hem met lift in fijn Huyslockte, alwaer hy hem de boeyen aen de handen floot, ende alfoo behielt tor dat hy Qualpapoca hadde doen reghten, die Heere van wahutlan , darmen jegenwoordigh^/werw noemt, was, ende levendigh verbrant wierde , om dat hy neghen Spaigniaerden ghedoodt hadde. Doch de gevanckeniflè van dien Keyfer j dede allede Mexicanen, tegens Cme% endede Spaigniaerden op-ftaen, tegens dewelcke zy , twee of drie daeghen langh geduerende 3 kloeckmoedehjcken ftreden, dreygendeallé dé Spaigniaerden wreedelijcken te doen fterven, foo fyhaerhaeren Keyfer riiet weder-Ieverden. Dit werckte foo veel uyt dat C&rte$ Monte^uma badt , op het hooghfte van het Huys , dat de Indianen ruwelijck met fteenen beftormden , te willen klimmen, om fijne Onderdaenen te gebieden , dat fy fich geruft fouden hou- den ,, het welcke hy deede » doch , foo als hy fich op de muer voor over hadde geboghen, ende tot haer begonde te fpreecken, wierpen fy foo veele ftee- nen foo van de ftraet als van het bovenfte der Huyfen , dat'er onder andere eene hem foo fwaerlijck in den flagh fijns Hoodfs trof, dat hy dood ter aerden neder- viel, eyndighende fijn leven door de handt van fijne eygene Onderdaenen, hoewel tegens haeren wille, in het midden van fijne Hooft-ftadt, en onder de maght van eene vremde Natie. De Indiaenen fegghen dat^hy van het Edelfte Huys van gheheel fijne Stamme was j ende de Magnifijckften der Koninghen die voor hem geweeft waeren. Hier uyt kanmen aenmercken* dat, wanneer de Rijdeen op het mee- fte bloeyen, fy dan het naefte zijn, omofte grondetegaen, ofteyanHeere je I. Boeck. Woorde$]>aenfcheWeftJndim>YNlll. Cap. 7^ te veranderen , gelijck blijekt door defe gefchiedeniffe van Monte^uma , wiens pierkingej glorie en heerlijckheyd het verderf van fijne Stadt ende haerelmvoonders voor- Sy verkqfen » nae de dood van Monte^uma , Quahuthnoc tot haeren Koningh , Qpahuti- ende fy volharden het Huys van Ccrte^ met foodaenighen gheweldtte be- wocwerd ftormen, datfyhemdwonghen, nevens alle de Spaigniaerden, uyt Mexico te totKo- Ylughten. ninghge- Als defe dan nu geweecken waren , foo verfterekten fy fich weder te Tlaxcal- kofen « ion 3 ende hebbende feftien, ofte , foo andere feggen, achtien , Roey-barquen DeSpaen- doenmaecken, om fich van defelve op het Meer te bedienen, foo belegerden f cne vlug- £y Mexico korts daeraen weder , foo wel te Water als te Lande, tot foo verre ten uyt dat de Inwoonders in foodanigh gebreck van leef t-toght ende mond-koften ver- Mexico ' vielen, dat fy ten foo grooten getaele van honger en fieckte ftierven , foo dat de Belegeren Huyfen vol doode Ücchaemen lagen,ftapelende fy van defelve de eene op de an- het weder- dere^, om den ellendighênltaetj totdeweicke fy haergebraghtfagen, tever- om. bergen. Doch, hoewel fy hetPaleys van haeren Koningh Quahutimoc faeghen ïn Brengen lightenvlamme fraen, en dat het meefte gedeelte van ha ere Stadt verbrandt het in ende in afle gekght was, foo befchermden fy doch haer evenwel, haer de denuyt- eene ftraet voor de andere, ende alle de pJaetfen, uyt dewelcke fy eenighe terften fegenweer konden doen , bedifputerende j doch de Spaigniaerden , hebbende noot. eyndelijck, nae veele bloedige geveghten , die foo te Water als te Lande Herdnee- voorvielen, de Merckt-plaetfe ingenomen, foo welals het grootfte gedeelte kigheyd van de Stadt, vonden en Huyfen enGraghten vervult met groote ftapelen der In- van doode Licchaemen, zijnde die geene, die noch in het leven waren, en woonden;, die alle foorte van voedtfel, felve tot de baftenderBoomentoe, hadden ge- geten, foo bleeck ende ongedaen, datheteenfeerdeerlijckefaeckewasfulcks Defperaet teäenfchouwen. voorne- Hoewel fy foo fwack ende mager waren , datmen met reden moghte feggen , men. dat maer alleen het Herte in haer leefde, foo lieten fydaeromme niet nae, de aenbiedingen, welckeCör^, nae dat hy haer tot de overgaevegefommeert hadde, haer hadde laten doen, af te flaen. Grooteei- ' Sy feyden hem kloeckmoedelijck dat hy niet moefte hopen fidi nevens de Jende en fijne door haeren beuydt te verrijeken., en datzy, foo het geluck volhardde j g ge J m fcaer den rugge toetekeeren, befloten hadden alle haererijekdommen tever- debtadt ' branden ofte in het Meer te werpen , en daer op tot den laetften Man toe moedighlijc,ken te ftrijden 3 om alfoö met het Swaerdt in de handt tefter- ; ven. Corte^ hier op , willende weten hoe veel hy van de Stadt noch ïn te nee- inen hadde, begaf fich op een hooghen Toorn, van dewelcke hy de ghe- heele Stadt konde ontdecken , en oordeelde van daer , dat omtrent het achtite ghedeelte noch teghenftandt deede , foo dat hy dat hebbende doen K2 beftor- fommeert de Stadt voor het laetfte. Gram- fchapdes Konighs. yS I. Boec k. Voyante vanThomas Gage XVIII. Cap. beltonnen, endede armelnwoonders y welckede door het noot-lot aen haere Stadt befchorene onderganck tegemoet fagen » fich niet meer verweeren kon- , nende, baeden fy de Spaigniaerdén dat fy haer doch alle , om haere ellende» teeyndigenj wilden uytroeyen,- en dat hoe eer hoe liever;. Daer waren'er andere , die haer op de kand van het water dighte by een op- feaelende ofte val- brugge hielden, welcke Cortó? toeriepen, dat, aengefienhv de Soone van de Sonne was , hy fijn Vader foude bidden > dat hy haer alle wil- de vernielen , en fich daer op tot Sonne felve keerende, foo verfoghten fy hem dat hyhaer haer ellendige leven wilde doen eyndigen ende haer doen vertrec- ken om de rufte te gaen genieten die fy by haren Godt Qaetcovatlh hoopten te vinden. Corte% fiende de uytterfte verlegentheydin dewelcke die ellendige menfeheri waren, en gelovende dat fy het eyndelijck fouden opgeven, fondtaen Qtuf hutimoc om hem den deerlij eken tdeftant van fijne Onderdaenen voor oogen re Hellen, welckehy hem deede aenwijfen dat noch Hond te vermeerderen » foo hy den Vreede niet wilde omhelfen. Doch wanneer defen ongeluckigen Koningh die voorftellïnge hoorde ,. wier- de hyfoodaenigh door de gramfchap vervoerd, dathy beval datmen den Ge- fandt van Cme% aenftonts levendigh foude offeren, en tot antwoord, deede hy aen de andere Spaigniaerdén > die hem verfeld hadden,, ftock-flaegen ge- ven , ende hy liet veele pijlen naer haer fchïeten , oock fïeenen op haer werpen* feggende , dat fy de Dood, en niet den Vreede quamen aenbieden. Als nu Ccne^ de hardneckigheyd van die Vorft fagh , felve nae foo veele frrij- dens> nae foo grooten verlies van fijne Onderdaenen, en nae dat by naer de gantfche Stadt was ingenoomen , belafte hy Sandoual äen de eene zijde met fij- ne Roey-Barquen aen te vallen, en hybegaffich nae de andere kant, en dat al- ken om te beih ijden diegeene, welcke noch in de Huyfen en in de ftereke plaet- fen der Stadt gebleven waren , dochhy vondt daer foo geringen tegenftandt, dat het hem feer gemackelijck viel te doen het geene hy wilde. Men foude gemeent hebben dat in de gantfche Stadt niet boven vijf duyfent Menfchen fouden zijn geweeft,voor al, alsmenfijnegedaghten liet gaen over het getal van de dooden', welcke men op de Straeten ende in de Huyfen hadde gevonden > en doch wierden evenwel in defen laetften ftrijdt meer dan twintigh duyfent Perfoonen foo gevangen als gedood. Het hooren van het krijten ende fughten derKinderen was een feer beklaege- lijcke fäecke > ende de ftanck van de Lijeken was niet minder moeyelijck ende laftigh om te vefdraegen. Voornee- Ccrte% nam van zij nefij de voor, defen Oorlogh , door een Iaetftepogingea ïr.enomte ia die dagh te eyndigen, ende Quahutïmocvnzzóxt fijne reeckeninge om fich stormen, door de vlught te falveren , en tot dien eynde fcheepte hy fich in een Canoa . in dewelcke hy twintigh Roevers hadde ghefteldt , om des te beeter w%h tefpoeyeik Soé ^* js^ J.Boeck. te Scheepe 3 fïch traghtede^i te fal veren . Hier op deede Corte% tot een teecken een Carabijn loiTen > op dat , foo als be^ vorens befproocken was , fijne Officieren fïch daer op fouden gereed houden, ende in weynigh tijds maeckte hy fïch meefter van die groote Stadt > voor foo veel fy noch weder-frandr boodt. De Roey-Barcquen paffeerden oock dwarfch door de geheele Vloote der Schuyten endeCanoas , fonder daer haer eenige tegenftandt gedaen wierde, enheteeritedatfydeeden* was dat fy de Koninghlijcke Vlagge van QuahutP- moe deeden ftrijeken. Als Garcia. Ho'fquiny dïeopeenevandeRoey-barcquen het gebied hadde, Be Ko- een groote Canoa met twintigh Roeyers voorfien, en vol Volck 3 befpeurt ninghge- hadde , ende door de Gevangenen verftaen j-dat de Koningh daer in was, joegh Y an g e »* hy hem aenftonts na , en onderhaeldeahem in korten tijt. Doe nu Quahutimoc, die op herachterfte van fijne Canoa frrijdvaerdigh ftond, de Bogen der Spaigniaerden gereed op hem te fchieten , en hare* tegens hem ge- trockene, Swaerden fagh , foo gaf hy fïch, bekennende den Koningh te zijn, « aen haer over. Garcia Holqutn , verheught zijnde, foodaenigen gevangen te hebben , verfeeckerde fïch van hem , ende braght hem by Corte^ , die hem mee groote beleeftheyt ontfingh. w Doch ais guahutimoc by Corte^ quam , Ieydde hy de handt op fijn Poig- K 3 niaejs X*' ^*?*^m Verfoeckt gedootte worden. Wevt van for/qge- t rooft, én hy belaft de fijne het Ge- weer ne- der te leg- gen- .Maghtvan Cortex. Getal dev dooden aen beyde de fïjden. Peftinde Stadt. Stantva- öigheydt der In- - woonders, 78 I. Boeck. Voya^k vanThomas Gage XVHI.Cap; niaert , feggende dat hy al wat in fijne maght was geweeft , hadde , tot befche r« p minge van lick felven ende de fijne, in het werck.gefteldt , op dathy en fy uyt ,- dien ftaet moghtenblijvenindewelekefynugefaemendijckgeraeckt waerenj doch aengefien het nu in fijne maght ftondt om met hem het geene hy wilde te doen, foo badt hy hem hem van het leven, het welcke hein, nae het verlies, van fijn Rijck, niet dan tot een laftkonde zijn, te willen berooven. Corte% troofte hem op de befte wijfe die hem mögeli jckwas , hem belo- vende dat hy hem niet foudip doen fterven, endaeropbraghtehyhemopeen Gaelërye , hem verfoeckendedat hy aen fijne , noch wederftandt biedende On- derdaenen, wilde beveélenfich over te geven; het welcke als Quahutimcc ge- . daen hadde , leydden fy aenftontsde waepenen neder , hoewel fy noch , boven het groote getal der dooden ende gevangenen, meer dan feventigh-duyfenc fterckwaeren. Op defe wijfe was het dat Verdinand Cme% de foo vermaerde ende be- Toemde Stadt van Mexico op den dertriiënden Augufti in hetjaer duyfent vij£ hondert ende een ende twintigh in-nam ; tot gedaghtenifle van het welcke' men noch jaerlijcks dien dagh vierdt > en men doet daer eene openbaere pro- -eefEe 3 in dewelcke men den Koninghlijcken Standaert » met dewelcke de Stad. gewonnen is> omdraeghtj oóck kanmen leggen dat d^Ce Overwinnige foo aenfienlijck was als eenige andere van dewelcke ons de Outheydt magh ver- haelen , door dien in defelve een van de grootfte Keyfers van America gedoodt, en een foo kloecken Veldt-Overfte 3 als men oyt gefien heeft , gevangen wierde, t , " ■ Het belegh duerde drie maenden nae dat de.Roey-barquen van Tlaxcallan. waeren gebraght, omtrent tweemaeï hondertTduyfentlndiaenen waeren aen Corte^ te hulpe gekomen /daer toe hadde hy negen-hondertSpaigniaerden/ aghtien ftucken Gefcbut , foo veel Roey-barquen 9 en, ten minften* fes- duyfent Canoas. , ... Daer bleven vïjftigh Spaigniaerden, fesPaerden, en van de 'Geallieerde; van Corte% omtrent aght- duyfent Tndiaenen doodt ; doch van de Mexicanen waerén'er meer dan hondert ende cwintmh-duyfent doot g'eflaegen , fondér te" reeckenen die door honger ende pefte geftorven zij n , en door dien het meefte gedeelte van den Adel toegevloeyt was tot befcherminge van de Stadt, foo bleven'er oock veel van defelve. : Daer was foo veel yolcks in de Stadt dat fyeyndelijck leeft- toghtgebreck kregen , oock waeren fygenootfaeckt fout waerer te drincken en by de dooden tellaepen , welckdijekenfooeen affchouwelijckan ftanck gaeven s dat daer uyt onder haer de peft ontftondt, ' welcke een feer groot getal van haerwegh fleepte. De kloeckmöedigheydt ende de refolutie defer Indiaenen is waerdïgh dat- men daer opmerckinge ovenneme j want hoewel fyfich genootfaeckt vonden van tacken ende baften van Boomen te moeten leven, en daer fout waeter l.KovcK.TïoQrdetyaenfcheWeJi-Indiïn. XVIII.Cap. 79 toe re drincken, foo wilden fy het doch evenwel niet opgeven. Men moet oock aenmercken dat , hoewel de Mexicaenen Menfchen-vleefch aeten, het felve doch evenwel niet was dan van haere vyanden , want foo fy malkanderen gegeten hadden i, ofwel haere Kinderen, foo hadden ly niet be- hoeven, foo als fy deden, van honger te fterven. De Vrouwen van Mexico leydden in datbelegh groote eere in en verworven groote reputatie , niet alleen om dat fy haere Mannen ende haere Vaeders niet verheten, maer oock door de foige die fy voor de fiecken ende de gequetfren droegen, door het maecken van Slingers, endoorhetvergaederen vanStee- nen, welcke fy felve in foo groote meenighte van de Daeken ende de Gaele- Seden wier P en > dat fybynae foo veel tegenftandt als de Mannen De Stadt wierde ten proye gegeven, de Spaigniaerden maeckten flch mee- Iter van het Goudt , Silver ende veder-werck , ende de Indiaenen haere bondt- genoten naemen de Catoene Lijwaeten, ende de andere Meubilen die fyuyt den brandt konden falveren , en alfoo wierde 'defe groote Stadt met alle haere maght en njckommen de Spaigniaerden ónderworpen. Nae dat Corte% bemerckt hadde dat de lught van de Stadt feer gemaetight en feer gefont was en haere ftandt feer kommodieus , foo nam hy voor defelve weder cp te bouwen, en den voornaemften Setel vanjuftitiedesgantfehen Landtsdaerteveftigen. Maer eer ick my begeve tot het befchrijven van haeren iegenwoordigen bloeyenden toeftandt, foo moet ick tothetgeeneickvandenitaetvan Mm- tMuma ende fijne Faléyfen gefeght hebbè, noch voegen de befchriivinae van de gropte Merckt-plaetfe en van den Tempel, foo als die waeren waaneer Cortc^ defelve ruïneerde. «cweeten niet dan haere vy- anden. Klocck- moedig- heydt der Vrouwen. Mexico wertge- plondert, verbrant, en weder herbout. HET XIX. CAPITTEL. Befchrijvinge van den ft act van Montezuma , vanjijne?a~ leyfen , van den Tempelen van de Merckt , even foo als die waeren doen de Spaigniaerden de Stadt vermeefterden. DE bequaemheydt van het Meer het welcke als rontomme die Stadt Befchri/. vloeydt, dede de Mexicaenen voornemen van een groote plaetfe voor vingevan de Merckr af te baeckenen, op dewelckealledelnwoondersvande deMerckr, naeft aen-leggende Plaetfen fouden konnen komen om haere waeren foo te kon- nen koopen, verkoopen als verreuylen , het welcke haer des te lighterviel ©m dat fy een groot getal van de ; tot dien handel noodigejvaejtuygen hadden, Men. Gi-opt ge- talvan Cätioas. Dorp- Mercktcn. go ï. B o e c k. ■ Voyagievan Thomas Gage XIX Ca p t Men gelooft dat'er ten dien tijde meer dan tweemael hondert-duyfent vati datflagh van Schuytjens, diedeïndiaenen" 'Alcallas endede Spaigniaerden Gs- ttoas noemen , waeren ~, zijnde die Vaertuygen gemaeckt op defelve wijfeais de Troggen in dewekke de Backers het Broodt kneeden , beftaende die uyt eert ftuckHouts, het eene grooter het andere kleynder, al nae de fwaerte van de Boom-ftammen , uyt dewelckefy gemaeckt worden. Het is genoeghfaem feecker dat'er ten miniten dat getal moefte wefen, want in; de Stadt van Mexico alleen waeren'er meer dan vijftigh-duyfept* v/elcke ghemeenïijck' daer leeftógh't inbräghten ^ en verre overtroffen wier- den van die geene die af en aen de Stadt voeren , foodaenigh dat op de Merckt-daegéri alle de Graghtén friet dat flagh van Vaertuygert venauV waeren. De Merckt werdt in de Indiaenfche Taele Tlanquit^li ghenaemt > én een ygelijck Dorp of Vlecke hädde de fijne in het byfonder om op defelve' te kobpen e^ide te verkoopen j doch die van Mexico ende van T late lul co > welcke de twee voorriäemfte Steden waeren, waeren van meer aenfien dan allede andere. - • • Wat de plaetfe op dewelcke de Merckt töt Mexico van vier tot vier daegen gehouden ^ende die met Poorten af-gefloren wierde , belangt , fy was foo groot dat op defelve meer dan hondert-duyfent Menfchen konden zijn , welcke haer daer op begaeVen om te handelen ende haere "Waeren te verreuylen. ' ' Yder handt- Werck ende y der'e foorte van Koopmanfchap hadde (ij ne byfon- , dere daer toe gefchickte pjaetfe , wéjeke het andere niet geoorloft was te beflaen. " ,' . ' / . J »* Daer Was oock eene plaetfe die alleen gehouden wierde voorde Koopman-; fchappen die veel plaetfe beflaen 3 als foo gebackenealsgehoudeneSteenen, Hoiit^ JSalck endiergelijcke, tot het timmeren en bouwen bequaeme itofren. Daer waeren 3 onder andere foorten van Waeren welcke men gemeenlijck daer vondt, verfch^yde flagil van gróvé ende^jne Matten ^Hputs-kool, Brant- houdt , ende allerhande foorten van verfcheyden Aert-werek feer aerdigh ver- nis en befchildert s Harte-v ellen die met en fonder Hayr bereydt waren , en die noch van verfcheydene Couleuren , zijndebequaem om Schoenen , Róndaf 1 tèn en Schilden te maecken , en om in haere Houte Borft-harnaflen gevoedert te worden, of wel om defelve daer mede teovertrecken. Men vondt daer oock de Huyden van' verfcheydene andere Gedierten , felve oock van Vogelen en al- lerhande Pluym-gedierce, en die ya,n foo veel verfcheydene Couleuren, dajjneQ?- niet fchoonders noch meer verwQnders 7 waerdigh fien konde. Doch onder de koftelijckfte Koopmanfchappen was het Sóut ende de ge- volde Catoenen,van verfcheydene Couleuren en grootte,dienende de eene om . de Bedden te bedecken of om daer op te leggen , en de andere om tot Kledin- gen ofte Mantels gebruyekt te worden , en om daer mede de Vertrecken van , de'Huyfen te behangen ende te verderen. ' '' Daer f.BoECK. Voorde spaenfcheïVeJï-Indiën.XXX.OM. 2i ■ Daer waren oock andere foorten van Catocnen Lij-waten, van dewelcke fich de Indiaenen noch op defen hedigen dagh bedienen , om flaep-laeckenen, hembden,- taeffelaeckenen, fervetten ende diergelijcke lijwaet- werck van te maecken. Men vond daer oock deeckens , die fy van de bladeren van feeckeren Boom , bylteerMtf/genaemt, maecken, als oock van die van de Palm-boomen, van Conijns-hair , welcke feer geacht wierden om dar fy feer warm waren , maer de deeckens die van Pluymen of Veder- werck waren gemaeckt , bevontmen de befte van alle. Men verkocht daer oock gaeren dat van Conïjnen-hair gemaeckt was , oock groote bondel én van ander gaeren van allerhande couleuren. Het was een niet mjn verwonderens waerdige dan aengenaeme faecke te ften , de groote meenighte van Pluym-gedierte en Vogelen die men aldaer braghte, foo wel als het genut dat fy daer van hadden, hetgeene waer toe fy diegebruyckten, en de reedenen waerom fydefelve kochten: Want hoe- Kleederen welhetvleefchvandie Vogelen haer tot fpijfe verftreckte, foo dienden haer vanvee- doch evenwel de veederen om kleederen te maecken , mengende en voe- reu. gende fy die onder malkanderen op een aenghenaeme en wonderlijcke wij- fe. Doch het geene op de fchoonfte en rijckelijckfte wijfe het ooghe op die Wondere merckt vermaeckte , was de plaetfe op dewelcke men het gout en Pluym- konften werck verkocht; want men vondt aldaer wat men bedencken konde nae de rlndi- het leverrdoor Veederen af-ghebeeldt , en dat alles met fijne natuerlijcke a f. nen on* verwen. alles van De Indiaenen waren foo volmaeckt in die Konfte , en beeldden foo wel een v^ 1 , 6 " Capelle 3 Schoelapper, ofte eenige ander Gedierte, als meede Boomen , Roo- te makei1 * fen , Bloemen , Kruyden , Wortelen , nevens wat andere dingen dat het wefen moghten, af, dat fulcks een Menfchete gelijck deede verwonderen en daer over verbaeft ftaen. Het geéne haer foo uytnemende Meefters in defe foorte van wercken maeck- Haere te, was de groote geduerfaemheydt die fy daer toe by-brachten , want dick- groote maelen verfleet een Ambaghts-man een geheelen dagh fondereeten, alleen duerfaem om eene Veeder terbequaemer plaetfe te brengen 3 defelve verfcheyde mae- heytende len keerende ende herkeerende, nu in de Sonne-fchijn en dan inde Schaduw uytnee- ' om deplaetfe daer fy het befte" pareerde uyt te vinden. Oock vindtmen mende ge. in de Weereldt weynigh Natiën, die foo veel gheduk hebben als de du!t - óck. Sy warëri oock feer uytfteeckënde in het Gout ende Silver-fmeeden, enfy maeckteri ver wonderens- waerdige dingen die fy in vormen gooten , en met ftee- negraveer-merTenbefneden. • ; Sy maeckten fchootelen met acht verdöelinghen , zijnde yder verdee- Konftige linghe van een verfcheyden Metael , de eene van Gout, en de andere 'Gout-fme ' L Wondcr- lijcke Koop-, naanfchap. 82, I. Boeck. Voyagie vanThomas Gage XIX. Cap. van Silver, fonder datmeneenigefaemenvoegingedoorfoudeerfel kondebe- fpeuren. Sy gooren de Keetels te gelijck met haerehand-vatfelen, evenalsmende Kloeken in Europa doet. Oock hadden fy vormen in dewelcke fy Viffchen gooten , wekkers fchubben beurte ombeurte de eene van Gout ende de andere van Silver waeren, oock maecktcn fy op defelve wijfe Papegayen die het Hooft de Tonghe ende de Vleugelen beweeghden ,- en Aepen die verfcheydene maenieren van doen Vertoonden, gelijck fpmnen * Appelen eêten, endiergelijcke nae-gebootfte Sy konden oock feer net emailleren ende allerhande kofteliicke Gefteenten in Gout en Silver fetten, ■ Doch om weder te komen tot het geene wy van de Merckt gefeeht heb- ben, menverkoghtdaerGout, Silver, Kooper,Loot,Latoenen Tin, maer feer weynigh van de drie laefr-genoemde Metaelen. Men verkoghtdaer oock Peerlen, dierbaere Gefteenten, verfcheydeflaeh vanSchulpen, Beenen, Spongien, en veelerhande andere foorte van krame^ n;en en Waren. ^Daer was oock groot verfchiet en uytnemenden overvloet van Kruyden, Wortelen, Greynen foo tot'voedfel als tot de genees en heel-konftenW digh : want fy alle hadden een feer groote kennifle van de Kruyden , felfs tot de Vrouwen ende Kinderen toe; hebbende de noot haer gedrongen om die geene op te foecken welcke fy meenden haer te konnenhulpe T toe-brengen , en welcke men door de ervaerentheyd hadde bevonden tot het geneefen van hare quaelenbequaemtezijn. 5 ,7^^ Sy verdeeden niet veel geks aen Dodoren , hoewel'er eenige waren die haer met die konfte bemoeyden; oock hadden fy veeleApotheeckers ofte Dranck endeKruyden-bereyders, welcke voor de fïecken Salven, Syropen , gedifti- leerdewaterenendeanderdrogenteMercktbraghten. - g Sy genaefen by-nae allerhande flagh van fïeckten met Kruyden, hebbende dTerÄ^ £S Ia g a' W ^ eme T n T hct Hooftendedefteerteaf- g efneedenhaddi oock feeckerebyfondere foorte van Aerde w«micn,ai& eÊ nTnfLif C K? ten °F { r ec £? ****»«* met dight gebreyde Netiens , vertoont Ä K^Jrfm^ " ae hetZee-ghuymgelijckr, het welcke fy dan in groote: Defe Ï.BoECK. TtoordespaenfcheJVeJl-Indien. XIX. Cap. $3 Dêfe Koöpmanfchap en wierde niet alleen op die Merckt geveylt , maer fy " Vremde wierde oock leer verre , in de af-gelegene Plaetfen , verfonden ; en fy aeten die, fpijfe. met foó goeden fmae'ck, als wy de befte Kaes van Europa fouden 'mogen doen j : fy geloofden oock dat door dit fchuym foo veele Vogelen op het Meer gelockt • gierden , en voor al in de Winter, als wanneermen een oneyndieh getal van defelve daer op iägh. , Oock verjkoftmen. noch op defelve Merckt allerley Wildt-braedt het zy ge- heel ofte by gedeelten^ als Geyten > Haefen , Conijnen 3 wilde Honden ende andere dierg'ëlijcke Gedierten die fy ter Jaght vingen. . l Het wasoockwatfeldfaems tenen, 'hetgrootegetalvandeFreuyten die fy aldaer foo raeuw als rijp en gaer verkof ten. .Onder, andere vontmen daer oock de Cacao die foo groot als een Amandel Cac*9. ïsi en van dewelcke men den dranck genaemt Chocolate maeckt, welcke je- genwoordigh-genoegh in Europa bekent is , en welcke haer niet alleen tot . voédfel, diende,, maer oock voor , een fpecie van geldt door het geheele Landt vefltreckte. ■ ; Voor als,nu werden, hondert en twinrigh ofte hondert en véertigh van de Ver ' grootfte van die Amandelen ofte twee-hondert van dekleynftevooreenReael ft«ckt i van vijf ftuyvers uytgegeven, kopende de Indianen met defelve alles watfy voor fpijfe van noden hebben , want voor vier a vijfCacaos konnen fy vrughten en dierge- en § el " c -* lijcke waeren bekomen. Daer waren oock te koop allerhande foorten van Verwen ende fchoone Cou- leuren die fy van Roofen , Bloemen , Vrughten , baften van Bomen , hout ende andere diergelijcke dingen maeckten. dr Alle defe Koopmanfcbappen en noch veele andere waren op dek groote nin a h°* Merckt te koop , foo wel als op alle de andere kleynder Merckten % welcke noch ^q^ „^ ia,Verfcheydene gedeelten van de Stadt waren , op dewelcke alle de Wincke- vande lierseenfeecker reght aen den Koningh voor hare Kraemen ende Winckelen Merckten. betaelden, die haer daeromme oock moeftebefchutten ende bewaren voor Die- ven ende Rovers , : hebbende hy tot dien eynde feeckere bediende ende Officie- Merckt- ren , die gedurighlijck over de Merckten heen ende weder gingen , om die gee- Meefters. ne, die yets moghtengeftolen hebben , teontdecken. Daer was op het midden van die Merckt feecker Huys , uyt het welcke men Merckt- degantfche Plaetfe kondeoverfien , waerin fich gemeenlijck twaelfoude Man- Reghters. nen onthielden 3 om over alle foorten van Procefïèn , verfchillen ende quadtien te oordelen. Haren handel wierde gedreven met hetreuylen ofteverwiffelen van de eene d a " e faecke tegens de andere, de eene gaf een Henne voor een bondel Maiz, an- jj nCTe ƒ" dere gaven deck-kleden voor Sout , of oock wel Cacaos die haer tot Munte ver- ^-evel. ftreckten. Sy hadden Maeten om haere. Tarwe ende Graeneh te meeten die van Maeten. hout waeren j andere weder Yan aerde voor de Olie } Honigh ende Wijnen; L 2 die •Sefehrij- ■vinge des Tempels. Altaren, 84 I.BoECK. Voyagie vanThomas Gage XIX. Ca p. fa^k U ren dePalmb ° men 3???* ^e van andere Boomen ende Wortelen Bvaldienycmantmeceenvalfchemaete verkoft, die wierde aenftonts ge- wrf lu ^ en verbrack fijne maeten, onderhoudende alfoo denatuerliicke bjlhickheyd endereghcmaetigheydinhaerenKoop-handel, hoewelfynoch iïritZïJTTf' ^ g£ f n I kennifre vanden waeren Godt hadden /maer ï Z J a? Af-goden ende de Duy velen aenbaeden, aendewelcke fy Tem- pelen ende Altaren toe-gewijt hadden, waer in en op zy , even foo als de Ws^^m mm{eght > ~*^H«* TSfS^ h Ä eI > mpeI 1 n f n ^StadtvanM^, verciertme- loornen ende Klock-huyfen , foo wel als met Capellen ende Ältaeren ? op dewe ckehaere Af-goden geplaetir wierden. -Airacrcn, op , LJSS h f re Tem P eIen wae ren °P eeneende defelve wijfe gebouwt, welc- StTKfr^ endaerommefoog^oo g veick, daTom < fchrij ven tC ^™ ' hec genoe S h fal wef * n de g^otfte te be- lan?htls T ee^ P R lrh S Ä &!£ , geb ° UWC > zi J nde vder zijde omtrent foö p" g i aJs ee »Boogh-fchoot reycken kan, oock was in ygelijcke zijde eene hooghtenuytquamen,dochdevierdehaddezijnuytganckreRhtteeensoverSn ^" t? Berg VT bl T envanaerde ' dochvanbll ytenmeteenueeneMuer ; 3 i Z,J ï de d , C ge ? ae , nt f Van defelve mede vierkantigh, yderzijdewas 2SÄW £ nde & «epNaddö ofte Pyramidifche wijfeop, 'iff A A P ' y Zlj V3n thien eIICn * tae?en ™ ^^J 3 ^ 11 ? m P d ' ^andefePyramidefrondentweeAI- 41S i?vo«e r „Ä ae "^i eghtede andere aen delinfkemtfe; I.Boeck. Voorde fyamfchemjl'Indiito. X\X.Ca*. 85. De Capellen die beneden defe Pyramide, binnen endebuyten het gefevde Caoelle VieAäntiont-ommeflonden, waren van hout ende metfel-werckgeSt * £ f,f rd J gh en " aede k?f egebouwt, Ty hadden alle dri e ve S tovenmalkanderen ,diemetP y laerenonderichraeght W aeren 5 foodanig P h"fat : Van het opperfte van die Capellen konde-men alle de Steden , Dorpen ende VlecJcen 3 dieront-ommehetMeergebouwtwae^ van daer een van de fchoonfte uyt-fichten des Weerelts hadde , Mwte&ma verfoght Carte K ende de anderen Spaigniaerdêndaeropte wil- len klimmen , en dat alleen door fhorekerije ende grootsheyd , P p dall alfoo de grootte van fijne Stadt fouden konnen befchouwen /oo'ck wees hv +&$£ W2t 0rdre ^ tmcni » den Tem P el, van boven tot beneden ,te 'Daer was oock een feeckere plaetfe, in dewelcke de Priefters haere Gods- G , ebeed f dienftigheydvernghteden, fonder datzy, daerin, door yemand kondel bt ?>a S der fertet worden. In defelve deden fy haere gebeden /hebbeLalLshaeraen- r t'^ gefighten naer den opganck der Sonne , oïte het doften , geright en d^t a en de voetvan eenAltaer, op het welcke een groote Af-godr waf/ geliick oock diergehjcke op de andere Altaren waeren. ' ë j Boyetide voornaémfte Capellen die op defe Pyramide ftont, waeren'er noch vqemgh andere, /oo groote als kleyne, welckeUoorden tot de andere kT ey - ne Tempelen die m dit vierkante begrip beflooten waeren, welcke, hoewel fyopeene ende defelve wijfe gebouwt waeren, doch evenwel niet naele Weftenenftonden , maernae de andere gedeelten desAert-Bodems, omS t^cl^^ Die Tempelen ofte Capellen waeren niet alle op eene ende defelve wijfe se- to^S^ 8 ^ ^*"^' — yderwasaenelne ^«°T n i e hrf n Cre WaS ;' er Cene in i? e " onde ge«mmert, welckeaenden Godt ? ocf ^ es des Lughts Quetavatl was geconfacreert, en die was aldus ghemaeckt om Lughts * Skomen eWeglnS eSLUghtS3 wdcke in het ^^ ghefchiet , over-een JmH ^ fng T k Van / k Te ^f 0fte Ca P eIle > *^de-men eene Poorte ^™"" t g mn1n^E eC T ^ n bedeck ?> fo0 ^nighdat, wanneer datop- gehght wierde, defe beelden een wonderlijcke glants van haergaeven, enäe alledegeenediehaeraenfchouden, deden verbaeft ftaen Beyde defe Af-goden waeren met een groote goude gordel, op de wiife vaneenSIangegemaeckt, om-gordt, en hadden om hleren hals een fnoer waer aen tien Harten, mede van m'afliv goudt gemaeckt hingen, voor het aengefighte hadde een yder vanhaer een maske ofte mom-aenfight, waerin t^ss^ss^r op w borft - ondef aen de ked > washet Van defetweeAf-godengeloofdenfydatdiegebroederswaeren, dat IV*-' cathpuca de Godt van de voorfienigheydt was , en Vtt^ilotuchtli die van den SdedfendeT daeromme > b °ven alle de andere, eerden, vreefden Daer was noch een ander Godt, wekkers beeldt boven op den top van de Capelle der Af-goden gefet was, fy hadden defelve oock in feer groots *3^i Des Tem pels inko men. 2000. GO' den in Mexico. Kofteüjc- ke Af-go- den. Wonder- lijck Af- goden Beeldt. Gewijdt Waeter. Tonder- lijck Scha- vot. Toorens van Doods- hoofden. 8$ I. Boeck. • Voyagte vanThomas Gage XX Cap. groote achtinge, en bewefen dacr feer groote eerbiedigheydt aen. DefenGodt was'gemaeckt van allerhande foor ten van Graenen , welckeiti defe Landen groeyen, die fy > tot Meel gemaeckt zijnde, met Bloedt van Kinderen ende maeghdelijcke Dochters kneedden s weleke men , ten dien eyn- de t de Borft met Scheer-meflen opende, treckende daer op voorts het Hart uyt defelve, het weleke fy aèn haere Af-goden , als eerftelingen op-ofterden. Defen Af-godt wijdden en confacreerden fy byfonderlijck > met groote toeftel , heerlijckheydt ende veel pleghtelijckheden ende Ceremoniën , en da£ in tegenwoordigheydt van alle de In woonders » die in feer grooten getaele daer nae toe vloeyden , en , als de inwijdinge ofte de confecratie gedaen was , plack- ten de Godt-vrughtige koftelijcke Gefteenten , klompen Goudts en andere diergelijcke Kleynodien aen den felven. Nae dat defe Ceremonie volbraght was, en moghte geen Menfche defen Af-godt meer aenraecken, noch felfs in fïjneCapelle komen, dan alleen die -geene, die Thmacat^li, datisPriefteren van fijne Ordre, waeren. Sy verbraecken dit Beeldt, en maeckten van tijdt tot tijdt weder een ander, van defelve foorte van Deegh, ende op defelve wijfegekneedt, oock deelden fy het oude aen kleynebrockjens onder het Volck, endeaghte fich een yder, die daer maer een weynigh af hebben moghte , feer geluekigh y en voor al de Krijghs-lieden , hopende dat het haer in den Oorlogh feer foude helpen ende te kloeckmoediger ende voorfpoediger maecken. Als men dit Beeldt in-wijdde, was'er oock een feer groot Vat,dat,met Wae- ter vervult zijnde, mede geheylight ende geconfacreert wierde, doorver- fcheydene woorden ende pleghtelijckheden s menbewaerdeditWaetermet feer groote forge aen den voet van den A'haer , om daer mede , den Koninck , als hy gekroont wierde 3 te r wauchen , ende om de O verfte der Krijghs-heyren, in den aenvanck des Oorloghs, daer mede tefegenen, gevende aen defelve een weynigh daer van te drincken. Omtrent foo verre buyten defen Tempel als men met een Steen kan wer- pen, ende reght regens over de voomaemftePoorte, was als een foorte van een Tonneel ofte Schavot , zijnde herfelye langer dan breedt , alle van Steen gemaeckt , , foo wel als de Jrappen door dewelcke men op het fel ve klom , en . men hadde tunchen yder Steen van het Metfel-werck een Doots-hooft , met de Tanden nae buyten gekeert , geplaérït. Daer waéren twee Toornen foo wel aen het eene als äen het andere eynde van dit Theater , weleke niet dan uy t Kalck ende Doodts-hoofden beflonden , alle,,, als de andere, met de Tanden nae buyten gekeert, het weleke een af- grï jffeli jeke iaecke voor hét gerichte was. Boven op dit Tonneel faghmen feventigh Staecken , ftaende defelve vijf a fes voeten van malkanderen , en hebbende defelve verfcheydene tacken , die van onderen nae bovenen toe gaende, door klampen ende fchooren onderfchraeght wierden , en aen yder van defe tacken waeren vijf Doodts-hóofden door de ilagh ofte flaep des hoofts geregen. "Wan- M J.Boeck. Tioor deSfaenJcheWeft-Indiïn. XX. Cap. 89 Wanneer de Spaigniaerden voor de eerftemael , als Vrienden , in de Stadt Mexico quaemen , ende voor de doodt van Monte^wna , 'befaeghen fy alle defe plaetfen j en als doen bevonden twee van defelve , die haerea tij dt j met het tellen van die doots-hoofden , verlieten, zijnde defe twee Andrea de Tapea ende Gonfahe% de Ombria genaemt , dat het getal van de- zelve tot hondert ende dertigh duyfent toe beliep. ;. Alle de andere Toornen waeren daer oock meede vervuldt, foodaenigh dat het, getal van defelve by-nae oneyndigh was » oock waeren'er Lieden Befteldt , welcke niet deden dan defelve op te raepen ende weder op hae- te plaetfe te ftellen, wanneer het quam te ghebeuren dat'er een at-viel , ofwel een ander in haere plaetfe te fetten y op dat het getal altoos vol- koomen foude blijven. Doch het geene het aenmerckelijckfte was, ende een Menfchhet meefte Boor het deede verwonderen, was, dat alle die doodts-hoofden waeren gekomen van vyerver- haere vyanden, die zy, in den Oorlogh gevanghen hebbende, in die Tem- brand, pel op-geofFert hadden , welcke met alle defe Toornen ende andere verfoeye- lijckheden door het vuer vernielt wierde* wanneer de Spaigniaerden de Städt innaemen. Ter felver rijdt wierden mede alle die fchöoneHuyfen van Monte^umai die ick hier bevorens befcKfeven hebbe, nevens alle fijne Tuynen, dean- dere Tempelen van de StaHt , de groote Merckt-plaetfe , en alle andere praght'ighe gebouwen > het onderfte boven gefmetenendeverbrant, foodae- nigh dat'er niet overigh bleef van alle het geene dat foude hebben konnen die- nen, om de gedaghteniiïe van den Hcerlijcken ende FloriCantenJftaet van de Stadt xzn'JM.exico te konnen beWaeren. \ Doch als 'Ccrte^'het aenlien ende de maght welcke defe Stadt , over Mex ; cê énde onder "de naebylegghende Natiën, ghehadt hadde, overdaght, ende wert j lc .- daer toe befpeurde de fchoone fituatie van defelve, foo deede hy defelve op bouwt " nieuw op-bouwen , verdeelende die onder de Inneemers , nae dat hy de , plaetferi Voor de Kercken , Merckten, het Stadt-huys, en andere tot het gemeene jbefte . nöod'fge gebouwen » hadde af-gebaeckent. Hy beloofde: aen alle andere , I. Boeck. Voyagievan Thomas Gage X X. Ca?1 HET XX. CAPITTEL. Van de verdeelinge die Cortez deede onder de ïn-nemers over de voornaemsle Quartieren ende Faleyfen van Mexico , enwatplaetfen hy voor het Stadt-huys ende de K er eken aen wees 3 als oock voor de andere publijcke gebouwen , ne- vens denjegenwoordigenjïaet van diegroote Ftadt , m de omgelegene Landerijen ende 'Dorpen. .van die van delndianen a£ , een water tuflèhenbey- de andere af-.fondert. j foo aen alle die geene die van de Stadt geboortïgh waren , als die daer wilden komen woonen , Erven tot het bouwen van Huyfen uyt te deelen, welcke erven ende Huyfen op haeren Kinderen nae haren dood fouden verfterven , en fy die als eygen göet befitten , gevende haer daer-en-boven noch veele andere Privilegiën ende^Voor-reghten , om door dat middel des te grooter getal Menfchen, omdeStadttebevolcken, aen te locken. Xithaco, Gener-ael van de Mexicaerifqhe benden 3 wierde oOck doorherri op vrije voeten geftelt , hy fcliohck hem daer toe noch eèn geheele Straét, ende' ftelde hem tot Opper-hooft aen over alle de Indianen van de.Stadt. , Hy gaf noch een andere Straete aen Dom Petro Monte^uma , dieeen$oone was van den laefl overledenen Koningh Monte^uma ,, om foo de vriéndfehap ende de genegentheyd,des Volcks door die mildaedigheden te winnen. Noch deelde hy onder fommige. Edellieden, van het Land eenige Straetea ende kleyne Eylandekens uyt,' om die te betimmeren ende te bewóonen ; foo dat door dat middel alle de ledige plaetfen verdeelt wierden , ende een yder be- gonde met groore vreughde ende vermaeck , en met een ongelovelijcke neer- ftigheyd ende y ver » te bouwen ende te timmeren. Soodraealshetgerughte, van het weder op-bouwen van Mexico, fichver- vloedt fprey t hadde , quam daer foo'groote meenighte van Volck , om de vryheden , In j Voor-reghten ende Privilegiën, welcke Corte% aen de In woonders hadde ge- "" geven , te genieten, dat het een verwonderens-waerdigé faecke was y teiien den grooten toe- vloed die van alle kanten quam af-facken, en het getal foo van Mannen als Vrouwen was foo groot , dat fy vry meer dan drie mijlen Lands in het ronde befloegen. „ . Veele evenwel van defelve wierden fïeck , door dien fy fwaeren arbeyd de- den , ende daer toe weynigh aeten , oock quam de Pefte onder haer , foo dat'er fcy-nae van woonders Sterfte daer on- der. I.Boeck. ^oorde^aenfchefFeft-Indim. XX. Cap. 91 foy-nae een oneyndigh ghetal door de doodc wierde wegh-ghefleept. Want baren arbeyd viel feer fwaer ende hart , om dat fy op hare fchouderen <*noeften draegen ofte wel anderfints voort-trecken , de gehoudene endege- backene fteenen , de Aerde , Hout , Kalck , ende alle deandere tot het timme- ren ende metfelen noodige doffen. Eyndelijck wierde de Stadt van Isiexico allenxkens weder opgebouwdt , be- fteende defelye uyt meer dan hondert duyfent Huyfen, veel fchoonder ende beter dan de voorigc. C De Spaigniaerden bouwden hare Huyien even alsmen in Spaignïen gewoon is te doen , e,nde Corte$ timmerde het (ij ne op de fundamenten van dat van den Koningh Monte^uma -J het doet noch op heden vier duyfent Ducaten jaerlijcks •Vanhuer, en men noemt hethetPaleysvandenMarquisde/F4//e', om dat de ^Coningh van Spaignien aen Corte? en fijne Erfgenaemen de groote Stad Guaxa- voor al federt het Jaer 1034. 'dat het water niet foo nae aen de Stadt komt > als het wel te vooren dede. Het Meer geeft fom wijlen een feer ftinckenden damp .van fich, dochbuy- ten dat is het een feer gefonde ende gemaetighde Plaetfe , en dat ter oorfaecke van het geberghte met het welcke het als omringht is > fy is oock feer wel voor- fien ende heerteen grooten over-vloed van alle de, tot het onderhout des le- vens noodige , dingen > foo door des Landts vrughtbaerheyd ; als door het ge- rief des Meers. Mexico is jegenwoordigh eene van degrootfte Steden des Aerts-bodems, ter oorfaecke van de groote plaetfe welcke door de Huyfen , foo der Spaigniaerden als der Indianen, beflagenis. "• Jaefel veeenige jaeren nae de inneerhïnge washetdefchoonfle Stadt vanalle deludiën, blopyende de Waepenhandelingeende de Wetten in haer meer dan in eenige andere Plaetfe. .>."..' Voor defen waren'er tenminften meer dan twee duyfent Inwoonders /welc- ke yder haer Paerdop ftal hadden r en daer toe haere Wapenen , ende een feer' äerdige toeruftinge. j D.och jegen woordigh,nu alle de Indiaenen,van de omgelegene Landen,, haer ' : M 2 onder- Seecker- heydtder Spaenfche te Mexico. Koop- ; handel \Ztl Mexi- CO. Muntete Mexico. Nieuw Mexico. 91 ï. Boeck. Voyagie vanThomas Gage XXL Ca p. onderworpen zijn, jaefelve, voor het grootfte gedeelte, uyt-geroey 1 3 voor al omtrent Mexico , alwaer men niet vreeö dat fy tegens de Spaigniaerden fullen opftaen, foo heeftmen hetoeffenender Waepenen ende des Oorloghs t'eenemael verfuymt. De Spaigniaerden leven in die Stadt met foo veele forgeloosheydt ende feec- kerheydt, darmen daer noch Poorten, nochMueren, noch Bolwercken fiet tot haere befcherminge , alfoo weynigh als Toornen, Tuygh-huyfen, Ge- fchut en AmmunitievanOorlogh, want fy vreefen aldaer noch binnen noch buy ten-lantfche vyanden , gelovende dat St . \uan d'ulbua fterck genoegh is om haer voor de laetlt-genoemde re befchermen. Doch, wat den Koop-handel aengaet , is het een van de rijckfte Steden des WereldtSi omdat, aen de fïjde van de Noord-Zee , jaerlijcks, meer dan twintigh groote Schepen te St. \uah d'Whua aenkomen , zijnde bevraght niet alleen met de befte waeren van Spaignien , maer oock van de refte van geheel het Chriitenri jck, welcke dan van daer te lande nae Mexico gevoerdt werden. Door de Zuydt-Zee drijft defe Stadt haeren handel op alle de Plaetfen van Peru , doch voor al is haeren Koop-handel feer groot ende aenfienlijck op alle de Steden ende Eylanden van geheel Ooft-Indiè'n , uyt. het welcke fy Koopmanfchappen treckt, niet alleen van die Plaetfen die doördePor- tugeefen bewoont ofte befet zijn s doch daer en boven noch uyt fypan ende China , èn dat door het ghebruyck dat fy van de Phihppijnfche Eylanden zijn hebbende , nae dewelcke men jaerlijcks twee Gallioenen nevens twee mindere Schepen fendt , en ter felver tijdt komt'er een ghelijck getal foo van Gallioenen als Schepen te Acapulco aen , alwaer fy haere Koopman- fchappen ontlaeden , om van daer te lande nae Mexico ghebraght te wer- den , even alsmen met die geene doet die te St. \mn d'Ulhua ontfcheept worden. Men heeft oock in de Stadt een Munte, in dewelcke het Sil ver, dat al- daer in klompen ende baeren uyt de Mijnen van St. Louis de Sacatecar, het welcke omtrent taghtigh mijlen benoorden Mexico gelegen is, gebracht werdtj werdt in Silvere Penningen ende fpecien, van verfcheydene waer- dye gemunt. De Spaigniaerden zijn meer dan hondert mijlen aen geene fijde de Sacate- cas doorgedrongen, aen, wekken oordt fy fich veele Indiaen en onderdaenigh gemaeckt ende verfcheydene Mijnen ontdeckt hebben, het welcke dan aen haer heeft oorfaeck gegeven tot het bouwen van een Stadt , welcke fy het nieu- we Mexico hebben genaemt. De Indiaenen van die quartieren zijn feer ftrijdtbaer ende kloeckmoedieh > foodaenigh dat fy de Spaigniaerden aldaer foo veel fpels maecken,dat fy moeyte hebben om het Landt in te houden. Men ghelooft evenwel dat fy noch verder fullen doordringen, tot fydat gheheeleLandtfichfullenoaderdaenighgemaeckthebben^grenfendehetfelve buy- Ï.Boeck. "Door de S'paenfchef^ejf -Indien. XXI. Cap. 93 buyten twijffel aen onreColonienofcevoort-pIantingenin^V?ww 3 ende aen de omleggende PJaerfen die men op dat felve vafte Landt vindt. Daer en boven is'er te Mexico een feer fchoone Univerfiteyt ofte hooge •Schoole, weicke den Viceroy Dom Antoniöde Mendo^a heeft doen ïtighten. . Doenmen dek Stadt weder op-timmerde, was'er een groot onderfcheyt tuf- fchen een Inwoonder ende een In-nemer van defelve; want die laetfte naem was een eer-tirul , weicke niemandt , dan die geene dié het Landt hadden hel- pen overwinnen, moghte voeren, aen dewelcke de KoninckvanSpaignien Landeryen ende mkoomften, foo voor haer, als voor haef e Naekomelingen heeft gegeven , in plaerfe dat in tegendeel , die geene 3 1 weicke maer enckéle Inwoonders waeren, jaerli/cks yets moeften geven, voor- de grondt van het >Huys , het weicke fy m de Stadt bewoonden , dat dan tot profijte van des Ko- ninghsKaflè gedijde. Hierdoor komt het, dat geheel America vervult is, metPerfoonen, die den naem van Edel-luyden aen-nemenj want een yder van haer houdt noch op heden ftaende, dat hy van een In-nemer des Landt gefprotenfy, hoewel fy felver foo arm als Job zijn j en fy antwoorden, -wanneer men haer vraeghc waer haer goedt vervaeren fy , dat de Fortuyne het haer ontnomen heeft, doch dat die haer haere eere niet benemen kan , alfoo weynighalsdeftaetvan Edellieden. / ö Men fiet felve arme Schoen-lappers ofte Karre- voerders, die, met een half douzain Muyl-efels haere koftlanghs het Landt gaen winnen, weicke feggen dat fy uyt die eerfte Helden haeren oorfpronck hebben genomen, ehfoSfy dan by gevalle Mendotfaofté Gu^man genaemt zijn, foo füllen fy met eede verklaeren, dat fy af-fetfelen zi;n van die Huyfen weicke als Hertogen ende Pnncen die naem in Spaignien voeren , van waer haer Groot- vaeder , nae haer feggen, was vertrocken tot in-neminge van Ame rica, weicke oockge- heele Landtfchappen aen de Kroone van Spaignien heeft onderdaenigh ge- inaeckt, hoewel haer als nu de Fortuyne den rugge heeft gekeert, en fvge- nootfäeckt zijn haere gefcheurde Klederen met een kaelenendegantfchver- iletenen Mantel te bedecken. . Doen de Stadt van Mexico herbouwt wierde, ende men aldaer Reghters cndeMagiftraeten hadde aengefteld, nevens alle de andere noodige Bedien- de, foo verfpreydde fich het gerughte van Corte^ en van die Stadt aenftonts door alle de,verre-af-ghelegene Provintien , foodaenigh dat fy in korten tijdt bevolkt wierde, door delndiaenen foo wel als door de Spaigniaerden , weicke laetfte een weynigh daer nae meer danvier-hondert mijlen Landsver- jr\eefterdcn , het weicke alle aen den Konincklijclcen Setel van Mexico on- derworpen wierde. Doch ïck kan ïn der waerheydt feggen , dat die Stadt , nae die tijdt , noch tens voor de tweede-mael her-bouwt is, en dat door de Spaigniaerden , weicke het meefte ghedeeke yan de Indiaenen vernietight hebben, want ickfoude M 3 niet Univerfi- teyt. Onder- fcheyt der Inwoon- ders. Armeho- vaerdyc. Spoedige aengroey- inge van Mexico.' Indiaenen door de Spaenfche vernie- tight. Woon- plaetfe der India- nen. Getal der Indianen in Mexico. Manier van bou- wen. Straten. Caroflen. ,94 LBoeck. VoyagkvanThomasGage XXL Caé, niet dervenfeggen dat'er jegenwoordigh hondert duyfent Huyfen zijn , die'er wel waeren , weynigh tijds , nae diehoqghmoedtgh trots ende cock foo rijck zijn, datmeer dan de hel/te: vanrdefel veeene CarofTehouden, totfoo verre-, datmen voor feecker geloofde, vdat'er^oem'aëlsrrneer dan vijfthien duyfent -Caroffen inde Stad.twaEen.: ' -j i , I^t.ii.oock-ee.ngemeeijfpreeébwQOi-d i&datl^ndx., .dat'er te Me&ïco yjër fchoone dingen zijn , de Vrouwen , de Kleederen , de Paerden ende de-Stra- ten. ,;' jj _ : : ::-; / . " Jsh - " - '.."■ I ' :' ' Doch ick kan : daer de fghoonheyd van de GarofTen van den Adel noch by voegen, welcke veel koftelijcker,zijn dandie van het Hof te Madrid, en dan 3 ; :: I.. dié l.n*zc&.^owdefyaenfcheWeJt-Indien r XXI. Cap. < )s die van alle de Hoven van Europa, want om defelve op te proncken werdt noch h«.Goudt, noch het Silver, nochdekoftelijckegefteenten, nochhet GoudeLaecken, noch dé befte Chineefche Sij de ge&aert. ; Daer en boven voegen fy daer noch by de fchoonheyd van hare Paerden wel- ke met Toornen , die met Goudt ende edele gefteenten verciert zijn , pronc- ken en welcke de Voeten met Silver in plaetfe van Yferbeflaegen hebben omdestepraghtigerenheeiiijckervoordendaghtekomen De Straeten van de Steden in het Chriftcnrïjck komen in findeliickhcvd ropifche Wmckelenby die geene welcke men aenweder;iljden van de Sn-ae- ten liet ; doch voor al zijn die van de Goudt-fmeden verwonderenswaerdieh ter oorfaecke van de groote rijckdommen ende fchatten die men in defelve fie J ten toon itaen. De Indiaenen endede Chineefen, welcke de Chriftelijcke Religie hebben aengenomen ende jaerlijcks aldaer komen , hebben de Spai gniaerden foo vol- maakte Meefters in dat handtwerck gemaeckt, dat fy jegenwoordighfeer uyt-muntendeendekonitigewerckenmaecken. Die geene die inhetjaer 1^25. in dat Landt voor Viceroy over ginck, liet van Goudt ende Silver een Papegay (het welck een Vogel is van de grootte van een Phayfant) maecken, en hy deede die met koftelijcke gefteenren op- proncken, welcke alle met foo veel konft ende aerdigheydt in ordre wierden gebraght , om de natuerlijcke geftalte van de vederen van die Vogel wel af te bedden dat die op vijftien mael hondert duyfentDucatengefchatwierde, oock was dit eert prefent dat hy den Koningh van Spaignien wilde vereeren. -^^^^1 Toeftel der Paer- den. Netheydt der Strae Koftelijck Juweel. „ WM „ , v „„„ ix^i«iigii vrtu o^di^uicu wiiuc vcrccren. Daer as een Silvere Lampe in de Kercke van het Convent der Tacobijnen welcke dne-hondert tacken ofte armen met blaeckers daer aen heeft, opde- welcke menyder een Wafch-kaeruekanfetten, endaer en boven noch twee- hondert kleyne lampen die'er als aengevoeght ende bequaem zijn omolyein te laeten branden , wefende die alle op eene verfcheydene wijfe gefatfoeneert , ende van foo feldfaeme èndefchoone uytvindinge , dat die Jtroone op viermael hondert-duyfentDucatengefchat werdt. « De groote menigHte , welcke men van défe fchoone weftken , in de Strae- ten der Goudt-fmeden, fiet, maeckt dat defejve niet alleen koftelijck' maer oock fchoon ende vermaeckelijck,fchijnen. '• ■ ■■ 1 j jBoven het geene men van de fchoonhey t van de Vrouwen van Mexico feght, foo kan ick daer by voegen de groote vryheydt die fy hebben om te fpelen, welcke fopdaenigh is dat noch naght noch dagh langh genoegh zijn om een par- tyë a la 'prime te. volvoeren wanneer fy die eens begonnen hebben , tot foo verre oatfy de Mannen op de volle Straet publijcquelijck bidden tot harent te willen m-treden om te fpelen. Het gebeurde my op feeckeren dagh dat ick langhs de Straeten wandelende n^een ander Religieus welcke dat;jaer met myuyt Spaignien in dat Landt was Praght en uytfteec- kentheydt derKerck- Cieraden. Vryheydt der Vrou wen in het fpelen Geva daer door 96 L'BoeCk. Voyagie vanThomas Gage XXI. Cap? was over gekomen , feeckere JoufFrouw van feer hooghe geboortekemerckte dat wy Chapitons waeren (dit is 'de naem welcke fy aen de nieuwelinghen ge- ven) fy-ïiepons daer op door haeV Ventten, en nae dat fy ons drie of vier kleyne vraegh-ftucken , ' nopende het geene wy nieuws uyt Spaignien braghten, hadde 'voorgeftek , foo vraeghde fy ons of wy wilden binnen komen ende een Partijtjen a la Prwicfpelen. De Mannen foo wel als de Vrouwen doen extraordinaire onkoften in haere kleedinge, welcke meeftuytzijdeLaeckenen beftaet, bedienende fyfich daer toe niet van wolle Laeckenen Greynén ofte diergeli jcke floffen. De kofteKjeke Gefteehten ende de Peerlen zijn aldaer feer gemeen, ende haere ydeliïeyd is daer omtrent foo groot , datmen op de Hoeden der Edellieden niet fiet dan Höed-banden :; ende Roofen van Diamanten, en van Peerlen op die van de Ambaghts ende Werck-lieden. Ja felve dragen de Negerin nen ende de geele Slaevinnen Peerlen om den hals ende armen, ende Ringen in de ooren, in de welcke altoos eenigh koftelijck GefteenteÏF. De kleedinge ende de oppronckinge van die Negerinnen ende half flaghfche Vrouw4uyden is foo lightvaerdigh , ende haere manieren van doen zijn lbo aenlocken'de, dat'erveeleSpaigniaerderizijn, felve onder de voornaemfte, welcke haere Vrouwen , ter liefde van defelve , verfmaeden. Sy draeghen gemeenlijck een Tabbaertvan zijde ftoffe ofte van Catoen " dat met Silver ofte Goude Paffamenten geboort is, nevens een groot zijde Line van een levendige Couleur, het welcke met Goude franje omfetis, en vtelcks eynden voor en achter tot aen de boorden van haeren Tabbaerden af- hangen. : . . Haere lijtkens zijn gemaeckt als de lijven van cfè Tabbaerden , met bragöe? nen fonder mouwen 3 ende met Sil vere ofte Goudene fnoeren toe-geregen. Die geene welene wat van aenfien zijn, dragenoock Goudene gordels 3 die niet Peerlen ende dierbaere Gebeenten zijn verciert. Haere mouwen zijn' van Hollantfch ofte Chineefch LÏjwaet , feer wijdt ende aen de eynden open , zyfijnGöck rijckelijcken geborduert , fommige met veel-verwige zijcÄ ende andere met Gout endeSiiver, oock hangen fyby- näetotopdeaerder Sybedecken haere J^Iooft-l^ireri meteene met de Naeld gewerekte Kappe* en fyfetten over defel^: noch eenandere, die van doorfchijnende zijde ftoffe gemaecktis, welcke fy met eenfehoon Lint van zijde ofte van Gout ende zijde vaft maeckeh, het welcke craycelinge over het bovenfte van het voor- hooft wert gelèght , én waer op akobs' eenige Letteren geborduert zijn , welc- ke een veerskens ofte eenige amoureufe fpreucke behelfen. Haere boefem is met een fijn Lijwaetbedeckr, het welcke op de wijfe van een Naght-halsdoeck ofte JSTeerftick om haeren hals af-hanght, enalsfy uyt den Huyfe gaeri fo dragen iy eenMantel van Catoen ofte* Camerijk$-doek,ront- omme I.BoECK. 'DoordeSpaenfcheWeftlndïên. XXI.Cap. 97 omme het welckeeen feer breed pafiement genaeytis » welcke Manteleenige boven op het hooftfetten , foodaenigh dat defelye' niet laeger dan haer middel komt af te hangen > op datmen haere Gordels ep.dè Linten foude konnen fien, doch de twee voorfte eynden reycken altoos tot dighte aen de aerde. Daer fijn'er fommige welcke hare Mantelen maer op eene fchouder dragen , Is j. en die onder de rechter arm door-flaende, werpen fy het eynde opdelincker ii c i ltveej: fchouder, om foo de rechterarm vry te hebbenden met eenen hare fchoone mou- ^[^ wen, over de ftraet gaende,te konnen vertonen,doch fij n'er oock andere, welcke in plaetfe van defe Mantel , haer bedienen van een koftelijcke zijde Cafacq ofte omhangende Rock , waer van fy een gedeelte op de lincker fchouder hangen , en het andere dragen fy in de rechte handt, fchijnende daer door veel eer lichtveer- ge Jongelingen , dan eerlijcke Dochters te zijn. Hare fchoenen fijn feer hoogh ende hebben veele fooien s welcke van buyten op de zijden met eenfilvere plaetebeflaeghenzijn, diemetfilverefpijckers, welcke feer breede hoofden hebben , daer aen fijn geheght. Het grootfte gedeelte beftaet uyt Slavinnen , ofte uyt foodaenige die te voren fulcks ge weeft zijn , hebbende de liefde haer de vryheydt gegeven, om de zielen aen de ibndé ende aen den Duyvel te konnen onderwerpen. Daer is in de Stadt een oneyndigh getal van die Negers , Mallatten ende hah> flaghten , foo van Mannen als Vrouwen , welcke foo hovaerdigh ende uytge- laeten zijn geworden , dat de Spaigniaerden dickmaelen in vreefe fijn ge weeft, dat fy haer tegens haer fouden aenftellen ende op-ftaen. Oock hebbe ick eenige Spaigniaerden , welcke meer Godvruchtigheytende yver tot de Religie , dan wel de andere , hadden , hooren feggen , dat fy vreefden dat Godt de Stadt vernielen foude, ende het Landt aen eene andere Natie over- geven , ter oorfaecke van het ergerlijcke leven van die Lieden , ende van de mif- oaeden die de voornaemfte Spaigniaerden met haer bedrijven. Ick vreefe dat ick het gedult van de Leefers foude uyt-putten ende hare kuyf- Onkuys- fche vooren verveelen j foo ick mij nepenne wilde befteeden met het befchrij- heytvan ven van debyfonderheden van haren boofen handel en om gangh, ick fal alleen dcfelvc feggen dat Godt de Heere ten hooghften in dat tweede Sodoma veracht werd* en dat hoewel de Inwoonders van het felvevooralsnuinvoorfpoetleven, ende den overvloed van rijckdommen ende Weereltfche vermaeck:lijckheden heb- ben, fydocli evenwel te harer tijd als. het gras fullen af- gemaeyt worden^ ende als hoy verdrogen , foo als den Pfalmift fegt in fijnen 3 8. Pfalm. Tot foo verre dat ick niet twijffele , of ( even als den bloey enden flaet van de Stadt van Mexico, welcke vermaert is door hare Caroffen, Paerden, Straten ende Vrouwen , een feer gevaerlijcken ende ten val neygenden ftaet is) Godt fal haer de eene dagh ofte de andere, onder de Heerfchappye van eenig ander Vorfl van defe weereld brengen , ende in de aenftaende Eeuwe onder de handen van eenftrengenREGHTER, welcke KONING H der KONINGEN ende HEERE der HEERENis. Doch hoewel de Inwoonders van defe Stad t'ecnemael aen haer vermaeck N fijn L Boec K. Voyagie van Thomas Gage XXT. Cap. üijnege- veynft- tieyd wert öiudeckt» zijn overgegeven, foo is'er adqi evenwel geene Plaetfe inde gantfcheWee- rek, in dewelcke de Lieden irfëër zijn genegen, omgefchenckenaendeKerc- ke ende de Kerckelijcke Perföbrièn te doen. Sy doen alle, omftrijd, haer befte, om de Conventen van de Religieufen, foo van Mannen als Vrouwen > te"t>egiftigen. Sommige doen Praghtige Altaren maecken in de Capellen van de Sanften ende Sanótinnen , tot dewelcke fy eene byfondere devotie hebben -, andere we- der offeren Goude Kroonen aen de Beelden van de Maeget Maria,- de derde fchencken aen defelve Goudene Kettingen ende Lampen j en eyndelijck daer zijn'er die Kloofteren doen timmeren ofte her-timmeren op haere eygene ko- ften, en die haer drie a vier duyfent Ducaten aen jaerlijcks inkomen geven , fich inbeeldende, dat zy, door de gaven, die fy aen de Kercke doen , deftraffe, welcke fy door haere mifdaeden verdienen , fullen ontgaen. Ick foude dit verhael te kort doen , by aldien ick onder defe Goed-doenders der Kercke, vergat mentie te maecken van feecker Perfoon, welcke als ick daer was , noch leefde , ende de naem , van Alonfo Cuellar, voerdde 3 men feyde dat hy een Cabinet hadde, dat van vierkante goudene klompen, in plaetfe vanfteenen, gemaecktwas; doch dat feggen itreckte maer om aen de Men- fchen te doen begrijpen de on-meettelijckerijckdommen diehybefat, hebben- de hy in fijn Cabinet twee Coffers , waer van het eene met Goudene plaeten * ende het andere met Silvereftaeven, vervult was. , Defe deede een Kloofter voor de Geeftelijcke Dochters van de Ordre van Sr. Francifcus ftighten , het welcke hem meer dan dertigh duyfent Ducaten kofte ,. tot het welcke hy twee duyfent Ducaten aen jaerlijcks inkomen gaf, foo tot onderhout van de Religieufe Dochters , als om een feecker getal van Miffèn na fijn dood tot ruite fijnder Ziele te feggen. OndertuiTchen leydde die Perfoon foo ergelijck een leven* dathy, by-nae allenaghten, gewoon was, de Vrouw-luyden , die wy te vooren befchreven- hebben , met twee Kneghten verfelt zijnde , te gaen befoecken , dragende fijn Pater Nofter Kettingh in de hand, laetende aen yder deur die hy ingingh een Co- rael van de felve vallen , leggende een knoop in plaetfe van yder Corael , op dat hy > met het kriecken van den dagh , te Huys komende , foude mogen weten , hoe veel van defe fondige vifites hy gedaen hadde. Maer die wereken der duyfterniife quaemen eyndelijck aen het light, ende een yder wifte daer van te fpreecken , door feecker jEoe-val dathemoverquam foo als ick te Mmwö was, want hebbende by naght, in eenevandeHuyfen, in dewelcke hy gewoon was te verkeeren, feecker Edelman, diejalourfchop hem was , ontmoet, foo floegen fy beyde de hand aen den Degen, doch het Vrouwmenfch wierde door dien Edelman , welcke beter verfelt was als Alonfo Cuellar, zijnde die maer een Koopman, alvorens gepoingiaerdeert', en hy fel- ve foodaenigh gequetft, datmen hem foo goet als doodachtede, hoewelhy noch naederhand genefen wierde* In ^s.. SS? 7 *! LBoeck. T) oor de fyaenfcbeWeft- Indien, XXI. Ca p. 99 In het korte men fiet gewoonlijck indiegroote Stadt-, dat Perfoonen wek- Hoe God- ke een onkuys, ongebonden ende ergeriijck leyen leyden , uytfteeckende loferVolk . Aelmoeffen ende grootegaevenaen de Kercken ende Huyfen der Geeftelijcke hoelibe- geven j gelovende de Inwoonders aldaer , welcke fich tot alle foorten van ver- radder maeckelijckheden begeven, dat haere fonden genoegh bedeckt ende verbor- aende gen bij j ven , door de mi ldaedigheden die fy dagelijcksaendeKerckelijckenbe- traeen, toonen,- daer uyt fpruythetoock, dat de Kercken aldaer foo rijckelïjckopge- maeckt ende praghtigh gebouwtzijn, tot foo verre datmen fich niet grootere ofte heerlijckers kan inbeelden. Daer zijn niet meer dan vijftigh Parochiale Kercken ende Conventen van Getal der Geeftelijcke foo Mannen als Vrouwen ; doch zy fijn feeckerlijck weder de wooiters fchoonite die ick oyt gefien hebbe, zijnde de overwelffelen ende de bakken £™ e £ el<> - t'eenemael verguit , het meefïe gedeelte van de Altaeren verciert met Marmo- Mexkg re veelverwige Pijlaeren, ende de Trappen van defelve van Brafilien-hout > 'metfoorijckelijcke verhemeltfels, datmen degeringhfteoptwintighduyfent Ducaten fchat. ' « •Behalven de pragtit ende fchoonheyd van defe gebouwen, foozijndeopge- " ae L- t flotene rijekdommen , welcke tot de Altaeren behooren , oneyndigh , gelijck £^ouw * de Kappen ende de CaffuyfTelen der Priefteren , de Schilderijen , de Taepijten , f d het cieraet van de Altaeren , de Kandelaers , de Juweelen daer men de Beel- '■ den, ende de Reliquie-KafTen der Heyligen mede op-pronckt, de Goudene En _ ende Silvere Kroonen , ende de Monftrantien van Gout ende Cryftal , welcke üj c ke rijk alle te fäemen wel een ^goede Gout-mijne waerdigh zijn , ende de Natie $üe dom. defelve vermeefterdefoudekonnenverrijeken. _ Ic-kfal niet veel van de Religieüfe Mannen ende Vrouwen van die Stadt feg- Het leven gen , als alleen dat fy daer veel meer vryheyd dan in eenigh gedeelte van Europa der Rcli- Jtebbén , ende dat de ergeniffen die fy dageli jeks begaen , wel verdienen dat den gieufen. Hemel haer ftraffe. . . _ Ten tij de dat ick daer was, gebeurde het, dat de Paters de la Merced 3 - haer iwiit on- Capittei tot verkiéfinge van een nieuwen Provintiael hielden , ende als alle de derd f £*- Prieurs ende de Superieurs van de Provintie daer gekomen waeren, foo fagh- ^ med mènfoo veele^erdeekheden ende twiften omtrent defe electie , dat in een 00- genblicktijdshet geheele Conventin Oproer geraeckte, ende.bare Canonijcke vergaderinge in Muyterije verandert wierde; tot foo verre , dat de eenePar- tije de MeiTen tegens de andere track, ende ten bey de zijden veelegequetft wierden a ende de Viceroy vondt fich genootfaeckt, in Perfoon daer heenen te gaen , ende waght aen het Kloofter te Jaeten , tot dat fy het over de verkiéfinge van den Provinciael eens waeren. . , , Het is aldaer een feergewoonefaecke onder de Religieufen, dat de Mans- ö«p|W perfoonende Geeftelijcke Dochteren van haere Ordre gaen befoecken , en dat f^* fy een gedeelte van den dagh door-brenghen, met herluyfteren nae haer Mu-« r ^ fijcq , ende het eeten van haere Cohfitueren. N 2 Ydeie be iigheden derGee- iieiijcke. iio I.Boeck. Voyagie vanThomas Gage XXI. Cap. Ten dien eynde zijnder veele Kamers ofte fpreeck-plaetfen , welckemet houte traliën tuflchen haer ende de Religieufe Dochters zij n afgefchoten > oock fijn'er Taefelen in omdeMonickendaertedoeneeten, welcke, geduerende de maeltijd,door het fingen en muficeren van de Normen,gedi verteert worden. De Edellieden ende de rijeke Borgers doen hare Dochters in die Conventen op-brengen, en men feerd haer in defelve allerhande flagnvan Confitueren maecken , gelijck oock naelde- werek , oock ottderwi jftmen defelve in de Mu- fijeq-konfte, die_in die Stadt foo uytneemende is ^ datickedervefeggen, dat de Lieden meer in de Kercken komen om de Mufijcq te hooren, dan om den Gods-dienft te plegen. Daer- en-boven leerdmen die Kinderen noch het vertoonen van Comedien , en , om des te meer Volck nae hare Kercken te locken , foo bekleedmen defelve feerrijckelijck, en men doethaerSaemen-fpraecken , om voor het Volck ge- houden te worden , van buyten leeren , voornaementlijck op het Feeft van St. Johannes ende van Kers-tijd; het welckemet foo grooten drift ende fughtge- fchiet , dat'er dickmaelen veele difpuyten voor- vallen tuflchen die geene, welc- ke het eene ofte het andere Convent,tot naedeel van de andere ? hier in den prijs van kledinge ende optoyinge van die Kinderenen van de Mufijcq 5 toefchrijven. Mi sbruyck Endelij ck alles wat eenigh vermaeck kan by-brengen 3 werd overvloedigh in va n de die Stadt gevonden, en felve in de Kercken , die veel eer tot den Gods-dienft be- Kercken. hoorden gebruyekt te werden.dan tothet verluftigen van de uytterlijeke finnen» De aenfienlijckfte plaetfe van de gantfche Stadt is de Merckt , welcke , hoe- wel fy foo groot niet is als ten tijde vmMontesptma, evenwel noch hedenfdaegs feer groot ende ruym is. Eene van de zijden van defelve is geheel beflaegen met overdecktë wandel- Be&hrif wegen ofte Gaeleryen , die alle , booghs- wijfe ,-overwelft zijn , onder dewelcke vinge van men gaen ende komen kan fonder door deSonne-fchi jn ofte den regen geincom- de Merckt. modeert te worden , oock fijn onder deklve de winckelen van de Cooplieden die in allerhande foorten van zijde handelen. Vlack voor die winckelen ende Gaeleryen, plaetfen figh die. Vrouwen die Galeryen allerleye flagh van vrughtenverkoopen. daer op. Reght over defe wandel- weghen is het Paleys van de Viceroy, het welcke Paleys b y-, na f de geheele lenghte van de merckt beflaet, te weten , met de mueren ende de Tuynen die daer aen behooren. Aen het eynde van het Paleys van den Onder-Koningh , is het voor-naemfte Gevangen-huys van de Stad 3 fijnde dat gebout van gehoudene fteenen en met- fel-werck. Dighte daer by is die fchoone ftraet,welck men la Plateria noemerre anders deGoudt-fmeden-ltraet, in de welcke men in minder dan een uere tijdts de waerdije van veele Millioenen kan fien, fooaengout, filver, Peerlen, als aen dierbaer gefteente. De ftraet van St. Auguftijn is mede kaï heerlijk ende vermaeckelijk, want in defelve van den Viceroy. La Tktt' rti. SnAugu- I.Boeck. c Doorde$paenfcheWeft-ïndïén. XXI. Cap. ioi defelve woont het meefte gedeelte van die Kooplieden , die in zijde handelen ; doch eene van de langfte ende breetfte ftraten van deStad is die geene dièTahica genaemt wort.in dewelcke meeft alle de Winckelen zijn van die geene die Yfer, Stael ende Kcoper- werck verkopen, ende fy eyndight aen de water-leydin°e die het water m de Stad brenght , oock voert fy die naem ,'om datmen door defelve moet paflerenalsmen nae een Vleck , Tabuca genaemt , wil gaen. Doch het geene die firaete vermaert maeckt , is niet foo feer hare lengte en- de breedte , als wel de groote meenigte van Naelden , die in defelve gemaeckt , en die \ oor de befte van geheel het Land gehouden werden. Hoewel defe ftraet fchoon is , foo is'er doch noch een andere welcke men be- ter dan die hout > ter oorfaecke van de heerlijcke Huyfen met dewelckefy befet is; men noemt die de Arent-ftraet, en dat om een ouden Af-goden Beek het welcke een fteenen Arent is , zijnde die twee-maeien foo groot als de fteen van London ,• Dit Beek ftaet op den hoeck van die ftraet , en is , federt het innemen van Mexico, daer altoos gebleven. . In die ftraet woonen de meefte Edellieden, de Hovelingen, ende de Be- diende van de Cancellarye , met liet daer oock het Paleys van den Marquis Del Valk', welcke een van de Naekomelingen van Ferdinand Cortes is , die die Stad overwon ende aen de Kroone van Spainien onderwierp. De ongetrouwde Jonghmans van die Stadt gaen alle avonden ten vier ueren haer f fermaeck nemen , fommige te Paerde en andere in Caroften , in een feer ichoon Pleyn, la Alameda genaemt , daer in zijnveele met Boomen befette Wa ndel- wegen ,. onder dewelcke men , in de fchadu we , fonder van de Sonne geincommodert te worden, fpanceren kan. Men fiet daer gewoonlijck omtrent twee-duyfent Garoften , vervult foo met Edellieden ende Dames, als met Borgersvan.de Stadt, die daer foo pun- -auelijckverfchijnen als onfe Kooplieden op de Beurfe. De Edellieden verfchijnen daer omde Dames tefien, zijnde met een dou- zamMoorfcheSlaeven, de eene min de andere meer, gevolght, welcke alle praghtige Levreyen aen hebben , die gantfch met Paflamenten van Gout ende Silyerbedecktzijn, oock dragen fy zij de Hoofen, Roofen op de Schoenen , ende den Degen op de zijde. De Dames laten oock op de zijden van hare Caroffen , haer gevolgh, het wel- ke uyt die aerdige Dochters, welcke wy boven befchreven hebben, beftaet, gaen , die met alle hare fchoone Kleederen , ende hare witte Mantelen , even als het Spaenfche fpreeck-woortfeght , wel vliegen in Melck gelijcken ? ; r Het gevolgh van den Onder-Koningh , die daer mede dickmalen verfchijnt is niet minder heerlijck ende uyt-mumende alsdat van den Koninghfijn Mee- Men vint daer oock veele Lieden die Confitueren ende Suycker- werck ver kopen, oock .andere die koel water hebben, het welckefyin feer fchoone Cri- , wlijne GJaefen depaflanten aenbieden. N 5 Doch Min-yver derSpaen- fche. Kercker. lijcke vry heydt. Loflen gvont ■van Mexico* Voor- beeldt daer van. Wegen om tot Mexico te komen. ïox I. Boeck., Voyagie van Thomas Gage XXI. Cap. Doch het gebeurt dickmaelen om hem 3 tot|voldinginge van fijn Proces, daerüyttehaelen. .,-,,-, u *, • Daergefchieddenveelediergelijcke dingen terwijlen ïck dighteby Mextco was , en altoos was'er ymandt die teeckenen van de raefernye ofte jaloufye van fnnMede-vryermoeftedraegeh. k .. Men foude een gantfch Boeck van die Stadt konnen befchnj ven , doch door ! dien andere Autheuren fulcks gedaen hebben , fal ick niet dan het äenmercke- lijckfte in defe mijne Hiftorie verhaelen. Daeromme moet ick niet vergeten te feggen, dat, door dien defeStadt op een Meer gebouwt is, het oock feecker is dat het Waeter fijnen loop onder alle de Straeten van defelve heeft , en ick kan verfeeckeren , datmen , aen de fijde van de St. Auguftijns Straete, ende in de laeghfte gedeelten der Stadt, eer het Waeter van het Meer afgeleydet wierde , de Lijeken eer ïn.hex Waeterdan in de Aerde begroef r'want men konde geen Graf op de hehoor- lil cke diepte delven , of men vant Waeter 3 het welcke ick te meer fegge om dat ick daer een oogh-getuyge van ben, hebbende felvegefien datmen veete LicchaemeninGraevenlagh, die vol Waeters waeren. ■ '■ Dit is foQwaeraghtigh, datfoo het Convent van de Augultipen met dick- maelen gerepareert ende als hei-bouwt was , i het jegenwoordigh onder Wae- ter foude leggen; m. • " . . Doen ick te Mexico was, maeckte men het felve weder op een nieuw, en ick befpeurde dat de oude Pylaeren foo diep waerenin-gefoncken, datmen daer nieuwe Fundamenten op timmerde, en men verfeeckerde my dat het doemaels dederde reyfe was datmen nieuweTylaeren gefethadde op de oude, die t'eenemael onder het Waeter gefackt wäeren. Defe Stadt heeft niet dan drie wegen door dewelcke mentot defelve naeder en kan, waer van de eerfte aen het Weften , ! ende omtrent ander-halve mijlelan^h is , de tweede aen het Noorden, ende beflaet omtrent drie mijlen ; aen het Ooften is'er geen , doch de derde die aen het Zuyden is, magh omtrent vijf mijlen langh zijn , en die washetwelcke.Cor^ gebruyckte als hyfichMeelter van de Stadt maeckte. HET IBoeck. ïïoordefyaenfchemjl-Indiën.XXll.CK?. ÏO j HET XXII. CAPITTEL. Van de vrughten diemm gemeenlijckte Mexico eet, en die daer omtrent waffen. D E vrught welcke N«£^//genaemtwerdt, en van de welcke fommige R r . .. feggen dat defe Stadt Tenughtitlan genaemt wierde, is by nae door ^ geheel America bekent, men vindt die felve in Spaignien/ doch daer dèlSht ïs geene Plaetfe in dewelcke men foo veele van defelve vindt als te Mexico 3 Nuzhtl? oock is het een van de befte vrughten die'er zijn. •' 6 Sy heeft eenige over-een-komfte met de Vijge , en men fier in defelve veele Saedekens 3 doch wat fwaerder als die van de Vijgen , en boven is fy gekroon c alsdeMifpelen. Men fïet'er van verfcheydene Couleuren , fommige zijn groen van buyten , Het on- ende incarnaet van binnen , die een feer goede fmaeck hebben ; oock zijn'er derfchevt geeleendegefprickelde, doch de witfte zijn de befte. * * Het is een vrught ^welcke lange bewaert kan worden , ende die feer ver- En fmaek koelende is 3 daerom aghtmen defelve des Somers ten hooghften, eenige heb- van defel- ben de fmaeck van Peeren^ ende andere van Druy ven. ' ve. De Spaigniaerden beminnen defelve veel meer dan delndiaenen , en hoe de aerde waer in men defelve fay t, meer bebouwt is, hoemen de vrught beter vint. Men vint noch een andere foorte van die vrught .'welcke root is, doch in Wonder ' vergelijckinge van de andere is fy niet veelge-aght, hoewel de fmaeck daer 'uytwerck- van niet onaengenaem is, doch dat komt door dien het nuttigen van defelve ! fel van niet alleen den Mont, van die geene die die eet , bloedt-roodtmaeckt, maer eenfoorte oock fijn Lijwaedt ende Piflè. van defel- Als de Spaigniaerden eerftin Indien gekomen waeren , itonden'ër veele van ve * haer, als fy van defe vrughten hadden gegeten, feer verbaeft , enwiftenniet wat fy dencken fouden, meenende dat fy al haer Bloedt door de waeter-lofin- gö quijt wierden. Selve eenige van de Doftoren waeren in den beginne van het felve gevoelen j { n t tot foo verre dat fy bloedt-ftoppende remedien ordonneerden , aen alle die V >nI L unde geene welcke haer Waeter aen haer om te beften fonden, noch niet wetende l ei waer die groote roodigheydt uyt fproot , het welcke belacchens-waerdigh was, 01 e "* üende dat de Medicijns foo dickmaelen bedrogen waeren, alleen om dat fy die vrught niet kenden. Dèbuytenfte baft daer van is dick en volvankleynefteeckendepuntjens, Maniere doch alsmen de vrught tot op de kernen toe gekÜeft heeft, kanmendieligh- omdiete telijck van debaft, fonderdietebreecken, af-fcheyden, en de vrught, om nuttigen, dieteeten, daeraf Jighten, Ds Waflende blanc-man- Befchrij- vinge daer van. Tinntts. 104 LBoeck. VoydgievanlhomasGage XXII. Cap. Bedrogh De Spaigniaerden bedienen fich van defe vrughten om den Vreemdelingen daeï door te bedriegen, want fy nemen vijf ofte fes van defelve ende vrijven die in een Ser- gepleeght. vette , foodaenigh dat die kleyne puntjens 3 welcke men naeu wlijcks fien kan , daer in blijven fitten , fonder datmen defelve bemerekt , en op die wijfe , wer- den diegeene, die daeï' geen 'kenniflè van hebben, wanneer fyhaere lippen met die Servetten reynigen , foodanigh daer van geplaeght , dat fy naeuwlijcks konnen fpreecken , als nae dat fy door veel waffen ende vrij wen defelve allenx- kenszijnquyt-geraeckt. * ' Daer is rioch een andere vrught, twee-maelen foo groot als een Winter- peer , welcke fy het waffende blanc-manper noemen , om dat fy met de fniaeck van hzt hlwc-manver over een komt, het welcke fy vanfoieren van Capuy- nen , van Room > Rijft , Siiycker ende Rccfe- water maecken. Defe is foo foet als honigh , ende fy verandert in de mont ineen feer aengena- me voghtigheydj van binnen is fy vervult met kleyne fwarte fleentjens ofte. kernen', die feer bitter van frmeck zijn , ende niet by malkanderen gevoeght , doch de eene van de andere gefcheyden , hebbende een yder fijne byfondere baft ' diebaeraf-fcheyd, foodanigh, dat, alsmen die vrught midden door-fnijt, de- felve een fchaeck ofte D am-bort vertoont 3 men eet ofte fuyght het witte daer ' uyt , ende werpt de kernen we'gh. Doch ick moete de vrught die fy Pinnas noemen niet met ftilfwijgen voorby gaen, dit zijn Pijn-appelen, doch niet van dat foorte die op die grooteMaft- Befchrij- . boomen groeyen, maer van een ander flagh het welcke op ftruyeken , even als de vinge daer Artichockeh waft j fteeckende de blaeden van die ftruyeken gelijck als diftelen ; van. -als die vrught tot fijne behoor lijeke rijpigheyd is gekomen , is fy foo groot als de grootfte Meloenen, fy is geel foo wel vanbuy ten als van binnen , hebbende de bafte met een foorte van fchellen overdeckt, ende hetbinnenfte vervult met een fap dat foo verkoelende is , datmen gevaer loopt alsmen daer te veel van eet. Het is defelve vrught welcke men in de Antiller , in Brefil , op de kufte van Jfii- ca , in de Ooft-Indie'n , en meeft op alle plaetfen daer die gevonden wert 3 j e- genwoordigh Annanamoemt. iMen fnijd defelve aen fchijveneermendienuttïght, welcke men omtrent den tijd van een half uer in water weyekt , oock doetmen daer wat Sout by , om haere koude ende raeuwigheyd te maetigea, daer nae leghtmen die in ander verfch water om die te eeten. Doch de befte wijfe op dewelcke men defelve kan toe-maecken, is datmen die in Suycker confijt, oock beiken uyt defelve de befte Confitueren die fy in dat J_,andt hebben. ( ',...' ' , Men vim: daer öockDmvyen (hoewel men van defelve geen Wijn perft> Peeren, Appelen, Quee'en , Per&ken ,, Abricofen , Granaét-Appelen , Me- loenen , Vygen , Noten > Caftaniën , Örangie- Appelen , foete ende fuere Ci- troenen , ende meeft alle de vrughten in Europa bekent 3 boven een groot ge- ; tal van die geene welcke by ons niet gefien werden. Oock Hoemen defelve «uttight. Drayven 5cci I.Boeck. ^oorde^aenfchemjt-Indiën.XKll.CAv. io s Oock groeyt omtrent Mexico een feer uytnemende Boom , die fy Meü Metl,cs& •noemen, en fy heeft daer veel beter tier dan op andere plaetfen, men plant Boom. ende onderhout de felve , even als de Wijngaerden in Europa. Sy draegt omtrent veertigh verfcheydene foorten van blaederen , welcke tot Gebruyck diverfchegebruyken zijn ftreckendejwantalsfy noch teer ende jongh zijn ma- daervan. ken fy van defelve Confituren, Papier, Gaeren, Deeckens*, Matten, Schoe- nen, Gordels ende Ton w-werck. Uy t de wortel van die Boom trecktmen fekere vogtigheyt, welke de gedaente van fyroop heefr,en die gekoockt fïjnde, fuycker werd; men kan daer oock Afïj n ende Wijn afmaken , waer in figh de Indiaenen dickmalen droncken drincken. Als men de baften van die Boom verbrandt , is de afle goet om wonden ende quetfueren te genefen ; ende de gomme die uyt de tacken vloeydt, welcke in den top van den Boomftaen, is een uytnemende tegen-gift tegens alle foor- ten van venijn. .. Eyndelijck daer enonbreeckt te Mexico niet van alles dat eene Stadt ge- luckigh kan maecken ; ende by aldien die Schrijvers , welcke haere penne ge- leent hebben , ' om de Provinciën van Grenada in Spaignien , ende van Lombar- dien ende Tofcaenen in Iralien , van dewelcke fy aertfche Paradijfen gemaeckt Lof va n hebben, te prijfen, dele nieuwe wereld gefïen hadden, en daer in de Stadt Mexico. yan Mexico , fy fouden wel haeft alle de woorden , die fy tot, voordeel van die an- dere Landen gefeght hebben , in haeren halfe haelen. I HET XXIII. CAPITTEL. Van deKtrkehjke,Tolütcqtte endeMilitaire ftaetvanMexico. IN defe Stadt heeft den Aerts-BifTchop fij nen ftoel beveiligt , ende de Vice- roy, die gemeenlijck een groot Heer uyt Spaignien is, houdt aldaer zijn Maghtvan verblijf; hy heeft maght om felve Wetten ende Qrdonnantiën te maecken , de v ' l ™~ om alle de noodigeordresteftellen, 'ende om alle de Proceffen ende differen- r °y* ten , welcke in dat Landt voorvallen , te termineren , uyt g efondert alleen die faecken, welcke van foo fwaeren gewigte zijn , datmen oordeek dat het de pijne waerdt is om die voor den Raedt in Spaignien te brenghen. Hoewel in dat Landt veele Gouvernementen ende Gouverneurs zijn, foo zijn fy dog alle defen Viceroy onderhorig,- foodaenigdat'er meer dan vier-hon- üytftrec- üert mijlen Lands aen den Konincklijcken Setel van Mexico onderworpen zijn. kinge van Gelijcknu het meefte gedeelte van die Gouverneurs aen den Viceroy haere fijne Ju- Ampteii verfchuldight en hem daer voor verplight zijn, foo geven fy hem oock rifdi&ie. grootegefchencken om in haere Chargiengecöntinueert te worden, oockont- Sijn inko- fanght hy'er noch van die geene \ welcke zijne gonfle van nooden hebben in het me R- ftuck yan Appel,door dien men van alle de Sententien voor hem kan appelleren. O de Liften van de Onder- Koningen om gekte trecken. Winften vanden Marquistte Serralvo. Siin ge- fchenck aen den Koningn. Reghts- beftellin- gein MeXico/ Gkoöte snaghtvan de Vice- roy. 106 I. Boeck. Voyagie vanThomas Gage XXIII. Ca p. De Koningh van Spaignien laet hem jaerlijcks; gedurende iïjne Gouverne- ment hondert- duyfent Ducaten , uyt fijne fpaer-kifte , trecken , en dat Gouver- nement duert gemeenlijck den tijd van vijf jaeren. Doch fy weten doorgiften ende gavemdie fy aen de Hovelingen in Spaignien doen , foo wel als aen de Heeren van den Raede van de Indien , foo veel uyt te wercken , dat fy in dat haer Ampt mogen continueren, felve vijf jae thien jaren boven den tijdr door haere Commiffie beftemt. Boven dek hondert duyfent Ducaten , welcke den Onder-Koningh jaerlijcks uyt des Komngs fpaer-kifte treckt , heeft hy noch foo veele profijten dat het niet mogehjck is defelve nae te reeckenen , en voor al foo hy gierigh , ofte tot den Koophandel genegen is, foo als de meefte doen j want fy weten foodanige Koop- manschap, als fy felve begeeren, alleen in haere maght te krijgen , en als dan magh niemant dan zy , of die geene welcke fy het toelaeten , diergelijcke ver- kopen ; dit was het dat de Marquis de Serralvo te mijnen tijde dede, die meer Schattinge op het-Sout ftelde als oyt eenigh Onder-Koningh voor hem eedaen hadde. Men gelooft dat hy jaerlijcks uyt dat Land meer dan een Millioen Ducaten trock, foo aen de gefchencken die hy ontfingh , alsaendewinfte, die hy met den handel , foo op Spaignien , als op de Philippijnen dede. Hy regeerde dat Land thien jaren langh geduerende , ende onderwijlen font hy aen de Komngh van Spaignien een Papegay, welcke vijfthienmael hondert duyfent guldens waerdigh was, ende meer dan een Millioen aen den Graeve van Ohvare^ endeaen de andere Hovelingen , om den tijdt van fij n Gouverne^ ment noch met vijf jaeren te mogen verlenght fien. Daer zijn boven den Viceroy noch fes Reghters, ende een Procureur Gene- rael , welcke yder twaelf-duyfent Ducaten 's jaers hebben, ende twee Prefidenr t.en ofte Voorfitters > welcke met den Viceroy over alle Civile ende Criminele faecken vonniflen. Doch hoewel defe gemeenlijck met den Viceroy in goede harmonie leven 3 foo hebben fy doch evenwel de niaght, om fich tegens fijne voornemens teop- poferen , ende fy behoeven niet te dulden , dat hy yets tegens de Wetten in het werckitelle, doch het meefte gedeelte van defelve, derven fich niet tegens hem kanten , tot foo verre dat hy doet het geene hem luft , ende het is genoegh dat hy het foo begeert. & & Defe onbepaelde maght , gevoegt by de gierigheyd van den Grave vanGe/w/, welcke inhetjaer van 1 624. Viceroy was , endedehooghmoet vmDomMmn deZerna Aerts-bifichop van Mexico, die een inkomen van feftigh-duyfent Duca- ten jaerijcks genoot, braghten die groote Stad in het uytterfte gevaer, ende ver- oorfaeckten een oploop van het gemeene Volck , het welcke het Paleys van den Onder-Koningh ende het Ge vangen-huys 3 dat daer daer nevens ftaet , in brand, HET I.Boeck. &ow Je fyamfc&eFPeJ!-lndifo.XXlV. Cab. io 7 HET XXIV. CAPITT.EL. Gedenckwaerdige Uiflorie vanfeeckcr verfchilcntflaentuf- fchen den Aerts-bfffchof ende den Viceroy van Mexico, en- de van den of loop die het felve in de Stad veroorfaeckte. """X Oor dien dit verhael gedenckwaerdigh is , ende tot een voorbeelt aen ■ andere Natiën kan verftrecken , op dat fy geene baetfughtige ende gie- -■—^rige Gouverneurs, noghte hooghmoedighe en met ydelheyd vervulde Prelaten fouden komen uy t te fenden , om buy tens Lands het gebiet te voeren , foo hebbe ick geoordeelt dat het noodigh is fulcks te verhaelen j de faecke viel dan voor op de volgende wijfe. Men kan feggen , dat den Grave van Getv.es in eenige dingen, een van de befte Deughden Onder-Koningen ende Gouverneurs was , welcke het Hof van Spaignien oyt in va n den America gefondcn heeft ; de Spaigniaerden noemden hem den geftrengen Regh- Grave van ter , ende het vyer dat alle de Rovers verteerde. Gelves. _ Hy maeckte alle de wegen fuy ver van Straet-fchenders , welcke hy fonder ee- nige genaede dede ophangen foo drae als fy gevangen wierden , hebbende hy al- Si ) ne roos fij ne bediende ende eenige Ruyterye te Velde , om haer te vervolgen , foo- e * ade J u ' damgh darmen feght, dat'er, geduerende den tijd van fijne Regeeringh, meer ftltk ' ■ Rovers geftraft zijn, als oyt federt het in-nemen van het Landgeeaftijd, too- nende hy fich op eene defel ve wijfe geftrengh, ende onverfettelijck in alle faeken 'die de Juftitie betroffen. Doch fijne gierigheyd hadde foo veele maght op hem , dat fy hem feer veele Si jne gro- ïrus-flaegendedebegaen, welcke hy niet befpeurenkonde, dan nae dat fy den te gierig- opftanr van geheel het Rijck ende.de Stad van Mexico veroorfaeckt hadden. heyd. Het geene hy felve niet wilde doen , dede hy door andere Perfoonen verrigh- t;en , onde.r andere koos hy uy t feeckeren Dom Pietro Mexia , die de ri jckfte Per- foon; van geheel de Stadt was , om alle de Mai% ende de Tarwe op te koopen , om defelve foo alleen in fij ne handen tekrijgen. " - Dvm Ptetro Mexia koft alle de Mai$ van de Indianen , tot foodaenighen prijfe als hy. felve wilde ; doch, wat de Tarwe van de Spaigniaerden belanght, die koft Joorbedt hy volgens den prijs , die , door de Wetten van het Land , daer toe geftelt is , te dacr van ' wetenden tijde van hongers-noot tegens veerthien Realen hetMudde,het welc- ke niet veel is , ten op lichte van de groote meenighte van Gout ende Silver die- men daer vint ; foodanigh dat de Land-bou wers ende de Paghters wel in haer fchick waren daer foo veel geks van te maecken , hebbende fy groote hoope van ëen toekomende vrught-baer jaer ; oock fouden fy het niet- hebben derven wey- geren , wetende dat hy een Gonftelingh van den Ónder-Koningh was^ en zijnde fy onkundigh van de oorfaecke die hem foo veel Koorn dede kopen. Op dde wijfe vervulde hy met Koorn alle de Schueren ende Solders die hy« door geheel het Land gehucrt hadde, ende hy nevens den Onder- Coningh kree- genhetinhaergewelt. O 2 Hf Mfr, HetVolk'. door den Viceroy mishan- delt, Klaeght aen den Aerts- biflchop. Welcke Tedro Me- XMinden bandoer. Ciedaer medefpot, Stilftant van Gods dienft, 108. LBözck., Vqyagie vanThomas Gage XXIV. Cap. HyhaddeoockVolck op fijn handt, welcke door fijne laft, hetKoornte Merckt braghten , het welcke fy niet deeden dan als'er maer een weynieh was vanhetgeene hy met haddekonnen krijgen endemaghtigh werden, en als nu de prijs daer van al gefteygert was. . Als hy nu fagh datmen by-nae geen Koorn meer te Merckt braghte , foo ver- hooghde hy de prijs van het zijne, ende hy verkoght hei omtrent eens foo dier alsjhet hem te ftaen quam. Dit verweckte dat dearme begonden te klaegen , de rijcke re murmureren , endedatfygefaementlijckeenRequeftaenhetHofvandeCancelaryeendeaen den Viceroy prefenteerden, door het felve verfoeckende, dat het Koorn, weder op dien prijs moghte geftelt werden , waer op hét door de Wetten was gefet. Dochdoordienhyinditwerckfijneygenbelanghbe-ooghde, fooleyddehy defe Wet nae fijnen fin uyt , feggende , dat die in tijden van hongers- noot plaet- fehadde, doch niet in foodaenige als die fy nu beleefden, zijndehet jaerfoo vrughtbaer als eenigh ander datmen daer te vooren gefien hadde , ende de Merckten met Koorn vervult , foodaenigh dat'er niet alleen genoegh voor deStadt maer oock voor geheel het platte Landt was, en daer door conti- nueerde Dom Pedro Mexiam defe Monopolie , niet tegenftaende alle de klagh- tcn van het geheeleVolck, en dat de Wetten fulcks verboden, deelendehy ende den Viceroy den beuyt te faemen. J , Doch het Volck fiende datdenOnder-Koninghhaerweygerdetebefcher- menendereghttedoen ,,het welcke hyhaer als Vader fchuldigh was, begaf fich tot de Kercke als tot fijne Moeder, ende adrerfeerde fich aen den AeLbif- fchop, den wekken fy het ongehjck datmen hacr aendeede vertoonden, door de Tyrannye van Dom Pedro Mcxia , die de gonfte des Onder-Koninghs mis- bruyckte, ende daer door de arme Lieden te gronde hielp , hem biddende iH^rtf- C ^ c ^ vante , willenmaecken ^ endefulcks, door Kerc- kelijckeCenfuren, te willen voorkomen. DemMnvdeZerna, welcke, om des Volcks genegentheyt te winnen, al- dehem inden Kerckelijckenbantedoen, ende deede de Copyen van fijne Ex- communicatie aen alle de deuren der Kercken affigeren ^ cnvanu i ne£X Doch Dom Pedro Mexia , met die verbanninge fpottende , onthielt fich in fiin Huvs gaende voort met^njCp^ té doen vtrkopen ende IverhoSdeS Sr P? va pk et ^ve,. het welckedan eyndelijck den Aerts-fiffchopS- aTlÄ^^ dp?i!l e n ftl 'f e T rt Va " ^^f^ge^ghteonderhaergehouden, datmen Menfluyt de deuren van alle de Kercken foo drae alsfoodaeriee Interdiótie hebben dar .^« en ^in de Conventen zijn , welcke geene Subfiftcnrie neDDen , dan het geene fy met het doen van de MifTen winnen die fv wnr vallen zijn, fijn gehouden defelve hier van fchadeJooste houden ende te inS !v.^p i- r ° P en Wllde niet alleen DomPcdro Mex/4 verbinden tot het hn^I^ Ö \ W i Ck f, heC voornemen vandenBiirchopwelberpeurde ende hooiendehoehetVolck tegen hem op de ftraèten riep eSdeklaeE veifeck ^n A Ond , er i l C u 0nln gh zij ndc dan op defe wijle onderricht van alle het eene dat ^AcT^hiflchopgcdaenhadde, beval aenlTjn Vol ck^fSn^dSfoo enendehyordonneerdeaenaUedeSuperieurenyandeConventen-^ SS/SSfëJgg " " end£de M^indefelvetedot^e- f,^ Ch fy T e F rdden dde fijne ordres ter executie te ftellen gelovende dat f> meerverphght waren om haren Aerts-bifTchop BdH»SffiS SSe^^ o^n h h h L anCW0 ° rd;ie dat ^ rede " enh addegehadomtedoenhet g eenehv gedaen hadde, jegens een Perfoon welcke een onderdruckeXSen wa/ gen nauae hem hadde tot de twede doen komen.en dat hv die eeen van hewlm pen hadde om openbaerlnck van fijne misdaed geabfolveert re wSden dX mÄeKädT deffdCke * het Gem-neBefteendeZraTÄ latende oo de rm ar /fir cuti tegens . den f e y ler iheodofius betoonde , fich ver- ° 3 een Koftden Gecenfu- reerde iooo. Rijcks- daeïders daeahs. Dom Tedre vlught by den Vicc- roy. Die fich regens den Aerts-bif- fchop ftelt. Endie weder te- gens den Onder- Koningh. Siinere< denen. DeVice- roy geeft laftom hem- te vangen. Hy vlught uyt de Stadt. |)ochte Vergeefs. Hy vlught inde Kercke. ïio I.Boeck. Voyagie vanThomas Gage XXV. Ca?. een verbondt te doen aengaen , om alfoo den Wereltlijeken Arm ende de Overigheydt te wederftaen. Doch den Onder-Coningh , konnende die harde antwoordt niet verdrae- ghen , voor al van een Kerckelijck Heer , beval datmen fich van fijn Perfoon verfeeckereh foqde, ende hem nae $t.\uan£X\lhua brenghen, om hem al- daer te bewaeren totdetijdttoedatmenhemnaeSpaignienfoude konnen af- fchepen. Als den Aerts-BiflTchop deferefolutiedesOnder-Kpninghstegenshemver- ftaen hadde , begaf hy fich uyt de Stadt , ende vertrock fich in eene van de Voor- Steden, Guadalupa genaemt, leydende veele Canonïcken ende Kerckelijcke Perfonen met fich , nae dat hy aen de Deure van de voornaemfte Kercke eene Excommunicatie tegens den Onder-Koningh felve hadde doen aenflaen, zijnde hy van voornemen om heymelijck nae Spaignien te vertrecken , en aldaer reeckenfehap van al fijn doen te geven. Doch hy konde fich uyt de handen des Viceroy s niet redden, welcke verftaen hebbende dat hy in de Voor-Stadt van Guadalupa wasj daer aenftonts de Ge* reghts-dienaers heenen fondt om hem te vatten. HET XXV. CA PI T T E L. Vcrvolgh van dat different ende de verfcheydene uytwerekin- gen die het voortbraght. SOo drae hy daer van kenniffe hadde , begaf hy fich in de Kercke als in eene heylige ende veylige vry-plaetfe , hy deede daer de Wafch-kaerffen aea brandt fteecken, hy kleedde fich met fijn Pontificael Habijt, hyfertede Mijter op het hooft, vattedehetHeylige Sacrament in de eene handt, ende fijn Aerts-Biffchops Staf in de andere , gelovende dat, hy in f oodaenigen ftaec voor het Altaer ftaende, ende dpor fijne Geeftelijckheydtomringht zijnde, de Officieren en de Gereghts-dienaers, uyt eerbiedigbeydt foudeiiterugge keerenj ende niet op fijn Perfoon derven onderftaen» Als defe Bediende nu in de Kercke gekomen vyaeren^ foobegaevenfyfich nae het Altaer , ende nae dat fy fich op haere kny'en begevende , Godr hadden aengebeden, foo fielden fy op een feer beleefde wijfeaendenAerts-Bifichop de oorfaecke van haere komfle voor oogen , hem, biddende het Heylige Sacra- ment op het Altaer te willen neder-fetten , ende te aenhporen het lefen van de ordre diefy hem uyt den.naemdes Konincks braghten. Hy antwoordde haer , dat haer Meelt er ge-excornrnuniceert was , en dat hy hem niet meer als.een Lidtvan de Kerckekondeaghten , maer veel eer als. een. af-gefneden ende verrotLidt, 't welcke gantfeh geene magt hadde hem iets in de Kercke Godts beveelen, en dat hy by -gevolge, foofyaghtopdefaligheydt haer'er zielen wildennemen, haer feervriendelijcken.hadt, te willen in alle, ftike IXoKC^VoordeSpaenfcheWeft-Indim. XXV Cap „ t gènde dat hy nier u^ de S^,^ WCrel M enar,n5 dae rby voe- mentmede-nemende ° Ude gaen > t€n ^ ^anhetHeyligeSacra- aenbevolen rijd , om by Ä£ ffiS^SSf&S? *?** 5""= fouda fchuldigh aen het Crime» L^mjefla^ ™ de S e ™enemfte «de Gunftelingh PeircMexia v&M™aZa P ' P 1' endev «walopfij'n inhetHuysGodtsteplegen opdathv "^^«f^h^geengewelc werden, welcke fijne Ldt JZnMtU t ^ ent T' ' nIet S eft «ft (oude deKerckereplegen eXempd hem mo <*^Ietteneenigh g eweldtin Ingevolgevanhetvoorgaendewferdehvgevangen te &4L*É>hn oe expres bereydt hadde SSï^S 1 ' ™ een Schip datmen daer 7UÄÄSS W voor "^*^ angen nemen v kirhaer£ , pTelser £3 I /Tn'"? 1 te voeren ' °™r/ niet onkundigh was van het quaede hertedathemnet cemeene Volck toedroegh , foo hielt hy figh in fijn Huys opgeflooten , met der- vende op de ftraeten komen, en altoos vreefende dathemeemghongemacK foude overkomen. . _ , r < Begin van i Maer als eyndelijcke feer noodige affaireshem drongen om in het 1 aleys van den op- den Onder-Kooingh te gaen, foo waeghde hy het ten laetften , ende gincic in eeneCaroiTe fitten, van dewelckehy het Portier.deede toedoen, omalloo, niet gefien te werden j doch fulcks belètteniet, dat alle -defe misnoeghde riet felve te weten quaemen, door die geene , welcke fijn Huys, door haer lalt, verfpieden, foodaenighdat, eer hy op de Merckt-plaetfe quam vijtotreles kleyne Tongens achter fijne Caroffe liepen, roepende overluyde,- Hier is de Verneder judas'-, die fijne handen heeft geflaegenaendenStadt-houdervaa TE SUS CHRISTUS. ' '■ • . x r a a^ - By defe Voeghden fich veele andere, en fommighe van die feyden dat- men hem "behoórdde op te hanghen , andere, datmen hem moeite doodt fteenigen, dathyeen Verraeder, höndt ende een verbannene ofte ge- excom- municeerde was. „ j Als de Coetfier defen oploop gewaer wierde ., dreefhyfijnePaerdenaen, om fijnen Meefter daer uyt te redden, doch herCanaiIjebegafiichmeteen vollen ren achter nae de Caroffe l ' ëe.n onèyndigh getal fteenen werpende , ende altoos in haer roepen ende fchreeuweh volhardende s foodaemgh datljro/, eer hv door twee ftraeten gepaffeert was , fagh dat hy door meer dan twee-duy- ■. fent Kinderen, foo vanSpaigniaerts, Indianen, Negers als Mulatten, ver- volght wierde. , r - -n j u Èyndelijck evenwel nae grootemoevte, en nae dat fijne Paerden, omnern fee! levende 'Kalveren , wel gegalo|>peert hadden , quam hy m het faleys van de» loop. lBovcK.T>oord*fyaenfchemjï-Indien. XXV.Cap. 113 den Onder-Koning , die aenftonts alle de Poorten ende Deuren deeden fluyten, als voor eenen generaelen op-loop , welcke oock haeft daer aen vokhde , vree- ■ fende. ° . Want by was naeuwlijcks in het Paleys getreeden, ende de Poorten van het tdve waren noch niet te deegen geflooten , of men fagh meer dan twee-duyfent menfchen van allerhande foorte ende Conditie op de Merckt-plaetfe, en het getal van defelve nam wel tot fes a feven-duyfent toe , welcke alle om Tyro/rie- pen, hem Verraeder ende Judas noemende , en met fli jck ende fteenen tegens ? de venfteren van Paleys werpende. • Den Onder- Koningh fondt en liet haer bidden , dat fv alle nae haere Huyfen wilden gaen-, haer verfeeckerende dat Tywl niet in fijn Paleys was, endathy door een achter-poorte fich gefal veert hadde. Dit ftreckte nergens toe, dan om defen op-Ioopende hoop noch meer gaende HetPaleys te maecken , die oock aen de andere kant door twee a drie Priefters , welcke fich beftonm. by haer gevoegh t hadden , wierde aengehitft , foodaenigh dat fy de mueren ende de deuren van het Paleys begonden te beftormen , zijnde fy voor het meefte ge- deelte met Piecken , Helbaerden ende Poocken gewapent , fommige oock met Piftoolen ende Snap-haenen , waer mede fy fonder eenigh aenfien fchooten, felve niet lettende of fy yemand in het Paleys konden cjuetfen. Doch het gene meefr te verwonderen was, was dat niemantvan de voornaem- Een On- fie Inwoonders noch van de Officieren ofte bediende des Konincks , dorfte ofte der-Ko- wildeuyt fijn Huys gaen, om of defen op-loptnden hoop te ftillen , ofte den nin gh van Onder-Koningh, in den gevaerlijcken ftaedt in dewelckehy fich bevond, te devoor - iiulpetekomem naemfte • In tegendeel hebbeickveele Kooplieden, die hare winckelen op de Merckt- o an . de , plaetfe hadden , horen feggen,dat fy daer mede fpotteden ,dat die geene,die over f vcr " de plaetfe pafieerden , al lacchende voor-by gingen , feggende datmen die jeught * moeite laten gewerden, welcke haer , wegens het hoer aengedaene ongelijk wil- de wreecken, en dat die, eer fy quamenoptehouden,T>W,Me*-M, ende die geene welcke haer in fijne befcherminge nam, wel foude vinden : verftaende fy door defe laetfte woorden den Onder-Koningh felve. Men bemerckte dat onder die geene, die het meefte verhit waren, feecker Priefter , genaemt Zala^ar, was , welcke niet te vreeden zijnde met het fchieten van verfcheydenefchooten uyt een Snap-haen op het Paleys, fich gedueriglijck .aen alle kanten begaf, foeckende eenige plaetfen in de muer , dk fwacker ende dunder dan de andere mogten zijn, oock beproefde hy alle de Poorten, om te onderfoecken , welcke het gemackelijckfte op te loopen foude zijn. Hebbende eyndelijck ondervonden, datdePoortevandeGevanckeniffede fwackfte was/oo openden fy die met gewelt,of ook hielpen die van binnen haer defelve op-doen; hoe het oock zy, fy geraeckten daer binnen,ende fy fielden alle die geene , welcke aldaer om hare mifdaeden opgefloten waren , in vryheyt, die haer aenftonts , om het Paleys aen te taften , by haer voeghden. P Als Be On- der- ICo- ningh plant den Koningh- lijcken Standaert. Dogh te vergeefs. Booden in defe rencontre. HetPa- leysin brant ge- ftoocken. De voor- jiaemfte der Stadt ft ellen fich tu fiche n beyde. Defchul- «lige vlug- ten nyt het Paleys. 1 1 4 1. B OE c k. Voyagie vanThomas Gage XXV. C a p. Als nu den Onder-Coningh fagh dat niemant van de Overigheyd , ofte van fijne Vrienden hem te hulpe cjuam, foo begaf hy fich op de uytfteeckende Gale- ryen van fijn Paleys , verfelt zijnde door fijn Lijf-waghten ende Dienaren^oen- de aldaer den Koninghlijcken Standaert planterende de Trompetten fteecken, om alfoo de Inwooders tot des Coriinghs (wiens Perioon hy daer verbeelde ) hulpe te roepen. Doch dat doen diende hem nergens toe , want niemant vertoonde fich om hem te fecoureren, ende alle de aenfienlijckfte van de Stadt hielden haer by Huys, fonder een voet over den dorpel tefetten, enfichomfijnentwillete wagen in handen van de Gemeente. Soo drae als de Gemuytrneerde den Koninghlijcken Standaert fagen planten, ende name des Koninghs van boven de Galeryen hoorden noemen , foo begon- den fy alle tot verfcheydene reyfen te roepen : Leve de Kj>ningh , en dat het quaede Gouvernement Jierve , en dat alle die ge-excommuniceert %ijn mede vergaen. Die woorden bewaerden'er veele van de Galge , wanneer Dom Martin de Ca- rillo de informatien quam beleggen van alle het geene in die faecke was voor- gevallen. Hier op moetmen bemerken dat in allen defen handel niet een Canon- fchoot geloft wierde , want den Onder- Coningh hadde niet een ftuck Gefchuts in fijn Paleys » oock is'er , tot befcherrninge van de Stad , met een in defelve te vinden, door dien de Spaigniaerden niet vreefen , dat de Indianen revolteren fullen 3 en veel minder dat eenige vreemde Natie haer daer ter Plaetfe fal attaqueren. In den tijd van omtrent fes ueren , welcke defe tumulte.duerde , wierden'er vijf ofte fes van dek Mutins , door die geene die op de Galeryen van het Paleys waren , dood-gefchóoten , en op die Galeryen wierde Oock een Lijf-waght ende Pagie van den Onder-Coningh gedoodt. Als nu de naght begonde te naederen, kregen defe Oproerige peck ende vyer by de hand ende fy verbrandden de Gevanckenirfe , ende een gedeelte van het Paleys nevens de voomaemfte Poortevan het felve. Dit veroorfaeckte dat eenige van de voomaemfte Inwoonders,van den Adel, ende van die van de Magiftraet, en van het Geregte voor den dagh quamen, om te beletten dat den brant figh niet door de Stad foude verfpreyden , ende om de Gemeente te bewegen tot het leffchen van het vyer en om na Huys toe te gaen. Terwijlen men den brant blufte , gingen'er veele in het Paleys 3 fommige traden in de Stallen van den Onder-Coningh, namen een gedeelte van de rijcke Tuygen van de Paerden ende M uyl-efels van den Viceroy mede, andere pion- derden de Coffers, ftaelen de Tapijten ende andere Meubilen , endefyfou- den meer gerooft hebben, foo de voomaemfte haer fulcks niet hadden belet, haer voor oogen ftellende dat fulcks het reghte middel was om ontdeckt te wer- den , en aen de Galge te geraecken. Andere begaven haer tot het foecken van Dom Pedro Mexia , van Tyro/ende van den Viceroy felve, doch fy konden die noyt vinden om dat fy het in verr momdeKleederen ontkomen waren. Men I.Boeck. Tt^rdefyaenfcheWeJl-Indiën. XXV.Cap. Men konde in langen tijd niet weeten waer de twee eerfte gevlucht waren doch het is feecker dat den Qnder-Koningh,het kleed van een Cordelier aenge- daen hebbende , met een Religieus van die fel ve Ordre uyt het Paleys gfnen en- de dwars dóór die meenighte paflèerde, fich in het Ctoofler van de Geeftelijcke van St. Franci&us retirerende.in het welke hy dat geheele Jaer verbleef, ook fag het cïóo- ick'er hem noch in het volgende, dervende daer niet buvten komen , voor ende fter der al-eer hy aen den Roningh van Spaignien ende aen fijn Raedt hadden laeten we- Francifcä- ten, alle het geene in die faecke was voor-gevallen, ende bekent gemaeckt het nen - gevaer, in het welcke hy ende de groote Stadt fouden zijn ge weeft-, foomen daer niet ter goeder ueren in voorfien hadde. ' Sijne Cathohjcke Majefteyt , .hebbende defe faecke , in fïjnenRaede , wijfe- Ordre van hjck Overwogen j fagh ende befpeurde feer wel , dat die van een feer gevaerlijck het Hof gevolgh was, ende tot een feer ergerlijck exempel foude ftrecken aen alle de van Spai- deelen van America , in dewelcke men altoos genoegh oproerigefoude vinden g nien » n m gevalle men defe niet kaftijde. 3 defe faeke Daerom was het,dat hy in het volgende Jaer,te weten 1 6i<, . den Marquis van Serraho > in plaetfe van den Grave van Getves tot Viceroy fond , omme nevens T>om Martin deCarillo Priefter ende Inquifiteur van Valladolit te affifteren in het onderfoecken van defen geheelen op-loop, hebbende die magt om alle de fchul- dige te ftraffen, ende die geene, welcke het verdient hadden,te doen op-hangen. Ick bevond my te Mexico als men het meefte arbeydde om dit Proces te in- ftruè'ren ende te volmaecken, en ick verftont de meefte omftandigheden van het SrafFe felve , door feecker Cordelier mijnen Vriend, welcke de Bieght- vader van Dom daer ovei Martin de Cartllo was, die my oockfeydë, dat > foo men defe fake na de geftreng- a eo 'efftnt heyt der Wetten hadden willen af-fiandelen , alle de voorhaemfte van Mexico ° fouden geftraft zijn geworden,om datfy figh niet by denKoninglijckenStandaert hadden gevoeght , wanneer fy door het fteecken der Trompetten daer toe ge- roepen wierden. Men genoeghde fich met alleen de Ampten aen eenige van de Rechters af te neemen , hoe wel fy tot hare verfchooninge by braghten , dat fy uyt hare huyfen niet hadden derven komen,wetènde ende verfeeckert zijnde dat de geheeleStad tegens haer foude hebben opgeftaen,fo fy haer in het openbaer vertoont hadden. * c %, . - Men bevond dat die geene, welcke het meefte deel in die Muyterye hadden hevtvan 3 " gehad, Criolen ofte van de daer in het Landt geboorene waren, welcke een af- dt criolen keer van het Gouvernement van Spaignien , ende van alle die daer van daen ko- teoens'de men, hebben, om datfy haer, foo als ick boven gefeght hebbe , mishandelen j Spen- en daer door ishet , dat fy niet dan een goede gelegentheyt, om het Spaenfche fche. jóekoftefchudden, foecken. : : " Doch men befpeurde oock dat déKerckeli jeke, Welcke het met haren Aerts- Sententie Biflchop hieldden, byfonderlijkdeferebellije hadden aengefet, tot foo verre, tekens dat, foo Zala^ar ende drie andere Priefters niet hadden gevlught geweeft, iy z2a*dr. buytentwijffelnae Spaignien, om op de Galeyengefet te worden /ouden zijn P a gefon- *m 3.34. wei- den ge- hangen. Politique H6 I. Boeck. Voyagie vanThomas Gage XXV. Cap. gefonden geweeft, volgens de Sententie, welcke in haer af-wefen tegens haer wierde uytgefproocken. Onder foo veele fcliuldige wierden'er maer drie of vier gehangen , en noch was dar om het geene fy uyt het Paleys des Onder-Koninghs geftolen hadden. En door dien , als men defe faecken nae der Rechten ftrengheyt hadde willen af-doen.men tegens het grootfte gedeelte derlnwoondersfoude nebben moeten ageren , die men bevond dat of met raedt of met daedt > ofte oock wel door an- dere heymelijcke wegen onder defen op-roer gefpeelt hadden , wierde den Ko- ningh geraeden haer liever alle een algemeene vergiffeniffetevergonnen, als nae rigeur der Wetten teftraffen. Men nam het doen van den Aerts-Biffchop in Spaignien veel erger op dan ftraflfeaen dat van den Onder-Koningh ; oock bleef hy langhe buyten bedieninghe, tot den Aerrs- dat men eyndelijck , om fijne gonflelingen niet t'eenemael te vergrammen biilchoD endeeen af-keervan de Regeringe te doen hebben, ende om het vyer, dat géoeffent. noch onderde afTefmeulde, niet weder te doen op- vlammen , goedtvondtin den Raed van Spaignien , hem een eerlijck employ in het Landt van fijne ge- boorte te geven , ende men maeckte hem Biffchop van Zamara, het welcke een kleyn Bifdom in Caftilien is » ende daer door korte men hem de wiecken , en belette hem met eene op een ander tijdt foo hoogh te vlieghen. Van Aerts- BifTchop wierde hy Biffchop ,. ende in plaetfe van feftich-duyfent Rijcks-daet- dersdiehy te voren aen inkomen hadde, moeite hyfigh nu genoeghen met vijf a fes-duyfent Rijcks-daelders. De Grave van Ge hes wierde oock in Spaignien op-ontboden , dogh feer wel aenhetHofonthaelta ende fijne Catholijcke Majefteyt verhief hem tot het Ampt van Groot-ftalmeefter , het welcke eene van de aenfienlijckfte waerdig- heden van geheel het Rijck is. Ick hebbegelooft, doordien defe Hiftorïe diende > om te vertoonen deftaet, waer in fich de Stadt van Mexico bevond > doen ick daer was, dat ick defelve niet e n moede vergeeten , op dat den Leefer daer foodaenige gevolgen , als hem goed fullen dencken , fal konnen uyt-trecken, ende. ïn het voor-by-gaeri bemerc- ken, hoe fchaedelijck een faecke de gierigheyt voor Vorften en Princen, en voor die geeuej welcke Landen regeeren, is, foo wel als de ydelheyt ende blinde drift in die geene, welcke maght in het Kerckelijcke zijn hebbende. Na dat ick nu in het breede den ftaet van de Stadt van Mexics ten tijde van Monte^uma-, den hedenfdaegfehen toeftant van defelve, ende de onrufte , in de- welcke, die ten tijden van mijne aenkomfte was, befchreven hebbe, foo is het rijd datickuytdefeive trecke, om u voor oogen te ftellen alle de voorïïaemftc plaetfen die men daer ront-omme fiet , ende by-gevolge de andere Provintien van America^oor ende al-eer dat ick fal fpreecken van mijne Reyfe na Guattma- fó, het welcke meer als drie-hondert mijlen van Mexico na het Zuyden gelegen f is , en van die van Guathnala na Cofta-Rjca ende Nicoya, die mede meer dan drie andere hondert mijlen wanGmtimala leggen, geduerigh al Züyd-waerts op- öBckendc. Eynde van het eer fte Boeck. Belouinge vanden Viceroy. Politique aenmerc- liinge. \> ' >e t i j j jm % : -- - • I «^3 fllfllllflfl Nieuwe en f e er Naeuwkerige R E Y S E Door de Spaenfche West-Indien VAN THOMAS GAGE. HET TWEEDE BOECK. I. C A P r T T E L, Voorneemen van den Autheurom America te befchrijven. Verdeelinge daer van in het tMexicaenfche endè rde(^ ticva ° V die van defelve naetuere als de Berghen^^endeV^^/metvintoock, Melico. alsmen meer Zuyd-waerts aengaet, op den wegh nae de Stadt van Leon , in de 1 rovinne van Nicaragua , veele van die vyer-braeckende Geberghten Branden- Doch Popcatefcc is eene van de voornaemfte, beduydende dienaem een ^Bergen roock-bergh , om dat fy dickmaelen vyer ende roock te gelijck uyt-werpt zv is acht mijlen van Cbololla gheleghen , ende de wegh om daer op te klim- men is feer ongemackelijck, ter oorfaecke van de fleenen die men op defelve ^ Eer dat Corte K die wegh om nae Mexico te gaen, gebruyckte, font hy Aien Spaigniaerden uy t om defelve te ontdecken , hy gaf haer veele Indiaenen Zu? ? T" ^ ydts-lieden te dienen, om haerefpijfe te dragen, en omhaertendieniteteftaen. & Als defe nu aen het bovenfte van defe Bergh naderden,hoordden fy een groot eeluyt van hetfelve komen, foo dat fy niet dorften verder gaen , door dien de aerde onder haere voeten beefde, ende fy oock foo veel afie vonden , dar lyniet, dan met groote moeyte , gaen konden. j E>och onder haer waeren'er twee 4ie ftouter , kloeckmoediger ende nieuws- gieriger dan we de andere zijnde, tot boven toe opklommen, laetendede anderebenedenblijven; fy paifeerden door defe woeftijne van affe, endequa- men eyndehjck op eene plaetfe in dewelcke fy een feer fwaere ende cücke roockfagen, en als fy daer eenige tijd waeren blijven ftaen, foo verdween de duyfternjire voor een gedeelte , ende de mont van het brandende Hol vertoon- de fichklaerhjck aen haer gefichte , zijnde dtfdve omtrent een halfmiil in de rondte groot , ende feer wel aen een Glas-blaefers Oven gelijckende , de lught daeTvan bee^e 8r0 ° te "^ §eWddi S e kra § t daer "F* dat den gantfchen Bergh De kraght van den roock ende van het vyer was foodaenigh dat fy daer niet lange konden blijven , ende fy fich genootfaeckt vonden , in grooten haeft , we- Grenfen van de Provintie ■van Me- xico. Spaenfche .wreed- Jieyt. 1 10 II. B oê c k. Voyagie al waer daer door > de Kruyden in de Tuynen , liet Koorn op het veldt, ende de'Lijwaten die men om te drooghen ende te bleecken hadde uytgefpreyt , verbrant wierden. Defe Provintie isaenhetOoften door fucatanbepädt, foo wel als door de Golphe van Mexico, aen het Weften door Califernia , ende aen het Zuyden door dat gedeelte van America welcke men het Peruviaenfche noemt. DeGrenfen van defelve aen het Noorden zijn noch onbekent* foodaenigh dat wy noch niet voor de waerheyd konnen verklaeren , of dat gedeelte van de nieuwe "Weerelt een Ey landt 3 of met het vafte Landt gevoeght is. Voor de komfte der Spaigniaerden was defe Provintie feer Volck-rijck ; fy braghten in feventhien Jaeren meer dan fes Muloenen Menfchen om hals, fy branden de fommige , andere ftaecken fy de oogen uy.t , en wierpen die voor de wilde Beeften , om daer van vernielt te worden. Dit Hooft-gedeelte van America datmen WLexico noemt , wert weder in vier andere Provintien onderfcheyden, welcke zijn Tbemtjïitan 3 nicuw Ga!licien 3 Me- chcacan ende Guajiacan. Themtjlitanïs de grootfte ende aenfienlijckfte van alle die Provintien , door dien fy fes Steden begrijpt, van dewelcke Mexico , het welcke fijn naem aen éeheWtevan America mede-deelt, ende den SetelvandenAerts-rbifTchopfoo wel als de woonplaetfedesOnder-Koninghsis, eeneis, hier vorens hebben wy haere grootte ende-rijekdom befchreven. De tweede is la Fuebla ie los Angctor, de derde Viïïa-rica, de vierde Antequera, cie vijfde Mexioca , de fefde Ottopan. Doch defe vier laetfte zijn van feerweynïghaenfien, ende dat fy de naem van Steden gekregen hebben , is gekomen door dien de Spaigniaerden voorge- noomen hadden in yder van defelve een BifTchop te ftellen , doch fy hebben dat .haerdeifein niet kannen volvoeren, om dat de Steden van Mexioo ?n ?uéla de ■hs ILBoeck. -fDoor de SpaenfcheWeftJndïën. I. Cap. izi (ar Angclot , het grootfte gedeelte van de Goophandel endelnwoonders van die vier Steden aen haer getrecken hebben. Voor al is'er foo grooten toevloed van Mènfchen te Mexico , dat de meefte Dorpen ende Vlecken die daer by fijn geleegen ende eerft aen de Indiaenen be- hoort hebben, jegenwoordigh door Spaigniaerden ofte Meftifen bewoont Werden. ■ Ickkanredefcr plaetfe, op dewelckeickvandiegeene die omtrent Mexico .fiefchrïj* gelegen zijn fpreecke , niet nae-laten van CapuUcpcc gewagh te maecken j dit vinge va» D orp was vermaert , om dat de Heydenen in haren tij d aldaer hare Keyfers be- Capitltepcc, groeven , ende de Spaigniaerden hebben'er nu het Efcurial van America afge- maeckt ,. men begraeft daer oock de Onder-Koningen die in dat Land fterven. \ Men fiet daer een feer heerlijck Paleys, verfien zijnde met feer fchoone Tuy- nen , welcke hare Fonteynen ende Vifch-vy vers hebben , de Onder- Koningen ' ende den Adel van Mexico gaen figh daer ter plaetfe dickmaelen verluftigen , men gelooft oock dat de Capelle die den Viceroy daer heeft meer dan een Millioercgouds waerdigh is. Tacuba is een ander feer vermaeckelijck Vleck , men fiet daer veele Tuynen Taciêtt. ende Boomgaerden , het leght op den wegh van CapuUcpcc. "Toluco is aen het Zuyden gelegen y men drijft daer grooten handel, ende voor Tolttco. al in Hammen endegefouten Verekens- vleefch > men vervoert die op verfchey- dene plaetfen , om dat die dingen daer beter zijn , dan in eenige andere van die quartieren. „ Aen het Weften is een Vleck, het welcke men laPicta noemt, het leght LaVitta, aen het eynde van een van de Dijeken » de Inwoonders van Mexico komen daer hare deyotie plegen voor feecker Vrouwen-beeldt , het welcke fy met een on- eyndigh getal van koftelijckheden en gulden e Kroonenende Keetenen hebben op-gepronckt. - Doch de aengenaemfte plaetfe omtrent Mexico is die geene welcke fy de Aengena- WoeÄijne" noemen , leggende defelve drie mijlen van de Stadt aen het Noord- róe W oe- Weftetij enfooalledeWoeftijnenevenalsdedefe waren, men foude liever ^fljjj in defelve dan in de Steeden woonen. Defe plaetfe is door de ontfehoeyde Carmeliten getimmert , die fich in defel- ve , als in eene eenfaemheyd ofte Eremitagie begaeven , ende boudden aldaer een praghtigh Clooiter, het welcke des te meer verwonderens waerdigh is > om dat het op een Bergh leght y ende aen alle zijden met Rotfen omringht is. Sy hebben omtrent thien Kelders ofte overwelfde Vertrecken tuffchen de Rotfen rqndt-om haer Convent doen maecken, opdewijfevandeCellekens oie men voor de Eremijten maeckt, oockzijn daer Capellekens van de- votie by, welcke verciert zijn met Schilderyen ende Beelden, daer hangen oock Roeden van yfer-draedt, yfere Staeven, haire Kleederen, Gordelen die met yfere prickelen voorden zijn , om die over de naeckte huydt aen te doen , ende meer andere dierghelijcke ïnurumenten van doodinghe des vleefchs, welcke voor liet ooghe van een yder in die Ca pellen ten toon Q. ftaen , Ri'jcke Offerhan- den ae» een L. Vrouwen Beek, &c. Tacubaya i i i II. 13 o e Ck. Voydgievdn Thomas Gage I. C a p . fiaen tg omdatméntóoVer de geftrenghey'd ende aufteriteyt van haer leven foude verwonderen. *■ 'Alle' die Capelïefi ;ftäeri te mïddetrin Boomgäerdeh endein Hoven , Weïckj^ met. vrught-boomen ende bloemen vervult zijn, die perek is foo groot dat- men het in geen uer kan omgaenj ende óp veele plaetfen fletmen de Fontey- nen uyt de Rotfen fpruyten, zijnde het water van defelve feer goetom tot dranck te gebruyeken , ende het felve > nevens de fchaduwe die de Palmiten ko- men te geven , maecken die Plaetfé éene van de vermaeckelijckfte des Asrt- bodems. Men (iet daef veele Roofen ende Jafmijn bloemen, oock alle die geerie welc- ke in dat Landt te vinden zijn; foodaenigh, dat in defeWoefrïjnenietsen manqueert van het geene hetgefichte , den reuck 3 ende de andere uytterlijcke finnen vernoegen kan. i Alle acht dagen fentmen andere Eremijten om defe Cellen te |>ewdonen, ende die geene welcke het aldaer haére weecke hebben uyt-ge'houderiV keererV weder tot het Kloofter , ende men fent andere in haere plaetfe, dieFleffchen met Wijn, Cönfituerèn ende andere fpijfe medebrenghen ■, want, wat de vrughten belanght, van defelve vinden fy den overvloedt in de Eremitagie felve. Het is eene feer verWonderens-waerdige faecke te flen de fchoone Fontëy- nen ende de op-borrelende waeter-ftraelen , die omtrent die Tuynen zijn, ende haere verfcheydenheyd maeckt haer noch te aengenaemer ,• , en brenght het groot getal van CarofTen' 3 die met Heeren ende Dames Van. Mexico vervuldt zijnV noch meer vermaeck by , komende defelve daegehjeks al- daer met groote meenighte, omdefe Eremijten, dié fy als Heyligheiieeren» tebefóecken. Niemant komt by haer ofte hy vereert haer eenige Confitueren j ofte y ets anders van defelve naetuere, om deel aen haere gebeden te hebben ; . men doet haer oock groote Aelmoeffen aen geit geven, opdatfy Miflèn fouden doen fegghen; maer voor al krijgen fy groote Offerhanden in Diamanten, Peerlen, Goudene Kroonen > Keetenen ende Rocken, ende Tabbaërdefï van Silvere ende G'oudene Laeckenen voor een Beeltvan deMagetM^ria, het welcke fy onfe L. Vrouwe van den Bergh Carmel noemen , en waer. voor meer dan vier-hondert Gbude Lampen hanghen , van dewelcke de ge- ringhfte meer dan vier hondert Rijcks-daelders waerdigh is. . Op; den wegh nae die Eremitagie is noch een ander vleck , het welckemea : Taciéaya noemt, in het felve is een rijck Kloofter van Religieufen vanSt. Francifcus , oock fietmen daer veele fchoone HoVen. Defe plaetfe wert feer veel befjght ter oorfaecke van de fchoone Mufïcque die die geene van dat Convent hebben , in welcke konfte de Religieufen van dat Kloofter de Indianen foo wel onderwefen hebben > dat hare Sangh ende Speel- konft in geen minder achtirige is>dan die van de Cathedrale Kercke van Mexico. Deft TioordetyaenftheWeft-lndïên. I.'Cäp. 1I.Ö0ECK. - JLswr incoj/ucTtjwvrrejt-inaten. i. vap. ï? . Dete boven-verhaeldep&etfenzijndevoornaemftevandiegeene, welcke ïck geiten hebbe, oockhaddeickdickmaels, met mijne Vrienden, indefel* yegaen wandelen, Verwijlen kkteMexico was, ende daeromhebbeick ge- oordeelt dat het noodigh was daer van te fpreecken , voor ende al-eer te komen tot de b&ichnjvmge S^an deandere Provintien. .De Provincie xanGuaftacan is gelegen op den wegh van St.fyand'Ulhtta nae Be ^hrij- Mextce, defelveis foo behoeftig nochtearm niet als Heylm daer wel van fchrijft- vin S e vaM want men het jegen woordigh in defel ve veele brae ve Hoeven ende-Hof-iteden ' Gm l h ™ n > ' pp- dewelcke men de Suycker ende Cochenille wint, tfock meckt fv fich uyt totaen de Valleye van Guaxaca , dat een feer vrughibaere Contreye i$. ■ De Stadt van Tldxcallan >_ van dewelcke ick bevorens hebbe gefproocken was, voor defen de Hoóft-ftadrdaer van, doch nu zijn het de Steden xmGuaxa- ca ende Xn/appa , in dewelcke men twee Bifdorn men heeft beveftight. . Sy is oock leer vermaert door feeckere Zee-haeven Villa-Rica 3 datis 3 R[)cke- Van Villa- itadt, genaemt, defe Stadt heeft de daed nevens haerenaem, om dat alle den Rica handel , welcke tuffchen het oude ende nieuwe Spaignien gefchiet , door defel* • ve wen gedreven. - . .-',,,-■ De S.paigniaerden- hebben aldaer twee aenfienlijcke Colonien ,- de eene mi ■ memtPwiuco, ende de andere Sr. Jacob van der Valeyen. •De derde Pim>mney&n Mexico i* Mëtómdtigën&mT 3 erfde KëëfttaéhnglTVan Me- mijlehinhaerenomganck. h h £ ^J». Het is eene feer rijcke^ Landts-douwe , 'ende overvloeyende van alle dingen die tot des levens noodt-druft behooren ,• men vint in defelve veel Moerbeiie- aoomen, gehjekoock Zijde, Honigh, Wafch ende fwarte Amber 3 men. naeckt aldaer oöck veel Veder- werek, dat /om fijne ichoonheyd, fëerge- icht is , oock vintmen daer foo grooten övervloet Van feeckere foorte van uyt- lemende Viiichen , dat defeProvintie daer door den memtenMecbóacan, iat een Vihcherye beduyt , daer door heeft gekregen , anderfïnts beteeckent lienaem Oock eene plaetfe die tot den Vis-vanghfrbequaem is. . ' Dé Taele van de Indianen in defe Pi-ovintie is feer aerdigh ende vloeyende, y hebben oock feer veele manieren om y ets feer eygentlijck Uyt te drücken, de nwoondersvan defelve zijn vaneen aengenaeme geftalre, kloeck, fterek, iltoos befigh ende kloeck van Geefte, van het welcke haere mänifaäueren elve getuygemfTe geven , doch voor al die van Veder- werek gemaeckt zijn , vefende defelve foo uytnemende, datmen die ftelt onder de aengenaemfte >refenten, welcke men aen den Coningh van Spaïgnien, ofte fijne voorhaem- •' te Hovelingen, doen kan. *; ' - De voornaemfte Stadt van defe Provincie is fdlladolid, 'm dewelcke een ' rh'^'rj' JiiTchop f)n Setel heeft; daer nae volght Sinfonne, daer voor defen de S „omnghen plaghten te woönen , ende op die Pafcudr ende Colomd hei Ta L ar ' C(t velcke groote Vlecken zijn , die door Spaigniaerden ende Indianen bewoont ï L ^c Verden. ■ ..'♦... - • - J •■ ; - Q. 2 Daei- — •» ui ïi4 n.BoECK. Voyagie vanThomas Gage I. Cat. Daer zijn oock twee goede Havens ofte zee- plaetfen, deeenegenaemtS* Antonio ende de andere St. fago. Dit Landt van Mechoacan was by-nae foo groot als het Rtjcke van Mexico doe Corte% het felve vermeefterde. De Koningh welcke te dier tijden regeerde , genaemt Cocou^in, was een yari de voornaemite Vrienden van Cortef ende van fijne Spaigniaerden, oock onder- wierp hy fich vry-willighlijck , als Vaffal , aen de Kroone van Spaignien. Des niet tegenftaende was de wreetheyd van Dom Nunnio de Gu^man, eerfte Prefident van de Cancellarye van Mexico, foo groot , dat hy , hebbende verftaen wreetheyt ^ t ^ fij n _Amptfoude quyt raecken, voor-nam den Oorlogh aendelW?i- vt" -;« Üw chimeques aen te doen > ten dien eynde nam hy met fich vijf-hondert Spaigniaer- den ende fes duyfent Indiaenen, die hy met gewelt uy t Mechoacan voerdde > en- de met defelve nam hy Xalifco in , datmen nu Nieuw- Gallicien noemt. Soo als hy door Mechoacan trock, nam hy den Koningh Cocou^in gevan- ghen , hoewel hy niets tegens hem mifdaen hadde; hy ontnam hem thien duyfent mareken filvers, veel gouts ende andere dingen; eyndelijck deede hy hem verbranden nevens de vooi naemfte van fijn Ri jek , vreefende dat fy tegens hem klaghtigh fouden vallen , ende feggende dat een dooden Hond niet blaft. Barbari fch 3 iJunmo ds Gn\m*n HET II. CAPITTEL. Solemnifatievanhet Huwelijck der Mechoacanen. Begrae- vinge der Koninghen. Giften aen den nieuwen Koningh. Ceremoniën omtrent het Lijck van den overleden Koningh. tJMenfchen om den dooden Koningh te dienen gedoodt. Vreemt by-gelooft Schatten met den Koningh begraeven. Rouwe over de dood des Koninghs betoont. Overfpelmet de dood geftraft. Hoeren toegelaeten, Befchrijvinge van nieuw Gallicien. Solemni- fatie van het Huwe- lijck der Mechoa- canen. Begravin-, DE Volckeren van dat Koninghrijck waeren al immer foo by-gelovigh ende foo groote Af-Goden-Dienaers , als alle de andere van America. De Huweli jeks-fcheydinge was onder haer niet geoorloft , ten fy dat eené van beyde de Partijen met eedeverklaerde, dat hy ten tijde van het fo- lemniferen van het Huwelijck 3 de andere niet fterek onder de oogen hadde ge- ilen ,het welcke het teecken was van hare weder-fijdtfehetoeftemminge. H^aere Af-Goderye ende wreetheyt bleeck oock in het begraven Yan haere Konin- ^^^sft^ai*^- ^^F^n II; Boeck. Tïoor de Spaenfche JVeft-lndim. II '• Ca p. 115- Koningen , want als een van defelve fagh dat het met fijn leven ten eynde liep , gederKo- ende dat' er gantfch geene hoope vangenefingewas, fco noemde hy die geene ningen. Van fijne Kinderen welcke hy begeerde dat de Kroone foude erven , welcke , foo drae hy tot die weerdigheyt genomineett was , alle de Gouverneurs ende Be- diende van het Koninghrijck deede nodigen 3 om op de uytvaert van fijn Vader te komen , ende die geene , welcke fich daer op niet liet vinden , wierde geftraft even als of hy het Qrimen l ,, .. taeuweGalhaen , defe werf door twee gróote Revieren bevoghtight i zijnde de Berdm >- eenevandefelvePw7?/eendeändereSt.Sebaftiaengenaemt . ÜC vmge van DefeProvintie is leer aenfienlijck ter oorfaeckevanveeleïndiaenfcheSte- "2, den doch voor al zijner fes die door Spaigniaerden ende Indianen bewoont JÄ ■ " HET ££j PtS^B II. B oe c k. Voyagk van Thomas Gage III. C a p; • . . • ■ - •-"'- n i i ' " ■ ' ' - HET III. CAPITTEL. • • - . .. . j ' - B(HÏ7? C J0 Xalifco. Gn^d^}2LvzXo^umAcJ{keckeIndiaef!en.Harè vaerdigheyt. Haer rij ckdom. Meenighte vanfilver. Vra- fe der Spaigniaerden. Haer voorneemen. Beschrijving van Quivira. Over-een-komfie vati de Inwoonders met de Tar- taren. ;C^^^--^^r^.'l^p& die alle haer e nootdrujt van.. de Ojjen en Koeyen trecken. Cibola. Totontaa. Tinguez. Het nieuwe Albion. Befchrijvinge daer van. Jncatah. Be- fchrijvwge daer van. Guatimala. Nicaragua . Befchrij- vinge daer van. Hare Wetten. Overvloed van kef-toght. Leon. Grenada. , of DE eerfte ende de conMderabelfte is Xalifco , welcke door Numio de Gz/^w«wierdeingenoomen, zijnde hy met een vergramt genaoét ten dien eynde uyt Mexico vertrocken , hy nam als doen den Kpningh yaa Mechoacan gevangen , ende deede hem daer na levendigh verbranden. De tweede is Guadatajara., de derde Coärum, de vierde Compoftclla , de vijfde Sfirito SmBo^ ende de fefde Capala, datmen nu het' nieuwe Uexici noemt. ' ïndefelaetfte is het dat de S'paigniaefden-noch geduerighmetdelndtaeneti in Oorloge zijn, (y woonen na het Noorden toe, ende de Spaighiaerden heb-, ben die noch noyt konnen overheerfchen. X>efe Indiaenen zijn feer kloeckmoedigh , ende fy geven de Spaigniaerden veel wereks , ter porfaecke van de Rotfen ende het Geberghte in het welcke fy woonen > > ende fy hebben defelve dickmaelen tér needer gemaeckt , als fy haer in hare Poften quaemen befoecken. ; Ickhebbeverfcheydene Spaigniaerden hooren feggen , datfy, als men tot haer naedert, als Gey ten, op het Geberghte ende de Rotfen , loopen > dat fy een vervaerlijck geluyt maecken ., als fy hareiRoogen af-fchieten, ende daer op met foo groote vaerdigheyt haer retireren , datmen haer ten eeriteaop.eene an- dere Rotfe fiet. .- . \ ; bi :■'■ '". . i Het is om de goude ende .filvere mijnen- dat de Spaigniaerden veel rneei; traghten defe Indiaenen te vermeefteren , dan wel fommige andere , want daer, fijn'erfeerveelin haer Landt. - > ' ■ Sy beurten aireede een. gedeelte van die rijekdommen , door het geenefy uyt de' Mijnen van St. Louis de Sacatecas trecken, want daer van komt alle^het ' fiWer .II.Boeck. aenfch*WeftJndïén. IV.Cap. 129 • filverdatindeMuntevan Mexico ende in die van Pueblo, de los Angelos ge/lagen ■_werdt 9 boven hetgeenejaerlijcksinBaeren nae Spaignien werdt gefonden, het welcke meer dan fes Millioenen bedraeght. Hoe de Spaigniaerden meer nae het Noorden door-dringen, hoefy oock Vreefe der meer rijekdommen ontdecken , hier door is het dat fy voorgenoomen hebben s paig"i- alle die Provintien te gaen vermeefteren , gelijck fy my dickmaelen gefegt heb- acrden « ,ben, endedatuytvreefedatdeËngelfche, welcke in Virginia ende in andere •van hare Colonien zijn, defelveeerdanfyfoudenkonnenin-neemen. Ickhebbe haer dickmaelen hooren verhaelen, datfyhaerfeer verwon der- fden, dat de Engelfche niet dieper in het Landt trocken, en dat 'fy nootfaecke- lijck vreefe voor de Indiaenen moeften hebben , ofte andersfeer leuy zijn , om om dar fy een ftil ende geruft leven, nevens het Taback planten prefereerden voor het conquefteren van een Landt dat vol gout ende fïlver was. Het is feecker dat het voorneemen der Spaigniaerden is , niet alleen onder te Haer brengen ende te overmeefteren die Indiaenen welcke dighte by haer woonen , voornee- «\aer dat fy, altoos dieper doordringende, willen te Lande penetreren tot in men « -Tlurida ende Virginia toe , oock fullen fy het doen , foofy niet eenige Natie van | uy trliet Noorden van Europa ontmoeten , die haer wat meer wederftand biede 3 dan die arme Indiaenen doen. \ Hebbende nu breedelijck gefproken van de vier Provintien van Mexico , het welck het eerfte gedeelte van America is , als men het felve in het Peruviaenfche ,ende he_t Mexicaenfche verdeeldt , foo moet ick evenwel noch y ets van de an- dere d.rieProvintien feggen , welcke aen het Noorder-gedeelte van het Mexi- caenfche behooren , zijnde gelegen recht tegens over het Peruviaenfche, ende .ende ick fal niet fpreecken van Florida, Virginia, Norumbegua, NovaFrancia ende Eftotilandia&m dat ick,als wel veele andere doen,niet begeere te fchrijven ■op de Rapporten ofte het hooren feggen van andere , maer alleen het geene ick gefien ende door mijne eygene ondervindinge ontdeckt hebbe. . Ickhebbe, in de eerfte verdeelinge» die ick van het Noorder-gedeelte ge- maeckt hebbe, nae Mexico gefteld de Provintien van Quivira , \ucatan ende Nicaragua , welcke de drie Provintien zijn van dewelcke ick nu wil gaen fpreecken , ende daer na fal ick oock y ets feggen van het Peruviaenfche ofte het Zuyder-Gedeelte van America. Het Landt van Quivira is hetOoftelijckfte van geheel America, ende by na recht over Tartaryen , van het welcke het foo weynigh afgefcheyden is , dat ibmmige gelooven dat de eerfte Inwoonders van America daer zijn van daen ge- koomen. _ Hetisoockinderdaedtfulcks, datdeVolckerenvan America in veele din- BefchriJ- gen aen de Tartaeren gelijck zijn; ênde door dien Quivira ende het geheele yinge van Wefterfch e gedeelte, welck na 4/^toe-ftreckt, veel Volck-rijckerisdanhet Qyivira. .Ooft erfche gedeelde dat na Europa toe-loopt , foo kanmen daer uy t befpeurea dat die quartieren veel eer dan de andere bewoont zij n geweefh R Ten ■i Over-ecnJ komfte van de In- . woonders met de Tartaren. Menfch- eeters. Lieden diealle hare noot- druftvan de Ofïen enKoeyen trecken. Cibola. Totontaa, 130 II.Boeck. Voyagie vanThomas Gage III. Cap^ ■ Ten tweeden foofietmen door haere ongefchicktheyd ende barbaerifche ma- nieren, dat fy meer over-een-komfte met de Tartaren dan meteenige andere Natie hebben. m Ten derden is het fulcks, dat, foohet Landt van Tartaryeh ende America niet aen malkanderen vaft zijn > het daer van niet kan afgefcheyden zijn . dan door een kleyne Enghte. Ten laetften , het Volck van Quhira , dat het dightfle aen Tartaryen woond , volght de wijfe der Tartaren in het weyden van hare Beeften , ende in het op- foecken ende verwifTelen van Landt-ftreecken die tot de weyde bequaem zijn. Geheel die Kufte van America is feer gras-rijck , ende fy geniet een feer ge- temperde Lughtj de Inwoonders aghten het glas meer als het gout , ende op fommige plaetfen vintmen'er noch, die Menfchen-vleefch eeten. De voornaemfte rijekdommen van dat Landt zijn de Oflèn ende de Koeyen van defe trecken de Inwoonders hare fpijfè , dranck , kleederen , ende by nae al- les dat fy van nooden hebben. ^ant van de Huyden van de gefeyde Beeften maecken fy haere Huyfen ofte Hutten, ten mmftendeckenfy die daer mede, fy maecken van de beenen hae- re meflen, gaerenvanhaerhair, touwen van haere fenuwen > vaetenöfnuyt te eeten ende te drincken van hare hoornen ende blaefen , vyer van haren dreck emmers om waeter mede te putten van het vel der Kalveren , in-het korte fy eeten het vleefch ende drincken het bloedt, ende de melck daer van. Men gelooft dat'er eenige Negotie werd gedreven tuflèhen defe ftreecke van America in de welcke de Spaigniaerden noch noy t zijn geweeft , ende tuflehen het Landt van China eude Cathay , want als Vajque% de Cvrmado door een gedeel>- te van het felve trock , foo bemerekte hy in de Zee feecker^ Scheepen f wele- ke van geen Europfih maeckfel waeren, fy fcheenen met Coopmanfchappen gelaeden te zijn , ende voor aen haere (levens hadden fy Beelden die wel nae PeLicaenen geleecken, foo dat men nietkondedenckenwaerdefelve moch- ten van daen gekomen zijn , ten fy dan uy t eene van die twee Koninghrijcken. Men heeft noch maer twee Provintien in het Landt van Quhira ondeckt, te weten, Cibola, ende het nieuwe Albion. . Cibolais aen de Ooft-kant gelegen g ende treckt fijn naem van de Hooft-Stad vandieProvmtie, welcke mede foo genaemt is. De tweede Stadt nae defe is Totontaa genaemt, fy is feer vermaeckelijck ende gelegen aen de kant van eene Reviere , in een getempert Climaer. De derde Stadt , welcke verdient datmenhaerdergedencke, is Tinne*, de- fe wierde van ae Spaigniaerden verbrand onder het beleyd van Vafyu* deCor* nado, fybraghtendie onder de gehóórfaemheydt van den Koningh van Spai- gn1enmhetjaer1540.de Spaigniaerden hebben dèfelve nae die tijdt herbout: ende bewoont. ' de^nitfr" S 0l - e ? e ^ n ¥ l ! ite f ;dienietdoen ?«4 bepaeltdit Landt van Quhira foo wel als dat van Mexico. Het derde Koninghrijck dat aen het Mexicaenfche ofte het Noorderlijcke / wWw ^ Gedeelte van America behoord , is dat van \ucatan , het welcke in het Jaer 1 5 1 7. vanFerdinandCorte^omdecktmcrde. ' Men noemt liet \ucatan , niet nae f ochtan > de Soone van Heber , foo als ee- nige verkeerdelijk gemeent hebben , welcke gelooven dathy uyt het Ooften , alwaer de Heylige Schriftuere fijne woonplaetfe , in het twaelfde Capit- tel van Genefis, fteld, trock, ominditLandttekoomenwoonen, maernae het Indiaenfche woordt fucatan , het welcke in die Taele , wat feght ghy ? be- teeckent ; en dat door dien de Spaigniaerden , als fy daer eerft aenquaemen , aen de Inwoonders nae den Jtfame van dat Landt vraeghden , ende de Indiaenen a welcke haer niet verftaende, antwoordden daer op f ücatan} het welcke/ foo. als wy boven gefeght hebben, wat feght ghy > beduydt, daer door dan noem- den het de Spaigniaerden fucatan, en fy hebben die naemoock altoos behou- detu * Dit Landt heeft de gedaente van een hangende Eylandt, en is ten minften drie-hondert mijlen in het ronde groot. Het is reght over het Eylandt Cuba gelegen A enjn drie .deelen onderfchey- Eefchrij- cten, :; . ' 7 vingedae? , Het eerfte is het régtefycatan , wekkers voorn&mfte Steden zijn, Campeche, van. Vahdclid, Merida ende Simancas, noch is'er eëne~ andere, welcke fyèair$, om haer grootte ende fchoonheyd noemen. De Spaigniaerden aehtendït Landt voor arm, om [ dat'er geene fil ver-mijnen zijn y endeom datmen daer geene Cochenille i\othx.e Indigo, windt. De voornaemfte Goopmärifchäppen die fhén ialdaer vindt , zijnHonigh * Wafch, Huyden, Suycker 3 eenige drogen voor de Apotheeckers, Cajfiafi- ftula, SdlfapdrilU, nevens eën grpote meenïghte M4/'^. Daerisoock veel hout tot den Schip-bouw bequaem^ waer van de Spai- gniaerden Scheepen maecken , met dewelcke fv heen ende weder nae Spaignien vaeren. ' R 2 . la III. Cap. Guatimala. 13 2, II.BoECK. Voyagie vanThomas Gage In het Jaer van 1532. ftonden de Inwoonders op het poinct om tegens den Gouverneur te rebelleren , door dien hy haer dwongh dat fy haere Kalck-hoe- nen, haer ander Pluym-gedierte, haeren Honigh ende haer Wafeh by hem moeiten brengen ; het welcke hy dan felve op foodaenighenwaerdye, 'alshy wilde , ftelde, ende daernae verkoght hy het ten foodaenighen prijs dat hy daer veel aen won, fich aldus, tot haeren koften , veirrijckende. Als fy nu dit tra&ement, het welcke haer tot de uytterfte armoede bragh- te,met langer konden verdraegen, foo refolveerden fy op te ftaen ende in de Boflchen en op het Gebergfite te vlughten; fy fielden fulcks te werck en ver- bleven aldaereenigen tijdt, totdat deReligieufen van deOrdrervanSt.Fran- cifcus, welcke veel op haer vermoghen , haer bewoghen om weder in haere Huyfen te keeren ; ende de Gouverneur , vreefende dat geheel het Landt re- belleren foude, accordeerde haer niet alleen eengeneraeleAmniftie, maer beloofde haer oock in het toekomende faghter te handelen. Het tweede gedeelte van dat Landt is Cuaümala genaemt , in het welcke ick t waelf jaeren ge woont hebbe , het felve is een van de meert bevolckte Oor- den van America , ende men vint in het felve de meefte Indiaenfche Steden ende Vlecken , hoewel de Spaigniaerden > door haere harde tra&amenten , daer van meer dan vijfmaelen hondert duyfent hebben doen fterven. Sy fijn feeraendeReligieufen verplight/ want fy befchutten ende befcher- men haer tegens de Spaigniaerden, hoewel fy het om haer eyghen belangh doen, want hoe de Indiaenen meer voordeel doen, hoe oock deReligieufen rijcker worden. r ,, : . ï Dit Landt is wel gemaetignt ., .ende overvloeyende van alles dat tot het leven nodigh is , de voornaemlte $te$en zijn Guatimala 3 Caiïuca, ende Chiapa. van de welcke ick hier naebreederfalfpreecken. ^/«tfamnl. Het derde gedeelte van \ucatan wort Acajamul genaemt, het is een Ey- landt reght over Guatimala geleghen , het welcke de Spaigniaerden SanSa Cru% noemen, door dien de voornaemfte Stadt die daer op leght SanUa Cru% De vierde ofte de laetfte Prövïntie van het Mexicaenfche ofte Noorderlijcké Jmmca , het welcke aen.de Spaigniaerden , nae mijne befte kenniflè, behoort, is Nicaragua, het leght mhetZuyd-OoftenvanAtewo, ende niet meer van het felve verfcheyden dan omtrent vier-hondert ende vijftigh mijlen , het welc- ke veroorfaeckt dat de gront ende de Inwoonders van het felve veeleover-een- komtte met die van Mexico hebben. De Inwoonders zijn van een feer goede ftatuere enderedeliickblanckvaa aengefighteendeLicchaem. Eer fy de Chriftelijcke Religie. hadden aengenomen, foo hadden fydoch renwet een Pnlïnrrr r^ionviat-n^tviö^n- — j~ /?. . -_..j j «rr J ïxkaragua. Bfcfchiii- vingedacr evenwel een Polmcq Gouvernement, ende fy wierden door Wetten gere- van. geert ; doch , even als Solon geene Wetten tegens de Vader-moorders maeckte, iich met konnende inbeelden dat'er foo boofe Kindéren fóuden kon-- nen II.BoECK. 'DoordeS'paenfcheWeft-Indïên. III.Cap. 133 nenzijn, die haere Ouders fouden dooden , foo hadden oock die Volckeren Haere geene Wetten tegens de Koninghs-Moorders gemaeckt , niet konnende geloo- W ètten ven dat er yemandt : foude tonnen gevonden werden, die yets, op het leven der Koningen, foude willen onderftaen. Syftraftendedieftemetde dood niet, maer de Dieven moeften die geene , welcke fy beftoolen hadden, alsSlaeven, tot die tijdttoe, datfy door haere flaevernye, het geene fy geitoolen hadden , hadden verdient , dienen j het welc- ke eene faghtere , ende met de Natuere van de fonde beter over-een-komende ftraffe is , dan het hangen , darmen op andere Plaetfen gebruyckt. ' Dat Landt is foo aengenaem ende foo overvloeyende van alles dat tot onder- Overvloet houdt des levens nodigh is, dat de SpagniaerdenhetfelveA^o^Paradïis van leef- noemen. ' toghtp Onder de Boomen welcke bloemen draegen, is'ereen, die foo teer van ee- voelenis, datfyverwelckt, foodrae alsmendieaenraeckt. Daer zijn in dele Provintie foo veel Perroquiten als'er Êxters in Eaftelandt zijn , ende de Kalck-hoenen , de Conijnen ende allerhande foorte van Wik- » braet zijn daer mfoogrootemeenighte, dat die aen de Inwoonders voor ha- re ordinans fpijfe verftrecken. In defelve zijn yeele Steden van de Indianen, die feer wel bevolckt zijn, U m doch niet foo feer als wel omtrent Gmtimala 3 oock heeftmen daer twee Plaet- fen die door -deSpaigniaerden ^bewoont worden, zijnde de eene J^genaemt, Gnmda, a lwaereenBifdomisgevemght,endedeanderGre«^, welcke op eene Meer van foet waeter is'geleghen, dat meer dan hondert mijlen in het ronde heeft ende dat, hoewel het geene gemeenfehap met de Zee heeft, evenwel Vloet ende Ebbe onderworpen is,- doch ick falvandieStadt ende Provintie wij dt- lopigerfpreecken, als ick fal handelen van de Reyfen dieickin dat Landt gedaen nebbe. R J 1 BefctoJ- \inge van bet Peru- viaenfche America. VevJee- lingc daer van. tent, Rijckdom daer van. Mijnen van Pot of. Ï34 IÏ.Boeck. Voyagie vanThomas Gage IV.Cap» HET IV. CAPITTEL. Befchrijvinge van het Teruviaenfche A m erica. Verdeelinge daer van. Peru , rijckdom daervan. Mijnen van Poton. Frughtbaerheyd van Peru. Lima. Mis-Jlagh der Hollan- ders omtrent het Cailao. Rijckdom van Chili, Kloeckmoe- * digheyd der Inwoonders. Gierigheyd van Valdivia is oor - faecke van fijn ellendige dood. Befchrijvinge van Caflillo , d'Oro , Nombre de Dies ende Porto Bello. Brave afïien van Franpis T>raeck en van Oxenham. Befchrijvinge van nieuw Andalufia, nieuw Grenada, Carthagena, Abtida , San&a Martha , Venezuela , &c. ^T Ae dat wy dan aldus in het korte het Mexicaenfche ofte Noorderlij e- A ke gedeelte van America, voor foo veel het aen den Koningh van ™ Spaignien behoort , hebben befchreven , in voornemen van daer nae- der af te handelen, als ick fal fpreecken van de Plaetfen in dewelckeick ge- woont, ende van deProvintien dieickdoor-reyftbebbe, foo wil ick hier nu mede eene korte en^ebeknopte befchrijvinge van het Peruviaenfche gedeelte Hellen, endeaendenLeferdaqrvanyetsmededeelen. Het behelft voornaementlijck vijf groote Koninghrijcken, vandewelcke fommige geheel , fommige ten deele , aen de Kroone van Spaignien ende Por- tugael onderworpen zijn, de eerfte is CaflihtfOro> de tweede Cuajana , de derde Peru, de vierde Chili, ende de laetfte Brefil. Doch ick wil mijne Hiftorie niet vervullen met het geene andere van defe vier laetfte Rijcken gefchreven hebben, oock hebbe ick weynigh in defelve gereyft, maer ick fal alleen verhaelen het geene ick van Peru verftaen heb- be, ende daer nae fal ick van Cafttilo d'Oro, waer door ick gereyft hebbe, fpreecken. Men hout dat Peru rijeker is dan Mexico , want hoewel het het voordeel van den handel door de Noord- Zee, foo wel als Mexico niet heeft , endatmende aldaer vallende Koopmanfcbappen nae Pannama moet brengen , ende van daer te Lande ofte door de Reviere van Cbiagre nae Porto-Bello op de Noord-Zee, foo is doch dat Landt veel rijeker dan dat van Mexico , door de groote meenigh- te van rijeke Silver Mijnen die daer zijn. Men gelooft dat het geheele Geberghte van Potofi niet dan uyt Mijnen van dat Metael beftaet , doch de'Koningh van Spaignien begeert niet datmen daer in graevenfal, voor ende al-eer men die geene, welcke reets ontdeckt zijn, . fal ll>ÜOTLCK.T>oordetyaenfcheJVeJÏ-Indïén. ÏV.Cap. 13/ fel uyt-gegraeven hebben , welcke, {eden de rijdt datdeSpaigniaerdendat Ljndt mgenoomen hebben, aen haer rijckdomnaen genoegd Et^ A. nw™^ ? fee r vr "g htb ^r, ende draeghtalles watmen in Spaignien vint Vrught- alle de Pketfen ie van de Spaigniaerden aen de Zuyd-Zee bewoont werden noytregent, totfoo verre datdedaeckenvandeHuVennierTaZermartên bedeektzyn, om d.e voor het dofte befehutten, e/deevénwelis dl Landt, Ca^^tdteÄ en bSp men tóintó 'veeen Viceroy, eene Ä , TweemylenvandeStadtiseenHaevendiemenhetCi/tonoemt aldaer h XT d L s iT d ^ e nt ksderi H d ^^ A> t a ' T k and f e S , chee P en we '<*e op de Ooft-Indiën handelen ende dezüyd-Zeèif *' ?"* ^ P^«'»> % '** Haven van iS °ó£ De Haven C«b genaemt én is niet verftercktfoo als dat we! behoorde te lek hebbe verfcheydene Spaigniaerden hooren feesendatinherTaer i«« u-, n u vZamat^tnU J^V^ Sc Wen diedesKoninghsSilvernae landen ItZriTt '"^^foudenkomenuyttelopen, en hebb?ndedooreen omtrent valfch gerughte verftaen dat die al vertrocken wieren, volghden fydefelve teCalUt. aenftontsnae houdende den felven Cours welckefygdooflenStfy^ ïf,^ a f f"' hler K door verloren fy de gelegentheyd om het C^o re attioleren Sg^ekg^ &??no l^°n ff ? S P ai S niaerde " we y ni 'gh vreemde Schepen in die Zee'en iien.foolevenfyfondervreefe.endefyverfuymenharekuflenteverftercken. Hoe >^w« 136 II. Boeck. Voyagie vanThomas Gage IV. Cap. Hoewel nu Peru feer rijde is in fil ver-mijnen ende aerdt- vruchten, foo is doch Chili veel rijeker ter oorfaecke van de goudt-mijnen welcke men daer vindt; dit heeft de Spaigniaerden in den Oorlogh , die fy de Inwoonders hebben aenge- daen, doen volharden, doch fy hebben altoos kloecke wederftandt gevon- den. DitVolck, het welcke uyt de natuere vailland , fterekende kloeckmoedigh is, Jheeft het gebruyek van de Europifche waepenenfoowelgeleerdtalsde Spai- gniaerden felfs > oock wijeken fy haer niet in het handelen van een Deegen ofte in het af-fchieten van een Piftool of Musket. Sy hebben veele foo Spaenfche Mannen als Vrouwen gevangen genoomen, defe zijn fy gewoon te houden ende onder de haere uyr te trouwen, ende de Kinderen die daer uyt fijn gefprooten, ende Meftifen genaemt worden, fijn foo couragieufe ende braeve Soldaeten/ dat dat niet weynigh geholpen heeft om hare maght te vermeerderen. Sy maecken de Spaigniaerden foo veel fpels , dat den Oorlogh die fy daer in het Landt voeren een van de gevaerlijckfte is die fy hebben, ende den Raedt van Spaignienlightordi naris de befte Soldaeten uyt de ïroupes van Vlaende- ren ende Italien , om die daer heenen te doen gaen , ende de Officieren , welc- ke langh in Vlaenderen gedient hebben , werden daer oock heenen gefenden , ende dat by forme van recompens ofte belooninge , door dien fy figh , door des gouts overvloed in dat Landt , wel haeft verrijeken. De Spaigniaerden hebben daer drie fchoone Steden > te weten - 3 la Conception , in het welcke een Biffchop woont, Sant-fygo ende Valdivia. Defe laetfte Plaetfe is genaemt na feeckeren Valdivia , die Gouverneur van Chili was , ende den eerden Autheur van defen Oorlogh. E)ie Ge>u verneur was foo gierigh , ende fijne drift om goudt te verfaeme- len foo groot , dat hy niet konde lijden dat de lndiaenen het felve befitten fouden , hy deedek flaen ende mishandelen , felfs doode hy'er eenige > om dat fy hem foo veel van dat metael, als hy begeerde , niet hadden gebraght , hy dee- de haer in de Mijnen arbeyden, beveelende hem daeghlijcks een feeckere quan- titeyt daer uyt te levere a. Doch de lndiaenen die haer niet bequaem vonden om hem te voldoen , nae- men voor , hem niet meer te gehoorfaemen , ende fijne gierigheyt eens vooral te voldoen y om dat hy haer om het gout niet meer foude moeyelijck vallen. Ten dien eynde voeghden fy haer by malkanderen , ende hebbende figh ten fhijdebereyd, naemen fy oock-feeckere quantireyt gouts mede; fyquaemen aldus den Gouverneur befoecken, tot den wekken fy feyden : Valdivia, ghy bent fbodaenigh verhongertop ons gout , dat wy u tot nu toe niet hebben kon- nen verfaedigen s doch wy hebben eyndelijck een middel uytgevonden om de- fen uwen luft te voldoen , fiet hier hebben wy nu genoegh , maer gy moet daer u bekomfte van drincken. Dit gefegt hebbende, vielen fy daedelijck op hem aen, ende hem gevangen genoomen hebbende, gooten fy gefmolcen gout in fij n keel y waer Rijckdom van Chili» Kloeck- moedig- heytder Inwoon- ders. Gierfg- heytvan VaUïvia, Is oorfac- ke van fijn ellendige doodt. ÏLBötCK.ÏÏoordèfyaenfchefFefl-IndJen. IV.Cap. ij 7 .waervanhy ellendelijck ftierf, ketende fijn naem aen die Sradt nae, doch nae dat hy een bloedighen Oorlogh ontfteecken hadde , welcke tot noch duert. ^ lek fal oock van Guajana nochte van Brefü niet fpreecken , door dien ick daer l niet geweeft hebbe. Brefü behoorde aen de Croone van Portugal 3 endeis on- der de Spaigniaerden weynigh bekent; De Staeten van de vereenighde Pro- vintien befitten jegenwoordighdaereen gedeelte van/, foodaenigh dat haere Hiftorie-fchrijvers dat Landt, beeter dan ick, fouden konnen befchrij ven } ende alfoo de rijekdommen daer van aen Europa bekent maecken. BefchriJ- Ick begeve my dan weder na het eerfte Gedeelte van het Peruviaenfche Ame- vinge vaa rica, te weten, CaftiHo d'Oro, dat is het goude Caftilien , zijnde het felve Caftillo foo genaemt door den grooten overvloedt van gout diemen daer vindt. d'Oro. Het begrijpt het Noorderlij cke Gedeelte van het peruviaenfche America, ende een deel van cie ïftmiis ofte fmalle enghte Landts, welcke tuflehen de Noord'ten Zuydt-Zee'en is. Boven de groote meenigte gouts die'er gevonden wordt % foo is het noch overvloeyende van filver , Speceryen , Peerlen ende Medicinale kruyden. Het werdt in vier Provintien gedeelt, de eerfte is byfondei lijck Caftillo d'Oro genaemt, de tweede het nieuwe Andalufa, de derde het nieuwe Grenada, de vierde Carthagcna. Caftillo d'Oro is in de enghte felfs geleghen ende niet feer volck-rijck s om dat het Climaet daer niet feer gefont is , ende dat aldaer veele ftilftaende waeteren zijn, die de lught met quaede dampen vervullen. De voornaemfte plaetfen die de Spaigniaerden daer in befitten zijn voor ™Tl rede cerft Nombre de Dios 3 dat den Naeme Godes gefeght is, het welcke aen de Ooft- C nderir*#- zijde leght, de tweede plaetfeleght fes mijlen daer van daen en is Porto-Mo Be u 0t genaemt, defeplaetfe werdt door Spaigniaerden Mulatten .ende Negers be- woont , dogh Nombre de Dios is door de quaede lugt by nae verlaeten. De Schepen welcke voor Nombre de Dior plaghten ten ancker te komen, ende aldaer des Koninghs filver , datmen jaerlijcks van Peru nae Pannama brenght a ende van daer na de Noord-Zee , te laeden , die fetten het jegenwoordigh voor Porto-bello , dat een fchoone Haeven gefegt is j het is oock inder daet een fchoone Haeven, ende aen de mondt is die met drie Caftelen, welcke de eene de an- dere commanderen, verfterekt. De derde ende de laetfte plaetfe, welcke de Spaigniaerden in het Caftil- lo ^'Orobefaten, is Pannama, het welcke aen de Weft-zij de op.de Zuydt-. Zee leght * defe Stadt ende Nombre de Dios wierden daer Diego de Nique^a gebout. j De Stadt van Nombre de Dios wierde foo genaemt, om dat Nique^a > nae dat hy veele ftormenop Zee hadden uytgeftaen, eyndelijckin die Haeven gekomea - zijnde, en, verheught om dat hy figh buy ten gevaer fagh, tcgens zijn volck feyde dat fy in Godes naem konden nae Landt vaerem S Maer Braeve Aftien vanFran- cois Draeck. In van ex-eaham. Barbari- fehelndia- jkü willen 138 II. Boeck. Voyagie vanThomas Gage IV. Cai\ Maer , foo als ick boven gefeght hebbe, de lught van die Plaetfe isfeer ongefont, ende in het Jaer van 1584. beval den Koningh van Spaignien dat- men de Huyfen van Nmibn de Dior onder de voet foude werpen , ende datmen » op een gefondere plaetfe , weder andere foude timmeren , dit dan wierde door DomPcdro Ariat uytgevoert , welcke dit Porto-Belb ftighte. Doch ick foude mijn Vaderland te kort doen y foo ick , hier van Nombre ck Dm fpreeckende , de gedenckwaerdige daeden die de Engelfche in die Plaetfe gedaen hebben , en over dewelcke de Spaigniaerden Hch noch op heden ver- wonderen , met ftil-fwijgen voorby ginck. Want fy gedencken niet alleen noch aen den naem van Francois Draeck, maer iy leeren felve haere Kinderen die te vreefen , defelve noemende om haer vreefe aen te jagen ; oock hebben fy niet vergeeten hoe hy Carthagena aentafte 3 nochte alle het geene hy daer op de Kufte dede , ende voor al te Nom/xre de Dior > alwaer hy Volck aen Landt feite , ende trock van daer tot op het geberghte van St.Paulus, op den wegh nae Parmama. Oock weten fy noch den naem van een van fijne Capiteynen John Oxenham genaemt, en ick begeere dat defe mijne Hiftorie fijnen naeme fal onfterflfe- Kjcke maecken , door het gedenckwaerdigh verhael van het ltouteftuck wercks dat hy op die Kufte beftonr. Defen braeven Edelman zijnde met feventigh wel gerefol veerde Mannen een weynigh beneeden de Stadt van Nombre de Dm aengekomen » deede fijn Schip op het Landt trecken , ende hebbende het felve met tacken van Boomen doen bedecken, trock hy met fijn gefelfchap te Landt, gebruyckende eenige Negers tot fijne Leydts-lieden j zijnde aen feeckere Reviere gekomen, dede hy hout hacken om een Fregatte te bouwen , met dewelcke hv in de Zuyd-Zee ginck, hy quam aen het Peerlen Ey landt, bleePer thien daeghen legghen 3 nam'er twee Spaenfche Schepen, in dewelcke fefhgh-duyfent ponden Gout waeren> ende tweemaelhondert-duyfent ponden aen Silver in klompen ofte Stae ven , en daer mede keerde hy weder nae het vafte Landt. Het is waer dat'er naederhandt muyterije onder fijn Volck ontflont, het welcke oorfaecke was dat hy noyt aen het Schip dat hy verborghen hadde ge- raeckte > oock is hy in fijn Vaderlandt niet weder gekomen , doch fulcks maeckt defe fäecke daer door niet te min gedenckwaerdigh , door dien niemant eytyets diergelijcks heeft ondernomen , oock fpreeckende Spaigniaerden op heden daer niet van , dan met verwonderinge. Daer is noch een groot gedeelte van Caftillo d'Oro , het welcke noch door de Spaigniaerden niet is ingenomen , en buyten t wijffel zijn daer groote Schatten verborgen , welcke ftaen te vallen in handen van die Natie , die den moet ende couragiefal hebben van die te gaen foecken. Als ick in het Jaer van 1037. te Pamiamawzs , in voornemen van weder nae mijn Landt te keeren , quaemen daer omtrent twintigh Barbarifche India- nen, om met den Prefident yan de Cancellaryetehandelen a enomfichaen ~ - den rt£v£jfr^aftfo?T ILBoECK. Tïoor deSpaenfcheJVeft-Indiën. IV.Cap. 139 den Koningh van Spaignien te onderwerpen, doch, fooaJsicknaemaelsre fich onder iZarthagena verftont , daer wierdeniers met haer beflooten , want de Spaigni- de Spaen- • aerden derven de Indianen niet vertrouwen, door dien fy dickmaelen tegens Tche be$e~ - haer gerebelleert hebben, wanneer fy haer mishandelen. ven. Defe Indianen die ick doen te Parmama fagh , waeren alle wel-gemaeckte Mannen, robuft ende van een braevegeftalte, onder andere was'er een wek- kers hayr al immer foo root wasals men het op het Hooft van yemant in Engel- landt foude konnen vinden. , Sy hadden Goude Ringhen inhaereOoren, enkleyneftuckjensGoutsals Ti halveMaenenindeonderftelip, hier uyt beflootmen dat'er veel van die ftoffe CiC ' m haer Landt was. raet - - Het nieuwe Andalujien grenft ten Noorden aen Qafiïh d'Oro ende ten Zuy- vt-a, den zen Peru. J De befte Steden daer in zijn Tocoio, dat de Spaigniaerden nu SanBa Marga- reta noemen , ende eene andere genaemt Sfhito Sanfto. I Het nieuwe Grenada grenft ten Zuyden aen Cartkagena, men heeft het defen naem gegeven om dat het in vrughtbaerheyd ende overvloet van alles feer groote over-een-komfte heeft met het Koninghrijcke van Grenada in Spai- gnien. Hier in legghen fes Confiderabile Steden; de eerfteT/^w, welcke men gelooft dat reght onder de Linie leght; de tweede Tochamim-, de derde Po- f? _ j! faian, welcke de rijckfte van alle is ; de vierde SanBa Fe', daer in woont den Aerts-bifTchop , oock is'er eene Cancellarye ende een Kamer van Juftitie even Jalste Pannama ende te Guatimala, meteeneerftenPrefident, een Procureur oock komen aldaer alle de inkomften van den Koningh uyt geheel het nieuwe Grenada. Daer is een Biffchop en veel Kercken nevens feer rijeke Conventen. Defe Stadt wert door geen Kamer van Juftitie ende Cancellarye geregeert, %tX\)ckSanBa Fe',maer door een Gouverneur,die aldaer een abfolute magt voert, Men heeft dickmaelen in den RaedvanSpaignienvoor-geflaegheneenfeec- ker getal van Galeyen te onderhouden om defe Zee'en te door kruyflèn , welcke haere retraite te Carthagena fouden hebben. Het was door middel van die Stadt dat Engelandt het Eylandt , datwyde Providentie, ende de Spaigniaerden 5*. Catharina noemen, verloor, het welcke, hoewel het kleynis, evenwel aen ons Rijck feer voordeligh foudezijnghe- weeft, felve meer als eenige vanonfeandereColonienvan^merictf ,* dit was het dat de Spaigniaerden wel witten* endedaeromishetdatfyalledemagtetï van Carthagena te wereke ftelden , om het weder te nemen j doch ick hoopc dat de tijdt, in de welcke het in onfe handen vallen fal , noch eens fal komen* ende dat wy alfdan fullen genieten de voordeelen welcke het door fijne gele- gentheyt geeft. Men brenght oock alle Jaeren in kleyne Fregatten te Carthagena alle de Indigo de Cochenille ende de Suycker, die in het Landt van Guatimala gewonnen wert, door dien de Spaigniaerden gelooven dat het feeckerder is die Waerea in kleyne Schuytjens over het Meer van Grenada nae Nicaragua te brenghen* ende van daer nae Carthagena , om op de grootc Gallioenen , die van Porto-Belh met filver van Peru komen y gelaeden te worden , als defelve met de Scheepen van de Hondurat tefenden, welcke dickmaelen door de Hollanders genomen zijn , ende om dat die Fregatten oock dighte voor by het Eylandt de Providen- tie paffeerden , foo hebben fy het felve aen ons ontnomen » tot haere verfeeckc- ringe aen die kant. ; De tweede aenfienlijcke Stadt van hetlandtvzn CarthagendisAbuida} de derde SanBa Martha, het welcke een rijck Gouvenement voor de Spaigniaer- den is , en op die plaetfe is men feer bange voor de aenvallen der Engelfche ende derHollanders , welcke met haere Scheepen daer komen i fy is op de Reviere van Abuida gebouwt , anders Rjo-grande ofte de groote Reviere genaemt. Daer is oock Venezuela ende het nieuwe Cadix, welcke rijeke ende ftereke Steden zijn. De Spaigniaerden noemen defe drie laeft genoemde Provintien, te weten nieuwe Andalufia, nieuw Grenada ende Carthagena, '£ierra Firma, ofte het vafte Landt, om dat fy aen het Landt van Peru, aendeNoort-zijdealstoteenWal verftrecken jende het fundament maecken yan die omgekeerde Pyramjde. Pp II.Boeck. fDowdefyaenfcheH r eft-Indnn..lV.CAv. i 4 i Op defe wijfe hebbe ick den Lefer ront-om geheel Amrica geleydt , ende aen hem het vatte Landt van dat groote gedeelte des Weerels vertoont j hieruyt kanmen de maght ende den rijckdom van den Koningh van Spaignien befpeu- ren , welcke foo wijdt uytftreckende Landen onder fijn gebiet gebraght heeft , dat fy, foo fy alle aen malkanderen valt waeren., grooter dan geheel Europa fouden zijn. * HET V. CAPITTEL. Eylanden van America. Befchrijvinge van Margarita.GW te menightevanTeerlen. Maniere om defelvetevijjchen Handel daer mede gedreven. Rencontre tuffcheri de Enge- fche ende Hollanders f alv eert de Spaenfche Teerl-vanghj Befchrijvinge van Jamaica, fyaenfchewreetheydt. B fchrijvinge van Cuba , fijne vrughtbaerheyd. t^Aertv, het Verekens Vleefch in Cuba. Befchrijvinge van de Hav na , fterekte van de Haven daer van, 1)e Hollanders >< men de filvereVloote. T>en ^Admtraelvan defelve <& onthooft. Befchrijvinge van Efpagnola , fijne vrughtbt heydt ende rijckdom , overvloet van befiiael. Verdeel den onderde Spaigniaer den. Aerts-Bifdommen in Air ca nevens depoliticque regeeringe daer van. H Et vafte Landt van America is niet alleen groot ende feer wijdt uytge - , breyt, doch men vint oock in de Americaenfche Zee'en feer groote ^3 la " den Eylanden, felve die de grootfte des Weerelts zijn. J? n e ' Het foude een al te verdrietige ende lanckwijlige faecke wefen die alle te ™' villen op-tellen , oock foude fulcks fwaerlijck, jae, by-na, niet, konnen gefchie- den, om dat'er veele zijn welcke men noch niet ontdeckt heeft, en die noch niet bewoont zijn 3 foo datmen van hare grootte ende vrughtbaerheyd weynigh kan feggenj want menfeght dat alleen de Lucayefche Eylanden, tóeer dan vier honden in getaele zijn. : Ickfaldanom defe reden, ende om den Lefer niet te verveelen^ alleen de voornaemite van defe Eylanden befchrijven, endatkortelijcki wyfuUenmet [Jie geene , welcke het naefte aen Carthagena gelegen zijn * beginnen , om dat wy üdaer geëyndight hebben met het fpreecken van het yafte Landt. Het eerfte dan dat verdient datmen daer van melde , is het koftelijcke Eylant Befchrijr Margarita, het is in de Zeedightby Caflillo d'Oro gelegen, ende nae by twee vingeva» indere Eylanden Cubagua ende Triw&rfgenaemt S i Het Mar~mta,_ Voyagie van Thomas Gage V. C a p, Groote mèenigh te van reeden, Maniere bmdefel vete vif- fchen. Efffc Hen is waer dat dat Eylandt van fommige misprefen is, om dat'ernoch Koorn, nochBoomen, noch eetbaere Kruyden , noch felfs geen water, tot den dranck bequaem, is, tot foo verre dat de Inwoonders voor defen een Tonné Wijn voor een Tonne waeter gaven. Doch de gróotë meenighte van Feerlért welcke men daer vint , bedeckt ende. yergelt dubbelt-fout alle defe feylen , ende daer van daen is het darmen het feï- ve Margaxeta heeftgenaemt , omdatmen in del^tijnfcheTaeledienaemaen een Peerl geeft. Daer zijn veel rijcke Kooplieden in dat Eylandt, welcke veer tigh a vijftigh Negers tot haere Slaeven hebben , 'en defel ve werden van haer nergens toe ge- bruyckt , dan om tuftchen de Rotfen de Oefters , in dewelcke men de Peerlen vint, tevifikfhen. Defe Kooplieden maecken groot werck van haere Negers, ende careffèren defelve feer , om dat fy verbonden zijn haer de fchatten^ welcke onder het wa- ter leggen , toe te vertrouwen , oock beftaet alle haeren rijckdom in den goe- den wille van dek Slaeven , dewelcke, als fy willen , niet met alle konnen vif- fchen, ofte de befte Oefters in de Zee laeten. Men laet , haer met Korven 'm de Zee fincken , ende foo lange verblijven tot dat zy , door het fchudden van het touw , met hét welcke men haer, heeft neder- gekéten , een teecken geven om weder opgehaelt te worden . Ick hebbe van fommighe, die .fich met de Peerl-viffèrye bemoeyt hadden , hooren fegghen, dat fy haere Negers niet dan gebraeden Vleefch te eeten gaeven, op dat Vy haeren Adem des te langher in het waeter fouden konnen inhouden. Men Tent adle de Peerlen van Margama nae Carthagena Om door-boort te werden, ende daer is eenefchooneftraete, in alle welckers Wiockelen men niet doet dan Peerlen handelen. Jaerlijcks zijn'er gemeenlijck omtrent de Maent van July, een ofte twee Schepen aen dat Eylandt, om nae Carthagena het Inkomen des Coninghs te brengen , foo wel als de Peerlen der Kooplieden. Men fchat de vraght van een van defeSchepen gemeenlijck opfeftigh of tagh- daermede t jgh duyfent Ducaten, oock dickmaelen noch hooger, hier om zijn fy wel voorfien ende met Volck dubbelt bemant , want de Spaigniaerden vreefen feer Engelfche ofte Hollantfche Schepen te fullen rencontreren. In het Jaer als ick te Carthagena was , zijnde dat van 1^37. wierd'er een van dek Schepen door een Schip van het doemaels Engelfche Eylant de Providentie vervolght, mengde dat het deN^f «raar genaeiiitwasj ende het hadde nae een kort endè light geveght 5 de Spaigniaerden in noot van het op te geven ge- ende Hol- bragt l> welals die vanhetvafte rckke d g ri e e n hnn^ e , Va " i die , tWe f Evlanden isdat *» CiAr gefeghen , het Ka^^&jtoJ ? de fcvamghbwcdt», hltfefve wierde w" deedf ' ' ' ^tj^f; Qoiumbus fi > ne tweedé «>$« n^e Het is vervult met BoiTchen, Meerenende Geberghten, het Climaet is BefchrIi " BS»sr voornaemfte viauaii,e ^S'Ä baerhcyt - in,- van 144 II.BoECK. Voyagie vanThomas Gage V. Cap. Vleefch in van een Conijn foude aendiflfchen, foo was ick wel verwondert datmen my Cuba. . y ets van een jongh gefoden Vereken voorfette, ende door dien ick daervan' weygerde te eeten, als vreefende dat my fulcks qualijck bekomen moghte, foo verfeeckerde my een yder, dat dat de befte fpijfe was , welcke de Doclo- ren van dat Landt gewoon waeren te ordonneren aen alle die geene welcke ge- purgeert hadden. Befchrij- De voornaemfte Steden van dat Eylandt zijn Santiago ofte St.Jacob, aen ( vingevan deNoordzijde, welcke gebouwt wierde door fyques de Velafco , daerismede dtHavana. eenBifdom; hier op volght de Havana , mede op de Noort-kufte , aldaeris' eene feer fchoone Reede voor de Schepen , oockis'er de generale Staepel van alle Koopmanfchappen s de Spaigniaerden noemen defe plaetfe de Sleutel van alle de Indien. . r Het is in defe Plaetfe alwaer fich de Vlooten van den Koningh van Spaignien onthouden j alhier vergaederen mede de Koopvaerdy- Scheepen van alle de t?laetfen door ons hier boven aengeroert, foo van deProvintien vanhetvafte Landt , als van de Eylahden, foodaenigh datmen in deMzent van September feggen kan, dat alle de fchatten van America aldaervergaedertzijn, foo die geene welcke uytde ïnkomften van den Koningh van Spaignien voortkomen , als oock de Waeren ende Koopmanfchappen die aen de Negotianten behoren , welcke op dat Jaer dat ick daer was op dertigh Millioenen Pe^os ofte Rijck- daelders begroot wierden. Daer waeren dat Jaer drie ende vij ftigh Scheepen , welcke alle , op den 1 6. September, een weynigh voor dengewoónlijckentijdt,vertrocken, doordien ( de wint doenmaels feer goet was om haer de Straet van Bahama te doen paffe- ren. . , Door dien dan de Havana als het Pack-huysis, in het welcke men alle de Schatten van America verfaemelt, foo hebben de Spaigniaerden groote forghe gedraegen om defelve te verftereken ,* fy geloven dat het eene Plaetfe is die men niet kan in-nemen, endéfy hebben die in eene ende defelve achtinge als de ' Cafteeien van Antwerpen, Milaenen ende Pampelone, . Daer zijn twee ftereke Cafteeien, het eene aen demondtvandeHaeven - nae de Zee-kant, ende het andere wat meer binne-waerts aen de andere zijde des Oevers. > ( De doortogt tuffchen defe twee Cafteeien , welcke den inganck van de Ha- ven is, is foonaeuw, dat niet meer dan een Schip te gelijck, door defelve pafferen kan , ende kan uyt die Cafteeien foo wel beftreecken worden, dat eene Vloote van horidert Scheepen defelve niet foude konnen vermeefteren ende forceeren. . Ick ben in het grootfte van die twee Cafteeien geweeft,ick vont het felve leer fterckj doch het foude foo wel ingenomen konnen worden, als veele andere ftereke Plaetfen in Europa, fop men het met een goet Legher te Lande aen- tafte. f. r Bet Stevckte van de Haven daer af. II.Boeck. TïoordeSfaenfcheWeft-Jndïén.Vl.CAv. 14$ Het Cafteel is feer wel van Gefchut voorfien 3 onder andere zijn'er twaelf Stucken welcke fy de twaelf Apoftolen noemen , fy fijn van een extraordinaire grootte. Doch hoewel de Havana foo fterck is , foo konde fy doch evenwel de fes ofte feven Millioenen, welcke des Koninghs Scheepen van St.fuand'Ulhuage- braght hadden , niet falveren 3 hoewel die haer onder de befcherminge van die Cafteelen geretireert hadden. Dit gefchiede in hetjaervan 1029. als wanneer die vermaerde Hollander, ^%' «a» welcke de Spaigniaerden Pk' de Falo ofte Houte-been noemden,en welcke fy foo den ^ H ~- feer vreefden als fy te vooren Francois Draeck gedaen hadden s het Ancker aen theuT ' de Cabo Sant Antonio in de bijt wierp, om aldaer de Vloote van nieuw Spaignien teverwaghten, welcke op den behoorlij[cken tijdt,* die hygegift hadde, niet manqueerde te komen. Hy hadde defelvefoodraenietontdeckt,ofhyginckdïekloeckmoedelijck -fW"^« methetloffenvanalfijn Gefchut attaqueren, doch de Spaigniaerden, welcke hieraen geen luft om te veghten hadden, hebbende Krijghs-Raet gehouden , oordeel- den c ? m ' den dat het beter was fichindeHavenvanMd/m^aenhetEylandtCz^te ™* ndeur gaen falveren, en al retirerende te veghten , dan het gek des Koninghs, dat f 0Me ' haer toe-betrouwt was, terifiqueren. een vort Op die Spaenfche Vloote waeren veele Edellieden , ende twee Regh- Thfewn ters van de Cancellarye van Mexico y welcke men , als fc|iuldighe aen jshet de Confpiratie , daer ick boven van ghefproocken hebbe , nae Spaignien wenkvm fondt. dmbe- Daer op was oock een Jacobijner Religieus van mijne kenniffe, genaemt roemden Frater fycynthe de Ho^is, men hadde hem in nieuw Spaignien gefonden om TieterPie- alle de Conventen van de Ordre van St Dominicus te vifiteren , hy hadde ten terf. Hejn. minften acht duyfent Ducaten , door de gefchencken die men hém gegeven hadde, by een gefchraept 3 foo als my fijn Gefel in het volgende Jaerfeyde, wekken hy uytde Havana nae Quatimala gefonden hadde, om onder fijne Vrienden eenige Penningen te vergaederen , op dat hy , door hulpe van defel- ve, foo weder nae Spaignien moghte geraecken. * Dom Martin de Carillo was daer mede op , hy hadde gedeputeert ge weeft » om defchuldigeaenden Oproer van Mexico te doen fh-affen ende om haer Proces temaecken, men feyde dat hy daer door meer dan twintigh duyfent Ducaten vergaedert hadde. Boven defe Perfoonen was'er noch een BhTchop en een groote menighte van rij cke Kooplieden op defe Vloote , ende Dom \uan de Gu^man de Torres wasser • Admirael van. De Spaigniaerden dan de vlught genomen hebbende , liepen de Reviere van Matan^a op, niet gelovende dat de Hollanders het fouden derven waeghen haer daer in te volgen , doch als fy nu defelve waeren ingefeylt , ende fy onder- vonden dat daer geen diepte genoegh voor haere groote Gallioenen was, dee- den fy die aen de Wal ftranden. T Öat De Hol- landers nemen de filvere Vioote. DenAd- mirael van defel- vewert Onthoofd Befchrij- vingevan EfpagnoU. Sijne vrught- baerheyt cndedjck' 4m. Over- 146 IL Boeck.. Voyagie vanThomas Gage V. Cap. Dat gedaen zij nde rrocken alle de aenfienlijckfte Lieden aen Landt , ende fy begaeven figh op de vlught , het befte dat fy konden mede-draeghende , fom- mighe eenige Cabinetten ende andere Valiefen ende Maelen , indewelckefy haer befte goedt hadden opgefloten, dogh de Hollanders , haer neerftighlijck vervolght hebbende 3 fchoten dapper met haer Canon > ende deeden haer alles verlaeten , uytgefondert alleen eenighe Cabinetten > welcke in het Bofch verborghen wierden , foodaenigh dat alle de refte in handen van de Officieren , Soldaeten ende Boots-gefellen van den Kloeckmoedighen Houte-been ge- raeckte. De Religieus Frater 'Ho^it hadde figh in eene Boote begeven , draegende zijn kleyn Kofferken onder zijne kleedinghe, hier in hadde hy Goude Kettinghen, Diamanten , Peerlen ende anderen koftelijcke Gèfteenten ; dogh als fes Hollan- ders in die Boore waeren komen fpringhen, foo naemen [y hem alles wat hy hadde af, fooalszijnenGefelle ons daer nae in de Stadtvan Guaümala ver- telde. Als nu Vom \uan Gu^man de lorres in Spaignieh was aengelandt , foo deede men hem in de gevanckeniffe gaen , alwaer hy voor eenighen tijdt buyten zijne finnen was , dogh weder herfteldt zijnde, wierdt hy daer nae ont-hooft. Dogh ick moete, voor ick dit Capittel eijndighe, niet vergeten te fpreecken , van het voornaemfte van alle de Eylanden van die nieuwe Wereldt, zijnde dit het geene datmen Efpagnola noemt , ende de vorige Inwoonders des Lands met den naem van Hai^u beteeckenden- ; het fught nogh op heden Wegens het ver- lies van meer dan drie Mülioenen Menfchen, welcke de Spaigniaerden,de nieu- we meefters daer van hebben gedoodt. Dat Ey landt is een van de grootfte des Werelds , het heeft vijfthien-hondeit mijlen inden omganck , het geniet een gemaetighde lught , de aerde is'er vrugt- baer , en daer zijn veele Mijnen. Men drijft daer oock groote handel met Ambergrijs, Suycker > Huyden, Gember ende Wafch. Dit Ey landt behoeft aen dat van Cuba nergens in te wijeken , doch het over- treft het felye verre in drie faecken 5 de eerfte is de fuy verheydt van het gout dat daer feer fijn endefonder menginge van eenighe Meraelen wert gevonden ; de tweede de goetheyt vanhetSuycker-riet, dat aldaer veel meer dan op andere plaetfen uytlevert ; de derde de vrughtbaerheyt van het Aert-rijck, het welcke gemeenlijck hondert fout wederom geeft. Defe groote vrughtbaerheyt wert door vier Revieren veroorfaeckt , welcke groot zijn ende dit Eylandt in vier gedeelten fchëyderi ende bevoghtigen. Defe vier Revieren foruyren alle uyt een ende het felve Gebergtezet welcke temidden in het Landt gelegen is i de eerfte van defelve wert f zm^genaemt, ende neemt fijnen loop Ooft-waerts; de tweede Arthmnacur, ende defelve. vloeyt ten Wellen 5 de derde facchus, die ten ten Noorden , ende de vierde Naihur > die nae het iZuyden ftreckr. Dit Land is fodaenig vervult met Verekens ende oock van ander Beftiael,dat alk ILBoeck. c DöordetyaenfeheWeJt-Indïén. V. Cap. i 47 alle inde Boffen ende op het Geberghte is wilt geworden, dat de Scheepen welcke dighte omtrent het tehz haeren Cours nemen ende leef-toght van noo- den hebben gemeenlnck op eêne onbewoonde plaetfe landen, ende met ge- weer op de Jaght gaende dooden fy daer foo veel wilde Verekens ende Ofien als fy van nooden hebben, fonder dat haer yemandt fulcks belet , door dien een groot gedeelte van dat Landt onbewoont is, ende alle de Indiaenen dood De voornaemfte Stadt diemendaeropvintis^D^m^, in defelve is een Prefident ende Kamer van Juftme, beftaendeuyt fes Raets-heeren ende de an- dere daer toe noodige Officieren,- daer is ceck de Setel van een Aerts-biflchop, en hoewel defelve foo veel Inkomen niet heeft dan wel de andere, en vooral die van Ltma ende México , foo heeft hy boven haer doch die eere , dat hv Pri- maet van alle de Indien is. yi , NaeDcvmgovolghStlfafrlla, St.Thomat, St.tyan, Maragna ende Por- to , alwaer ftereken handel , met de Waeren van het Eylandt wert gedreven Op defe wrjfe hebbe ick nu te Zee ende te Lande, de Eylanden ende het vafte Landt , dat de Spaigmaerden in America befitten, doorlopen , om te doen fien den ftaetm dewelcke fich dat gedeelte des Weerelts nu bevint Boven de verdeekheden van dewelcke ick boven hebbe gefp'roocken die'er zijn tufchen de Spaigmaerden die in dat Landt gebooren worden , ende die geene die uyt Spaigmen ghefonden zijn, zijn'er noch andere, envooralin Feru is een doodehjeken haet tuffchen de Bifcayers ende de CaftiUia^nen welcke dickmaelen dat Landt beroert , ende tot aen fijne totale ruïne gebragh i Daer zij n vier Aerts-Bifdommen in America, te weten St. Domingo , Mexi- co, Ltma ende Santa Fé, ende meer dan dertigh Bifdommen die daer onder nooren. j De Bedieninge ende hetbewint van faecken foo van Staete als van Tufti- tie, zijn in de handen van twee Onder- Kóninghéh, van dewelcke fich de eetieteLtma, ende de andere te 'M?*;a>onthout; fv hebben andere Gouver- neurs ende Prefidenten, die fy A/caider Majcrer noemen, onder haer 3 uytge- fondertde Prefidenten van Guatimala ende St. Domingo, wekkers maght alfoo abfolut is , als die van de Onder-Koninghen , hebbende fy Gouverneurs ende mindere Magiftraeten onder haer, ende fy ielve en flaen onder niemant dan net Hof ende den Raed van Spaignien. vloetvan Beftiael. Verdeelt- heden onderde Spai- gniaerden, Aerts-Bif- dommen in~4merica, Politique regeerin- gevan America. T2 HET ^te**^ 148 II. Boec K. Voyägie van Thomas Gage VI. Ca ? t HET VI. CAPITTEL. *D en Autheur werd de Reyfe naer Manilla ontraeden. Ver- dorvenheydin de ThilippijnenSwaerigheyd om uyt Manil- la weder te komen. Boosheyd van de Geeftelijeke aldaer. jÖ en Antbeur wanckelt in fijn e erft e voorneemen. Hy open- [ baertfulcks aen een Mede-macker 3 die het met vreughde verftaet. Beraetjlaegingedaer over met een Religieus van America ; fijn oordeel. 'Den Autheur neemt met eenige van - fijne^ Mac kers voor in A m eri ca te blij ven. Een Monick vlugt. Gramfchap van Calvo daer over . Hy mishandelt de Mo- nicken. Een, van die blijve?i wilden , valt af Groote Con- sternatie onder de anderen. Stantvafiigheyd des Aütheurs werd door de andere gevolght. Beleyd van de Monicken in. hare vlughte gehouden. Kleyne voor-r aed van geit tot de Reyfe. Den Autheur verhaeld dereedenen die hem bewogen oni.de Philippijnfche Reyfe te ftaecken, en hoe hem fuicksdoor feecker Religieus 3 die eer.il: daer van daen was gekomen , ontraeden wierde, oock befchrijft hy ons de fwaerigheden die hy vondt om uyt Mexico te geraecken , tegen den wil- le ende buy ten het weten van lijnen Superieur. NAe dat wy nu een keer ront-omme America gedaen , énde het felve 'm het generaelbefchreven hebben, foois mijn voorneemen tevertoo- nen de plaetfen , in dewelcke ick ge woont en door dewelcke ick ghe- reyfthebbe, endeparticulierlijck voor oogen teftellende fraet, kracht endc rijckdom van die Provintien , die ten Zuyden van Mexico leggen. Evenwel is mijn principaele voorneemen , een yder te doen verwondert iraeti over de voorfïenigheyd Godes , welcke my in mijne Reyfen verfeldt heeft, ende befchermt voor een oneyndigh getal van periculen in die verre af-gelegene Lan- den , in dewelcke hy my alseen tweede Jofeph in Egvpten hadde gefonden , en daer weder uyt verloft, als de Befpieders uyt het Landt Cana'dn, hebbende my weder in mijn Vaderland gebraght, om aldaer de rijckdommen van die nieuwe II.BoECK, *Door de fyaenfchefVeft-Indiën. VI.Cap. 149 nieuwe Weereld voor oogen te (lellen , en de foodaenige faecken , welcke » mijns wetens, noytEngelfman, voormy, gefien heeft, aen de menfchen te vertoonen. Ick bleef in dat vermaeckelijcke Landt-Huys, St. lacynthe genaemt, on- der het opfight van onfen Superieur den Pater Calvot van de Maendtvan Oftober tot aen die van Februarius daer aen volgende , nevens de andere Religieufen mijne Gefellen, endeuythet felve kondeick, opmijngemack, gaen befchouwen, de aenmerekens-waerdige dinghen, die om en in Mexico zijn. Terwijlen ick daer bleef, (lelde ick groote vlijt te wereke om my te doen DenAu- onderrighten van de gelegentheyd van de Philippijnfche Eylanden, nae de theur welcke ick 3 op mijn vertreck uyt Spaignien , hadde voorgenoomen te reyfen,- wert de en tot mijn groot geluck, vondt ick daer feecker Religieus, welcke, goede Reyfe naa kenniflè aen een van mijne Vrienden hebbende, daer van daen eerft was ge- ManilU komen 3 hebbende hy in Manilla gewoont. ontraden, . Defen Religieus dan , in plaetfe van ons tot die Reyfe aen te moedighen, Verdor- deede alles wat hy konde om ons defelve te ontraeden , (eggende 3 dat; foo wy veritheyd onfe faeligheyt ende de rufte van onfen Zielen liefhadden, wy noyt moeften van de dencken om in die Landen te gaen , in dewelcke men niet vont dan (iricken om Philipi j- de Zielen onder de maght des Duyvels te vangen, ende dat de gelegentheden nen. om de Menfchen tot verfoeckinge te brengen, daer niet alleen kraghtigh ende meenighvuldigh waeren , doch datfy daer nevens foo dickmaelen voor-vielen , dat herJwaer viel defelve te ontvlieden. Dat } foo hy Men niet heymelijck , om fijner Zielen faeligheydcs halven , had- ** waaig- de wegh-gemaeckt , hy daer noyt weder van daen foude hebben konnen komen, ' c ^ J^!L hebbende hy (ïch dickmaelen op de knyen voor fijne Superieurs neder-gewor- jj w e ^ ej . pen , om verlof om nae Spaignien te mogen keeren te verwerven , fonder (kicks te ^0^^ oy t te hebben konnen verwerven. _ "Wy konden niet veele dingen uyt hem verftaen , ende noch minder de re- Boosheydt den van fijn vertreck daer van daen ,-'als alleen dat hy dickmaelen feyde dat de V ande Religieufen die in die Landen woonden Duyvels waeren, wanneer fyfich in Geeftelijc- haer particulier en van de hant af bevonden, ter plaetfe daer fy woonden om ke aidacr. de Indiaenen te onderwijfen, hoewel fy in het publijck, en voor haere Supe- rieurs Heyligenfcheenen. . y Hier omme over laeghen wy met malkanderen in het heymelijck wat ons te doen (tonde , 't fy om dat Jaer weder nae Spaignien te keeren , of, wel in Ameri- ca te verblijven > foo wy nae Spaignien niet'konden geraecken. Ons was niet onbe wuft dat, foo onfen Superieur Calvo de minde lught van DenAu- ons voor- nemen kreegh , en dat hy vernam dat wy te raede waeren geworden theur om niet verder te gaen , hy ons op de iïra(fe des bans beveelen foude hem te vol- wa nckelt gen,of dat hy ons in het gevangen Huys van eenigh Convent foude doen opfluy- i' 1 c i« cer " ten , tot de rijdende wijle toe darmen vznMextco foude moeten verwecken. "« v ° or " Hoewel wy het voornemen dat wy hadden van niet nae de philippijnen cemca « T 3 over iOES Beraetfla- ginghdaer over met een Reli- gieus van ~4msrica> Sijn oor- deel. Den Au- theuï jaeem-t wiet eein« i $ö II. Boe c k. Voyagie van Thomas Gage VI. Cap. over te vaerenfeergeheym hieldden, foo konde ick my doch niet onthouden van het felve aen een van mijne Confidentite Vrienden , zijnde een Reli- gieus uyt Yrlandt van daen ende Frater Thomas van Leon ghenaemt , te openbaeren, ick hadde bemerckt dat hy dickmaelenmetfmertedenarbeyt' van het reyfen verdroegh , en dat het hem berouwde uyt Spaignien getrocken te zijn. Soo drae ick hem het voornemen , dat wy om te blij ven hadden genomen * hadde doen verftaen, nevens de wijfe op dewelcke ick fulcks daghteaente leggen, foo betuyghde hy een groote vreughde , ende hy beloofde dat hy my noyt verheten foude , maer in tegendeel met my gaen waer ick wilde. Als nu den tijdt van ons vertreck naederde, ende wv faeghen dat wy niet veel van defelve over hadden om onstotdeReyfevaerdightemaecken, foo adreflèerden wy ons onderwijlen aen feecker Religieus van Mexico, opdat hy ons in ons voorneemen foude raed geven j wy feyden tot hem , datwy, fooonfen Overfte Cahoons wilde confent geven om teblijven,feer verheught fouden zijn , foo wy in eenigh Convent van Mexico ofte daer omtrent y fouden mogen blijven , tot dat wy weder gelegentheyt , om nae Spaignien te keeren, fouden hebben gevonden. Doch door dien dit een Criool was , ende van die geene die in dat Land ge- booren zijn, foo konde hy fich niet onthouden vanaenftontsdenonverfoen- lijcken haet, welcke fy die uyt Spaignien komen toedraegen, tevertoonen. Hy feyde ons dan vlack uyt dat de natuerlijcke Spaigniaerden, ende die van lijnen Landt-aert, noyt wel met malkanderen hadden konnenover-een-kor men, en dat hy wel wifte dat de Superieurs ons niet dan met groote moeyte fouden aennemenj doch dat hy geloofde, dat wyit*deProvintïevanG«<*AVj- o* feer wel fouden ontfangen worden, in dewelcke de helfte van de Religieu- fen naturelle Spaigniaerden waeren, zijnde de refte Griolen ofte daer in het Landt geboorene ; ende dat in allen gevalle , foo het ons in dat Landt niet na onfen fin quaeme te gaen, hy ons verfeeckerde dat wy in de Provintieyän' Guatimala feer welkom fouden zijn, als al waer demeeiteReligieufennatUr relle Spaigniaerden waeren , houdende die geene die daer van daen geboortige fijn feer onder. Dit fegghen mishaeghde ons feer als wy overwoeghendatwytenmïnfren drie hondert mijlen moeften reyfen om te Guatimala te komen, datwyon- kundigh in de Mexicaenfche Taele waeren , en dat wy geen geit noch Paerden hadden om eene foo lange ende verdrietige Reyfe aen te vangen. Doch wy overleydden oock dat^e Philippijnen noch veel verder afgeleghen waeren, en dat'er gantfch geene hoope was om van daer oyt weder in het Chriftenrijck te komen , ende het Vaderlandt te befien. Hier door naemen wy eene refolutie om ons t'eenemael in handen van de Goddelijcke voorfiemgheydt over te geven, ende die Reyfe van drie hon- dert mijlen, met de weynighe middelen die wy by de hant hadden te waeghen ; ten dien eynde verkoghten wy onfe. Roecken ende eenighe Kleederen die wy n. Boeck. <Öoorde fyatnfthe fVeft-lndïcn. VI. Ca p. i $ i wy noch hadden i en hier door kreghen wy middel om yder een Paert te ge V an fij. Doch terwïjlen wy ons dus in het heymelijk tot de Reyfe nae Guatimala be- fee™ voor reydden, foo wierden wy met weynigh ontruft door het geene eene van onfe -in^me ric* OeieJlen om die felve faecke overquam , hebbende hy, buyten ons weten , te blijven, mede fulcks voorgenomen. Defen Religieus was Frater Pedro Boralho ghenaemt , die ons , fonderSenMo xijn voornemen aen yemandt van fijne Vrienden te openbaeren , heyme- nickvluzt lijck verliet. ' & •■ Sijne vlught braght foo groote gramfchapinhetherte vanonfen Superieur Gram- 0//w>, dat hy, nae dat hy hem aen alle Oorden haddedoenfoecken, den frhapvan Onder-K oningh gmgh vinden, ende hem bidden dat hy doch fijne authori- Cal ™ daer teyt wilde te werck Hellen om defen fugitiven Monick weder te bekomen , og- ende op de plaetfevandeMercktfijneverbots-brieventedoenaf-lefen, met dewe.cke hy alle ende een yder foude bevelen den felven niet te verberghen ofte te huys- veilen, maer hem gevonden hebbende ofte wetende, weder by lijnen Superieur te brengen. Hy vertoonde hem dat niemant moefte huys-veftinge geven ofte debauche- renfoodaenige Perfoonen, welcke uyt Spaignien vertrocken waeren om het Euangelium in de Philippijnfche Ey landen te gaen Predicken , om dat fy door fijne : Cathohjcke Majefteyt daer wierden gefonden ende op fijne korten onder- houden , en dat daer door , die Religieufen , welcke ten halver weege van voor- nemen veranderden, ende haeren Superieur verlieten , gecaftijdt moeften worden , door .dien fy fijne Majefteyts intentie fruftreerden ende daer-en-bo- /enfijngeltftaelen. .Defe redenen hadden foo veel maght op den Onder-Koningh , dat hy aen» tonts feeckere Ordonnantie deede publiceeren, door dewelcke aen alle die >eene die wiften waer den voorvlughtigen Religieus Pedro Boralho was,ofte wel iie hem huys-veften, geboden wierde fulcks aen fijne Hooghey t te komen aen- )rengen, oppcenevan gevanckeniflè van haere Perfoonen, ende een boete fan vijf-hondert Ducaten voor den Koningh , nevens verbot , op defelvé )oete, van eenigh Religieus van de Philippijnen ofte daer nae toe gedefti- leert , te verbergen ofte te huys-veften , tot de rijdt ende wijle toe dat des Ko- nnghs Scheepen van Acapulco moeften vertrecken. AlsCalvo defe Ordonnantie hadde, begondehy ons qualijck te handelen, Hvmis- w feyde dat wy Slaeven van den Koningh waeren , ende aen fijn beleyt onder- handelt de vorpen i dat foo ymant foo ftout was van hem te derven verheten ( want hy Moniken, 'reefde dat fy het meeft alle foudengedaen hebben ) hydefelvemetdehulpe les Onder^Koninghs wel foude weten te vinden, foo wel als Pedro Bcratho, ot fchande ende fchaemte foo wel van de eene als van de andere. Dit feggen braght groote droef heyt in ons herte, en deede mij nenGefelïe Een van Lnomas van Le.n den moet Verliefen, fóo dat hy , in mijne tegenwoordig- die bliivea ' 't, het voornemen van in dat Landt te blijven, veranderde, fich niet wilden :ey wil- valtaf. ..«^*^ 'tg% II. B OE c k. Voyagie van Thomas Gage VI. Ca f. willende heymelijck van zijnen Superieur begeven ; hy betuyghde evenwel., dat 3 foo ickby mijn voornemen voiherdde > hy my getrouw zijn ende niet ontdecken foude ; dogh, door dien ick zij nefwackheytgefien hadde, dorfte ick my niet meer op hem betrouwen, ende ick veynfde my als of ick nevens hem van dat felve voornemen was. Gtoote Dit maeckte dat ick myby mijne drie andere vrienden begaf, van dewelcke confterna- j^tonio Metende^ een was, zijnde hydie geene die my de eerfte hadde doen tie onder re foi ve renomuytSpaignien'na Afiä te gaen, ick vondedatfy feer benauwt de anaere. waren t en( j e j n g r00te onfeeckerheydt van het geene fy in dek conjundure foudenaen vanghen. Sy overleyden dat wy, als wy ons op de vlught begaven , konden gevanghen worden, endealfooinheghteniffete Mexico gebraght, en dan daer op regens onfen willen nae de philippijnfche Eylanden af gefcheept » het welcke ons met fchaemte ende confufiëmoefte over-ftoiten, en verbieden het hooft op te heffen ende onfe vrienden te aenfchouwen- Sy maeckten oock haere reflexie op de Ordonnantie van den Onder-Ko- ningh,endeopdefwaerigheydtdie'erwasomzijne handen te ontkomen, als wel wetende dat hy niet foude naelaeten alle zijne maght in het wecrk te ftel- len om ons te foecken ende te vinden. Aende andere zijde floegen fy haere ooghen op de kleyne aghtinghe die Calvo voor haer hadde, dat hy haer als flaeven ende voor-vlughtighe wegh- loopers handelde, en dat hy haer als foodaenighe op de volle merckt bekent maeckte , ende ey ndelijck de flaevernye ende de ellende tot dewelcke fy , in de Philippijnfche Eylanden gekomen zijnde, fouden vervallen. Doch onder alle deCe quellingen hadden wy eenen trooft, te weten, dat men ons verfeeckert hadde dat'et Fedro Boralho ontkomen was, en datmen hem friich en wel difpooft op den wegh nae Guatimala hadde ghefien , foo- daenigh dat wy hoopten ons'er 3 foo wel als hy , door te redden. Dit maeckte dat ick haer rondt uyt feyde, dat- ick voor-genoomen hadde ^ e y te blij ven, al fou het dan alleenzijn, om , of na Spaignien te trecken , of nae tleuW Guatimala. te gaen. weit docr Sy betuyghdcnallegrootevreughde, fendemyvan foodaenighe refolutïe, de andere en verfeeckerden my datfy met my het waegen ende een en het felve gevaer gevolght. loopen wilden. SoodaenighGatwybefloten yder een Paerdt in Mexico gereet te houden, en dat wy den avont , voor den dagh , op dewelcke ons gefelfchap nae Acapulco vertrecken moefte , twee aen twee, van het Huys St. \acynthe fouden af gaen , om te Mexico, ter plaetfe daer onfe Paerden fouden zijn, te komen, ende dat wy daer op uyt de Stadt fouden trecken ende den geheelen naght vóort-reyfen , doende het felve twee a drie daeghen nae den anderen , nemende des daeghs onfe rufte > tot dat wy dertigh a veertigh mijlen van de Stadt van Mexico fouden gekomen zijn. ; Want wy. beelden ons felve in, dat Caho > als hy foude ontwaecktwefen, ende Srant vafl desA '| A |*Tf*^ffllilïili I I I I I il W-YS-^^tW IJ. Boeck. ÏÏoordefyaertfch4^J?Jniïen*V.CAp. t i3 ende ons niet vinden, deReyfevandereftevanfijn Gefelfchap nier foude wü- Bel-vtvaa lenftaecken, om ons te doen foecken ; endat, alshyfulcksaldeedde, hetfel- de Monio ve maer een dagh a twee foude dueren j nae dat hy ons door de Stadt van Mycico ken in ha- foude hebben doen opfoecken, foo wel als op denaefte weegen, alwaer wy revlught verfeeckertwaeren dat hy ons niet vinden foude,. ofte eenige rijdinge van ons gehouden, verneemen, om dat wy voorgenomen hadden niet langhs de groote wégen noch de ge woonlijcke paeden te reyfen. , voor aï in de twee alder-eerfte nachten naer ons vertreckuyt de Stadt van Mexico. • Ditbefluytwierdtalfoowelbeleght ende ter executie geftelt als het genoo- men was , hoewel men reeden hadde , van te vreefén dat het moghte ontdeckt worden , door dien het aenvierPerfoonen 'bekent was s oock moghtmen met recht apprehenderen de fwaerigheydt die wy fouden ontmoeten, in het doen van een Reyfe van drie-hondert mijlen, met het weynighe gelu dat wy had- den, en van het welcke evenwel vier Menfchen ende Péerden éeten endé le- ven moeften. Want wymaeckten een gemeene Beurfe , nae dat wy onfe Paerdengekoght Kleyne hadden, wy gaven die aen een uyt het Gefelfchap te bewaeren, enwy bevon- voortaet den dat wy in alles niet meer dan twintigh Ducaeten hadden , het welcke in een vaagelt , Landt foo rijck als dat, nietmeerisdan twintigh Schellingen in Engelandt, off tot de te vier Rijcksdaeldersin Vranekrijck. Soodaenigh dat , hoewel die haeuwlijcks konden ftrecken om onfe Peerdèn eenige dagen te voeden , foo lieten wy des niet te min , niet nae te vertrecken,on- fe hoope ende vertrouwen meer op de Goddelijcke voorfienigheydt , dan op de menfchelijcke middelen ftellende. Wy maecken mede onfe reeckeninghe , dat wy, als wy veerrïgh mijlen weeghs fouden géreyft hebben, ende foo verre aen de andere zijde van Mexico zijn gekomen, wy in plaetfe van twintigh Ducaten meer dan veertigh fouden hebben , om dat wy in de Conventen van de Religieufen , die ons niet ken den, fouden gaen logeeren, ofwel by de rijeke fpaenfche Pachters, dieons niet al- leen trafteeren fouden , maer oock felve op ons vertreck ons eenigh geit geven , mui ons een dagh a twee te voeden . Siet dan hier , beminde Leefer , met hoe weynigh.uy tterlijcke middelen en- ieophoeloiïenvoetwyhet dorften waegen, ineenvremt, en voor ons onbe- kendt Landt , in hét welcke wy felve de Taele van den Landt-aert niet verfton- den , van ons Gefelfchap af te fcheyden , "by het welcke wy den overvloedt van dies hadden , ende dat om ons te werpen fa de armen des gelucks, alleen in hoo- pe Van des te beter het Vaderlandt te konnen weder aenfehouwen , ende om de plegentheden van foudigen , welcke men ons gefeght hadde inde Manilla'es , foo meenighvuldigh tezijn , teontgäen; hierdoor is het, dat ick geloove, dat het de Goede Godt geliefde onfei\ wegh voorfpoedigh te maecken , ende ons iefelveveel lighter te doen vallen, dan wy in den beginne hadden derven hoo- pen > foo als by het vervolgh fal blijeken. ^sw anThomas Gage VIL Caf« CAPITTEL. Voor-for- gevaii den On- de r-Ko- cndevan Calvo. I>ochte vergeefs geifelt. Sy raec- ken uyt Mexico. Va^eye Voorforge van dm .Onder-K oningh ende van Calvo. IDoch te vergeefs aengèwent. Syraecken uyt Mexico. Valeye van Atlixco. Haere vrughtbaerheydt. Goedt onthael opden iveghgenootm. S*y beginnen by aaegete reyfen. Valeye van St. Paulus. 'Dubbelden Ooghfi in defelve. Rij cke Boeren. Geluckige ontmoetinge. Traght va.n een Landt-Taghter. Sijne mildaedigbeydt, Tafco, Chautla. Zumpango.Ge- bergie van Mifteque. Koftelijcke K enken ten platten Lan- de. Vrughtbaerheydt van het felve. Gout-mijnen. Zilver- mijnen. Tfer-mijnen* HEt geene waer wy h et meefte voor bekommert waeren , was hoe wy beft uyt want men had.de ons gewaerfchouwt., dat den, Pnder-Koningh,aen Calvo, Waghters , om de wegen by dagh endenaghuebefettenhaddetoegeftaen, hebbende aen de- felve belaft de groote wegen te bewaecken tot die tijdt toe dat wy nae AcapulcQ fouden fijn vertrocken. Doch wy vonden , -niettegenftaende d^laeft gemelde Ordonnantie van den Onder-KQnïngh,endefe^aghters 4 een feer goet ende getrouw Vriendt, welcke fi>n dienftaenboot, ,om pns uyt, Mexico te brengen , en dat door een wegh op de welcke wy gantfeh geene reden hadden 3 om die, geene > welcke waeckten, tevreefen. . Soodaenigh dat wy met die Vriendt, ende met een Landt-kaerte, diewy hadden mede-genomen, om ons voor Gidfe te dienen, als ons defegemelte Vriend foude verheten hebben , met vreughde des avonts ten thien ueren uyt 3Vi^;'covertrocken,^ zijnde het doen omtrent in het midden van Februario, en wy, hebbende niet een Menfch omtrent de Voor-ftadt van Guadalupa ge- vonden f want die wegh;naemen wy expreflèlijck , hoewel die reght van Guatimala af-leyt , doorde^ vreefe die wy hadden dat wy op den reghten wegh de Waghters fouden ontmoeten ) marcheerden den geheelen naght gedueren- de tot aen den Morgen-ftont , als wanneer wy aen een kley n Vleck van India- nen quaemen,- in het felve begenden wy ons kleyn Capitael aen te taften, doende een Kalckhoen ende een Capuyn aenduTehen 3 om met onfen Leydts- man , voorfijn vertreck nae Mexico , te ontbijten. Wy naemen ons af-fcheydt van hem nae dat wy ontbeten hadden , ende wy begaven ons te rufte om in ftaete te wefen Yan tegens den volgenden nagt weder te *F C2 n.BoïCK. tBoördefyaenfchëïVejt-Indïên. VIÏ.Cap. i^ tékonrién marcheeren, ende door het Landt nae dtlixeo te treeken , het welcke in eene Valeye , van omtrent feven mijlen in de rondte, leght , die ooek daerom de Valeye van -Atlixco genaemt weit , zijnde in die Landen feerver- maert, ter oorfaecke van de groote meenightevan Koorn 'diedaerjaerlijcks yerfae-rneltendein-ge-ooghftwert, waervandeStadtyanMeÄ, nevens alle de omleggende , haere principaele fubfiftentie trecken.. - i( ■ ; Daer zijn oock in. die Valeye veele rijckeVlegken die door Spaignjaerden ende Indiaenen bewoont werden, doch wy ^rfden in defelve niet komen, ende wy trocken van den gróoten ende gemeenen wegh af, van de eene Hoeve op de andere , op dewelcke wy feer wel ontfangen wierden van de rijcke Pagh- ters ende Boeren , die fich geluckighacht-eden te zijn, om dat fy ons in haere Hnyfen faegen, ende- om dat fy met onfenomganck ende cönverfitie vereert .wierden. .... ' ■• -;. r .;. ri j Öp defeplaetfe'begonden wy alle onfe vreefe achter den rugge tefteilen, tot foo verre dat wy voornaemen niet meer by duyfter als Naght-uylen te reyfen , maer onfe. reyfe by daege voort te fetten , om deste beeterde vermaeckelijck- heden van die Valeye te konnen genieten ende bemêrcken, foo wel als Van de andere Plaetfen die wy noch pafièëren moeften , altöosdwarfch door het Land jxeckende. "-j t .. _ : - .;.::,.■ .-■■•■ tov ff Van dëfe Väleye van Atlixco quaenien wy in eene andere, de Valeye van .._St,JJaulus genaemt,. die hoewel fy nierfoog-root y doch e ven wel veel rij cker is, orridatmendaerjaerlijcks'tweemaelenooghft. < ' : • x Syjaeyen het Koorn voor de eerftemael in de gewoonlijcke Regen-tijden, ende voor de tweedemael in de Somer f foo drae het eerfte Koorn in de Schue- ren is gebraght ende de-Regen^ifoenengepafTeertzijn j fy bedienen fich aer- 'd'ghlijck^ om haer Koorn te bevoghtigen ;, van deBeeckjensdievanhetge- berghte , 't welcke defe Valeye omringht , kom^n af- rollen , maeckende kley- ne Slootjens, door dewelcke fy het waeter op haere Ackers leyden , oock . weten fydefelve,. als hêt haer gelieft, te floppen. , 0aer zijn veele van die Paghters, welcke, hoewel fy niet doen dan haere Landen te bebouwen, evenwel voor. foo rijck gehouden worden, dat fy de waerdye van dertigh jae veertigh ende meer duyfent Dueätenbefitten. Het geluck wilde dat wy in eene van: die r Plaetfeft een Päghter vonden , welc- ke geboortigh was van eene ende defelve Plaetfe met mijn Vriehdt ^ntonióMe- . lende j r zij nde fy beyde van Segovi&raiï daen , wekke ons=o.m fij nent halven .drie daeghen in fijn Hwys behielt , ende feer lorfelijek onthaelde ende tra- fteerde. .;. .__. r 'jj tok^ - Men difchte op fijne Taefïél, even als op die van een Perfoon van groote ' qualireyt , niet dan in filver aerh Hy fpaeriïe, niets omons wél te toeven , doen- . de ons niet alleen de uytgelefentöe êndedelicaetfte fpijféndiehy vinden könde . aenreghten , maer fel ve deedehy onfe Kamers perfumeren , ende gaf ons , door fijne Dochters, het vermaeck, van de Mufijcq, welcke fygenoëgh&em ver- ftonden, endatfoodickmaelenwyaeten. V 2 • Als wb«t--i ^-T^K^^ m&m^ Sijnemil- daedig- heyd. T*fco. Chautla. Zumpango. Gebergh- 'te'vah Koftelijc- keKerc- kenten platten Lande. Vrught- baerheyd van het iclve. 1 5-6 II. Boeck. Voyagie van Thomas Gage VII. Cap. Als Antonio Melende^ hem ons voornemen. van nae Guatimala te gaen had- de bekent gemaeckt, foogafhy ons alle de noodrge onderrightinghen , om ons nae te regeeren , tot dat wy ter plaetfe, daerwy niet tevreefen hadden, foudenzi jn gekomen. ' Te defer plaetfe was het dat wy de byfondere voorïïeni^heydt Godesbegon- den te bemercken , welcke ons foo geluckfghlijck in het Huys van dien Vriendt gebraghthadde, ons, feggheick, dievremdelïnghen in dat Landt waeren , want hy ga£óns , op ons vert'réek \ niét alleen een Gidfe ofte wegh- wij fer, tnaer hy fchónck ons noch twintigh Ducaeten, om óns 'op de Reyfevante bedienen. Van defeyalèyétrockeri wy na Tafio, in een halven Cirkel ront treckende, aldaer zijn omtrent vijf-hondert Inwoonders, welcke met hare nae-bueren 3 ende de verre af-gelegeneLandeny grooten handel in Catoen drijven. In defe plaetfe ontmoetten wy een.Spaenfch Religieus, ^vande Ordre van St. Francifcus, welcke, liebbende verfta'en.V dat wy uyt Spaignien gekomen waren ? ons met veele genégentheydt onthaelde , princelijck traäeerde . en beleefdelijck af-fcheydt gaf. Daer van daen vertreckéhde , qüaemen wy op de wegh van Guaxaca , ende arnvieerdenteCW/4, het welcke oock teer veel Catoen uyt-leverdt, maer wy vonden daer niemandt die ons regaleerde , daeromme foraecken wy on- febeurfeaen. '"-" rt? . Nae defe plaetfe'komrmen in een Stadt Zumfango genaemt, 'm defelve zijn tenminftenaght-hondert Inwoonders, foo Spaigniaerden als Indiaenen 3 fy zijn voor een groot gedeelte feer rijck; de voornaemfte Waeren die men daer vindt zijn Catoen , Süycker en Cochenille. Doghaengeene zijde van die Stadt vintmen het Geberghte van Mijieque, op het welcke veele grooteehdè rijcke Indiaenfche Vlecken leggen , wekkers Inwoonders grooten handel met Zijde drijven y vallende aldaer de befte van : alle die quar-tierenrjèockis'er veel wafch ende honigh. Veele van die Indiaenen handelen ópMexicoende op de omleggende plaet- ' fen, nienfiet'erdiemetdertighaveertighMuyl-Efelslanghsliet Landt gaen handelen, welcke men aght dat thien , twaelf jae vijfthien-duyfent Ducaten rijck zijn, het welcke veel is: voor een Indiaen die onder de Spaigniaerden woondt, als dewelcke gelóven dat alle de rijckdommen van America haer toekomen, ende dat alle de Indiaenen hare flaeven zijn. Wy vernaemen niet aenmerékelijcks tuflchen dit Geberghte van WJteque ende Guaxaca 3 als eenige Vlecken van twee a drie hondert Inwoonders, in dewelcke verfcheyde wei-gebouwde Kercken zijn , verciert met filvere Lam- pen ende Kandelaers , ende met rijcke Kroonen op de Beelden der Heyligen. de relte van het Kerck-cieraet zijnde nae proportie. Doch wy bemerckten op den gantfchen wegh , dat het Landt uytnem ende vrughtbaer was, endeovervloeyende van Späenfche Tarwe , foo wel als van M*/* o«e Indiaenfche wéyt, ende darmen daer een groote meenighte vanr j Suy«- 1 i^iw-tbm -^r .II.Boeck.'ZW de VpaenfihelVeft-Indïèn. VIII. Cap. i| 7 -Suvcker , Catoen ende Honigh vont, oock op verfcheydene plaetfen hier ende daer Cochenille, Palmiten ende verfcheydene andere foorten van vrughrdraeghende Boomen , doch boven al een groote mcenithre van Beftiael van het welcke men de Huyden bereyt , welcke een van de voornaemfte Koop- manfchappenuytmaecken, die men vandaernaeSpaignien, ende dan ver- der in Europa vervoert. . Sommige Tegghen datmen voortijdts veel gout omtrent M^«e vont, en Goudt- dat de lndiaenen het felve ïn.grootemeenighte hadden, maer da tfy de Mü- nai i ne11 * nen van het felve nu met willen ontdecken , uyt vreefe van door de Spakniaer- deageruineert, ende in een ende defelvefraet, nevens haere Naebueren 2 e- braght te worden. 3h / Men feght oock dat'erSil ver-mijnen zijn, hoewel de Spaigniaerden , tot SÜver- op deien hedigen dagh , defelve niet hebben konnen ontdecken' mijnen. : Men vint'er veele Yfer-mimen, doch de Spaigniaerden willen de moey te Yfer- wetdoenvandietebe-arbeyden, om datfy het felve genoegh uyt Spaignien , mijnen, en dat noch veel beeter koop, krfjgen konnen. & 3 ' HET VIII. CAPITTEL. Komfte te Guaxaca. GelegentheydvandieTlaetfe. Meren toeft ant van alle S'teden in America. Regeeringe van Gu- axaca. Overvloed van vleefch. Schoone ^Paerden , en Confitueren. SchooneKercke der Jacobijnen te Guaxaca/ Chocolate ende Atolla. Hoede Atolla ghemaeckt werdt. Waerin de rijckdommen van Guaxaca beftaen. Sloffigheyt ende fecuriteyt der fyaigniaerden. S'choone gelegentheydt ende overvloed van Guaxaca. Haet van de triolen tevens de S'paenfche.jienmerckelijcke voorbeelden daer van. Alle ' de Religieufen in America verbreecken haere Gelofte van h Armoede. V&n daer quaemen wy te Guaxaca^er ter plaetfe den Setel van de Bif- fchop is j defe Stadt , hoewel niet van de grootfte , is niette min fchoon ende vermaeckehjck te aenfchouwen. DeStadtdanisfeftigh mijlen van Mexico gelegen, ineenfeeraenghenaeme vlackte, die door den Komngh van Spaignien aen Corte$ gefchoncken wierde, waer over hy den naem van Marais del Valk' aen-nam . welcke fijn Naekome- angennochYOerea. V l Defe C- ^Jf^^FMiïViïg" Sobere toèftandt van allede Sredenin ^America, Regeerin- gevan Guaxaca. Overvloet varj Vlcefch. Schoone Peerden. En Confi- tuercn. Schoone Kercke' der Jaco- bijnenin Guaxaca. Chocolate en ~4tolla. Hoede ^ftolla gemaeckt wert» 5 8 II. B o e c k . Voyagie van Thomas Gage VIIÏ. Ca ï. Defe Sradt even als alle de andere van America, uytgefondert de,Zee Ste- den, is gantfch open , fonder Bol- wercken , fonder Cafteel, Gefcliut ofte Amunitie van Oorlogh , om defelve te befchermen. Daer in mogen ten hooghften omtrent twee-duyfentinwoonderszijnj de .Stadt wert door een Spaenfch Gouverneur geregeert, welcke Alcalde Major genaemt wert-, fijne maght ftreckt figh verre aen geenezijde defe Valeye tot aen Nï*4/^ toe, jaefelvedighteby Tecoantepeque , welcke een Stadt is die op de Zuyd-Zee leght. Defe Valeye heeft vijfthien mijlen in de leraghte ende thien in de breedte» fy werdt door een fchoone Reviere, ende die feer Vifch-rijck is 3 bêYo$i* tight. - Men vint daer een groote meenighte van Schaepen ende van ander Befliael , hier door leveren fy veele Wolle aen deLaecken-bei-eydersvanPae^^/oi" Angelos s Huyden aen de Spaenfche Koop-lieden., ende Vleefch aen de Stadt van Guaxaca , foo wel als aen alle de andere om leggende Plaetfen , welcke uy t- nemende rijck zijn, ende veele Conventen van Religieufen onderhouden, hebbende oock veele Kercken met praghtige Ciraeden. Doch dat daer-en-boven de Valeye van Guaxaca beroemt maeckt, fijn de goede Peerden welcke men daer aen-qeeckt , en die voor de befte van dat gantfche Landt gehouden werden , werdende defelve feer gefoght ende diere veikoght. Daer zijn oock eenighe Hoeven op dewelcke men de Suycker teelt s ea door dien daer uytnemende vrughten waiïen , foo houtmen dat de Confitue- ren van Guaxaca de befte van geheel America zijn » en datmen nergens foo goede vint. In die Stadt zijn fes Conventen van Religieufen foo Mannen als Vrouwen, welcke alle feer rijck zijn , doch dat van de O'rdre van S-t. Dominicus overtrefc hier in alle de andere , want men meent dat het Trefoor ofte de Schat-kaemer daer van ten minften twee a drie MilÜoenenwaerdighis, oock is het timmer ende het metfel-werck van haere Kercke fchoonder ende beeter, daneenigh ander in gantfch dat Landt, ende de van fteen ghebouwde mueren zijn foo breet, datickfagh, wanneer ick daer was , en doe de laetfte handt aen het werck gheïeght wierde,. dat de gelaedene Karren met haerenla& van freenen ende andere bouw-ftoffen , daer gemackelijck over-reedden. . Daer zij n oock twee Conventen van Religieufe Dochters , welcfce door ge- heel dat Landt y ermaert zijn , wegens de kennifTe diefy hebben , in het maeo ken van de twee foorten van dranck , welcke men in dat Landt gebruyÊH De eene hier van is de Chocolate van dewelcke ick hiernaefalfpreecken, ende de andere de Aiolla .> welcke wel wat nae de Amandel-melck gelijckt ke- rnen in Europa maeckt , doch fy is veel dicker. Men maeckt dievanhetfapvandeM^oftehetïndiaenfcheKoorn, dat- men 'y als her noch groen ende teder is , daer uyt parfr j menkruydthetmen Speceryen ende menght het met Mufcus ende Suycker, foodäenigh dat die niet HniiiTnnni rmi II. BoECK. TtoordeSpaenfcheWe/Mndim. VIII.'Cap. 15-9 Het en is geen dranck welcke men vervoeren kan, want men moet defelve dnnckenterplaetfe daer die gemaecktis, doch wat de andere, tewetende C^belanghty men doet die in Doofen , en men fent deMv e „Sen naeM^oendedeomleggende Plaetfen, maer oock voertmen jaerS een groote quantiteyt van defelve nae Spaignien. "! V^J Het geene Guaxaca rijck maeckt is de veyligheyd met dewelcke mende Waer in mSFmS^^^ enlwedervan d« LKj^v^K A S dCj endat ^g^^.^ooteRevierevan JW«fo, dom van die daer dighte voorby ftroomt , want hoewel de barquen niet tot aen Guaxaca Gnaxac* :oekomen konnen , foo vaeren fy tot optotaen de W^S beftaet. coe, dat niet verre van Guaxaca gelegen is. ^/wj/o M f ^lf 15 ^ hi 1 erter pl a etfekomt,reden, om figh te verwonderen Sloffig- werde floffigheydt van de Spaigniaerden , door dien fy langhs defeTevï e ä ^ÄK r n la f ten „ bouwen 5 oftenminltennieteenigeRedoubte derSpai- netGefchutvoorfien, en dat alleen om dat de groote Schepen foo hoogh niet gniaeïder, onnenop^varen; even als of men geene Roey^arcuenofteFregaSonde loenmaecken ,gehjck als die geene zijn, van dewelcke fyfïgh op die Rev"ere »edienen,endehaer daer mede be-oorloghen. f ulc ^viere ^DoehomnïetmeervanG«^4tefpreecken, fal ick alleen teggen datdie Schoone ff* ^ e 5 e , er g emae »g h $ Iu ?htge met, dat'ereenfoo groote oveMoed? van gelegent- llede tothet levennoodigefaeckenis, en dat fy foo wonder wel tuflchen de beende Joordt endede Zuyd-Zee'eninleght, hebbende aen de eene zijde sffuan overvloe < )}^>gte™ de ™*™T«^W, hetwelckeeenkleyne, doghon- vanleefl i d ^ even , 1S) dat er g e enplaetsingeheel^m'c4gevondenwerdt, L to S hti « lewelcke ickmy liever met ter woon hadde willen ter neder fetten als de Gmxata - .tadtjoock_foudeickgetraghthebb9nfulckstedoen,byaldienick foo al ick aerwas, met vernomen hadde, dit de Criolifche Religieufen aldaer ten foo rootengetaelezijn endefogrooteLf-keertegensdieginedieuytÄ omen zijn hebbende, als te Mexico. /«--^aigmcn elckeDoÄin* S?£w ', a i T heol °g ie ^ as ' endieinzijn leven, door zijne kenniffe tegensdè ade geleertheydt als voor een Oracul van dat Landt was gehouden geweeft. Spaen. DefegoedeondeManftierffooalswyinde Stadt waefen, endeomdatfy, Tche. .rwijlen hy leefde, zijne reputatie niet hadden konnen krencken , foo foghten ™üf Zljn f d00 , dC u d ° 0r ZI l ne L S eh£de Celle,omtefien,offynietyetsfouden ?aecken! n ' dathaereem S henfchi Jn^e konnen gevenfom hem fwart te .SyvondeneenCofTerinhetwelckeeenigh^eltwas, dat hy in ziin leven aen A* mi >„ ban- j ^ ml iu>w i Voorbeelt daer van. Alle Reli- gieufen in America verbreec- kenhare gelofte van ar- moede-. II. B o e c k . Voyagie van Thomas Gage X. C a p.' banninge waerdigh was, aghten te zijn , als hebbende hy gek in eygendom be~ j feten, en alfoo de gelofte van armoede gefchondeu , foodaenigh datfy over-a l verbreydden, dat hy ge-è'xcommuniceert geftorven was , ende dat hy in de gewyddeaerdeindeKerckeofte in het Convent niet moghte begraven wor- den, tot foo verre, dat defen armen Theologant, met alle zijne reputatie , in eea graf , dat fy in haren Tuyn maeckten, begraeven wierde. Defe daedt verweckte veel gherught&in de Stadt , en door het gantfche Landt , ende gaf ergerniiTe aen veele Perfoonen , fy verfchoonden figh, feggende dat hy verbannen was , dogh het was in der waerheydt om dat hy uyt Spaignien gekomen zijnde , fy den haet , die fy hem in zijn leven hadden;toegedraeghen , nae zi j ne doodt wilden voldoen . Want fy konden het inder waerheyd niet doen om het verbreecken van fijne gelofte van armoede , welcke hy mogelijck geduerende fijn leven foude moghen gefchonden hebben, door dien men dat aen haer alle foude hebben konnen re- procheren, zijnde het feecker, foo als wy met onfe oogen hebben gefien, dat alle deReligieufen van America, de eenemin, de andere meer, daer aen fchul- dighzijn. Soodaenigh datmen tot die Religieufen wel hadde konnen fegghen , het geene onfe HEERE tot de Joden , welcke hem de Vrouwe inOverfpel gevat, toe-braghten , feyde: Vat die geene , dievanufonderfchultis, de&erp j fleenwerpe. Dit maeckte dan niet alleen dat ons de aenftaende Reyfe minder moeye- lijck viel, ende dat wy die met des te meer moet , couragieendeluftaenvin- j gen,maer oock dat wy GODT danckten van de Philippij nfcheReyfe ontkomen te zijn, want daer niet van daenkonnende komen, fouden wy voor al ons le- ven, in die onruft hebben moeten blijven, daer wy, uyt Amexioa, als het al ten quaetften ginck , altoos in Spaignien konden geraecken. HET II.BoECK. TïoordefyaenfcheWeft-Indiën. IX.Cap. HET IX. CA PIT TEL. Vertreckvan Guaxaca »*eChïapa. Charitativeordre we- gens het onderhout der arme Reyfende CMonicken ende an- dere Religieufen. Troeven daer van te Antequera. Wert in de kleyne Vlecken niet onderhouden. Nixapa. Rijcke Monicken aldaer. Vrughtbaerheyd van die Tlaetfe. Aqua- tulco ende Capalita. Sandias. Tecoancepeque. Gele- gentheydt daer van. Havenen op de Zuydt-Zee. Over- vloedige Viffcherye. Woeftijne. Kraghtdeswints. Wilde *Paerden. Tien ^Autheur dwaelt inde Woe ft ijne van fijn Gefelfchap , en vintfich gedwongen daer in te vernaghten. j! Vremtgerughie aldaer gehoort. c Des Autheursvreefe daer over, verdwijnt met het gerughte. Tien Autheur komt by feeqker Indiaen , ende eynaelijck by fijne Gefeüen. Oorfaec- kevan hetgmighte door hemgehoort.GevaerlijckepafJagie. "Deliberatie wegens het nemen van den wegh \ bejluyt daer over. Goet onthaelte Sanatepeque, DEfe daet van dewelcke wy Oogh-getuyghen waeren , nevens het geene wytevoorenal verftaen hadden van' de twiften ende onluften die'er tufTchen haer waeren, veroorfaeckten dat wy óq{q plaetfe niet be- quaem oordeelden om daer te blijven. Drie daeghen nae dit voorval vertrocken wy uytGuaxaca om nae Chiapa dat hondert mylen aen gene fijde legt te gaen; eer wy hier van daer Reyfden verfton- denwydatindar Landt in het meefte gedeelte van de Vlecken, welcke op den wegh die wy houden moeften geleghen zij n , de Indiaenen van den Prefi- dent van Guaxaca, ordre hadden, om leef-toght ende Paerden van plaetfe tot plaetfe te verfchaften, aen de Religieufen die geen geit hebben, mits dat defelve alleen in het Regifter van des Dorps Griffie fouden fchrijven het geene fy aldaer verteert hadden, ende niet meer dan vier-ende-wintigh ueren op eene plaetfe verblijven. Op het eynde van het jaer zijn de Indiaenen gehouden dat Regifter aen de Spaenfche Magiftraet, onder dewelcke' fy ftaen te brenghen, welcke het felvegefien, ende alle de verteeringhe, diedaerinaentegeeckentis, geappro- beert hebbende 3 foo werden defelve in betaelinge gevalideert in de fchatungen / X Vertreck vanG«<*#<- cdnae Chiapa. Charitati- veordre wegens het onder- hout der arnreRey-' fende vaa Monicken ende an- dere Reli- gicufen. Proeven daer van tt^lntsaue- Wertin de kleyne Vlecken niet on- derhou- den. Rijcke Monicken aidaèr, Vrught- baerheydt vandie Plaetfe. i6z II.Boeck. Vqyagie vanThomas Gage IX. Caf. van de Stadt ofte het Dorp, daer defelve gevallen zijn; fommige Plaetfen laeten jaerlijcks een feecker getal van gemeten Landts met Tarwe ofte Mah£ befaey en , ende de Penningen die daer van komen , employeren fy tot het be- taelen yan die Yerteeringen , om met de Spaenfche Magiftraet niet te doen te hebben, ende defelve daer in niet te kennen. Defe Charïtative Affiftentien gaeven ons reden omtehoopendatwyonfe langhe Reyfe fouden konnen voltrecken , felve met meer faciliteyt als tot noch toe. Wy fetten dan onfe Reyfe met groote vreughde voort , ende de eerfte Plaet- fe indewekke wy o^iaemen was Arriequera > een Stadt ofte groot Vleck der In- diaenen , in het felve begonden wy de eerfte proeven van die Charitable Ordre te ontfangën. Wy feyden aldaer ftoutelijk datmen ons eeten , drincken ende andere nodige dingen brengen foude, ende des anderen daeghs als wy wilden vertrecken, ende het tijde was om onfe verteeringe te betaelen , foo deeden wy het Stadts- Regifter by ons brengen, ende wy teeckenden in het felve aen alle het geene dat wy verteert hadden ; daer op vertrocken wy om onfen wegh te vervolgen , lovende ende prijfende de wijsheyt endé*liefde vandieOyerighedenwekke foo goede ordre voor de Reyfigers » en voor al voor foodaenige , wekke, even alswy, niet feer met geit belaeden waeren , hadden geftelr. Wy quaemen evenwel in eenige kleyne Vlecken , in dewekke wy de India- nen niet gedifponeert vonden om ons defeke liefde te bewijfen , ficn verfchoo- nende op haere armoede, wekke haer niet toeliet vier Menfchen ende vier Paerdendekofttegeven; hierdoor was het, dat wy fomwijlen gedwonghen waeren onfe dagh-reyfen langer te maecken , om alfoo aen eenige goede Stadt ofte groot Vleck te geraecken. Defelve wegh vervolgende foo komtmen van Antequera te Nixapa, alwaer ten minden acht hondert foo Spaenfche als Indiaenfche Inwoonders zijn , defe PlaetsisopdenOevervaneeneRevieregebouwt, wekke > foo men ons fey- de y een tack ofte arm van die van Alvarado was 3 het wekke , foo boven gefien is, de grootfte daer te Lande is. In defe Stadt is een feer rijck Kloofter van de Religieuien van de Ordre van St.Dominicusj in het felve wierden wy feer wel onthaelt,- men fiet daer een Beek van de Maeget, het wekke fyfeggen dat Miraculen foude gedaen heb- ben , foo datmen tot het felve uyt devotie van veele plaetfen komt , daer door. zijn'er oock veele filvere Lampen en andere rijckdommen. Men acht defe Plaetfe voor een van de wel-vaerenfte van het geheele Landt van Guaxaca , door dien'er veel Indigo , Suycker ende Cochenille valt. Daer zijn oock veele Boomen welke de Cacao ende de A&otte, waer van men de Chocolate maeckt,draegen,ditis eenKoopmanfchap met dewekke men groo- ten handel in dat Landt drijft , hoewel de Hollanders ende de Engelfche > wan- neer fy een Schip, dat daer mede gelaeden is , nemen , defelve niet veel achten, als onkundigh zij nde van de kraght die fy heeft om de maege te verftercken. Van \< ,y iï H.BoECK. "Door de fyaenfcheWeJi-Indïën. IX.Cap. i£ ? Van daer quaemen wy te Aquatulco ende te Capalita , het Welcke mede twee redehjck groote Steden zijn; fy leggen in een vlack Landt, het welcke met Schaepen ende ander Beftiael vervult is,daer zi jn oock veel uytnemende fchoo- ne vrughten, byfonderlijck van die geene welcke men Pinas ofte Knnanas noemt, ende Sandias, welcke foo groot als Waeter-meloenen zijn, oock imelten fy als fneeu w in de mont , en fy dienen om den grooten dorft , die'er door de fwaere hette is, te verflaen, want het is een laegh ende moerafligh Landt, zijnde dighteby de Zuyd-Zee gelegen. De aenfïenlijckfte Stadt nae Capalita is die van Tecoantepeque , dit is een Zee- ftadt op den Oever van de Zuyd-Zee gebouwt; men heeft daer een goede Ha- ven tot berginge van de kleyne Scheepen , gelijck als die geene fijn die van defe Plaetfe op Acapulca , Mexico , ]{ealeyo , Cuatimala ende fomwijlén op Pannama , handelen : De Scheepen die van Peru nae Acapulco vaeren Werpen aldaer dickmaelen het Ancker , als fy door contrarie wint belopen wer- den. - Defe Haven is gantfeh niet verfrerekt, foodaenigh dat, foo de Engelfche ofce Hollantfche Scheepen daer wilden landen , fy daer geheel geen tegenfant fouden vinden maer een opene Reede , van dewelcke fy het geheele Land fou- den konnen af -lopen. Langhs de geheele Kufte van de Zuyd-Zee van Aaifulco af tot zen Pannama toe, welcke meer dan fes hondert ende vijftigh mijlen van den anderen zijn gelegen, vimmen geene Havens, als defe van Tecoantepeque voor de Stadt van Guaxaca, die van LaTrinidad voor Guatimalay Realeyo voor Nicaragua ende de Golphe de Salinas voor de kleyne Scheepen die nae CoJia-BJca ofte de njeke Kufte gaen, defe fijn alle ontbloot van Gefchut, ende legghen open voor alle de Natiën, welcke, om fich te verrijeken a de Weerelt fouden wil- len om- vaeren. Daer is in dit geheele Landt geenbequaemer nochte overvloediger Viffche- rye , als omtrent defe Haven van Tecoantepeque, felfs ontmoeten wy dickmaels op den wegh van taghtigh tot hondert Muyl-Efels alle met gefouten Vifch voor Guaxaca , _ Puebla de los Angelos ende Mexico gelaeden . Daer zijn rijeke Kooplieden welcke op Mexico , Peru endedePhilippijnen handelen, op welcke plaetfen fy haere kleyne Scheepen van de eene Haeveh p de andere fenden, welcke dan daer nae wederom keeren , rijckelijck ge- laeden zijnde met de Koopmanfchappen , welcke inaïledeProvintien "die ten Ooften ende ten Zuyden gelegen zijn , vallen. | Van defe Plaetfe af tot aen Guanmala toe , is de wegh gladt ende effen, te weten langhs de Kufte van de Zuyd-Zee ende dwarfch door deprovintien van Zaconiqo ende Zuchutepeque ; doch om dat wy nae Chiapa wilden gaen, foo naemen wy onfen wegh aen geene zijde het hooge geberghte wmQuelenes, treckende van Tecoantepeque op Efiepeque , en van daer , door eene Woeftijne- aie twee dagh-reyfen groot is , in men fagh daer noch Dorpen noch Huyfen, uytgefondert alleen eenighe Hutten , die men voor die geene , welcke daer reyfen , gemaeckt heeft. . Defe vlackte ïeght aen de zijde van, de Zee foodaenigh open, dat de windt die daer van daen komt,foodanigh door-blaeft,dat de Reyfigers figh naeuwlijcks van haere Muylen ende Paerden konnen bedienen; ende de reeden Waerom daer niemant woont 3 is , om dat de windt door fijne kraghtde Huyfen om veer werpt , ende dat de minfte brandt die'er ontftaet defelve in een oogenblick in äffe verkeert. Dit belet evenwel niet , dat defe Woeftijne niet vol Beeftiael en is , nevens Henghften ende Merrien , van dewelcke fommige tam 3 en andere wilt zijn. Wy trocken dwarfch door dit woefte Veldt met feer groote moeyte , ende ick daghte in het felve mijn leven te eyndigen, want fo als wy den tweeden dagh onsbeftedeedenomineenigh Vleck te komen , ende mijne Gefelien, dievry wat voor uy t waren, figh inbeelden dat ick haer volghde > en figh foo feer haefte- den als fy konden, om aen Huyfen te komen , te meer , om dat de naght nae- derde , foo begonde mijn Paert den fteyl-oor te maecken , ende wilde door ver- moeytheyd niet verder gaen , in tegendeel traghtede het geftaedigh fich onder my neder te werpen 3 ende op de aerde te gaen ruften. Door dien ick nu geloofde dat het Vleck niet feer wijdt van daer konde zijn 3 foo begaf ick my van het Peert af, om het felve met den Toom te leyden ,- doch het wilde noyt een voet verfetten, enhetginckopdeaerdelegghen, fonder weder op te ftaen. . Ick vont my als doen feer verlegen , want ick bemerekte , dat , foo ick alleen het Vleck wilde gaen op-foecken, ende mijn Peert aldaer gefaedelt ende ge- toomt laeten , ick gevaer liep van het te verliefen , ende voor mijn Perfoon kl- ve te verdwaelem en dat , als ick al foo geluckigh was dat ick het Vleck vont 3 ick des anderen daeghs 's morgens mijn Peert komende fbecken, in foo een woe- fte ende ruyme vlackte, het my niet mogelij ckfoude fijn het fel vete vinden > wat moeyte ick daer toe oock moghte aenwenden , om dat in een mij Ie daer van daen , noch Boom noch ftruyck was om het felve aen te binden, ofte de plaetfe te bekennen. Dit dede my refol veren die naght nevens mijn Peert in defe Woeftijne te flaepen , ende op te paffen dat het in den duyfter niet van my quaeme af te dwaelen, waghtende nae de komfte des daeghs , en dat mijne Vrienden fou- den fenden om my te foecken , en om te vernemen wat my foude mogen over- komen zijn ; fy deeden het evenwel die dagh niet , door dien fy geloofden dat ick mijn wegh nae een ander Vleck , dat daer niet ieer verre van daen is , geno- men hadde 3 oock lieten fy my aldaer des volghenden daeghs des morgens foecken. Nae dat ick ëen becjuaeine plaetfe om my neder te leggen hadde op-gefoght, en om fonder eeten >. in het midden van dat woefte veldt , op de aerde te gaen ruften , foo nam ick den Sadel van mijn Paert 3 om my voor een Hooft-peulu we te W.KoiCK. "Door de SpaenfcbeWeft-Indiên. IX.Cap. H s ï^jffi V- et ^ a f" ftlve '^^ icfc nae «jn luft weyden , fijndenietweynighge- Ä&ÄÄfe* 1 het d -olgende„dae g h S wel t hiena jJïl^ en ^ g " pU ^^^ en '" i ' ven ^hetuyteentroepHonden, welckedaeri, hoort = pÄ^Too^S om op het krengh van eenigh Paerdc ofte Ü! S 1 begmne fche , en ^ «""«'"e verre genoegh van my te wefen, doch bemèfi ; X'hTh luvfle *> h °? ^t ooÊkme^fchee/tenaedere'n, Tck bemerckte doen dat het geeneHondenwefen konden, door dien ick eeniphe iSgetemeT en ^' ."" ofdi "a„Menfchenende wilde BeJen i,aS« V XJnV„ d f m0 ^ Cli 'a kwa l' m ^ voor alaen een Menfche die fichby Des Au- rhfa ende ve^, I I WOC ï ,ne beV0,,t > ^demijnehairenopmi,nHooft >°eu« rnlen, ende vervulde mijn herte met eenfoogrootevreefe, da'ick eeheel vreefe d=rudt e fÄe] ,e r d ' ^^^^^ecndood^Xn-^^- 'f° mw ') le '>'loen ) ofeenigewildeBeeften,fooda- mfine H 'J?C nnr"^ f* als -? n ^andere de dood verwaghtende, In de vlughr vont ick geene feeckerheyd , gelovende de dood niet te konnen SSr at fï k my ^^teko'mentewenden, foXiS n vondt , my ftil hi e ldt ; de uyrkomfte bewees dat ick wel gedaen hadde, vant omtrent middernaght hieldt dat gerughte fecr fchielifck op wae oor lck allenxkens m jlaep viel, en zijnde & door fatigues J van b^reyfen Ontwaeckt zijnde loofde ick Godt over de befcherminge aen my inder mm X r / n K' datme ^ erie ^ndieplaetfe, daer ick het des avonts te voren hn .W * ^^-^^"^s^nginghophetfelvefitten.in voornemen van oo drae mogelijck was uytdic Woeftijne te fcheydcn, om mijne Gefellen * 3 op Verdwij'nc met het ;rughte. Den'Au- theur komt by eenfeec- kerlndi- aen, die hem te regt helpt. Eri eynde- )i|ck by fijneGe- fellen. -, Oorfaeke van bet erughte door den Autheur fjehoort. 166 ÏLBoeck. Voyagie van Thomas Gage I X. C a p . op te foecken , ende aen haer mij n wedervaeren van den naght bekent te maec - ken. Ick hadde noch geen mijïe weegs gereden , of ick quam by feeckere Beecke, aende welcke ick twee wegen fagh 3 de eene dieper in de Woeftijne ftreckende , ende op de felve fagh ick noch Vleck noch Huyfen noch eenigh geboomte , in meer dan drie a vier mijlen weeghs ; de andere lagh aende lincker-handt , ende cenmijlevandeplaetfedaerickwas befpeurde ick een Bofch, het welck my deede geloven j dat daer omtrent het Vleck, datickfoghte, wel moghte gele- gen zijn. Ick volghde dan dde wegh, en naeomtrent twee-hondert ende vijftich fchre- den rijdens was ick weder ghenootfaeckt af te fitten , ende mijn Peertby den toom te leyden j en foo als ick verdrietigh wierde, fiende my te voet op een on- bekende wegh, foo bemerekte ickbygeluck een Hutte aen de eene zijde van defelve , ende een Perfoon te Peerde aen de andere , defe quam nae my toe-ge- reden , zijnde een Indiaen van dat Huys ofte Hutte, welcke aen feecker ander rijck ïndiacn, Gouverneur van het nae-by gelegene Vleck, behoorde 3 Ick vraeghde de defen, of ick noch verre van het Dorp Eftepeque was , hy ant- woordde, mymet eenennae de Bomen wijfende, dat het een weynigh aen geene zijde defelve was jdogh dat ick het, voor ickdaer dighte by was > niet iöude konnen fien , ter oorfiecke van het {ehe houdt. Sijnde door defe geluckighe ontmoetinghe feer gefterekt ende getrooft, foofprongb ickwederomte Paerde, het felve foo kraghtighlijck met fpooren aen drijvende, dat het my tot aende Bomen, welcke ick van verre ghefien hadde, braght j hier bleef het weder ftaen en wilde niet een treede verder gaen. ^ . Siende dan dat het my niet mogelijck was het felve voort te krijghen, nam ick het den Saedel af, die aghter een Boomtje verbergende ; voor de refte liet ick het in volle vryheydt lopen, fonder te vreefen datmen my het felve fteelen foude. Ick gingh te voet nae het Vleck , dat maer vij f-hondert paffen van daer was , ende in het felve vondt ick mijne drie Gefellen my verwaghtende, die feer wegens my hadden bekommert geweeft 3 als niet konnende dencken wat my mochte overkomen zijn, naedatfymy ineen nae-by gel eghen Dorp hadden laeten foecken > figh noyt hebbende konnen in-beelden dat ick in de Woefiijne vernaght hadde. Als ick haer nu het geroep ende gehuyl, door my des naghts gehoort,verhael- de , foo feyden my de Indiaenen , dat fy dat geluyt by nae alle naghten gewoon waren te vernemen , en dat. het felve door Wolven ende Tijgers gemaeckt wierde , hebbende fy gantfeh geene vreefe voor defelve ,• dat fy , die dickmaelen op den wegh ontmoeten , dogh lichtelijck met roepen ofte met het vertoonen van een ftock witten te verdrijven ,- en eydelijck dat fy geene fchaede deeden, dan aen haer Pluym-gedierte , haere Vullens , Kalven en Geytjens. Eenige ueren daer nae gingh ick met een Indiaenmijn Saedel ende mijn Mexicaens ir.BoECK. T>oordefyaenftbeHfeJt-Indii>n f YX.QAj>. i6y Méxicaens Peerdt foecken ,• het felve was foo vermoeyt dat het niet meer voort konde, foo dat ick het in dat Vleck verkoght, een ander huerende S«H t£ ' aei * Icknevensmi ^ evierGerdle »^er W eIaen- Hier moet ick aenmercken , dat in defe vlackte van Tccoantepequc vijf fchoo- nevleckenzijn.mdefelvevintmen overvloed van allerhande fchoon Vleefch endeuytiteeckendevrughten. v^cicu JirlTT Van aJle ° die Vlecken eyndighen met het woordeken Tcfcque , WjfrtdsTeeaametqae, EJkpeque, Ecatepcqm 3 Stmatepequc en Tafanmc- Van defe Pketfe ËcatePeque konden wy het hoogegeberghte van de Quclmes fen, hetwelckeonsftoftegenoghgaf, om ons te overhouden , totdatwy te Sapanatepcque ende van daer te Tapanatefeque gekomen waeren , r V;!f S^S^enendÉ ïReyfigers hadden ons op denwegh al verhaelt , Gevaer-' datditdegey a erlijckfteBerghenvangeheeU^ic4 waeren, zijnde de wegen l^ke paf- op eemge plaetfen foo hoogh ende engh, ende daer toe foo open voor de win- fcgk. den , die uyt de Zuyd-Zee , welcke daer vlack onder fchijnt te leggen , komen enae daer toe by diepaflagiefoo veele diepe ftey ken tuflchen deRotfen in a dat Kra § r des hetdickmaelengebeurtis, datdoordekraghtvande winden, Menfchenmet deswints Peerden met al, ende gelaedene Muyl-Efels, zijn onder de voet geworpen ende deerlijck in die fteylten , tuflchen de Rotfen verplettert. §eW01 P erT > Het verhael van alle die dingen, gevoeght byhetgefightevandiehooghe -n vu Rotfen, verweckteinonsfoodanigevreefe^dltwylanghs denwegh S^^f^ tw rl T nj f V °/t Re u yfe naC Gmtimala fo^ennem g en" langhsde £S paiTagie, die onder het Geberghte , nevens de Zuyd-Zee, doo het Landt van den vanZ^^coleght vanwaer, hoewel uyt denwegh zijnde, wy, ter lincker weoh iïltrf' 3 teC ^^rr komen/ dan of wy rightW^ghtaenop S Sf h ft S aen V Parende over dit Geberghte", foo alsmen ons ghl dooi>blies Wy feeckerl ^ ckdoenkonden , foode wintmaermetteftlrck R^ y ^ ef f Veerden r eyndeIijC 1 k dat Wy > te TW^MM gekomen zijnde, onfe Befluvt ^[n "f en r 0rrfeIten ' 3l , naG l a£de ^ d enonsfoudenfchijnengon(ligh dal over, team, of wel met gevaer te dreyghen , doch wyfteldentegelijck vtft, het ginghdanfoohetmoghte, nae Chiapa te trecken , door dien wy verftonden dat den Superieur ende Provinciael van alle de Religieufen van de Ordre van bt. Domimcus, fich daer bevont, zijnde hy die geene aen dewelcke wy ons moeiten aengevenj wy naemen defe refolutie te meer, om dat wv begeerieh waeren om defe Provmtie van Chiapa, van dewelcke wy foo veel hadden hoo- ren leggen 3 tefien. ^ yVO ? d ? te ^^T^ eenReli g ieusdieonsheerli i c konthaelde,. oock r „ , gaf hy onslndiaenen mede , om ons nae Tapamtepeque te brengen , en een brief .f °f " aen den Overften van die Pketfe, welcke fijnen goeden Vnétiwas hem 1^1? 5 "" daer door verfoeckende, dat hy ons Indiaenen, om ons den wejte wif- "$9*\ ten, . 1.68 II. B o e c K . Voyagie van Thomas Gage IX. C a p • fen, foude befchicken, foo . welalsMuyl-Efels om ons over dat hooge Go.- berghte te voeren. OnfeoverighePaerdenbegaevenons, te dier plaetfe, mede, dogh haere vermoey theydt deede ons geene fchaede , door dien de Indiaenen foo veel , of wel meer , dan fy ons gekoft hadden , dat voor gae ven, om dat het op- regh te Mexicaenfche Peerden waren , wy hadden oock te minder verlies , om dat in het gantfche Landt van Chiapa, endedegeheelewegh over tot aen Guatimala toe > de Inwoonders van de Vlecken ende Dorpen gehouden waeren ons Muyl-Efels voor niette befchicken. HET X. CAPITTEL. \ Komfte te Tapanatepeque. Groot e meenighte van Offen ende allerhande leeftoght. Beleeftheyd der Inwoonders. Hoog- te van het Geberghte. Maquilapa. S'y trecken op het Ge- berghte. Vernaghten daer op. Trecken verder. Weerden door de windt weder- houden. Fabul van de Tjylles. Ver- naghten voor de tweede reyfe op het Geberghte. Groote hon- fers- noot. Vernaghten aldaer voor de derde reyfe. Een van aergaet den wegh ontdecken. Pijn rafort. Slaepm voor ds vierde reyfe op het Geberghte. $y vertrecken eyndelijvkop- waerts. Komen aen Maquilapa. Bef chrijvinge daer van. Gevaerlijcke pajfagie. Gemackelijck middel om die te mij- den. S'wackheyd door ongemack verweckt. Komfle te Aca- pala. DEsSatiirdaghsopdenavont quaemen wyte Tapanatepeque» het feïve leght aen den voet van de Quelener, wy wierden aldaer door de Indi- aenen feer wel onthaeldt ende getradeert, en dat ter oorfaecke van den brief die wy hadden mede gebraght. DitVleckwaseenvande aengenaemfte welcke wy van Guaxacazï tot aen die plaetfe toe gefien hadden , ende het fchijnt dat Godt aen het felve in over- vloedt heeft gegeven alle het geene dat de Reyfigers nodighis, om op foo moeyelijcke ende gevaerlijcke Rotfen te klimmen. Men vindt daer feer groote overvloedt van Beeftiael, foodaenigh dat'er fommïghe rijcke Indiaenen zijn, welcke Hof-Steden, die fy Ejlantias noe- men, hebben, op dewelcke drie jaer vier duyfent OiTen zijn. Het rass 3w?«Kzi»-^5K5r^l II.Boeck. foo dat de Indiaenen haere Hoven daer door foo gemackelijck bevogtigen > dat fy altoos overvloedt van Kruyden ende Saladen hebben. De Orangi e-appelen, Citroen, Limoen, Vijgh ende andere vrught-boo- men geven aldaer fchaduwe genoegh, omfigh voor de nette, die men daer het meefte heeft , te befchutten. Als wy des Sondaghs op den morghen bemerekten dat het feer ftil we'er was , foo oordeelden wy dat wy die gelegentheydt niet behoorden te ver- fuymen, vreefendedat by onftentenhfe van dien de wint ons aldaer moghte op-houden , ofte den wegh nae Zocomqco doen nemen. . Dogh de Indiaenen baeden ons ook daer het middag-mael te willen houden , ^ eI eeft- ons te gelijck verfeeckerende dat het goede we'er foude aenhouden, ende dat ^ejjtvan fjtonsfehone Muyl-Efels fouden doen hebben, nevens een goede provifie van deIn " . vrughten, gefreuyte Vifch ende Pluym-gedierte , ende dat alles tot onfe woonders * keure, foodaenighdatwy, haere beleefchey dr niet konnende weder-ftreven » die middagh by haer bleven. Nae de maeltijdt braghtmen Muyl-Efels voor ons , ende men gaf ons twee Indiaenen, die voor Wegh- wij fers ofte Gidfen fouden dienen, foo wel als omonfe provifie te draegen, welcke beftonde uyt gefreuyte Vifch, een ge- braden Capuy-ri , en eenighe vruchten, foodaenigh dat'er altoos genoegh was omeenetmael van te leven. pock hadden wy niet meer nodigh-, door dien men niet meer dan feven Hooghte mijlen weeghs op-klimt , ende een mijle aen geene fyde de hooghte , is eene van van het de rijekfte paght-hoeven van het Landt van Cbiapa , men queeckt daer veel Geber g te - Eaerden , Muyl-Efels ende ander Beftiael aen, oock woont daer feeckeren Dom \uan de Toledo > by dewelcke wy verfeeckert waeren feer wel onthaeldt te fullen verden. Hoewel men defe Bergen door haere fcherpe fpitfen ende uytfteeckende j^MmUbd, kruynen genoegh kan bekennen , en dat'er veele dighte by den andere ftaen , foo is'er dogh maer een van dewelcke de Reyfigers gewaeghen , defe noemt- men Maquilapa , en het is over defelve datmen fijnen wegh , om nae Chiapa te gaen, moet nemen. _Nae de maeltijdt begondenwy defe hooghe ende oneffene Maquilapa tebe- Sy ver- klimmen i des avonts hielden wy ftil in eene plaetfe die vlack was, ende die treckenop feer wel een weyde , in het hanghen van een bergh leggende , geleeck. het Ge_ De Indiaenen deeden alles wat fy konden om ons moet te geven, ons ver- berghte. toonende dat het gefchaepen ftond't fchoon ende ftil we'er te blijven , ende dat wyj des anderen daeghs op de middagh , buyten twijffel , op de hoeve Yan Dom laan de toledo fouden zijn. Y Hier Vernagh- ten daer op. Trecken vorder.] Werden door de wint we- derhou- ten.. Fa bul van ie FfylUs* Vernagh- len vooï 168 II. Boeck. ' Voyagie vanThomas Gage X. CvaI Hier op fchickren wy ons avontmae! op het groene Tapijt des Aert-Rijcks , ende in die eerfte maelrijdt aeteft wy onfen Gapuynen met het grootfle gedeel- te van onfe gefreuyte Vifch , laetende maer een weynigh , tot den ontbijt , re- gens den anderen dagh , over. Onfe Indiaenen hieidden oock met vréugde hare maeltijd , ende onfe Muyl- Efels hadden weyde nae wenfch , foodaenigh dat , de naght gekomen zijnde, wy op een plaiiierige wijfe in flaep geraeckten op het geruys der Fonteynen , ende op het foetgeluyt dat haere waeteren, in het lopen door dieRotfen, maeckten. Des anderen daghs des morgens , wanneer de lught al immer foo ftil als des ' daeghs te vooren fcheen , foo gaf ons fulcks reden om te verttecken , en voor den ontbijt op te eeten het geene ons van het avontmae! was overgebleven , om foo onfe Reyfe met vreughde te volbrengen , ende de hooghte van Maquilapa ' te beklimmen. Wy waeren geen duy fent fchreeden al op-gaende gevordert , of wy begon- den het geblaes des wints te hooien , en hoe wy hooger quaemen hoe defelve fcheen kraghtiger te zijn , ende ons het opklimmen te verbieden. Airede hadden wy de helfte van den wegh , die tuflchen het. Dorp endede hooghfte top is , afgeleght , wanneer de fchrick voor die wint ons in groote be- naeuwtheydt braghte, als niet wetende of wy weder nae Tapanatepequebe- hoorden te keeren, ofte ter plaetfe daer wy waeren verblijven, tot dat het wee'er op den middagh ofte avont foude ftilder werden. De Indianen , om ons tot het voort te trecken aen te moedigen , feyden dat omtrent duyfent fchreeden hoogher eene Fonteyne ende een Hutte onderde ' Boomen getimmeit was, zijnde defelve daer alleen gefet tot berginge van de Reyfïgers, welcke of door de naght , of door de winden belet wierden hec hooghfte des Berghs te paiïèeren. In hoope van dat de wint foude op-houden, klommen wy met grootenar- beyt tot aen die plaetfe toe, van dewelcke de Indiaenen ons gefeght hadden % doch in tegendeel vonden wy defelve hoe hooger hoe kraghtiger, waeyende die vlack tegens ons aen, foodaenigh dat wyvreefden, dat het niet mogelijck met ons als met de Pfylkr , van dewelcke Herodotus fpreeckt , mogte vergaen , want defe , hebbende tegens den Godt Molm willende ftrijdën, vonden, in. plaetfe van Vi&orie te beveghten , haer graf in de fandige vlackte , waer in fy tegens hem vergaedert waeren. Wy vreefden , fegge ick , op defelve wijfe, dat wy , willende met ge- ' welt den Bergh op-klimmen , den wint aldaer foo kraghtigh moghten vinden , dathy ons ellendighlijck in die fchrickelijcke fteylten moghte werpen,, welcke ons aen alle zijden met de dood dreyghden , en dat alfoo defelve* aen onfe verpletterde en gebroockene Licchaemen tot graeven fouden yer- ftrecken. • De Fonteyne was ons feer aengenaem , ende de Hutte noch meer, en dat door de Boomen die daer om geplant waeren , doch het blaefen van den wint. ende i&s "2GTE5&Z II.Boeck, Ttöordefyaenfchemft-Indïcn. X.Cap. i6 9 ende onfe vreefe bleven geduerigh in eenen ftaet , foo dat , den dagh ten eynde lopende, wy gantfch geene hoope hadden van voor ofte achterwaerts tekon- nqngaen ofte keeren. Soo als wy nu bereydt waeren , om ons fonder eeten ter rufte te begeven , ende wy vaft malkanderen aenfaeghen, Tonder te weten hoe wy den honeher die ons plaeghde fouden itillen, foo bemerckten wy , te deghenomfiende, een Citroen-boom onder alle de andere , zijnde defe met fuere Citroenen be- laeden. Het en ginck doen met ons niet foo als het met Tantalur deede , welckede vrughten die boven hem , ende de waeteren die onder hem waeren niet eeten nochte dnncken konde, want met feer kleyne moeyte konden wy de Citroe- nen plucken ende het waeter van de Fonteyne fcheppen ; oock ginghen wy op del el ve los als Menfchen die niet dan dat tot haer avontmaekijdt hadden , heb- bende mes gemiddagh,maelt, ende een foberen ontbijt gehouden. Des volgenden daeghs was de wint in plaetfe van te ftillen , nogh veel hevi- ger ontfteecken , het welcke ons, even als des voorigen daeghs . deede refol- veren , op die plaetfe te blijven, veel liever dan te rugge te keeren , ende dew moet verloren te geven. De Indiaenen waeren mede van dat ghevoelen , foodaenigh dat wy ons oock dien dagh met fuere Citroenen ende Fonteyn- waeter behielpen, hoe- wel dat een voetfel was , aen het welcke onfe maeghen niet feer gewent waeren. ° Doch door dien wy faegen dat onfe Indiaenen haer waeter menghden met het ftof van Koecken van Mai%, het welcke fy in kleyne fackjens hadden, gelijck fy gemeenh jek , op reyfe zijnde , doen , foo koghten wy een kleyn fackjen van haer voorde waerde van twintigh ftuy vers , het welcke op eene andere plaetfe als op defe Maquilaqa , alwaer wy van honger vreefden te fterven , geen ftuy- ver fou waerdigh zijn gheweeft j foodaenigh dat , hoewel dit foorte van voetfel feer genngh was, het ons doch evenwel beter bequam als het rau- we waeter met de fuere Citroenen, ende aen de maeghe foo veel quaets niet deede, , Wy verbleven den geheelen dingsdagh in die ftaet , wagtende dat het wee'er foude bedaeren, ende de wint irilder worden , zijnde van voornemen des an- deren daeghs des morgens weder nae Tapanatepeque te keeren , ofte den Bergh hooger op te klimmen. _ Als nu des woensdaghs 's morgens de wint een weynigh fcheen geftilt te zijn, foo refolveerden wy tot op den middagh toe te waghten, in hoope dat het wee'er dan b&quaem foude fijn om onfe Reyfe voort te fetten ; doch de windt verminderde niet, in tegendeel nam hy een weynigh toe , het welcke aen een van ons Gefelfchap de refolutie deede nemen van een mijl a twee op waerts aen te wandelen, om alfoo de panagie ende het gevaer van de winden te ont- decken, ende onsby gevolge, van alle het geene dat hygefien hadde, rapport te doen 5 want wy geloofden datmen ons mogelijck het gevaer grooter maeckte Y 2 dan de tweede reyfe op het Ge- fa e rghte n Groote hongevs- noot. Vernagh- tenaldaer voor de derde rey- fe. Een van haergaet denvvegh ontdec- ken» Slaepen yoor de vierde reyfeop hetGe- berghte, Sy ver- trecken 170 II. Boe c k. Voyctgie van Thomas Gage X. C a? . dan het was , hebbende tot noch niet gefïen het geene ons foo groote vreefe kon- de doen hebben. Als onfe macker nu was weder gekomen,nae dat hy twee ueren op wegh had- de geweeflr/oo feyde hy ons dat wy in alle feeckerheyt na boven konden gaen,foo wy onfe Muyl-efels by den toom wilden leydenjdoch door dien diedagh pafleer- de in difpuyten of wy fouden pafferen of niet > foo refolveerden wy eyndelijck des anderen daeghs op den morgen te vertrecken , ende de paflägie te wagen foo de wint niet was toe-genomen; hierop vielen wy weder op onfe Citroenen, ende wy hielden , foo als wy te vooren gedaen hadden , ons avontmael met de- felve, drinckende het fuyvere waetermet het ftof van Mai% , dit verfwackte ons in plaerfe van te verftercken , ende foude ons eyndelijck hebben doen ier- ven foo wy langer daer ter plaetfe hadden moeten blijven. Hier op ftegen wy des donderdaeghs des morgens op onfe Muyl-efels, om het Geberghte hooger op te rijden 3 zijnde de wint niet verandert ende alfoo eyndelijck fterck als des voorigen daeghs , nae dat wy ons hadden bevolen aen de genaede ©pwaerts. van die geene die de Zee ende de winden regeert , hebbende alvoorens onfe naemen op den baft van een grooten Boom gefneden , nevens het getal van de dagen, welcke wy aldaer , fondereeten, hadden gepaflfeert. Wy waeren een geruymen tijdrfonder te mereken wat het geene was daer wy foo voor te vreefen hadden, doch wy waeren meeft bange voor feeckere fmalle in de Rotfen gehoudene wegen, ende daerom klommen wy van onfe Paerdenaf, achtende dat wy feeckerder op onfe twee beenen, dan op de vier van onfe Beeften waeren. Doch als wy op het hooghfle van Maquilapa gekomen waeren , beduydende dat woort in de Indiaenfche Taele een Hooftfonderhair,foobefpeurdenwy klaerlijck het gevaer van het welcke men ons foo veel gefeght hadde, ende wy fouden wel gewenft hebben weder by onfe fuere Citroenen , op den wegh van Tapanatepeque , te zijn. Wy bevonden dan door onfe eygene experientie dat het waerlijck een Hooft vingë daer fonder hair was, ende eene hoogte fonderBoomen ofte befchuttinge voor de armeReyfigers. De wegh door de welcke men paffeert , en die aen de zijde van de Zuyd-Zeé open leght , is niet meer dat t wee-hondert ende vijftigh fchreeden langh> doch daer toe foo hoogh ende fmal dat yder die daer op-klimt t'eenemael de ooghen fchemeren , en men daer door in groot gevaer geraeckt van te fuyfelen. Want foo men fijn gefight aen de eene zijde laet gaen , foo valt het felve op de groote ende wijde Zuyd-Zee, welcke foo diep is,ende foo digt daer onder fchijnt te leggen,dat het befchouwen van defelve de oogen in het hooft doet draeyen,en als men fijn oogen aen deandere zijde werpt j foofiet men niet dan Rotfen ende fteylten van twee a drie mijlen diep,ende het aenfien van defelve is bequaem om het herte van de kloecktnoedigfte te doen yfen ende verfchricken, foodaenig dat- men aen de eene zijde de Zee heeft, welckealsbereydtfchijntomuintefweï- gen, ende aen de andere kant fietmen de Rotfen 3 bequaem om «op het minfte ftruye- Komen aenMrf- quila. Befchri Gevatr- lijcke paffagie. E^a II.BoECK. *DwdeSfaenfcheWeft-Indien. X.Cap. i 7ï ftruyckelen tot gruys te vermorfelen , zijnde ondertufichen de paflagie ofre den wegh die men moet gebruycken , in het midden va n defe ge vaeren . niet bree- der dan een elle op fommige plaetfen. Wy hadden, om defe twee-hondert ende vïjfrigh fehreeden weeghsafte leggen, al veel meer eenige hart-iterckende dranckjens van noden , als wan- neer wy drie daegen met dan fuere Citroenen aeten, ende waeter daer toe droncken. Wydorften defe wegh oock niet op onfeMuyl-efelspafferen, dieshalven begaven wy ons te voet, laetende defelve door de Indiaenen leyden, vol- gende haer de eene voor ende de andere nae , ende dat fonder reeht op te derven gaen, uyt vreefe van door het uytfienaen de eene ofte de andere zijde eendraeyinge in het Hooft te krijgen, ende daer door om hals te geraecken j wy gingen dan geheel gebogen ende op handen ende voeten , foo men fegr vol- gende foo veel wy konden de voet-flappen van deReyfigersendeBeeïtendie voor ons gegaen hadden. Doe wy een weynigh aen geene zijdedie enge paflägie gekomen waren, ende dat de wegh fich watbegonde uyt te fetten ende te verbreeden , ter wekker plaetfe wy oock Bomen vonden, wekke ons deeden hopen van wel haeft uyt alle gevaer te zijn , foo begonden wy ftoutelijck achter ons uyt tefcijcken " ende ons fêlve van dwaesheyt te befchuldigen , foo wel als alle de andere Reyfigers, wekke geen drie a vier mijlen om willen ri;den,om een andere wegh te nemen ende alfoo de gevaeren die men op de defe, foo voor Menfchen als Peerden vintj teontgaen. Van daer begaven wy ons met groote vlijt ende vreughde ten huyfe van Dom pan de Toledo , die ons feer wel ontfingh , ons alleen wat Vleefch-nat doende ne- men om onfe maegen te verftercken , wekke dat niet konden verdraegen , ende het fel ve aenftonts weder over-gaeven, hebbende defelve haere kraghten niet weder konnen krijgen , dan na dat wy verfcheyde kopjens nat ende Wijn geno- men hadden, en dat omtrent den avont, als wanneer wyeen redelijckgoet avondtmael deeden. ' & Te defer plaetfe bleven wy twee dagen , van dewekke , nae dat wy ons wel ververft hadden , wy vertrocken om nae Acapala te gaen 3 het wekke een groot V kek van Indiaenen is , gelegen zijnde in de Provintie van Ckiapa , op defelve Reviere die door dat Chiafa gaet, het wekke men het Indiaenfche noemt, om het alfoo te onderfcheyden van een ander, het Koninghlijcke ofte Spaen' teheChiapa geheten. Gemacke- lijck mid- del om die te mijden» Swack- heytdoor ongemaclc verweckt. Komfte te acapala* J$ HET ï7i IL BoECiv. Voyagie vanThomas Gage XI. C AP. HET XI. CAPITTEL. Kom/Ie in het Indiaenfihe Chiapa. Goet onthael aldaer. Ont~ moetinge vän Pedro Boralho , die feer welontfangen was. Vertreck van Chiapa. ƒ t. Chri/ioffel. S'y komen by den Tro- vinciael , die haer wel onthaeldt , en daer nae braej door- neemt , dat haer feer ontftelt , dogh den Autheur fchept weder moet , welcke door de Ge felle van den Trovinciael werd vermeerdert, haer reedenen van het doen vanden Trovinciael gevende- S'yraeckenmetden Trovinciael aen hei ff eten , wekken fy hetfpelaf-winnm en daer door aen- zenoomen werden ; fulcks werdt haer nae der verfee ckert , wder doorfy Godt loven ende fïgh daer nae verheugen. Komfte in het Indi- aenfche €bhpa. Goet ont- hael al- daer. Ontmoe- tinqh van Tedro Be- rälbo. Piefegr welont- fangen was. WY quaemen van Acapala in hetlndiaenfche Chiapa , zijnde hetfel- ve geleden in een plaetfe , welcke alioo laegh als Maquilapa hoogh is, ende gebout op een Revier e, omtrent lbo breed als den Teems voor Londen ; defelve komt uy t het Geberghte van de Cuchumatlaner , leggen- de op den wegh turfchen het KonmghlïjckeChiapa ende Guatimala, ende neemt fijne loop dwarfch door het Landt van de Zoques , verliefende fijnen naem als hy in de Revier van Tabafco komt. Ick fal van dat Chiapa breeder i n het volgende Capittel fpreecken , ende hier alleen feggen, dat wy daer feer wel door de Religieufen onthaeld wierden, welc- ke ons aënfaegen , als zij nde Leden van haere Provincie , ende met eenen ver- feeckerden, dat haere Provinciael, wegens onfe komfte , feerverblijdtfoude zijn , door dien hy Spaenfche Religieufen van nooden hadde , om figh te Hellen tegens de Criolen ende de Natuerellen van dat Landt, welcke alle hare kragh- ten in-fpanden om de flerckfte te worden , evenalsfy te Mexico ende Guaxaca gedaen hadden. Men feyde ons oock dat deProvinciael niet meer dan een dagh reyfe daer van daenwas, ende wy vonden aldaer onfen vriend Pedro Boralho, welcke, voor ons , daer alleen was gekomen > zijnde mede uyt Mexico wegh gelopen. Hy verhaelde ons het goede onthael datmen hem te Chiapa hadde aengedaen t en hóe dat Calvo, met fijn Gefelfchap , van Mexico, nae Acapulco was verreyft , ende figh aldaer na de Philippijnen 't Scheep begeven hadde , doch dat hy oock , al-voorens te vertrecken , een brief aen de Superieurs van Chiapa ende Guati- mala hadde gefchreven > in de welckehy ögh feer over hem Boralho ende ons an- der? vier beklaegde , haer biddende , 'dat fy } in plaetfe van ons aen te neemen , ons 'h^flT Ti l .1 II w 3ÄS II.BoECK. VoordeSfaenfcheWeft-Indim. XI.Cap t 7 i ZU^}l ïe r ü u MeXiC0 wi i den r fende " > om het toekomende Jaer nae de Phi- lippi;nenge-embarqueertende af-gefcheept werden, doghda deProvinciaet fijn brief veragt, endedaer mede den fpot gedreven hadde. -°™ciae. fnn n lu^A Wyged rT dQe ! nWee ? kte Chia ? a welonthaeld hadden geweeft, foogeloofdenwydathettijdwierde, om ons aen den Pater Provinciaal p3K JUvaref genaemt te gaen vertoonen, om vanhem teverftaenof wyinfime Prownue fouden konnen blijven, of wel dat wy weder nae SpaignïSfcu en SrXfe^^^ ter plaetie , konden aengenomen ende ïngelijft werden «3 7 V T den ^Provhiciad in een kleyhe Stadt die St. Chrifloffel genaemt ZZa'J* le ^ en ^henhet Koninghlijcke ende het Indiaenfche ChLa; hy wandelde onder de Schaduw-njcke boomen van die Plaetfe , in dewelcke men oock den overvloed van Vifch ende de ruymte van -fcer uytfleeckende vrughten Hy ontHngh ons met groote vrientfchap , onthaelde ons feer wel op het mid - dagh ende avondmael , ende om fijne neederigheyd te toonen , wilde hy 3 voor ende al-eer wy te rufte gingen onfe voeten waffen , even als JESUS CHRI- MUb aen fijne Difcipulen hadde gedaen. Opdeneerftendaghenfeydehyonsby-naeniet, wegens onfe komfie in dat Landt dogh den tweeden dagh gafhy ons fijne meenightete kennen met veel aerdigheyd ende kennifTe. Hy las ons dan voor eerft voor, de brief die C*/™ aen hem gefchre ven had- de, wegens onfe faecke, endedefelveuytleggende, vertoonde hy ons het on- gelijck dat wy hadden gehad, in het verheten van onfe eerfte beroepinghe welcke was om na de Philippijnen te gaen , waer ter plaetfe veele Indiaenen * e ! vaer van haere faligheyd liepen , en dat door gebreck van onfe onderrightinge , door dien hy met wilde twijffelen, ofwy waeren bëquaemer om haerteon- ondernghtenendetebekeeren, dandiegeene, welcke men in ons af-wefen daerfoudefenden. Ten tweeden, vertoonde hy onsdat wy fijne CatholijckeMajefteyt, inde goede meeninge die hy van ons gefchept hadde , hadden bedrogen , hebbende defelve ons van Spaignien tot aenMexico toe onderhouden , endatinhoope van dat wy fouden arbeyden tot de bekeeringe van de Indiaenen in de Philip- pijnfcheEylanden. „ * Eyndelijck , feyde hy ons, dat hy ons aenfagh ende hielt als fij ne Gevangene ,. door dien hy de maght haddeomonstearrefteren, ende ons nae Mexico aen den Viceroy te rugghe te fenden , op dat die ons van daer na Manilla , volgens net verfoeck van Calvo, foude fenden , ende alfoo tot het eerfte beroep dwin- Hy voeghde daerby, dat hy e ven wel voor als noch ons fijn voornemen niet Icggnen wilde, ons alleen waerfchouwende dat wy ons niet moeften bedroe- ven a maer veel eer wat vermaeck nemen , dat hy ons nae de middagh-maeltijd meer Vertreck yan Cbia- pa. St. Chri- ftoft'cl. Sy komen by den Provfri- ciael die haerwel omhaeldr. En da er' nae braef door- neemt.. Dat haer feer ont- ftelt. Doch den Autheur fchept moet. ij 4. II. Boeck. Voyagie van Thomas Gage XI. Cap. me^r foude te kennen geven, als wanneer hy antwoordt op een brief foude krijghen, welcke hy nae Chiapa gefchreven had.de, om te weeten op wat wijfe men met ons foude handelen. . . Dit difeours van defen aenfienlijcken ende ouden Provinciael trof ons tot aen het harte j want het geene hy ons gefeght hadde van fchuldighte wefen aen het verlies der zielen, aen het gebrcck van liefde, dat wy fijne Cathohjcke Majefteyt in fijne intentie bedroghen hadden , en eyndelijck dat hy ons feyde fijne gevangene te wefen, viel ons wat fwaer te herkouwen, foo dat wy wel kon- den féggheri dat die ontbijtons den luft tot het middagh -mael hadde benomen. Nae clat wy defen Eerweerdïghen Superieur hadden verlaeten, gingen wy m jeen allee' van Orangie-boomen wandelen , alwaer wy langh genoegh ons felven onderhielden, over het difeours dat hy ons hadde voorgehouden , endatwy niet al te verduwen konden , fiende dat hy de intereften des Koninck ende : -die van de Religie hadde by malkanderen gevoeghr, foo dat wy vaftelijck geloofden dat hy ons nae Mexico foude fenden, alwaer men ons als wegh-gelopene flaeven konde dwingen t'Scheep te gaen , om nae de Philippijnen te varen. Lek verloor als doen alle hoope van oyt weder in Engelaridt te komen;, An~ -tonio Melende^ beefde ende wenïie nod iop die kruyn van Maquilapa te ftaen,. ende een ander van hetGefelfchap hadde wel ge wilt met den O uden Calvo op de te Zuyd-Zee zijn, ende met hem nae Maniäa varen. Eenige (lelden voor dat wymoeftenviughten; ende Alvare% verlaeten , op defelve wijfe als wy Calvo gedaen hadden 5 doch men antwoorde daer op , dat wy, het Landt niet kennende, op wat plaetfe wy oock gaen moghten , ont- deckt fouden zi jn ; datmen ons als dan wederom nae Mexico foude fenden , eji dat fulcks onfe faecke niet dan des te erger ende onverantwoordelijcker voor al- le de Weerélt foude maecken. Doch ick feyde eyndelijck tegens de andere , dat ïck my niet konde inbeelden - dat wy van defen Provinciael qualijck fouden gehandelt werden , hebbende hy ons meteen vrolijck ende lacchend wefen toegefproockèn, ende felfsfich tot foo verre vernedert , dat hy onfe voeten gewaflehen hadde. a Dat ick in tegendeel voor vaft hielt dat hy gr ootearïe&ie voor ons hadde 3 door dien wy van foo verre gekomen waren om onfe dienft aen hem aen te bie- den , ende nevens hem te arbeyden in die grooten Ooghft der Zielen, alwaer het aen Perfoonen als wy , die eerft uy t Spaignien gekomen waren , ontbrack , om het tegens de fa&ie der Criolen ende der naturellen van de Provintie ftaende te houden. Ick vertoonde haer daer op het voorbeelt van onfen Vriendt Pedro 3oYa!h& : wekken hy airede nevens de andere Religieufen van die Provintie hadde in-ge- lijft, kennende hy daer door, ten onfen opfighte , mede niet anders doen , fondcr groote eenfijdigheyt te toonen. Ick voeghde daer eyndelijck by, dat, foo wy al in defe plaetfe niet konden ver- blijven, den Provinciael ons niet weder na Mexico foude fenden , om aldaer mei fehande ende fchaémte bedeckt te worden, maer dat hy ons veel liever de be- hulp- B5HE2S II. Boeck. TïoordeSpaenfchemjl-lndïén.Xl.CAV. i 7f hulpfaeme hant foude bieden , om weder na Spaignïen te keeren , ofwel na foo- danige plaetfe als wy fouden willen verkiefen , ende dat hy ons felve met fijneelt voor foo veel wy tot de Reyfenoodigh hadden, foude adfifteren. ' Het is gelovehjck dat , terwijlen wy ons in onfen geeft dus heen ende weder gedreven vonden , niet wetende wat wy fouden refol veren , den goeden Afoarc* ons door fijn venfter vaft befchouddcen dat even alsjofeph niet langer in fijn her- te konde verbergen fijne tedere genegentheyt voor fijne Broederen, foo mede delen goeden Superieur , hebbende bemerckt dat fijn feggen ons bedroeft had- de j ons oock niet langer in die ftaet konde fien , maer ons fijn Gefelle , om ons retrooften, font, gehjckwy wel haeft door fijn feggen bemerckten. Wantfoodraealsrr/byonsquamvraeghdehy waeromwy fo bedroeft ende Diedoor neerilaghtigh waren , daer by feggende, dat de Pater Provinciael felve bemerckt de Ge fel- hadde dat wy feer ongeruft van geefte waren , doch dat wy niet moeften vreefen : le van dat denProvmciael ons beminde ende felfs van noden'hadde,en dat,door dien wy den pro " Mfe toevlugt tot fijne Provincie hadden genomen, wy niet moeften dencken dat vinciael by fij ne magt ten onfen opfighte mis-bruyckén foude,maer dat hy met ons foude wert \ er " aandelen even als een Soldaetmet üjnen vyant,welcke hem aen hem overgeeft, ™ eerde «- ioet , die hy , door de Wetten des Oorloghs , gehouden is te befchermen. r • Om ons te vervrolijcken feyde hy noch veele diergelijcke dingen , daerby S" iroegende dat den Provinciael door de Criolen feer geblameert was , om dat hy vanden ?edro Bora/ho hadde aengenomen,doch dat fy noch een veel grooter gerughte fou- p ro vin- jen maecken, als fy fouden fien dat wy alle vier waeren gekomen om haere ciaelge- :aciie te verfwacken , en daerom verfoght hy dat wy op foodaenige wijfe wilden vende, even, dat wy die Lieden nietchocqueerden, welcke gewoon waeren fijne Defteadhen te lafteren. • Eyndelijck foo verfecckerde hy ons , dat de Provinciael ons novt weder nae Mexico foude fenden , ende dat , foo hy ons te Chtapa ofte te Guatemala ni et kon- ie doen aennemen , hy alle fijne maght nevens die van fijne Vrienden , in ons fa- peur foude te wercke ftellen,en felve ons geit geven om na Spaignien te keeren. Defe woorden waeren als foo veele Cordiale dranckjens om ons het herte we- äer wat te verftercken , en fy verftreckten mede voor een remedie ende prepara- tif aen onfe maegen tot het middagh-mael , tot het welcke wy , door het luv- den van een Kloek , genoodight wierden. Als wy binnen gekomen waeren, wasonshetlacchende aengefighte van den Provinciael veel aengenaemer dan alle de fpijfen die hy voor ons hadde doen lendiftchen , om ons goede ciere aen te doen , hoewel fijne Taeffel, even als die ran een groot Heer, voorfienwas. Wy naemen voor een goet voor-teecken datmenonsfoogrootemeenighte «ran Vleefch ende Vifch voorfette , foo wel als van vrughten ende Confitueren, ende geduerende de maeltijdt 3 bemerckten wy aen de difcourflèn van den goe- den Alvare^ , dat hy over onfe komfte verblijdt was. Nae den eeten feyde hy ons, dat hy een Partijtje met ons in het Ticktack- berdt wilde fpeelen, begerende dat wy fulcks met hem deeenyoorendede ■ Z , andere dj- XLCap, denPro- vintiael aen het peel en. genomen ■werden. ij 6 II.Boeck.. Voyagit van "Thomas Gage andere nae fouden doen , niet om ons gele te winnen , door dien hy wel oordeels de, datwy, nae het doen van foo iangh een Reyfe, niet veel overigh hadden, maer hy wilde alleen als wy verlooren , dat een yder van ons vijf Pater Nofters ende foo veel Ave Maria 'es voor hem foude feggen , ende dat , foo wy het fpel wonnen , onder de Religieufen van fijne Provintie fouden ontfangen ende inge- lijft werden. Dit fpel behaeghde ons wonderlijck wel , door dien wy als wy verlooren nïec quyt geraeckten , ende alleen verplight wierden om te doen het geene wy , buy- ten dat , geerne fouden gedaen hebben uy t ons fel ve , daer in tegendeel als wy het wonnen , die winfte ons veel nutter was dan groote fommen gelds- W ekke fy Als nu de partye gemaeckt was , fpeelden wy beurte voor beurte een yder het fpel ons fpel, ende de uytkomfte fcheen te bewijfen, datwy het beeter, dan die af-winnen goede oude Man verftonden ; dogh wy bemerekten weldathymetvoorbedag- endaer ten raede yerloor , doende het fel ve met lift ende oordeel, op datwy door dit door aen- fijn verlies fouden befpeuren het geene hy ons mondelinge niet wilde feggen > te weten , dat hy ons voor ingelijfde in fijne Provintie hield. Dogh het fpel was foo drae niet ge-eyndight, of wy wierden daer van ver- feeckert door de weder-komfte van een Indiaen,welcke hy des wegens na Chiapa hadde gefonden , om van den Patej' Prieur , ende van de voornaemfte van het Convent , te weten , hoe men met ons handelen en wat men ons doen foude. De Prieur betuyghde door fijnen brief, dat hy , en allede oudfte van het Con- vent over onfe komfte feer verblijd waeren , badt den Superieur feer ernftelijck 3 dat hy ons aen hem wilde fenden j wenfehende dat wy fijne gaften moghten we- fen, om dat hy over thien Jaeren figh in defelve ftaet daer wy nu in waeren , hadde bevonden. , Want hy hadde mede fijn Gefelfchap* dat naedePhilippijnen gingh, t< Mexico verlaeten, ende hy was gevlught nae Guatimalazoe , alwaerhy doord( fa£tie van de Criolen feer getraverfeert wierde, en dat om fijne groote capaci teytj wetenfehap ende geleertheyd ,- dit was de reeden waeromhy foo groot* vreughde betoonde , fiende dat jegen woordigh hy konde hopen Religieufen ge noegh aen fijne zijde te hebben, om fighteftellen tegens die geene 3 welcfa hem te voren onderdruckt hadden. Den ouden Alvare^, zijnde feer door defen brief geraeckt* feydeons, na< dat hy defelve gelefeh hadde , dat hy figh genootfaeckt vondt om te betaelcn he werd haer geene hy verlooren hadde , en dat hy ons des anderen daeghs nae Chiaja foudi naerder fenden , alwaer wy fouden verblijven ter tijde ende wijle dathy gelegentheyd foude vinden , omonsopanderePlaetfenteverfenden, omdeTaele ten plat ten Lande te leeren , op dat wy voor de Indiaenen fouden konnen predicken. Als dat onderhoud ge-eyndight was, gingen wy weder in den Hof wande len, die ons veel aengenaemer, dan des mergens? fcheen te zijn, endatdoo de trooft die wy van den Pater Provinciael ontfangen hadden. _ Aldaer begonden wy^ onder de alle een van die fchoone Orangie bomen , vai feer goeder herten GODT> welcke in onfe grootfte droef heydt medelijdei me Sulcks •vevfeec- kert. ■Hl llBoECK. "Doordt fyaenfcheJWefiJndifo. XII.Cap. 1J7 metonsheddengeliadt, te loven ende te danckenj fonder den wijfen ende po- Iitiquen Provinciael te vergeten -, oock was het niet reedelijck dat hy , die tot Y ae£ ónfc vertrooftinge fijn fpel wel hadde willen verliefen , oock daer-en-boven on- i°°I f f fe gebeden foude moeten miflen, oock offerden wy defelve, te dier pketfe GodtI °* ?°,9 i DT va" goeder herten op, foo voor fijn wel vaeren als voor /line ahe- Ve "* fondheydt. ' ft Wy bleven tot aen hetavondmael toe in defen Hof, ons in felve op verfchey- En AVf, de wijfen diverteerende, dan aeten wy eens foete Citroenen ende Orangie- daer naer appelen , en dan pluckten wy de fuere , die wy malkanderen nae het hooft wier- verheu- psn, maervooralnaediegeene, die met Calvo op Zee hadde gewentht te *en zijn welcke wy door het fmijtcn van Citroenen ende Orangie-appelen uyr den Hof joegen, plegende wy ditvermaeck met des te meer genoegen, om dat wy Taegen dat onfen goeden Provinciael, die figh op een uytfteeckende ven- fter hadde geplaetft , fijn vermaeck daer in nam , ende een goedt genoegen had- de, fiende dat wy dus vrolitck waren. HET XII. CAPITTEL. Syraecken wederom aen het /pelen met denTrovinciael Be- dingh van het fpel fy alle verliefen hare vryheyd. Lift van vandenTrovinciaelomhaer te Jlaen ende te falven. Be- reytfelen tot hoer vertreck. Vertreck van JV. Chrifioffel. Komen in hetgefighte van ft- Thilifpo. Buy ten het welcke fy van den oock dathy, om ons te trooften , aen een ygelijck van ons een doofe met Chocolate omhaerte wilde fchencken, om op fijne gefontheyt tedrinckenendevrolijcktewefen, flaenende als wy de fmerte , wegens dit ons v erlies , fouden draegen. te falven. ^ v konden noyt begrijpen wat hy feggen wilde , als des anderen daeghs des middaghs, ende wy daghten alle dat het maer laccherye ende boerten was, en dat hy alles wat hy feyde maer voort-braght om fich met ons te diverteren , foo als hy oock van te vooren hadde gedaen , foodaenigh dat dit fegggen niet belette dat wy, nae dat wy ons af-fcheyt van hem hadden genomen, ons alle met vreughde in onfe Kameren begaven. Bereytfe- D es anderen daeghs des morgens vonden wy twee Muyl-efels van den Pro- lentot het vinciael , ende twee andere van fijn Gefellet'eenemaelgefadeltendegetoomt ▼ertreck. ftaen , zijnde berey t om maer befchreeden te worden , oock waeren'er twaelf Indiaenen te Paerde, die ons over een feer moeyelijcken Bergh moeften leyden. foo wel als dwarfch door het Bofch dat voor het Dorp St . Philifpo leght. Nae den ontbijt omhelfde ons den goeden Provinciael , fijn af-fcheyt van ons nemende , en ons verfoeckende dat wy Godt voor hem wilden bidden* daer by voegende dat wy voor de refte niet bedroeft moeften fijn over het geene ons foir- de mogen overkomen 3 ons verfeeckerende dat hy ons beminde,ende dat hy alles wat hy konde, foude te werek ftellen om ons dienft te doeri, doch dat hj fich genootfaeckt fagh fulcks met aerdighey t en , voorfightighey t te moeten ple- gen om den mont aen de Criolen te floppen, dieonsfoowelaïshem, grooten haet toe-droegen. Nae dat wy ons af-fcheyt van hem hadden genomen , vertrocken wy van daei onder het geluydt van de Trompetten ende Schalmeyen die men voor on! dfoegh, ende die fich, door het wedergalmen van de Echo'os den geheeler wegh langhs deeden hooren , van het bovenfte van het Geberghte tot in de Va leye toe, alwaer wy den goeden ouden Man Alvaref hadden geheten in eer diep dal , dat aen alle zijden mer Bergen ömringelt was. Komen in Wy waeren foo drae niet op het hooghfte van het Geberghte gekomen,ofwj het gefigte ontdeckten een kleyne Valeye , ende in defelve de Stadt van hetKoninghlijcfo vznSt.Thi- Chiapa,ne\(m$ drie a vier kleyne Viecken, van dewelcke St. Pbiltypo^en de voel fyfo. van een Bergh j welcke wy noch moeften overklimraen , gelegen 9 een was. vertreck van St. Chriftof- fel. II.Boeck. 'DoorJe SpaenfcheWeftJndïén. XII.Cap. 170 De Trompetten , welcke altoos voor ons gingen , waerfchouden de Inwoon- ders van St. Philtppo genoeghfaem van onfè komfte, op dat fy ons een twee- den ontbijt fouden konnen vaerdigh maecken , hébbende de koude ïughr, welcke wy op het Geberghte ghevoelt hadden, ons den appetijt weder ge- fcherpt. Wy hadden geen vijf-hondert fchreeden al nederdaelende voort-srereyft , Bimen ofwy ontmoeten twintighlndiaenen, alle te Paerde ende feer aerdighopge- hetwelc pronckt, fy hadden haere fteeckende Trompetten voor haer ; achter haer kefvvan quam op een rijckelijck vercierde Muyl-efel den Prieur van Chiapa > Pater pan den Prieur Baptifta genzemt, die van een Joviael temperament, doch vet, geflopt ende werden Yol-hjvighwas. ingehaelt. Hy was foo drae met tot ons, en wy tot hem, genaedert, ofhy, ons fijne E n f ee r' voort-vlughtige Broeders van de Philippijnen noemende, reyde dat wyfeer mi n faem welkom in dat Landt waeren , ende dat hy in fijn particulier feer over onfe kom- ontfan- fte verheught was , oock dat hy ons veel beeter tijdt-kortinge in dat St. Pbilippo , gen. dat daer digte by was , foude geven, dan wy in het Philippijnfche St. Pbilippo fou- den gehadt hebben , foo wy daer waeren gekomen. Aldus wierden wy meer ende meer gefterckt in het gevoelen dat wy hadden , van, daer te Lande, feer welkom te zijn, ende met opene armen ontfangen .te worden , weynigh denckende , dat het ons daer nae , op foodaenige wi jfe , als het gefchiedde , foude te paffe zijn gebraght geweeft , ende die ydelheydt in ons nam des te meer toe, denckende dat wy al mede Provinciaelen ende Prieurs waeren, doch den Leefer fal in hetvolgendeCapittelfien, hoe wy hier om- trent wierden ge-difabufeert,en hoe het geene wy on s inbeeldden op een traóla- ment van waeter ende brootuytliep, wanneer wyfulcks het minfteverwagh- teden, doch alles fchicktefich op het eynde ten beften. Ick meene oock niet dat ick behoeve te feggen, wat vreughde dat dit 'm ons verweckte , en hoe wy Godt ende ons felven danckten, de Philippijnfche MhTie , ofte Sendinge , verlaeten te hebben , fiende hoe wel het ons daer gingh 3 cn met wat praght ende luyfter wy onthaelt wierden. HET i8o ILBoeck. Voyagie vanThomas Gage XIÏLCapJ Praghtige intrede in het Dorp felve. Goetont- hael met Apen- munte be- taelt. Koftelijck ontbijt. HET XIII. CAPltTEL. ^Prdghtighe intree de in het "Dorp felve. Goet onthael met Aepen-munté betaelt. Koftelijck ontbijt. Ongeruftheyd in onfe vlugtelingen door het feggen van den Trieur verweckt* Tournoy-fpel. VertreckvanSv Philippo, datfeerfragh- tightoegaet. Ordrevan den 'Provinciaei nopende de Rey- figers , door dewelcke fy opge floten endete waeter ende te broodt verwefen worden , doch alleen door politie. Kom- fte in het Convent te Chi apa. Begintfel van de penitentie, door den Autheur vralijck overgebraght. Vermaeckelijck voorval tujjch en den Autheur ende een Criool. Vermaecke- lijckegevanckenijfë. 'Den Autheur werd om onfe intrede te verheerlijcken onderhouden. Nae dat de Muficanten ge-eyndight hadden , deede den Pater \an Baptijïa, fich over eynde begeven hebbende, eene Oratie tot de Indiaenen , haerbe- danckende dat fy ons foo wel onthaelt hadden,om dat wy fijne Vrienden waren, ende hy deelde hy aen haer uyt eene volkomene vergevinghe van allehaere voorledene fonden , het felve evenwel reftringerende aen die geene , welc- ke, op den volgenden Sondagh, des voor ofte nae de middaghs , de Kercke fouden komen befoecken. Op defe wijfe dan verlieten wy het Altaer , om ons tot den ontbijt aen feeo- kere Taeffel te begeven, wekke Wy met veele fmaeckelijcke ende gefoutene fpijfca ILBoeck. VoordeSpaettfeheWeJl-Indien.Xm.CAv. ^ fpijfenbefet vonden en dat om onsden goeden Wijn van Xawtebeterte doen fmaecken, welcke de Prieur , expres voor ons, daer h^dde doen bren- ghen. • ^f de S e , fo " ce , ne .W e » > & te men ons foo uy tnemende Confitueren voor , welcke van de Rehgieufe Dochters van CbUp* gemaeckt waeren . dat wy noch diergelijcke niet hadden geproeft federt wy van St.fran d\\lhua vertrocken waeren tot aen die Plaetfetoeifydienden ons om eenglas Chocolatedaerop tedrincken, ende daer mede beflotenwy den ontbijt tcuaciop Doch terwïjle defen Prieur ons foo goede ciered'eedeaen doen, en lieten wy niet nae den Geeft ontrüft te hebben , want wy konden niet wel begrijpen wat :hyiegghen wilde meteenige woorden welcke hy ons dickmaelengenoLh herhaelde, te weten , dat wy wel moeften ontbijten, om dat wyhetfoberfte middagh-mael fouden doen dat wy noch oyt van ons leven gedaen hadd i, en dat wy de foengheyt van de vryheyt moeften genieten, welckewy nier lan- ge fouden konnen gebruycken: wy floegen wel aght op defe woorden , doch den gront van defelve konden wy niet welverftaen, voor ende al eer dat wy des middaghs in het Convent gekomen waeren Y Nae dat wy ontbeten hadden wilden de Indianen ons oock eenigh vermaeck opde Merckt-plaetfeaendoen, fy begaven fich dan op defelve aen het Tour noyen, lopende de ;eene regende andere met grooteRondaffen bedecktzijn- t aS£Ï% ?■ ^ en ^ ha r refchoudere «^enkonnenbedeckenvoor de C^ ofte Rieden , welckefy, met een verwonderens-waerdige aerdig- heyt j, malkanderen , in het voorby rijden , toe-fmeten l' JVt.lS 1 g0 ? dei J, Prieu ^ van^4onsopde voorverhaelde wijfe gerega- tie hy ende den Provinciael, door haere brieven, te faemen hadden goet ae- l^iZ 5 dac , duerd ^ f 13 " tot die tijdt toe , Tdatmen in het Convent van C/^% gewoon was het middagh-mael te houden, en wy moeften voor twaelf ueren daer maecken te wefen. "" - ;" datmen de Muyl-Efels foude voor den dagh brengen , zijnde de In woonders doorhetgeluydtderSchalmeyenendeTrompettenVwaerkout 3 datwyfton. denomuythaerVlecktevertreckenrwywierdenalimmersfooheerli.ckuyt- geleydt als wy mgehaelt waeren , men trock deJClocken , veele Indianen dan- ften voor ons heenen , andere verfelden ons te Paèrde , fpeelende op verfchey- demftrumenten, foo als fy op onfeaenkomften hadden gedaen Nae dat wy omtrent vijT-hondert fchreeden waeren voort-gereden 1 foo be- danckte de Prieur de Indiaenen voor de tweedemael, enfomhaernaeHuys 50e, door dien het Convent nietfeer verre van ons wasaf-gejegen, endewy in het felve op eene andere wufemoeften onthaelt werden, oock om datmen in rennL e ^nT e "J A f dQ Co 9 ve " te »^e die praght ende ftatie, welckemenwel ten platten lande toont, met houden en magh. Als Ongeruft- heytin onfe vlug- telingen door het feggen van den Prieur. Tournoy- f P e k Vertreck St.Thilip- Dat prag tigh is. De ordve vanden Provin- ciaal, no- pende on- fe Reyfi- gers.j ï)oorde- welckefy op'^eOo- tcn ende te waeter ende te broodt verwefen worden. Poch al-] leenuyt Politie. 1&2, II. Boeck.. Voyagie vanThomas Gage XIV. Cap, Als de Indiaenen haer af-fcheydt hadden genomen, vervolghden wy onfe wegh, houdende alleen twee van de haere by ons, om ons voor Gidfen ofte Wegh- wijfers te dienen. . Als wy nu tot op vijf-hondert fchreden na aen de Stadt genaedert waren, foo hieldde de Prieur nevens een fijnen Compagnon ftille r ende hy trock feeckere ordre van den Provinciael uyt fijn fack, welcke hy ons voor- las ,• defelve braght mede, dat , door dien wy onfen wettighen Superieur Qaho op den wegh vande Philippijnen hadden verlaeten, ende fonder fijne toe-laetinge in de Provintie van Chiapa gekomen waeren , hy ons in Confcientie niet voor Leden van fijn licchaem konde aennemen, ten fy hy ons altoos op de eeneofte de andere wijfe, over onfe begangene mifdaedt , hadde geftraft. Daer om was het dat hy aen den Prieur van Chiapa beval, dat hy , foo drae als wy in fijn Convent fouden gekomen wefen, ons twee aen twee , in onfe Kame- ren ,alsineenegevanckennhTe, geduerende den tij dt van drie daegen, foude op-fluyten j fonder ons toe te laeten daer uyt te gaén , dan alleen , om in de eet- faele te komen , in dewelcke wy ons des middaghs voor de Religieufen moeden vertoonen, op der aerdegefeten zijnde, ende niet dan waeter ende broodt tot ons middaghmael hebbende:, maer dat de Prieur, ons voor het avondtmael* foodaenighe fpijfe als hygoedt oordeelde foude mogen geven, en des avontsin onfe Kamers , welcke ons voor gevanckenifTen moeiten verftrecken , lae- ten brengen. Dit was dan de poenitentie , welcke die liftige ende wijfe Provinciael ons hadde op-geleghtj fy fcheen ons evenwel fwaer genoegh nae een foo goeden ont- bi jdt,ende het verveelde ons van vaften ende geyanckenifie te hooren fpreecken, nae dat wy met foo veele uytterlijcke praght waeren ontfangen geworden. Wy begonden als doen te dencken aen het fpel dat de Provinciael des avonts te voren met ons hadde aengegaen, erkennende de hulpe ende trooft die wy uyt lij ne doofen met Chocolate fouden ontfanghen ende genieten , nae dat wy ons middaghmael met waeter ende broodt hadden gedaen. Wygedaghtenoock aen het middaghmael, dat de Prieur ons, te S. Phi- lippo zijnde , gefeght hadde te fullen hebben , als oock dat hy ons waerfchouwde om onfe vryheydt tegebruycken. Dogh den goeden Prieur, welcke merckte dat ons uytterlijcke wefen in een oogenblick t'eenemael verandert was , en dat wy feer bedruckt fchêenen te fijn, begonde faghtelijck telacchen, om ons te kennen te geven , dat het voornemen foo van den Provinciael als van hem niet ten quaede ftreckte, dogh dat het geene fy deeden allen uyt een politijcque Itreeck fproot , en om den mondt aen de Criolen te floppen , welcke noyt fouden opgehouden hebben van te murmu- reren , foo men ons niet op de eene ofte de andere wijfe hadde geftrafr. Hy verfeeckerde ons daer-en-boven dat wy na onfe gevanckeniffe alle foorte van eere ende vorderlnghe te verwaghten hadden ,• dat wy , foo langh als wy by hem fouden zijn> niets fouden gebreck hebben, en dat hy , na dat wy met waeter ende broot het middaghmael gehouden fouden hebben, ons in onfe 'Kamers een ™ goede É^ilfif^ II.Boeck. "Door de tyaenfche Weft-lndïên. XIII.C ap. 183 avontmael foude fenden, dat genoegh foude konnen ftrecken om vier-ende- wintigh ueren langh vrolijck te zijn. Hier na begaeven wy ons na het Convent van Chiapa, in het welcke wy , door Komfte 'm het grootfte gedeelte der Religieufen, met veele vreughde ontfanghen wierden, het Cofl- wy befpeurden dogh evenwel, dat'er eenighe waeren ,' die ons met een quaet- ventte herte ende boos oogh aenfaegen. chiapa, Wy waeren foo drae niet in onfe Kameren gebragt , of de kloeke noodighde de andere Religieufen töt het middaghmael , ende ons te waeter ende te broodt. Wy begaeven ons in de eet-faele , ende als het Benedicite gefegt was, ende Beginfel de Religieufen alle aen de TaefFel waeren gefeten, foo waeren wy vier Phi- van de ïippijnfche Jonaflen , foo als ons fommighe Criolen genoemt hadden, ge- poeniteii- dwonghen op de aerde , in het midden van de eet-faele neder te fitten , , met de tic « beenen cruys-wijfe onder het lijf, even als de Cleermaeckers, om door die a#ie van nederigheydt te toonen het leetwefen dat wy hadden , wegens de ongehoorfaemheydt aen onfe Superieur Calvo betoont. Tenfelventijdtalsmenheteerftegerighteop de TaefFel aendifte , foo gaf- men aen yder van ons oock een redelijck broodt, met een pot met helder waeter, van het welcke wy met vreughde droncken,door dien wy, door de twee ontbij ten, welcke wy te voren gedaen hadden, genoegfaem verfaedight waren. Evenwel hadden wy in het midden van defe actie , welcke ons in het open- baermetfehaemtebedeckte, en die dogh onder de Religieufen over minder fouten dan de onfe geoeffent wierde, defen trooft, dat den Prieur ende Provinci- ael onfe Vrienden waren , dat die Caftijdinge vaderli jek was, dat wy uy t de han- den van die geene , die ons daer toe hadden verwefen , Chocolate om ons te ver- fterken fouden hebben,en dat wy dien avont in onfe Kamers beter fouden aenge- difcht werden , als veele andere , die maer twee a drie fchotelen voor haer mael- tijd fouden hebben.Hier quam by dat wy feeker Criolifch Religieus tot een me- de-macker in onfe poenitentie hadden, welke,foo wel als wy,op de aerde moefte fitten , ter oorfaecke van eenighe amoureufe brieven , door hem aen feeckere Religieufe Doghter , over ende weder gefchre ven , wekkers termen de paelen van de kuysheydt te buyten ginghen. . Dogh als ickbemerekte dat die Religieus ons met een wreveligh wefen aen- Doordek fagh, fchickte ick my tot hem , foo dighte als my mogelijck was , en horende dat Autheur hy hinnens monts mompelde, ende ons omgehoorfaeme Jonaflen van de Philip- vroli|ck pijnen noemde, foo beet ick hem oock, op een faghtewijfe, de twee volgende pverge- Latijnfche veerskensinhetoor, welcke my foo in de herffenen op flaende voet qiiaemén , wegens fijn quaet leven. . Simmialis atnor tefcribere turpafecit , ■ EcceHbigelidrtfrrtbentmedicaminalymfhó. Datis: Soo vuyle nonne-mïn u deed' ontughtigh fchrijyen , Suyp waeter in u baft , dat fal die brandt verdrijven. ï)og fo als hy die veerffen,welcke ick op ftaende voet maekte,gehoort hadde/o Autheur betuygde hy noch meer mifnoegt te fijn,fig van mijn af-fchickende,de ellebogen ende eea A^a op Criool. ^ss^ Gemac- kelijcke gevanc- kenifle. Werden «da er uyt cntflagen ende ver- deelt. DenAu- theurwert frofeffov 184 H.BoÈCK* Voyagie vanThomas Gage XIII. Cai». op-heffende, ende het Hooft fchuddende, dit verplighte my nae hem toe te fchicken , ende hem noch dit.veers op een vriendelijcke wijfe te feggen. Sölamenmferoêft, Joriö/ minere Pannettes. Hy beeldde fich in dat ick hem voighde om fijn broot af te nemen j ende dat het woöf t van Panettes hem by-nae föude hebben doen fKcken > foo hy fich van het waeter dat voor hem ftont niet bedient , ende een goet glas van het felve ge- droncken hadde, ick bemerckte hier door dat fijne gramfchap geftik was* en daer om feyde ick hem dat ick geloofde dat de kraght van fijne Liefde ge- maetight wierde. Op dek wijle hielt ick te waeter ende te broode een vermaeckelijck mid- dagh-mael met mijnen nae-buer den Criolifchen Religieus , ende nae de maekijdt leydde men ons weder in onfe Kamers 3 in dewelcke wy de Chocola- te , ons door den goeden Alvare% gefchoncken , droncken. De Spaenfche Religieufen quaemen ons in groote meenighte rn onfe Kame- ren befoecken , fommige om fich met ons te onderhouden , ende andere om ons Confitueren ende andere leckernijen te brengen. Men fprack ook aenftonts in het Convent van de Veerffen die ick op het voor- val van die Criólifche Monick gemaeckthadde, ende fyverftreckten tot on- derhout 5 geduerende die nae de middagh , aen alle de andere Religieufen. Die avont wierden wy terTaeffel gedient volgens de belofte ende de genereu- fiteyt van den Prieur, die ons, nevens twee van fijn Gefellen, nogh met fijne tegen woordigheydt wilde vereeren, ende fy naemen nevens ons het avont- mael in onfe Kamer. De dr^e dagen van onfe gevanckeniffè paffeerden dus op eene vrolijcke wijfe, ende wy wenften dat wy noyt in een ergere moghten komen , want wy hadden in defelve, behalven dat wy niet vryelijck moghten uytgaen, alle net geene wy anderfints fouden hebben konnen wenfchen , maeckende goede ciere, ende hebbende altoos eenighe van onfe Vrienden , om ons te onderhouden , by ons. Opfoodaenïge wijfe datwy konden feggen , dat onfe gevanckeniffè ons eer voor een noodigh hulp-middel dan voor een Caftijdingeverftreckte, omdat wy , nae foo een lange Reyfe , als wy van Mexico'af, tot aen dié Plaetfe toe ge- daen hadden > meer het ruften , dan het wandelen behoefden. Wy waeren foo drae nietinvryheydtgeftelt, of wy bevonden dat de Pro- vinciael ende de Frieur van voornemen waeren , om ons foo wel neder te fet- ten, dat wy nae onfe gevanckenifie eer ende aenfien in dat Landt fouden kon- nen verwerven. Men font twee Religieufen van ons Gefelfchap op het platte Landt, om aldaer de Taele te leeren , en voorde Indiaenen te konnen Predicken, ende daer nae met eenigh Beneficie te voorfien te werden. Sy gaven oock aen my, ende aen een van mijne Gefellen de permiffie om nae Gmtimala tegaen-, ende aldaer inde Univerfiteyt de Jeught in de Theolo- gie ende Philofophie te onderwijfen, doch men (telde ons vertreck totaeii St.Mi- /p*i <**• jrLiH&F II. Boeck. Tïoordc fyaenfcheWeft-lndiïn. XIIlCap. ï% Sr. Michiels dagh toe uyt, om dat dat de tijdt was in de welcke men de Sch ojen ofte de Cl'aflen opende , ende de Regenten veranderde. DeProvinciael hebbende ook de veerflèn gehoort ,óie ick voor de vuyft op het werckvanden Cnolifchen Religieus gemaeckte hadde, ende daer door be- merckende dat de Latijnfche Taele in Engelandt gemeenderwas dan in Spai- gnien,flaende men aldaer door veele folcecifmen den armen Prifcianus deerlijck aen het oor,en wetende darmen eenPerfoon,die dieTael verftont van noden had- de,om in het Convent van Chkfa^n het welcke het onderwijfen van de jeugt, jaerluckswelop-brenght, de Gramatica ende de Syntaxis aen de Kinderen te keren, badt my die laft te willen aen vaerden , tot die tijdt toe dat hy my nae Guatimala foude konnen fenden > my belovende te affifteren met alle het geene dat ïck foude moghen van noden hebben , foo om boecken te koopen , als om my van andere noodtfaeckeliickheden te voorfien, fegghende Mvq dat ick, foo als ïck voorgenomen hadde, fomwijlen evenwel op het platte Landt om dat te befighnghen, foude moghen gaen reyfen 3 ende befien het geene daer omtrent het aenmerckens waerdighfte was. lek kondedefe aenbiedinghe, welcke my foo voordeerigh was niet af- wijfen , foo dat ick in die bediennighe te Chiapa verbleef, van de Maendt van April af tot aen het eynde van September > ick verkreegh daer veele reputatie ende aenfien by den Biffchop ende den Gouverneur, dogh voor al by den Pneur, welcke noyt eenighe reyfe op het Landt tot fijn vermaeck aenvingh fonder mijn mede te nemen y dit gaf mijn gelegentheydt om den Staet ende njekdom vznChiapawd te door-gronden, die ick dan getrouwelijck in het volgende Capittel lal gaen befchrijven. Maermercktalvoorensaen, lieve Leefer, de wonderiijck barmhertigheyt ende befhennge*an den Almogenden Godt over my arme Sondaer, welcke het geliefde my niet alleen op de voorverhaelde wijfe van die voor ziel ende lic- chaem gevaerlijcke Philippijnfche Reyfe teverloffen, maeroockeenfeerho- norabel,en, voor mi;n ftaet, profiubel.employ te geyen , waer voor fijnen naem dan eeuwighhjck gedanckt zy. te Gauu Enby provifie Meefter in de Latijn» fche Taele te Ckiajia» Waer door hy feer geilen ende be- mint werti Aa % HEI i86 ILBoeck. Voyagie vanThomas Gage XIV. Caf. 'JBefcbrij- vinge van het Landt endePro-- vintie van Chiapa. Gelegent- heyt daer Overvloei vanCo- Tiiiie. Hooft- geltin Chupa. HET XIV. CA PIT TEL. Befchrijvinge van het Landt ende Trovintie van Chiapa. Gelegentheydt daer af. Overvloei van Cochenille. Hooft- feit in Chiapa. VerdeelingevanCWx^x Kout Climaet en ette in de Valeyen van Chiapa. Capanabaftla. Izquin- tenango. OvervloetvanCatoen, envanVifch, Vleefch, &c. Schaersheydt van geit. S'chaede door de Crocodillen. Begerigheyt derjefuiten vertoont. Kaerigheyt van die van Chiapa. Haer Koophandel. Merckt. Haere frugaliteyt. ^Dertele Religieufen* *P lompen Adel. HOe wel, nae het gevoelen der Spaigniaerden, de Provintie van Chiapa eene van de armfte van geheel America is 3 om datmen daer nogh geene Mij nen ontdeckt , nochte geen gout in het fandt van de Revieren heeft gevonden* oock dat in defelve geen Haeven aende zijdevandeZuyd-Zeeis, tot vertieringe van de Koopmanfchappen , en om te handelen met die van Mexico , van Gttaxaca ende Guatimala, foo kan ïck evenwetfeggen , dat fy veele andere Provintien varf Mexico overtreft , in grootte van Vlecken ende Ste- den , en dat fy aen niet eene hoeft toe te geven nochte daer voor te wijeken , als alleenlijck aen Guatimala ; ick kan oock felfs verfeeckeren , dat in alle de reftevan America niet eene Indiaenfche Stadt is 3 weleke men foo groot, ende, door deNatuerellen van het Landt foo fterckbevolckt fal vinden » als het In- diaenfche Chiapa. De Spaigniaerden hebben groot ongelijck van dit Gewefte op fodaenige wij- fe , als fy doen , te verachten 3 want fy moeften bedencken dat hettuffchen Mexi- co ende Guatimala is gelegen,en dat van de fwackhey t ofte fterekte van het Mwe, de geheele kraght ende behoudeniffe van Americahmght, om dat , wanneer het nietgefterektis, hetfeergemackelijck valt door de Reviere van 'ïabafco daer in te komen > en dat het oock grenft aen de prontieren van fucatan, Dat meer is» de Inwoonders drijven niet alleen een genoeghfaeme conü- derabilen handel onder malkanderen, door Coopmanfchappen die in dele Pro*- vin tie vallen, maeroockfelve met de andere Provintien , ende daer en is gee- ne Plaetfe in America , uy t dewelcke de Spaigniaerden foo veel Cochenille tree- ken , als fy uyt eene eenige Provintie van Chiapa doen. Behalven dat de Vlecken, welcke groot ende wel bevolckt zijn, het inko- men des Konincks merckelijck vermeerderen, door de Schattinge* Welcke alle de Inwoonders jaerlijcks, hooft voor hooft^ aen de Spaenfcbe moeten be- taekn. Pit sm II.Boeck. T>oor detyaenfchefPeft-Indiën. XIV.Cap. 187 Dit Landt is in drie Provintien verdeelt* te weten, die van Chiapa, die van de Zeldales, ende de Zcaites, Yan dewelcke die van Chiapa van het minfte ver- mogen is. De eerftebehelft de groote Stadt van het Indiaenfche Chiapa 3 ende alle de Vlecken ende Dorpen die om de Noordt nae Maaui/apa gelegen zij n , ende be- ooften de Prieurye van Comitlan, welke alleen thien onderhorige Dorpen heeft, ende veele Hoeven, op dewelcke men veel Beftiael, Peerden ende Muyl- efelsaenqueeckt. Digte by defe Prieurye van Comitlan, is de groote Valeye van Capanabaflla , het welck mede een ander gedeelte is 3 dat figh nae de kant van Zoconiqco uy t- itreckt. Defe Valeye is aenmerckens waerdigh , door feeckere Reviere , wekke uyt het Geberghte van de Cuchimatlanes fpruvt , lopende door het Indiaenfche Chiapa , ende daer na in de Reviere Tabafco Iti omende. Sy is mede feer vermaerd door de groote meenighte Vifch , welckeindie Reviere gevangen werd , ende den overvloed van Beftiael, welcke daer omtrent geweydt werdt , en waer door niet aljeen de Stadt van Chiapa , maer oock alle de omleggende Plaetfen gefpijft ende voorfien worden. Hoewel de Stadt Chiapa ende Comitlan in een koudt Climaet leggen , door dien fy op de Bergen geftight zijn , foo is het in tegendeel feer heet in de Va- leyen , door dien fy feer kegh leggen , ende daer onftaen dickmaelen fwaere on- weders , van de Maend van Mey af tot aen St. Michiels dagh toe 3 welcke met groote Donder-flaegen ende fchrickelijcke Blixemen zijn verfeld. Het voornaemfte Vleck , in het welcke mede de Prieurye is , werdt Capa- nabaflla genaemt , in het felve woonen meer dan aght-hondert Indiaenen. Dogh dat van I^quintenango is noch grooter , het leght aen het eynde van de Valeye , nae het Zuyden , ende aen den voet van het Geberghte van de Citchn- matlanes. Het Vleck van St. Bartholomeus , het welcke aen het 'andere eynde van de Valeye leghtaen de Noordt-zijde , is noch veel grooter dan detweevoor- gaende , en de Valeye is omtrent veertigh mijlen langh ende twaelf mijlen breedt. Alle de andere Vlecken fijn aen zijde van Zoconu^co gelegen , nae welcke kandt het-gheduerigh heeter werdt, zijnde het Donder ende Blixemen daer oock veel kraghtiger, omdatmendieweghuyt, meer aen de Zuydt-Zee nae- dert. Boven dat het Beftiael in foo groote een meenighte in die Valeye is, foo werdt in defelve oock foo veel Catoen vergaederdt , dat uyt het felve de voornaemfte Coopmanfchap van dat Landt beftaet , door dien men van het felve een groot ghetal Deeckens maeckt , met dewelcke fïgh de Indi- aenen kleeden ; oock koomen de Cooplieden , van verfcheydene quartie- jieiij defelve haelen^ ofwel werden fy door de Inwoonders verreuylt voor Aa 1 Cacao 3 Verdee- lingedaer van» Koudr Climaet van Chiaptt enhettein deValeye, Capana- baftia. I^quinte- nango, Overvloei van Ca- toen. En van Vifch , Vleefch, Schaers- heytvan Kaerig- heydt van die van Chiapa. ï88 ïï. Boeck. Voyagic van Thomas Gage XIV. Cap, Cacao, aen die vanZocreecke blijven van een kruymken op eene van haere Knevels te leggen, ende, de mine van dat daer af telightenmaeckende, te feggen! Ha, mijn Heer , wat hebbe ick daer een delicate Patrijs gegeten , ende dat alleen om te Kt'»" H.Boeck. "Door de S'faenfchejfejf -Indien. XV^Cap. i 9ï kennen te geven dat fy een goede taeffel houden ; hoewel fy in der daed niet dan degefeyde Frixolen ofte gekoockte boontjensgegeten-hebben. Hoe fy oock op haere geboorte ftorfen ende pocchen , foo beftaet dogh alle ha- re hantennge in het aenqueecken van Béffoel, ende haere meefte rijckombe- ftaet m paght-hoeven, op dewelcke men Offen ende Muyl-Efels aenqueeckt en- de onderhoudt. Het is waer, darmen fommige onder haer vindt, welcke Vlecken van de Indiaenen onder haer behorende befitten , van dewelcke fy Commandeurs ge- naemt worden, ende dat een yder van de Inwoonders defer Vlecken gehou- den 1$, aen liaer het jaerlijckfche reght in gek ende in Pluym-gedierte te be- taelen, ' & Sy hebben gantfch geene genegentheyt tot de waepenen , en hoewel fy fom- wijlen feggen , dat fy wel genegentheyd hebben om Spaignien te gaen fïen, foo ïs'er dogh met een onder haer, welcke foude derven waegen, daeromdeZee te paffen , want fy houden het daer voor , dat'er niets ter weerelt beter is , als geruftelijck in fijn bedde te flaepeu. i Hondert goede Soldaeten fou,den feer ïightelijck alle defe Doms van Chiapa m route en op de vlught flaen , en figh te gelijck meèfters van de Stadt maecken , wekkers aen ende ïnkom-ften foo open leggen, dat de Efeis ende de Muyleu daer geduerigh by nagfit en dagh uyt gaen , om in het Velt te gaen weyden. Men heeft evenweJin defe Stadt een Gouverneur met een Biffchop. Het Ampt van den Gouverneur is feer aenfienlijck,door dien Mine niaght A feer wijd uytftreckt, aengefienhy de Spaigniaerden ende de Indiaenen han- delt, foohethemgevält^ en door dien hy hadde gefonden, omnaedeü^^gevoertte werden,, foo viel het alles in de handen der Hollanders* Hare haa« Haere laf- hertigheyt endekley- ne gene- gentheyt totreyfen en tot de wapenen. Maght des Gouver- neurs. Onrecht- vaerdigh goetbe- dijdniet» Bfe J9E.T li Inkomfte desBif-i fchops van Chiapa. waerin hetbe- ftaet. Sotternye derlndia- Den Au- theurdoet met den BifTchop devifite ten plat- tenLan.de. 191 II.B0ECK. Voyagie vanThomas Gage XVI. Cap* HET XVI, CAPITTEL. Inkomfte des Bijfthops van Chiapa. Waer in het beftaet. Sot- ternye der Indiaenen. 'DenAutheur doet met den Biffchop de vifite ten f latten Lande. Humeur van den Biffchop. tJHis-bruyck van de Chocolate door de Vrouwen, Ordre des Biffchops daertegens , verbittert de Vrouwen. Onver- fette/ijekheyd des Bijjchops. Herdneckigheydt der Vrouwen. Oploop daer uyt ontftaen. *De vrouwengaen in de Kloofler- K er eken. Verheten die eyndelijckoock. welcke haer befte deeden , om aen de Dien$-maeghden de vaeten , in dewelcke fy de Chocolate aen hae- re Juffrouwen braghten , te ontnemen ; welcke 3 als fy eyndelijck faegen , dac opdenBiffchop, noch met gewelt, noch met foetigheyt, te winnen was, voor haer naemen uyt de Cathedraele Kercke te blijven, foodaenigh, dac men van die tijdt af aen, daer niemant ïnfagh verfchijnen, ende fy alle gin- ghen de MifTe ende het Sermoen in deKerckenvandeKlooftershooren, in dewelcke de Monicken haer nae haere gewoonlijckewijfe lieten leven, niet anders doende dan haer vriendelij ck vermaenen, ende hier door gebeurde het dat de Monicken fich verrijckten ten koften van de Canonicken, endevan de Priefters van de Cathedrale Kercke, door dien daer niemant quam om yets te geven. - Dit werek en duerde niet lange , want de Biffchop fich tegens de Monickenr vergrammende , deede een andere Excommunicatie aen placken , door dewelc- ke hy aen alle de In woonders van de Stad beval in de Cathedraele Kercke te ver- fchijnen, endealdaerdenGodts-dienftbytewoonenj doch de Vrouwen > in plaetfe van hier nae te lüyfteren , hielden fich een gantfche Maent in haer.Huys öpgefloten, fonder te Kercke te gaen» - Omtrent defe tijdt wierde de Biffchop gevaerlijck fieck, ende hy begaf figh in het Convent van de Jacobijnen , door dien hy figh voor vaft inbeeldde , dat'er niemant in de Stadt was, welcke geduerende fijne fieckte, forge voor fijne ge- fontheyt foude willen dragen , dan den Prieur van dat Kloofter , op dewelcke hy fich volkomentlijck vertrouwde. Men font om Do&oren nae verfcheydene quartïeren , doch Cy alle verfeee- kerden dat den Biffchop vergeven was, hy felve feyde op fijn doód-bedde dat hy het ooek foo gevoelde, ende badt Godt dat hy het aen die geene, welcke het had- den uyt-gewerekt , wilde vergeven, Hem ootmoedelijck verfoeckende de Offerhande, welcke hy van fijn leven deede , voor aengenaem te willen houden, door dien hy dat vry williglijck pver gaf tot befcherminge foo wel van Sijne eerfr als van die van Sijn Huys. Sijne fieckte duerde in ons Convent maer aght dagen, ende foo drae hy overleden was fwol geheel fijn licchaem nevens fijn Hooft ende aengefigte,. fcodaemgh, datmen nergens de huydtkondeaenraecken a oftedefelvequarn se llüOTLC^Ttoordefyaenfchemjl-indim. XVI. Cap. r 9f teberften, ende wierp etter uyt, het welcke dan een teeeken was van een al- 'gemeene verdervinge in het licchaeiru ïm&%$? ? ta i r WaS feeckere Juffronw van mijne kenni/Te, defelvewierdebe- Sufpitie 'fchuldigt dat ff, met een van de Pagien van gefeyden Preker , al te geme? nfaern weoc Was, en dat fy aen hem, doormiddel vangeféydePagie, een kop verriftifihdë fijn* Chocolate hadde doen geven. dood lek hebbe haer felve hporen feggen,dat weynigh lieden over den dood van den Biflchop bedroeft waèren , doch dat voor al de Vrouwen reden hadden om defelve niet te beweênén ; fy voeghde daer by , dat fv gedoofde,, dat , door dien hy foo veele af-keengheyt betoont hadde, regens de Chocolate/die men in de gereken dronek, diegeene.,. welckehy inüjn-Huvs hadden gedronckenr met ïijne compleäie niet wel hadde over-een konnen komen. Dat gaf naederhant gelegentheyt tot. het maecken vaneenfpreeck-woort, door het welcke men feyde.datmen fich moefte waghten voor de Chocolate van Chtapa , en ïck dorfle felve die in geen Huys drincken, fooick niet wel verfeee- kert was van de genegenthéyt van geheel het Huys-gefin. v Pe Vrouwen van die Stadt fijn feer aen haer vermaeck overgegeven, ende de Ligtveer- Duy vel heeft haer aenlockelijcke manieren van doen-geleerr, doordewèlcke dighey hy, even als met haecken., de zielen tot defonde ende de. verdoemeniffe weet van de te trecken , ende by aldien men dek Vrouwen af-flaet foo weten fy het middel , Vrouwen om door een kop Chocolate ofte door een doofe met Confïtueren, indèwelc- vanctó- ke de dood beflooten leght, haerewraecke te nemen. P a - _ Defe Juffrouw welcke men verdaght hielde., endedie.oock felve eenige fwa- Rencon- ngheyt, wegens den dood des Biffchops, hadde, font my verfcheyde maelen tre van ^oofen met Chocolate ofte wél met Confituereh , ende ick nam defelve aen , den Au- om dat ick die bemerekte als voor een foorte van erkenteniffe, wegens de moey- theu r met te die ick hadde gehad van aen haer wat Latijn te leerén. ecr > van i Sy was van een feer aengename ende vermaeckelijcke omganck , oock konde defcl ve- ick daér m met quaets befpeuren,tot dat zy. my,op feeckeren dag,een feer fchoo- i s né vrught van een Palmitas font , zijnde iq een neusdoeck gewonden >■. endë>e- hèel met Roofenende met Jafmijn- bloemen bedéekt. : « Ickdaghtealsick de neus-doeck los maeckte, dat ick onder de Bloemen, cenigh njckelijck gefchenck, ofte een goedt getal van ftucken van aghten foude vinden, ende ick ftondt feer verbaeft dat'er niet dan die vrught in be~ floten was, en noch te meer, als ick, defelve wel bekijekende, bevondt," dat men, met een mes, op de felve, eenherdt, met twee pijlen door-boordt, gefneden hadde, waer door ick feer lightelick, demeeninge van het herte,. het welcke my het gefonden hadde, ontdeckte. •Hier door vondt kkmy verplight in het toe-komende wat voorfïghtiger te zijn, ende wat meer ingetogen in het ontfanghen van de gefchencken van die Juffouwe, oock fondt ick haer haere Palmitas. wederom, nae dat ick daer de volghende woorden in-gefneden hadde : Scolyudt cm vrught en werektnkt Bb l Haer. ï 9 5 ÏL B OE c k . [Voyagie van Thomas Gage XVI. Gaf. " Haer voornemen ende mijn andtwoordt wierden in die kleyne Stadt wej haeft rughtbaer, ende daer door wierde die juffrouwe Teer tegens mv inge- nomen | foodaenighd.atfyl}aer.Soon, welcke "by my ter fchoole ginck , van rhynam, oock dreyghdefVj by veele voorvallen, dickmaelen, my e,qi treek van de Vrouwen van Chiapa te fpeelen. Hier door. nam ick noch meer aght op mijn felve , als gedaghtigh fijnde aen de Chocolate" van den Bifithop, oock bleef ickiri die rampfeelige Stadt niet veel tijdtsnae dit voorval, ende is van defelve niet te feggen dan dat de Mannen aldaer reghte bot -muylen zijn, ende dat het befte werek der Vrou- wen is y vergiftighde Chocolate ie bereyden. HET XVII. CAPITT L. Befchrijvrngevdn het Tndiaenfche Chiapa. tJMeenighte van • Adel daer w, Moedigheyt van een Indiaenfch Gouverneur, Bequaemheydt van de Indiaenen van Chiapa in waeter- vertöoningen. Andere bequaembe den derlndiaenen* On- voorJightigheytderSpaigniaerden. Lome dien door de lm diaenen vertoont. Rijchdom der Stadt. Overvloedt van leef-tóght. Gropie hette in Chiapa. Koele avondt-ftonden, Ingenios. Muylen ende'Paerden. Gebreck van Tarwe Handel met Bïfcuytende overvloei van Catoen. TWaelf mijlen van defe Stadt af is een ander Chiapa gelegen, het welck* vry meer lof verdient, dan het geene wy hier voren befchreven hebben. Het meefte gedeelte van de Inwoohders van het felve fijn Indiaenen , en het is een vandegrpotfte Steden die fy in America hebben , want daer in zijnj ten minften , vier : duyfent Huys-gefinnen van die Landt-Aerdt. De Koninghen van Spaiginen hebben veele Privilegiën ende Voor-reghteq aen de Stadt gegeven j hoewelfy evenwel door de Indiaenen geregeert wordt : foois fydogh onderhorigh aen' den Gouverneur van het Spaenfche Chiapa^ welcke föodanigeïndiaen , als hy maer goet vindt , aenftelt, om de Stadt te be* (tieren , hy maèckróock de andere mindere Officiers. De{c Gpuverneur magh , aldus gekofen fijnde, rappier ende poigniaerdt draeghen, oock geniet hy veele andere Privilegiën boven de andere Indiaenen, In geene Stadt van America fijn foo veele Indiaenfche Edellieden als in defe. Als ick in dat Landt was, wasfeeckere Dom Philippo de Gu^man aldaer Gou- verneur, hy waseenfeer rijck Indiaen , ende hy hadde altoos twaelf foo . * fchoone ÏI.Boéck. TïoordetyaenJcheWèJl-Indïên. XVU.Cap. i 97 fchooneHandt-PaerdenopfïjnMalseenigeSpaenfch Gouverneur in diePro- Moedi*-' ^Sifef^^^ endecouragie dan hc$ï» ZLl He 2 r ondei ^ etPi ' oc ?dathyvoor de Cancellaryevan Gk4- cenlndU .ff 7 5 e g ens f en n Gouverneur van het Spaenfche Chiapa uyt voerdde tot aenfch voorftandt van de Privilegiën ende de voor'reghten van fijne Stadt fulck Gouver. koftehem veel gek, ennaedathyhetfelve gewonnen hadde, dlcle hy foo neur. veelevreughde-teeckeen, foo op het Waeter, als te Landt, aenreghten en Pe^n^^ da — iet «* - * Hof teM?drSrouS igen te vertoonenfy overtreffen daer in alle andere f oock verbeelden fv op deIndia * |n aengenaeme wnfe de Nymphen van den Bergh Parnaiïus , Neptunus nenvan EoIusendeandercHeyd^^ ïaer aenfchou wen, doen verbaeft (hen >«"»cucgccnc,cue waeter . Sy formeren 'een Oorloghs-Vloote uyt haere Scheepen, met defelve Bele- Vert °°- latfyfchijnenindenOorloghterZeeopgevoetteziin , lJ3^^iïflS^^^^^ : inhet Tournoyen, in Andere nhetnanfTen j „ft " h f nede c r %" ^fen Leger, indeMufijcq-konfte bequaem- leslicchaëms 7 Wljckende Spaigmacrdcn niet in alleandere oeffeningan heden der »^?T ke uu S M dei ; ende CafteeIen van hout, welcke fydaernaemetge- oJoJt" fM^Ï^^ 3 f ybelegerendefelvemWscheepen, en vègÖ-, 2*™'- eredlraehTrf V deren ' T *^P** met Vyer-ifocken endemetan- heft der dkn^ 1> £ £2 f g / ^ Wa - •? d / r daet ende met ernft * in het werc k te ftellen , f Ac SOl y , ma r f P eeI j-^ f f d °en, de Spaigniaerden ende de Geefteh Se en, foobequaem hadden gemaeckt.. ' Sy verroonen oock dickmaelen Comedien, oockkftaethaeFgewoönlijck r * ~ ermaeckdaerin, fy doen dit met foo veel generofiteyt, datfy deonkoften 9 ome f ien letontrTenyanm defelve de Religieufen, endedeInwoondersv^7hïr?o m - t?** SM^rf ^^r^^^Weendedranck, 5SÏÏ2SS veiooS ftlÄ^ -netdaerdanoock ^ /ekke S Set difvÄ' doo \ die 5 ,erveeIe r f - hebbendeInwoo " de ^ Z iin, Rijckdom /elcke met die van het platte Landt, even als de Spaigniaerden doen han- der Stadt. Êt^r^^ ^AerïVleefchofteVifchhebbenfygantfchgeengebreck, wantvandelaetfte r> i «te werden fy overvloedig* voorin dol de Reviere wekk ^voorbyt ^ Stadt toght. ^3^3 i9§. ILBoECK. Voyagk van Thomas Gage XVII.Cap; Stade droomt ,oock hebben iy veële paght-hoeven, op dewelcke de ruymte; vanBeftiaelis.- ,; "' ' ' ; } -'; ; : < * • , • .. , i-Onderalle de Religièufen-y wMcke^h indiePkëtfë hebben neder geflageti , ■ fTJn'dievandeÖrdfèvanSt; 5 Domirii : cüs de aenfiënlijckLtë, fy hebben een feei ;fchoón Gort vent, erïdedatinpchdaer-en-boven eën andere Kercke ofte Capel- Ie die onder het ferveftaet. ' : " jlstoie- De hette is aldaer foo groot , dat de Religïeufen endé de ïndiaenen genoot- faeckt zijn, meeft den tijd /een doeck om haren hals te draegën , om haer aenge fightë van hét afweet te drogen-, hier dóór blijven fy oock langer aen de taerfe dan fy anders wel doen fquden , door dien fy niet een beete ih de mondt konnei fleeckén , ofte de dtöppelèn'lböpen haer langhs het äengefighte. De-avoiid-ftonden fijn daer evenwel koet ende aengenaefci , en daer door \i men oock gewoon defelve te befteden om figh te vermaecken, en omindi Alle'en en in de Tuynen, die op de kant van de Revierezijn, tegaenwarï delen. Twee adrie mijlen van de StadtheeftmentweeJ^ew/w , ofte Paght-hoe ven , op deWelèkë men de- Suycker teelt ; eerië van defelve behoort aen het Cqn vent van de Jacöbijnen vanCbiajia , ende de andere mede aen de felveReligieu Muylen en £ n van />ï, hetisderïjckile van alle de Provinciën van het Landt van Chiapa in hetalgemeyn geno- men, fyftreckt figh aen de eene zijde uyt naT 'abafco 3 van waer men ewaeter, langhs de Re viere van Gryaha, deKoopmanfchappendesLandts ïae St. pan D'XXthua ofte Vera Cru% brenghr. Defe Provincie handelt oock met het Landt van \ucatan door de Haven, velcke men Porte Rcal noemt, oock met die welcke tuflêhen de mondt van Ie ReviereGrj^iWende fucatan in-leght. Des niet tegenftaende, hoewel defe Revierevan Tabafco ofte van Gryaha ïndeoock Porto Real feer gelegen leggen tot den handel op de Provincie vande Zoques, foo fijn fy evenwel oorfaeke dat de Spaigniaerden daer in eene geduerige rreefe leven, om datfy haere fwackheydt bewuft zijn, ende feer wel weten, lat, foo eenigevremde Natie het wilde waeghen, kloeckmoedelijck in het Landt), doorheen van defe PalTagien te trecken, fy het gheheele Landt van Zhiapa fouden in nemen, ende van daer tot in de Provincie vanGuatimala bor- dringen. : Dogh door dien de Reviere van Tabafco niet feer diep is, ende het Climaet eer heet , zijnde de Vlecken oock feer geincommodeert van de Muggen, snde de voornaemfte Koopmanfchap van dit Landt niet dan Cacao } foo heeft iilcks de Hollanders, ende de Engelfche belet, nae dat fy de Revieren op- jevaerenwaeren, dieper in het Landt te trecken, fy fijn te rugge ghekeert, :en feer rijck Landt verlaetende, ende verfuymende de middelen om haeren laemeonfterrTelijcktemaecken, ende dat uyt infighte van eenige confidera- ien endebeletfelen welckefeer weyingh tebeduyden hadden. DeVlecken ende Dot pen van dek Provincie van de Zoques fijn niet feer groot, Cc maer BeTchrij- vinge van de Provin- cie van de Zo^UiU ' Haere fwackheyt endede vreefe der Spaen- fche. Sloffig- hejtder Engelfche ende Hol- landers. Meenighte 200 ÏI.Boeck. VoyagievanThömasGage XVIH.CapJ vanZijde maer in tegendeel feer rij ck, om dat'er feer veele Zijde valt 3 nevensdebefte enCoche- Cochenille van geheel America, oock vintmen nergens meer van defe laetfte Mille. foortedanaldaer Daer en is niet een Indiaen welcke fijne Boomgaerden niet beplant.heeft met die Boomen , die het voet-fel aen die Wormen geven , welcke ons de Zijde verfchaffen, niet datfy die voor defen veel ach teden , doch door dien fyfagen dat defelve by de Spaigniaerden inhoogeeflimewas, en dat fy haer daer gek voorboden, felve haer dwingende die te planten ter plaetfen daer fy beter clan in andere contreyen aerden wilden. Handel j) aer va j c f 00 g VO ote meenighte van zijde in dat Landt , dat de voornaemfte daer mede h anc [el van fe ïndiaenen beftaet in Tapijten , die daer van gemaeckt zijn ; defe gedreven. ^ n V eel-verwigh , ende werden door haere Vrouwen gewerckt, fy ver- handelen defelve daer nae aen de Spaigniaerden, welcke die kopen om nae Spagnientefenden. Hetiseenverwonderenswaerdigefaeckealsmen de verfcheydenheydt fiet van de wercken van defe Indiaenfche Vrouwen 3 welcke foo fchoon ende wel gemaeckt zijn, dat fy tot Patronen fouderi konnen dienen aen de befte En- gelfche MatreÜTen. Aei't van Het volck van dat Landt is aerdigh ende verftandigh* fijnde wel gemaeckt de In- van lijf en leden. Aende kantvan Tabafcois het Climaet heet, doch binnen woonders. in het Landt fijn plaetfen daer het feer kout is. Overvloet Daer is grooten overvloedt van Mai% maer geene tarwe, oock valt'er foo van leef- veel Beftiael niet als aen de kant van Chiapa.i wat het gevogelt aen gaet ende toght. het Wildt-bradt nevens de Kalckoenen , men vindt dat daer in foo groote meenighte als op eenighe andere plaetfe, hoedaenigh die oock fy. Befchrij- ^ e P rov i n cie van de Zeldales is aghter die van de Zoque? geleghen, figh vinoe van uytftreckende van de Noordt-Zee af binnen het vafte Landt tot aen Chiapa de ïelda- toe > oock grenft fy op fommighe plaetfen nae het Noord- Weften toe aen de ffï. Frontieren van Comitlan ■, aen de Zuydt-Weft fijde raeckt fy aen het Landt Wilde In- van dielndiaenen die noch door de Spaigniaerden, niet fijn ondergebraght dianen. ende die dickmaelen in het Landt van de Chriften ïndiaenen komen ftropen verbrandende haere Dorpen ende haere Haeve mede nemende. De voornaemfte Stadt van dat Landt is Ococingo genaemt, defelve is een Frontier-plaetfe tegens die ongelovighe. Cacao ende Defe Provincie werdt onder de Spaigniaerden voor rijck gehouden 3 o» ^cbioue. dat'er groote meenighte van Cacao valt 3 die fy veel aghten, omdatfy haeren dranck, Chocolate genaemt , daer van maecken ; oock vintmen daer een andere Coopmanfchap, by haer Achiotte geheten, met defelve geven fy de couleur aen dien dranck; Achiotte is een greyn van het welcke men de cou- leur maeckt, diemen in Europa J{ocou noemt, men vindt die in alle de Ey- landen ende het vafte Landt het welcke tuflchen de twee Tropici in leght. Yrught- Daer fijn oock veele Verekens, Wildt-braedt , Kalckoenen, Waghtek, baerheyt Beftiael , Schaepen, Mai\» Honigh, en ten tijde dat ick my daer bevondtj was lI3o*CK.7)wdefyaenfefcfPejï-Indifa. XVIH.Cap. ioi was men doende om by Ococimo een Suycker-molen te maecken, ende men geloofde dat het Suycker-riedt daerfoo goeden tier hebben foude, als om- trent het Indiaenfche Qhiapa. Het Landt is voor het meefte gedeelte hoogh ende berghaghtigh , maer de Stadt van Ococingo, leght in een aengenaeme Valeye > in defeTve fijn veele Stromen ende Beecken van foet waeter, hier om gelooftmen dat die Plaetfe feer bequaem fal fijn om Suycker te teelen. De Religieufen hebben oock tarwe in die Valeye doen faeyen, fy is'er feer wel opgekomen , ende men heeft die uytnemendegoet bevonden. Nae dat wy nu geheel het Landt van Qhiapa befchreven hebben , het welcke aen de eene fyde omringht is door Zoconu^o , ende van daer tot aen de Pro- vincie van Guatimala door het Land van Zucutepeque figh uytftreckt, ende aen de andere fyde door Tabafco ende de Zeldalujn dewelcke men foo veel Cacao ende Achiotte vindt, welcke de voornaemfte ingrediënten, van dewelcke fyde Cho- colate maecken , zij n, foo wil ick,voor ende al eer ick uy t het Landt van Chiapa, om nae Gu.atimaU te gaen, vertrecke, yets van die twee drancken feggen, welcke in foo hooge aghtinge by de Spaigniaerden zijn, ende die, nae mijn gevoelen , niet behoorden verfmaet te werden , maer veel eer aen alle Natiën bekent gemaeckt, om door middel van defelve hulpe te fchicken tegens foo veele misbruycken, als'er door de Wijn ende andere drancken in Europa, begaen werden. Men fal dit te minder vremt aghten, door dien wy daegelijcks fien, hoe veel moorden, doodt- flaegen , dieveryen, oock onkuyfcheden ende andere ronden door den dranck voor- vallen , en datmen ter contrarie , ter plaetfe , daer de Luyden foberder zijn , nergens nae foo veele van diergelijcke fouten hoort, zijnde de dronckenfchap , voor die geene , welcke haeren dranck niet wel kon- nen draegen , niet dan een opene deure tot alle ongebondenheyd , jae felve tot de foodanige , aen dewelcke fy met ontnughterde finnen noyt fouden derven ge- dencken, ende die haer daer nae heete, dogh niet te paffe komende 3 traenea doenftorten. Cc HET Redenen die den Autheuï bewegen es Choco Lite te be- ichrijven, Naems- oor- fpronck. %oi II.Boeck. Voyagie vanThomas Gage XIX. Ca p. HET XIX. CAPITTEL. Redenen die den Autheur bewegen de Chocolate te befchrij- ven. Naems oorfpronck. 'Definitie. Befchrijvingevande vrught Cacao. Boter van de Cacao gemaecki. Hoedaenig- heden van defelve. Galenus by-gebragt. Sotbeyd der Spaen- Vrouwen. Tederheyd van de Caca'os boom. Hoe de vrugt groeyt. Is twee'erley. Maniere om de Chocolate te maecken. Chocolate van Antonio Colmenero. Hoedaenigheyd van de Caneel, en van de Achiotte. Hoe die laetftebereyd werd. Lange Te f er en haer e foorten. Bainilla. Hoedaenigheydt van de Chocolate. Hoe die gemaeckt werd. Maniere om die te drincken. Tweede maniere. Tierde maniere. Vierde ma- niere. Schaedelijckeyd daer van. Swackheyd der maege in Indien. Oorfaeck van de verJ?oj?pingen door de Chocolate verweckt. Vettigheyt door de Chocolate veroorfaeckt.Middei om de Chocolate in Engeland te hebben. Onkunde der En- gelfche ende Hollanders. Handel met de Cacao gedreven, Befchrijvinge van de Atolla. Hoe die verkoght werd. Ge- bruyck daer van. DOor dien de Chocolate jegenwoordigh in het gebruyck is, niet alleer in alle de WefMndièi^maer ook in Spaignien,in Italien ende in Vlaen- deren , met een generaele approbatie'van alle verftandige Doctoren ir \deMedicijne 3 onder dewelcke Antonio Colmenero deVedefma > welckeinde In- dien gewoont heeft , een uytfteeckent Tractaet heeft gefchreven , in het weki« hy geleerdelijckfpreecktvande maniere ende eygenfchap van die dranck > foc hebbe ick gelooft dat ick, te defer plaetfe, daer oock van moefte fpreecken, ende voor oogen ftellen het geene ick daer van op de plaetfen, daer fy waft,gefïen heb be , ende in twaelf Jaeren tijds , by eygen ondervindinge, vernomen. Het woort Chocolate is eygentlijck een Indiaenfche naenrfs beftaende, foc eenige feggen , uyt het woordeken Attent welcke in de Mexicaenfche Taele waeter beteeckent ,_ ende uyt het gerughte ofte geluydt dat het waeter van M geeft wanneer het in het vat is daer men de Chocolate in doet » want het felv< daer i n beflooten zi j nde , foo hoortmen het geruys van Choco » Choco , Choco > al men het met een houtje, Molens wijfe gemaecktv omroert , tot dat het fchuyn e,i blaeskens van fïgh geeft ende op- werpt, r '" Evei ILBoeck. Anijs 3 Chocolate nid Cvitne- nero. Hoedae- iiitiheydt van de Caneel. Van de achiotte. Eoedie bereyt weit, 2,06 ïI.Boeck. Voyagie vanThomas Gage XIX. Gap; Anijs, Amandelen , Haefel-noten , Orejwla, BainïHa, Sapoyal, waeter uyt Orangie-appelen-bloeflêm gediftileert , Mufcus , ende foo veel Achiotte alsmeti van noden heeft om defelve de couleur van een gebacken ff een te geven. Doch het gewighte van defe ingrediënten , welcke met de C^ogemenght- werden, moet geproportioneert werden nae de gemaetighey t van de Perfoo- nen die defelve gebruycken. Het voor-fchrift dat Antonio Colmcnero hier omtrent gaf, was gemeenlijck datmen by hondert Caca'es twee ftruyckjens Chili ofte lange Peper doen fou- de , een hant vol Anijs ende Orejuela , twee met bloemen van Mefachufil ofte BainÜU, ofce in plaetfe van dat fes Alexandiïjnfche Roofen gepulverifeert , twee dragmen Caneel , twaelf Amandelen, foo veel Haefcl-noten , een halt pont witte Suyckerj ende foo yeel A/wtteals'ernoodighisomde couleur te geven. Die Autheur keurde niet voor goet datmen daer Kruyt-nagelen ende Mufcus onder mengen foude, noch oock eenige rieckende waeteren , hoewel mert fulcks veel in de Indien doet. Andere fijn gewent daer Mat): in te mengen , welcke windigh is , doch de- fulcke doen dat alleen om haer voordeel, en om de quantiteyt van haere Choco- late te vermeerderen , I door dien een maete Mai% , welcke anderhalve mudde groot is , voor vier guldens verkoft wert , ende het pont Chocolate gek veer- tigh ftuyvers , het welcke de gewoonlijcke prij s is. De Caneel weidt voor het befte ingrediënt gehouden Van alle die'er in ko- men ende niemandt verwerpt defelve , omdatfy warmendedrooghisinderi derden graedt, fy drijft het waeter af, ende verfterekt de nieren van die geene die met eenighe koude indifpofitie gequelt zijn 3 fy is goedt voor de oogen ende oock feer hert-ftereken de 3 gelijck den Autheur van defe Veerflen feght : Commoda win<& Cinnamonum & renibus affert. Lumina clarifcat 3 diravenenafugat. De Achiotte heeft een door dringende ende verdunnende hoedaenigheyt } foo als fulcks blijekt uyt de ge woonli jeke praclijcke van de Indiaenfche Docloren , die alle daeghen daer effe&en van fien» ende defelve aen haere fieckenvoor- fchrijven om de vette ende grove humeuren te verbreecken, welcke den aedem beletten ende het waeter ophouden, foodaenigh dat fy haer , in alle foorten van verftoptheden , daer van dienen , oock ordonneren fy het voor de benaeutheyt des borfts , voor de obftr uótien van de ingewanden , ende voor andere foodae- nigequaelen. De Achiotte groeyt mede op de Boomen in ronde fchellen , welcke met roo- degreyntjens vervult zijn, van dewelcke men de Achiotte maeckt, men kneed defelve eerft tot deegh , en als men die heeft doen drogen , maecktmen daer ronde ballen, koeckjens* ofte vierkante klompen van > welcke aen een yder geveylt werden. - Wat II.BoECK. ^Door de SpaenfcheJVeft-lndïén. XïX.Cap. 207 Wat de lange Peper belanght ? van defelve vïntmen vier foorten^ de eerfie werdOÄtaxgenaemt, ende de tweede , welcke feer kleyn is , Chilferftin, defebeyde hebben de fmaeckfeerfterck, fcherp en bijtende; de derde is be- kent onder den naem van Tonalchiler , welcke middelmaerigh heet is > ende de Indi'aenen eeten defelve , nevens de andere vrughten , met broodt. 'Doch die geene , welcke men gemeenlijck in de Chocolate gebruyckt , is : Chiipelaqua genaemt , fy heeft een feer breede baft , ende fy is foo fcherp als de eerfte, nochte foo flap als de tweede niet. I>eMefacJmfulo&QBainilk 3 die oock een van de ingrediënten is, fetafen- BaittilU. de is purgerende. . Men gebruyckt gemeenlijck alle die ingrediënten inde Chocolate, deeene meer, ende de andere min, een yder na fijn appetijd, die daer in doende. Doch het gemeene Volck gelijck de Negers ende de Indiaenen, enmaec- ken die gemeenlijck niet dan van Cacao, Achiotte, Anijs -'i Mai%, ende wat Chilu Hoeweide Cacao > met defe kruyden , welcke foo heet zijn, gemenghtis,foo Hoedae- is het nochtans fulcks , dat fy alle defelve verre in meenighte overtreffende , die nighey d oock door fijne koelte maetight , die fy van hare kant mede temperen , foodae-. van de ni^h dat daer door de compofitie van de Chocolate niet foo kout is als de Cacao, Chocola- nochfoö heet als de refterende ingrediënten, döchuytde uytwerckingen, die te » fyopmalkanderendoen, ontftaeteengemaetightmenghfel, het welcke te ge- lijck goet is voor alle foorten van maegenj mits men het met maetigheydt ge- bruycke. . ; Om dit menghfel te maecken , ftamptmen alle de ingrediënten in een itee- jjoe die ne Mortier, of men breeckt die wel > even als de Indiaenen doen 3 op een gemaeckt breede fteeh, welcke fyMetatte noemen, zijnde fydaer expreffelijck toe ge- we rdt, maeckt. Doch men doet die, eerrnen defelve vermorfelt , wel over het vyer dro- gen, om die des te beter -tot ftof te krijgen, uytgefóddërt de AMmc, men roert die geduerigh om , uytvreefe datfy verbrandt ofte fwert fullen werden , want wanneer fy te fterck gedrooght zijn, werden fy bitter ende verliefenhaer kraght. 'v De Caneel, de lange Peper, ende de Anijs moeten geftampt werden eer mendiemetdeC^^omenghtj men ftampt die dan weder te faemen , totdat het alle tot een Poeder werdt , en in het ftampen moetmen den ftamper dickmäelen om-keeren , op dat het wel onder malkander koome te men- gen. * Een yder. van de ingrediënten moet eerft in het byfonder gheltooten wer- den, en daer nae doetmeh' die alle in het Vat , in het welcke de Cacao is, men roert die daer in onder den anderen met een lepel, ende men doet het weder in een Mortier, onder het welcke eenweynighvyeris, omhetfegh-? telijck te verwarmen, 'want de Öliè-aghtigé partye verdrooght > als het te heet is. ' " • • • ■ - ' Dd De Maniere om die te drincken. Tweede maniere. Derde maniere. 2.08 II. Boeck. Voyagie vanThomas Gage XIX. Cap. De Achhtte moer daer oock in gedaen werden terwïjlen men die menght» op dat het des te beeter de couleur daer uy t magh trecken , ende alle de ingre- diënten m oeten gefift werden , uy tgefondert de Cacao. Alshetnualletefaeraen welgemengt ende doormalkanderengekneedtis, het welcke men daer uyt bemerckt dat den deegh hart wert , fooneemtraen een gedeelte van den deegh die dun-aghtigh is s met een Lepel , en men maeckt daer Koeckjens van, ofte wel doetmen die fonder Lepel in een doofe, in dewelcke fy hardt werdt , wanneer de hette van het vyer daer van af- wijckt. Die geene die Koeckjens daer af maecken > leggen een Lepel vol van den deegh op een bladt Papier , doch de Indiaenen leggen het felve op het bladt van een Palmitas-boom , ende daer nae fetten fy het felve in de fchaduwe om op te drogen, want het.fmelt ende wertduninhetfchijnfelvandeSonnej alsmen daer nae het Palmitas-bladt ofte het Papier omkeert, foo valt het Koeckjen daer feêr gemaecklijck af, door dien den deegh vet is, doch foo men die in eenigh.aerde ofte houte vat fet, foo kleeft het daer foo ftercktaen, datmen dat niet, dan met groote moey te , daer uyt kan krijgen, het fy danmet het vat breecke ofte datmen het daer van af-fchrape. De maniere op dewelcke men defelve drincktismedeverfcheyden, want fommighe, als die van Mexico, drincken die feer heet, onder de Atollage- daen zijnde, laetende een Koexken in warm waeter weycken ende fmelten, ende dat felve dan daer nae met een Molenken in de kop , waer uy tmen defel- ve drinckt ,.omgedraeyt hebbende, ter ti>dt ende wijle toe dat het fchuym bo- ven .komt, fooTchencktmende kop voort vol heete^ci/tf, ende men drinckt dieallenxkensuyt. Daer is noch een andere maniere op dewelcke men defelve nuttight, te we- ten dat, nae datmen de Chocolate in kout waeter heeft gefmolten, ende met het Molenken omgeroert , oock het fchuym daer van gefchept , ende in een an- der vat gedaen, foo fetmen de refte op het vyer, met foo veel Suycker, als, om die foet genoegh te maecken > noodigh is , ende terwijlen fy noch warm is, foo gietmen die op het fchuym datmen daer af heeft gefchept, ende daer nae drincktmen die- *■ I . Doch de gemeenfte wijfe is, het waeter wel heet te maecken, ende daer toe de helfte van de kop uyt dewelcke men wil drincken , daer mede te vervul- len» en dan daer twee a drie Koexkens, tot dat het dick genoegh zy* int£ fmelten, daer op beweeghtmen het wel met een Molenken, ende genoegh. zijnde , foodaenjgh dat het niet dan fchuym fchijnt j vervultmen de kop voort met warm waeter * ende men drinckt het nae dat het door Suycker behoorlijck is foet gemaeckt, ende daer toe eetmen wat Conferye'ofte MafTepain in de Cho- colate gedopt zijnde. - Daer is noch een derde maniere om die te nuttigen > welcke voornaement- lijck in het Ey landt St. Domingo wert onderhouden, defelve beftaet «laerin, datmen de Chocolate in een vat doet 3 waer in een craentjen fteeckt , in het «iirr»fc-f II.Boeck. *Door detyaenfcheWeft-Indiën. XIX.Cap. 109 het felve doetmen een weynigh waeter , ende men laet het koocken tot dat de Chocolate gefnrolte.n is, 'men vervult het vat daer nae met waeter ende Suyc- k'er na'e proportie van de Chocolate, men doet het daer nae weder koocken , tot dat'er een fchuym op komt dat vetaghtighis, ende alsdan werdt het ge- droncken, ' Noch is'er een andere 'wijfe om de Chocolate kout te drincken , dele plegen Vierde de Indianen in haere maeltijden, ende als fy haer vervrolijcken , om haer te maniere, verkoelen, dit gaet op de volgende wijfe toe. Men neemt de Chocolate in dewelcke men geene ofte weymge ingrediën- ten heeft gedaen, en hebbende die in kout waeter met het Mofenkén doen hreecken , foo neemtmen daer de fchuym ofte het vette gedeelte af, het welc- ke met groote meenighte boven komt drijven 3 voor al, als de Cacao out is, ende begint te bederven. * . . Men leght het fchuym in eene Schootel , ende men doet de Suycker in dat geene, daermen het fchuym heeft af-gefchept , het welcke men daer nae • van bovenenpp het fchuym giet , enals dan drincktmen het felve gantfeh kout. Defe dranck is foo koeldat'er weynigh Peifoonen zijn , die defelve konnen Schaede- «rebruveken, want men heeft door ondervindinge bevonden dat die fchaede- lijekheyt Sjckis, ter oorfaede van de pij ne die men daer van in maege krijght, en voor daervau. al komt die de Vrouwen over. . De derde maniere die wy verhaelt hebben is het meefte van alle m het ge- bruyek, door dien fy op die wijfe gantfeh geen quaetveroorfaeckt, ende ïck £e&een reden waerom men defelve niet foo wel in Engelandt als op alle andere plaetfen foude mogen gebruyeken , zij nde van defelve fommige heet ende an- dere kout; want op alle de plaetfen daermen defelve het meefte befight , het fy in Indien, het fy in Spaignien , inltalien, Vlaenderen, dat immers een kout Landt is, vimmen dat fy met het Temperament van een yder wel over éenkomt. „ . .' Het is waer dat die veel meer in Indien, daninE«rc/>4genuttightwert, om Swack- datmen in die Landen de fwackheden der maege veel meer is onderworpen dan heydt der in defe en in defelve komtmen die met een kop Chocolate te hulpe, ende maege na men herftelt die daer mede. Indicn ' Ickkaninhetbyfonder, watmvbelanght, feggen, dat ickmy van defelve twaelfTaerenlangh, fonder ophouden , bedient hebbe, nemende des mor- gens daer van een kop , een tweede voor den eeten ten negen ofte thien ueren , ende dan noch een derde een uera twee nae het middagh-mael , ende eyndehjoc delaetfletenvieravijfuerennaedemiddagh. - , , Doch als ickin den fin hadde des avonts te ftuderen , foo nam ick noch een kop ten feven ofte aght ueren, hiermede kon ick gemackhjek waecken tot ^ntolfet voorviel dat ickby geval ofte naelaetigheyt defelve op dieueren verfuymde te nemen , foo vernamick aenftonts fwackheden tn de maege , ende .'als verflaeu wingen van mijn hertc. . SoQ- V-«! Oorfaec- ken van de ver- stoppin- gen door de Choco- late ver- weckt. Vetheyt dooi' de Chocolate verweckt. Middel om de Chocolate in Enge- ls ndt te hebben. aio II. Boeck. Voyagie vanThomas Gage XIX. Ca f. Soodaenigh dat ick my op die wi jfe daer van bedienende , twaelf Jaren Iangh in dat Landt in een volle gefontheyt leefde, fonder eenige verftoppingen ofte benaeuwtheyt , ende fonder de koortfe ofte eenigh ongemack te krijgen. Ick fal alleen feggen dat fy aen fommige qualijck bekomen is > het fy om dat fy daer te veel Suycker in gedaen hadden , weicke de maege verflapt , het fy dat fy te veel daer van hadden gedroncken. Doch ick kan feggen dat het de Chocolate niet alleen is > maer dat oock alle andere drancken, in gevalle men daer te veel van neemt, hoewel fy andersfeer goetzijn, fchaedelijck werden. En in ghevalle daer fommige verftoppïngen van hebben gekregen, foo is het om dat fy te veel hebben genomen , even gelijck de Wijn , wanneer men die te veel drinckt , in plaetfe van te verftereken ende te verwarmen, koude fiecktenveroorfaeckt, om dat de natuere defelve niet kan overwinnen, noch in foo groote meenighte verteeren , om die in een goet voetfel tedoen ver- keeren. Even gaet het oock met die geene die te veel Chocolate drinckt , om dat daer' vette ende Olie-aghtige gedeelten in gevonden werden , weicke wanneer defel- ve in te groote meenigte zijn » niet welaen alle kanten konnen verdeelt werden* ende daer door moet nootfaeckelijck > het geene in de kley ne aderen van de le- ver blijft , aldaer obftrucüen ende verftoppingen verwecken. Ick fal hier eyndeli jek, ende tot een befluy t by- voegen, het geene ick van defe Indiaenfche dranck hebbe hqoren feggen van de Doctoren in de Medicijnen die in de Indien zijn, endatick|elve, doorondervindinge, oock in veele Perfoo- nen befpeurt hebbe , hoewel ick het aen mijn fel ve niet hebbe bevonden, te we- ten dat die geene, die veel Chocolate drincken, vet ende vollijvigh werden, het weicke fwaer fchijnt om te geloven , om dat alle de ingrediënten uyt de weicke defelve beftaet , uytgefondert alleen de Cacao , eer mager dan vet maecken ^ om dat fy warm ende droogh , in den derden graet , zijn. Wy hebben mede gcfeght dar de qualitey ten weicke de overhant inde Ca- cao hebben kout ende droogh zijn , weicke gantfeh niet bequaem zijn om te Yoeden ende defubftantïe des licchaems te vermeerderen. Doch men kan daer op antwoorden dat de olie-aghtige partyen, diewy bewefen hebben in de Cacao te wefen, oock die geene zijn weicke vet maecken, ende dat de andere ingrediënten, weicke warm zijn , haer doen door-dringen tot in de lever ende de andere partyen , tot dat fy aen de vleefige gedeelten ko- men, alwaerfy een warme ende voghtigefubftantie vindende, foo als die olie- aghtige gedeelten zijn , foo werden fy in defelve fubftantie verandert , ende foo voeden fy het Vleefch ende maecken het licchaem vet. Men (al my vraegen hoe wy Cacao in Engelandt fullen konnen krijgen ende oock de andere ingredientemwelcke in de menginge van de Chocolate komen? ickantwoordedaerop, dat fulcks feer gemackelijck is , mits maer handel op Spaignien drijvende , uyt het weicke wy defelve , foo wel als de andere Koopmanschappen, konnen treeken j oocfc moeten wy defelye foo feer niet II.Boeck.1W de S'faenfchejfeft-Jndiën. XIX. Ca*, xii verwerpen ende veraghten alswy tot noch toe gedaen hebben , endedeHollan- ders nevens ons j want ick hebbe de Spaigniaerden hoorenfeggen , dat fy , als fy een Schip met Cacao gelaeden genomen hadden, ende daer niet anders in vonden, fy vanfpijt alle die 'Coopmanlchap in Zee wierpen , fondër op de waerdye ofte de deught van defelve aght te flaen , noemende die in het quaet Spaenfch Qagatuta de Carnero 3 dat Schaeps-dreck gefeght is. • Het rs een Yan de 'profitabelfte ende ncodightte Coopmanf chappen der India- nen, oock maeckt'er niets de Provincie van 'Chiapa rijcker dan die, men voert daer nae toe uyt Mexico ende andere Plaetfen veele facken met Patacons , alleen om van die Qagatuta de Carnero te hebben. De andere dranck diemen in Indien gebruyckt wert 'dtolla genaemt > van de velcke ick maer een woort falfeggen, door dien ick weetedatmen die in dit Landt niet gebruycken kan . Het was de dranck van de oude Indianen , ende fy is als een dickaghrige pap, gemaeckt van de bloem van het meel van Mai% , nae dat de femelen daer van tfjn gefcheyden, doch die dranck is wint-aghtigh, ende verweckt fwaermoe- Jigh bloet. ■ De Indiaenfche Vrouwen brengen die gemeenlijck heel warm in Potten op Ie Merckt om te verkopen ; de Criolifche Scholieren gaen die daer in het open- >aer drincken, foo.alsmen hier te Lande in de Herbergen om een glas Wijn jtetjjyékte als die met eenweynigh Chili ofte lange Peperis toegemaeckt,' pinden fy defelvejveel beeter. Doch de Religieufe Doghters ende Dames van dat Land, hebben een middel jytgevonden, J 'van daer Caneel ende ruyckendewaeteren onder re menghen, ds oock Amber ende Mufcus, en een groote meenighte Suycker , daer door yert dre veel kraghtiger ende voetfaemer, ende de Doctoren fchrijven die foor aen die geene, die fwack ende uytgeteert zijn 9 foo alsmen de Amandel- nelck in Europa doet. , \ Doch door dien men die noytinEngelandtgefien ofte geproeft heeft, ,faï ick daer niet meer van feggen $ endeom mijne Penne niet meer onhuttelijclc te aeefigen , foo fal ick my nae Guatimala begeven s dat als mijn tweede Vader- kndtisgeweeft. Onkunde der Engel- fckeende der Hol- landers. Handel met de Cacao ge- dreven. Befchrij- vinge van de Moll*. Hoe die verkogbt wert. Gebrvryck daer van» Dd 3 HET » B m v-*: . - I ■ Den Au- theur werdt op fijn ver- treek van IL Boecic, Voyagk van, Thomas Gage. >XX, Cap ' H E Ä4I UITTEL. ; 2)«f Antheur werd op fijn vertreck van Chiapa door fijne , Vrienden befchoncken. 'Vertreck «yf-Chiapa .*» di? hemveelperenie^rimtjchdpdoet.: Komfte ende verblijf te ' Comitlan: ^Berttïheja f derlndiaencn. Komfte te Izquitt* tenango. Befchrijvinge daervan. Gr oot e door- toghi te Iz- quintenango. Tragbtighe inhaelinge. Rijckdom van een Bedel-Monick ende Roomfche Simonie. Vertreck van lx- '. quintenango. Maniere vanreyfen in dit Landt , die f e er gemackelijck endeonkoftelijckis. Melancolie desJutloeurs , die dogh ver dr even werdt. Befchrijvinge vanhetGeberg* te van de Cuchumatlanes. St. Martin. Gewoonte van de Indiaenen onder malkander en. Koude op. bet Geberghte. VertreckvanSt. Martin. Komfte te Cuchumatlan,- Goedt ■ cnthael aldaer.Vertreckvandaer. Komfte VCIiiamfe Miraculeus. Beeldt te Ghiantla. Brenght groötejijckdom aen. KoftelijckeKerck-cieraeden- Vertreck van Chiamla; ende komfte te Chautlan. Schone druyven. HandeFdaer mede gedreven. Vertreck van Chautlan. Schoon gefighte 1 Ontmoetinge van • den^Prieur van Sacapula. Ongefondt - waeter 3 maecktgefaellenaendekeeL Eerlijckeprefentatte van den Trieur van Sacapula. Befchrijvinge van het T>orp Sacapula. Schoone T> adelen. Vertreckvan Sacapula , ende komfte te St. Andrea. Vertreck van daer. Aengenaeme naght-rufte.Gevaerlijckepafagie.öntmoetingevan die van Zobaia. DEtiidtnufijndegenaedertdatickiiyt de Stadt van Chiapa foude ver- trecken, foonam ick gelegentheyt om al ter goeder ueren aen mijn befte Vrienden adieu te feggherï, ende van haer mijn af-fcheydt te nemen, voor al van die geene, wekkers kinderen ick onderwefen hadde, welcke alle my veel goetheydt ende vrientfehap betuyghden, uytgdondert ..-«v?! [I.Boeck. ^oor^T/^^ i4j Donna Magdakna de Mor aks , van dewelcke ick gêèn gefchenck verwaghte, chufê wek gingh ick van haer geen af-fcheydt nemen, door fijne Onder andere betuyghde de Vrouwe Van den Gouverneur eén feef grööté Vrienden renerofiteyt te mijnen opfigte ,- fy fondt my verfcheydene dofen mét ge- befchofit- >arfumeerde Chocolate , en dan noch een andere feer groote dofe, in de- ken. velcke vierderhande foorten van Cónferven waren , boven op verguldt, >ehalven veele Maffèpaynen ende Bifcuyten , nevens een neufdoeck, Waer in waelf Piafters ofte ftucken van aghten geknoopt waren j Dit Was een prefent lat beter verdiende aen een perfoon van qualiteyt,dan aen een Religieus van :en arme bedelende Ordre gegeven te werden. pomMelcbiordeVelafio overtrof liaer noch, doghick meene met woorden :nde Complimenten, want wat de'daet belanght, noch hy, noch alle dè mdereCriolen, hebben niets in haer, dat by de generofiteyt der Naturelle Ipaigniaerden y te paffe komt. De eerfte Stadt, aen deweldceickquam,wasT^o/>i* riertis, oock heeftmen daer in een feer fchoone mufijeq. De Vicaris ofte Parochiaen van die plaetfe was een Criolifch Religieus * ;enaemt Frater Pedro Martir 3 welcke my noghte den Prieur van Chiapa niet lij— len moghtej hy liet even wel niet nae , myinuyterlijckenfchijn, groote be- eeftheydt te toönen, oock onthaeldé hy my, den rijdt van twee daeghen, ser wel , wetende wat credit ick ontrent den gefeyden Prieur hadde. Door dien my nu fijne plight-piegingén , welcke ick wifte dat uyt geen goedt Ontmoe- lertefprooten, verveelden, fij nde die niet dan geveynftheydt , föö vertrock tingevan ck den derden dagh, doghhy wilde my niet verheten, ende tot aen Ctmitlan een peverfellen , alwaerick door den Prieur van het Convent genodigh-t Was-, Franfch ijnde die een Franfchman, genaemt Broeder Thomas Rocolari, diefigrralfeen Prieur. Kn fijne Natie onder de Spaigniaerdeh bevindende , om dat'er anders gèêüê ^emdelingen, in geheel dat Landt, dan hy ende ick wäeren, kenniffé en4e ^entfehapmetmytraghteendewenftetemaecken. " ' .Om defelve te beginnen, quam hy my ten halver wegh tegens rijden, verfek Die hem ijndè met veele Indiaenen, welcke te Peerde waeren gefeten ■, hy hadde eene -veel eer «quaeme plaetfe voor ons > om wat te ruften > doen bereyden $ ende Wyonder- en vrient- lielden malkander een weynigh op defelve , terwijlen men voor onsde Choco- fcha P - are ende andere ververfchingen bereydde. \ "'doet. . ( . ? Doch den Grïöol Fedro Martir was niet weynigh jalourfch, fiende datrrién ny fóo veel eere in dat Landt aendeede , foo als ick naederhant in het Convent ïoorde , hoewel hy my veel meer Complimenten maeckte als dié goede jTanfchman ,• oock wifte ick wel dat'er een groot onderfchey t Was tuffchen fijne voorden, die vol veynfinghe waeren, ende de opreghte meeninghe van die Vnent. • Ick Praghtise inhalinge'. i i4 II. Rofck. Voyagie vanThomas Gage XX. Cap. , den Prieur in de om-legïende Wenreyfde, ^ ^edefelveaUe door India- ( nen bewoont,endeaen de-voet-van den §ergli in de Valeye van Capanabaftlagcj legen , ïck vermaeckce my aldaer op een.aengenarae wijfe , foo met de Rel i^eu- feSals -met de Indiaenen, en ick kan feggen dat fy daer veel geleerder m de ; kenniiTeendewijsheytvanEpioiruszijn, als m^ngelandt ofte in eenigh ander ■ deel van Europa, de Spaenfche felve bekennen dat fy van de Indiaenen veele . maenieren van fpijfen te bereyden ende gafterijen aen te reghten, geleert ; hebben, welcke fy tevooren niet wiften , enwaervanfy, voor hei conque- j lieren van de Indien, iiietgehöordt hadden. j Nae dat gemelde aght-daeghen verflreecken waéren, braght den Fränfchc Prieur mv^umtenamp, om aldaer ordre te ftellen, door dewekke men my van ailesfdat'ick nodigh hadde , om het Geberghte van de Cuchuma- W4ttwtepaÜeren,foudetevooriien. . I Het is een van de fraeyfte Indiaenfche Steden, welcke in de geheele Pro- . vincievanOWzzijn, fy ismedefeerrijck, foo ter oorfaecke van de groots . meeniake van Catoen dat daer vak , als wel byfonderlijck door haere fituatie, , want door "dien fy op den w#van;GÄÄ leght , foo moeten alle de Koop- 1 Heden, diemethaerMuyi-Efels, ^endiezijde; in het Landt handelen , daei door pafferen; fy verkopen al-hiereenigewaeren, andere weder in-kopende,, ende foo verri)ckenfy defe Stadt, enmethetgelt, en met de Koopmanicnap- pen, welcke fyuyt de verre-geiegenfte Landen brengen. . Men vindt daer een gioote meenighte van vrughten, en voor al van die gegng.^^de^^^^^^f'^ie Pinas noemen, om dat die wei | naeeenPiiii-appelgelijcken. .■'—■.. ,, .. , .. r ,. r ,.. Sy isseftight op'de kant van die groote Revïere, welcke door het Indiaenicne Chiapatxoomty defeïveneemt^aeren'oorfprOnck dighte by het Geberghte van de Cuchumatlanes , en evenwel is fy berey ts foo breedt ende diep voor . defe Stadt, darmen defelve niet dan met een pont kan pafferen. ' . En door diep defe wegh feer veel gebruyekt werdt , - voor al , door die geene . welcke geheele troupen mep Mnyl-Efels drijven, zijnde, yder van deielve, gemeënliick vijfagh a feftigh .ftercki, foo brenght dit padren, het welcke naght ende : dagh duer't , een feer aenmerckelijck jaerlijcks in-komen aen de Stadt, om darde Indiaenen boven de pont, welcke dient om te pafferen ende over te vaeren \ noch veele andere kleynder gemaeckt hebben , om de Reviera, medeopenaftevaeren. , .. 1 Als den^rieur. w^i Qomittanmy nu tot op defe plaetfe begeleydt hadde,, foovonden wy daer dé Vicaris 'met'de^pornaemfte Indiaenen van de Stadt ?i oock -hadd©4ify het^eefte gedeelte van ha.ere Cancas by een gebragnt op de Revïere, in' defelve waeren de Choor-Kin'deren, welcke voor ons heene^ fonghen , verwijlen wy die palTerden, en andere Perfoonen fpeelden weder op Trompetten ende Schalmeyen. u t ■ De Religieus welcke in téfc Stadt woonde , was Frater \amimo de Guevana ° '•'"'•■-''" genaemt^ J.Boeck. T> 'oor de Sfaenfch e Wejl- Indien. XX. Cap. 215: enaemt , hy was kleyn van licchaem maer groots in fi;ne maeniere van leven,, y betoonde fulcks door de groone meenighte Vifch ende Vleefch, welcke, y, voor ons* hadde doen bereyden. Hy deedeoock eenefoogeftrengebelijdeniiTevan de armoede, dat hy federt Rijkdom vaelfjaeren, welckehyin die Stadtgewoont hadde, niet meer dan twaelf vaneen uyfent ducaten hadde konnen vergaederen, welcke hy aen het Hof te Ma- Bedel- rid fondt om het Bifdom van Chiapa te verkrijgeiï; fulcks wilde evenwel doe Mortick en ietgelucken, maer door dien hy rijck genoegh was , om noch een tweede Room- urne te waegen , foo verkreegh hy-het felve doen ick van daer trock, foo fche Si- smenmydoenmaelsfeyde. monie. Na dat hy ons twee daegen geduerende wel onthaelt hadde , gebruyckten hy Vertreck ïdedePrieurvanCewtf/^rahaereauthoriteyt, om my wel door de Indiaenen van 1^- idóen vergelfchappen ende convoyeren, tot aen het eerfte Vleck ofte de quittte- :rfte Stadt van de Cuchmatlams toe.- nango. Men verfagh my van een Muyl-Efel,om mijn bedde te draegen, in die Maeniere anden voerdtmen dat gemeenlijck in een lederen fack , met figh , welcke men van reyfen >taca noemt; Een ander Indiaen droegh mijne Potaqutila, daer in doetmen in dat rCholcolate ende alles wat nodigh is > om die te bereyden ènde te drincken; Landt die irie andere Indiaenen dienden my voor gidfen ofte wegh-wijfers, en mar- feer ge- leerden voor ende agh ter my; aen defelve was ick niet gehouden yets te ge- ™ ac ^ e " sn, dan een kop Chocolate op den wegh ofte des avontes, om dat het daer ' c ^ e P ; gewoonte is , haer niet te betaelen j dies-halven hadden fy de goetheydt van ?..£■ ïy fulcks te waerfchouwen , ende daer omtrent te onderrighten, voor al t 1JC IS * oor dien fy faegén dat ick aldaer noch een nieuwlingh was , ende de maenieren es Landts nietverftondde, lijnde daer in feer onkundigh. Op defe plaetfe was het, dat ick mijn af-fcheydt van die goeden Franfman am, hy onderhieldt evenwel geduerighlijck, door meenighvuldigh verwif- :len van brieven , een naeuwe vrientfchap met my , foo lange ick in het Landt an Guatima/a was j hier feyde ick oock vaer-wel aen den kleynen, doch groot- loedigen Guevarra, die my waerfchoude dat ick niet behoefde te verwagten at my yemant, als Vnendt , foude onthaelen 3 dan nae dat ick het Geberghte an de Cuchumatlanes gepäffeert ende te Sacapula foude gekomen zijn , het relcke vyer mijlen aen geene fi jde van het felve legt ,- Evenwel konde ick van de ndiaenen* alles, wat ick van noden hadde, eyfTchen, enbehooriijckefpijfe, jnder te betaelen, laeten brengen , mits ick mijne verteringe in het publijckque wegïfter aenteeckende. Opdefe wijfe verliet ick mijne Vrienden, eenighfints bedroeft zijnde, door Melanco- tieh ick my alleen fagh, en dat in een vremt Landt ,' hebbende voor alle ge- Üe des ïlfchap , eenige aen myombekende, Indiaenen, hetende een fchooneende Autheurs*. engenaeme Valeye aghter my, ende voor- waerts uytniet befpeurende , dan looge Bergen , welcke feer fwaer om op te klimmen waeren 3 buyten alle ïopevan, in vyer a vijf daegen, eenigh Religieus van mijne Ordre te fien, Sodanig dat ick wenfte noch by Melende^ ende mij n ander gefelfchap te wefeti, Ee • * ' "als verfet werdr. Befchrij- vingevan het Ge- berghte van de Cuchuma- tlattes. St. Martin. Gewoon- te vande Indiaenen onder malkan- deren. Koude op hetGe- laerghte. ï 1 6 II. B OE c k. Voyagie van Thomas Gage XX. C a p. als wanneer wy malkanderen op het Geberghte ende de Rotfen van Maquilafa vcrtroóften ; doch hebbende eyndelijck móet gefchept, foo bereydde ick my tot alles , wat my konde over-komen. Hoewel nu defe Berghen my , van verre, feer hoogh fcheenen te zijn > foo vond ick doch evenwel 3 in het op-klimmen, den wegh feer goedt ende ge- mackelijck, oock quaémenmy, van rijdt tot rijdt, eenighe troupen Muyl- Efels tegéns ; Dit gafmy geen kleynen moet om mijne Reyfe voort te fetten, ó'vérlegghende in mijn felve, dat, by aldien die Muyl-Efels, welcke foq fwaefepackendroeghen, die Berghen wel konden paneren, het mijn Muyl- Efel, in alleen fchijn, des te beter foude konnen doen, die anders geen lafl dan mijn Perfoon droegh, welcke, buyten alle vergelijckinghe , veel ligh- ter was, dan haere vraghten j oock vondt ick Dorpen in dewelcke ick, alle avonden , ruften konde. Hoe ick meer voor- waerts track, hoe ick oock den wegh breder ende ge- mackelijcker vondt j ick bevondt niet dat my yets verveelde, dan de regeri ende mift of nevel, doch fulcks konde ick nietontgaen, om dat het in hei eyndt van September was , in welcke rijdt de Winter aldaerfijn af-fcheydi neemt. ' Het eerfte Dorp, dat ick in dit Geberghte vondt* wasSf. Martin gememt het is kleyn, fijnde daer niet meer dan twintigh Huyfen. Ick tradt afin een Huys dat aen de Religieufen van St. Francifcus behoordt' hoewel fy gewoon fijn daer feer weynigh te komen, _ ick deede in het felve d( "Indiaenen roepen , welckerlafthet was de Reyfigers ende Panagiers te ver- feilen. Ick bevondt defelve feer handtfaem ende beleeft, fy feyden my dat icï welkom was , ende fy braghten my aenftonts warm waeter * om de Chocola» gereedt te maecken j van defelve dronck ick van goeder herte op haere ge fontheydt ; Ick gaf van defelve mede aen mijne Indiaenen van fóquintenang tedrincken, welcke* nevens haere Muyl-Efels, feer wel onthaeldt wierden. Tonder dat het haer yets kofte, zijnde het de gewoonte in alle de Dorpen, cfa op defen wegh leggen, dat de Indiaenen* welcke de Reyfigers convoyeren ; weder-zijds feer wel onthaeldt werden. Ickhaddedemaghtomvoormijnavontmael te eyfichen het geene ick be- geerde, doch ick vorderde evenwel niet dan een jongh Hoen , om defe arme Indiaenen niet te befwaereni Het quam my doch evenwel feer wel dat ici een fleflche wijn hadde mede genomen, wantickbegondegewaer te werdér dat het Geberghte van de Cuchumatknes kouder was als wel de Valeye var Capdnabaftla. Men bereydde mijn bedde in een kleynehuttevanftroyop-geflaegen, ende eenige Indiaenfchë Jongens fliepen in een afgefcheydeneplaetfe van defelve^ om op my te paffen, in gevalle ick yets moghte van noden hebben. Hier op dan hebbende des anderen daeghs des morgens , die geene uytgeko- fen , welcke my tot het naeft-by-gelegene Dorp moeiten brengen , ende aen de In- ÏI.Boegk. ^Door de fyaenfcheWeft-Indïén. XX.Cap. 2I7 Indianen > die my van I%quintenango af geconvoyeert hadden , haeraf-fcheydt gegeven > begaf ick my te bedde , in het felve rulle ick foo wel , als of ick in het gëietfchap van mijne befte Vrienden hadde geweeft. v . Desanderendaeghs, zijnde verfelt met twee Indiaenen, ende een derde die cje Muyl-Ëret, welcke mijne Bagagie droegh , begeleydde, vert rock ick van die • plaetfe, om nae net naeft-by-gelegene Vleck ofte Dorp te gaen, datmen het groote Citchumat lan noemt, door dien het op het hooghfte van dit Gebergte Leght. Onderwegen wefen my de Indiaenen den oorfprenck, ofte de Fonteyne^ iytdewelcke de groote Reviere van het Indiaenfche CLiafa fpruyt 3 Dit is oock ieeenigfte aenmerckens-waerdige faecke op geheel die wegh. j3 HetgrooteCwZj«w^/4wiseenDorpdat watgrooter is dan van St. Martin, yerdende door leer beleefde Indiaenen bewoont, welcke gewoon zijnde, daege- ijcks,Reyfigers te fien, delël ve occk met alle mogelijcke beleeftheyt ontfangen, Dy-brengende alles-, wat in harernaght is , om die wel te onthaelen. Ickwierdeop die Plaetfe ontfangen op defelve wijfe, als ick, des avontste- torfn in-be't andere onthaelt hadde geweeft 5 Ick vond die arme Indiaenen feer ivilligfi ) erfde béreyd om my te voorden, van alles, dat my noodigh was, om my les volgenden daeghs te begeleyden . ende om my, fonder y ets. te betaelen, mijn tyondmael te verlchafFen , fchrij vende alleenlijckmijn naem , en mijne vertee- inge, nevens den dagh op dewelcke die was ge vallen , in hetpublijcke Regifter. _ Defe arme ellendige rnenfchen fijn daer toe gehouden door de Ordre van de Vtagiftraeten ende de Religieufen,hoewel fy nietdan een Milpa,o£te kleyn ftuck ^ands , met Mai% hebben , met een weynigh Chili , om figh het geheele Jaer te jnderhouden , boven het geene de Reyégers ende Kooplieden haer ,' uy t- haren iryèn wille , geven , het geene , gemeenlijck , feer weynigh is. . Daer van daen gaende , om aen het naefte Dorp te komen , foo wilde ick den jewoonlijcken wegh niet volgen , door dien men feven ofte aght mijlen moe- te afleggen , fonder yets onderwegen te eeten te vinden , ende oock door dien £k te Chiapa ende te Capanabajlla verftaen hadde , dat'er een miraculeus Beeld i'än dé Maget Maria in dat Geberghte was , in een kleyn Indiaenfch Dorp Chantla genaemt , het welcke ick dien dagh voor my nam te gaen befien , door ïienick, het felve al doende , niet meer, daneenmijle, van den reghten en oaeftenweghweeck. Hoewel de wegen moeyelijck ende ruw waeren , door dien fyi>üyten den ge- wroonlijcken door-toght leggen , foo quam ick doch evenwel op de middagh te Chantla j Het is een Dorp dat aen de Paters de la Merced behoort 3 welcke, buy- tenaUetwijfïel, in eenefooarme Plaetfe niet fouden hebben konnen beftaen, foo fy dat Beeld van de Maget niet gehad hadden , fy verhaelen veele miraculen ende wonder-daeden van het fdve , dit doet daer veele rnenfchen van alle zijden na toe vloeyen , oock komen'er de Reyfïgers , welckers wegh daer voor by valt , (y plegen daer hare Devotie, ende geven veele ende groote Aelmoeffen aen de Religieufen , op datfy MilTen voor haer fouden feggeri , ende te gelijckG o d t ypor haer bidden. E e z Defe Vertreck vanSf. Umin* Komfte in hefgroote Cuchuma- tlatt. Goet ont- hael al- daer. Vertreck van daer. Komfte te Chantla. Brenght groote rijckdom aen. Kofteliike Kercke- cieraden. Vertreck xanChiant- la, en komftete Cbautlan. Schoone Druyven. ai8 II. Boeck. Voyagie vanThomas Gage XX-Cap." Defe Godtvrughtighey t heeft dit arme Dorp foo verrijckt 3 dat de Relïgieu- fen middel hebben gevonden om daer een Convent te ftighten, in het welcke fich altoos fes a feven van de haere bevinden , die daer leckerli jck leven. De Kercke is feer rijckelijck verciert , ende voor al het Altaer , op het welc- ke dit Beek van de Maeget onder een Tabernacul ftaet ; voor het felve hangen fes koftelijcke gardijnen van Tafïetas, Satijn ende Gout-laecken , met Goude Kanten voorfien. Dit Beélt pronckt met een Goude Kroone , welcke door Diamanten ende door andere koftelijcke Gefteenten verrijckt is ; vqor het Altaer hangen ten minften twaelf Silvere Lampen , fonder de Silvere Kandelaers , Wieroock- va- ten , koftelijcke Verhemeltfels , Kelcken , Prieftevlijcke gewaeden , Oppronc- kingen van het Altaer , ende de Tapyten , welcke in de Sacriftye van de Kercke zijn, tereeckenen, foodaenigh datmen wel maghfeggen, dat te dier plaetfe' een groote fchat in het Geberghte verborgen is. Ick wierde feer wel ontfangen door de Religieufen welcke aldaer woonen, hoewel fy met my niet van eene Ordre waeren , fy deeden oock den geheelen dagh niet anders, dan my Miraculen van dat Beek van de Maeget te ver^ tellen. Des anderen daeghs hervatte ick den gewoonli j eken wegh , welcke ick ver- laeten hadde , ende iele quam in het laefte Dorp van de Cuchumatlanes y Chdmlan genaemt; Ick verbleef aldaer het overige van die dagh , ende den volgenden naght nam ick daer mijne rufte,- van hier fch reef ick aen den Prieur van Saca- pula , om hem te verwittigen dat ick , des volgenden daeghs , door fijne Plaet- fe, pafferen foude. De Indianen van Chautlan onthaeldden my feer vriendelijck , ick at daer feer' fchoone Druyven, aldaer op haere Wijngaerden gegroeyt, het welcke my deede oordeelen j dat, by aldien men daer Wijngaerden wilde planten, die al immers foo goede Wijn, als die van Spaignien , fouden geven. Men vervoert die Druyven tot aen Guatimala toe, het welcke veertigh mijlen daer van daen is, aldaer werden die langhsdeftraetenverkoftalsyets 1 raers , ende feldfaems , ende. dat met goede redenen , want men vindt tuftchen Mexico, ende defe plaetfe, geene andere die daer by liaelen moo- gen. Des. anderen daeghs begaf ick my vroegh op wegh > om foo f e goeder tijde te Sacafula te komen ■-, ick was verfeeckert, aldaer Religieufen van mijne Ordre te fullen vinden, ende by defelve konde ick, foo ick wilde, my een weecke op-houden. - Ick hadde geen drie mijlen af-geleght, of ick ontdeckte indelaeghteeen feer fchoone Valeye j fy fcheen mede feer aengenaem , ende wierde door een Reviere in twee deelen gefnedenj de Sonne fcheen daer vlack in, ende de weerfchijn van fijne ftraelen , welcke nae het Geberghte toe ftreckte, maeckte, datmen, daer ter plaetfe , een van deYerraaeckelijckfteuytiighteadesWec-, reks genoot. $00 HtéZZi ÏIJBoe'ck. ÏÏoor deSpaenfcheWeft-Tndïén. XX.Cap. 219 Soö als'ick van het Geberghte was af-geklommen, ontmoete ick de Prieur Ontmoc- van Sacafula 3 hy bevondt fich op de kant van de Reviere , in een met tingevan groente bedeckte Wandelarye , hy badde veele Indiaenen by fich , welcke my denPrieur vei waghteden , om my met een kop Chocolate te tra eter en. yan$ac foo- daenigh dat hy het Hooft niet konde bewegen, danomdeHemeltebefchou- wen. In het difcours , dat ick, ingevolge, m'ethem voerdde, feydehymyy dat Ongefond dat ongemack hem was overkomen federt thien Jaerën , en dat door dien hy het waeter. waeter uyt de Reviere hadde gedroncken , ende dat meer andere Perfoonen in het Dorp , nevens hem , met dat ongemack befoght waeren. Dit deede my foo grooren af-grijfen van die Reviere krijgen, alsfymy te vooren, als ick haer van het Geberghte befchoudde 3 behaegt hadde 5 ick nam daerom voor niet ibo lange in die plaetfe te verblijven, als ickeerft wel hadde gedaght, vreefendè door dit waeter te drincken, een teecken te krijgen, dat my , geduerende geheel mijn leven, foude by- blij ven jende dat het met my, even Bftndt den Prieur foude gaen , fijnen naem was Frater \uan de la Cru^i fijnde hy een Bifcayer van Geboorte , hy was feer openhertigh ende nederigh , zijnde even feer van de Indianen ende Spaigniaerden bemint. Als ick in dit Dorp quam , vernam ick veele Mans ende Vrouws-perfoonen, Maeckt welckd , even als den Prieur , gefwellen aen de keel hadden ; hier door verloor Gefwellen ick by-naeden luft om Chocolate te drincken, ick dorfte oock niets eeten dat f en .^ e in het waeter van'die Plaetfe gekoockt was , tot dat den Prieur my defen af-keer el * benam, feggende , dat het waeter niet fchadelijck was , dan aen die geene, H .... welcke het felve kout nuttighden, hier door nam ick voor daer vier a vijf dagen ^ " te vertoeven , te meer om dat den ouden Prieur my daer geduerigh om aen was, [T/van'*" oock haddehy wel gewiit dat ick altoos by hem gebleven hadde, my belovende, d en p r i eur inweynightijds, delndiaenfcheTaeleteleeren. vznSaca* ' Doch door dien ick door wightiger affaires mtGuatimala beroepen wierde , p^ foo verfchoonden ick my dies-halven, ende ick bleef niet dan vijf daegen in die flaetfe , welcke geduerende , ick my feer wel diverteerde. Hoewel het Dorp niet feer rijck is , foowoonen doch in het felve eenige In- Befchrij- diaenfche Kooplieden , welcke binnen in het Landt haeren handel drijven , ende vin»é van voor al na de kant van de Suchiitcpques , het welcke de plaetfe is daer de meefle het Dorp Cacao valt , ende door dien handel fijn eenige van haer rijck geworden. van S*«. Andere handelen met Aerde-werck, het welcke daer ter plaetfe gemaeckt $uW. Wert , om datmen aldaer , tot dat werek , feerbequame Aerde vint. Doch de voornaemfte Coopmanfchap is her Sout, het welcke men des mor- gens , op de kant van de Reviere vint. ! Hetis'erfeer heet om dat het Vleck gebouwt is in een Dal, het welcke, aea alle zijden, met hoogh Geberghte is om-fèt. Ee 3 On* m Gevaer- lijcke.paC; fagie. Ontmoe- tingh van die van Zoiaba, muati& m II. Boec k. Foyagk vanThomas Gage-, XX. C a p. Onder verfcheydene fchoone vrughten die aldaer groeven , vintmen'er ujrt- nemende Daedelen welene al immer foogoet zijn als diegeene, dièmenons, uyt Barbaryen , brenght;, " Nae 'dat ick vati de vermoeytheyt,, wekke het parTeren van het Gebergte der QuchumatUnes. in my yeroqr&eckt hadde ) was uytgeruft , foo vertrock ick van Sacap^a om mijne weghnae Qua.uma.la, te vervolgen. Van Sacapula dan quarn ick ineen ander groot Dorp S>. Andrea genaemt s het en is niet meer dan fes afeven mijlen van hes eerde genaemde gelegen , doch men vint daer nietaenmerekens-weerdigh , dan een groote meenighte van Ca- töen , Kalckhoenen , ende eenige Hoeven met Beftiael , die feer wel gelegen zijn , om dat heteen feervlack ende effen Landt is , oock zijn fy feer rijck, en evenwel is aen het eynde vandie ylackte een Bergh gelegen , welcke die geene , die nae Guatimala trecken, veel fpelsmaeckt. ■ , i . . , . Te St. Andrea bereydde ick my , om, op den volgenden dagh , een fwaere dagh-reyfe , van negen groote mijlen te doen , om alfop in feecker groot Vleck te komen , dat eenige Sacualfa noemen, ende andete weder St. Maria de Zotaba-y te dier plaetfe en konde ick niet komen , dan over dat Geberghte treckende. , .,.,,_, lek fchreef des voorigen daeghs nae Zoiaba , foo als men m die plaetfe ge- woon-is. te doen , ; op darmen Muyl-efels en Paerden , op her Geberghte , fou.7 defendén, om my te ontmoeten > ende des avonts ginck iekineeneJo flaepen 5 dit is een Hutte die expr effeli j ck voor de Reyfigers gemaeckt is , om , als de dagh-reyfe Iangh vak,, indefelve te konnen ruften^ fy ftaet een uer van den Bergh af, op de kant van deReviere, wekkers foet ende ae^enVemge- ruyfch , met eenriïfichen wint verfelt zijnde , my te dier plaetfe, eenjaghte'rufte verleende. . . - ; ;ii Des volgenden morgens ? nae aat ick een kop Chocolate hadde genomen, om my te verftereken > ende hetfelve mede aen mijne Indiaenen hadde ge- fchoncken, foo vertrock ick van daer, om defe hooghmoedïge ende rrotfe kruyn te beklimmen , die my evenwel foo moeyelijck niet fcheen als ick wel in den beginne gelooft hadde > ajs,waoneerickdieeerftontdeckte, doordiende wegen al Slanghs-wijfe op-gingen. ..-.-.'•■ Hoe ick evenwel hooger- op-klorn^ hoe ick verbaefder wierde , als ick mijne oogenibenedenopde Reviere .wierp ,. Tiende deRotfen bequaemom de kloeck- fte herten te doenyfen. Delndianen smZoiaba quaemenmy omtrent op het midden van den BergB tegemoete, fy braghten twee Muyl-efels , deeenevoormy, ende de andere, om mijne Bagagie te draegen ; de plaetfe daer fy my by-quaemen was fmal ge- noegh, gaende4ewegh daer, even als 9p andere plëcken , al draey ende ende, Slanghs-wijfe. - Ick begaf my te dier plaetfe vanmijnMuyl-efelaf, ter wijlen de Indiarieq malkanderen hielpen , ommijn^ndere Muyl-efeke onrlaeden , ende den lafr', opdenieuwUnghsmedegebraghte, telcggem lluojLCK.VoordeVpaenfchemjtJndien. XX. Gap. llt De wegh is befijden defe enge paflagie uytnemende ruw > daer was eene af- gnjuelijckefteylte, van omtrent een mijleweeghs diep, by-nae ontbloot van allegeboomte, uytgefonderteenigeweynige, diehierendaer .verrevanden anderen , ftonden,. Het was of het herte my feyde dat ick beter fotide doen, gaendetevoet tot dat ick op een andere plaetfe foude fijn gekomen , daer de wegh breet was ; doch delndianen', eemge vreefe in my befpeurende , feydendat'ergantfchgeenge- vaer was, en voeghden daer by, datdeMuyl-efel, wekke fy voor my had- den mede-gebraght, feer vaft op fijne becnea was, zijnde gewoon dat Ge- berghte te beklimmen. ° HET XXI. CAPITTEL. $ eer groot gevaer van den Autheur. Onnofelheyd ende by -ge- loof der Indiaenen. Volherdingeindefelve. Hoehetgevaer des Autheurs was by gekomen. Andere Indiaenen atimmer Joo onnoofelals de e erft e. Komfte te Zoiaba. Goddeloofe "Po- litie der Monicken , gods-laflerlijck te werckgeftelt. Offer- handeder Indiaenen. Sommevan die Offerhanden. Be- fchrijvingevan Zoiaba. Beleeftheyd der Indiaenen. Ver- treek uyt Zoiaba. H Ebbende my dan daer toe door de Indianen laeten bewegen , foo begaf Seer groot ïckmyopdeMuyl-efel, doch ick fat daer foo drae niet op , ofdefel- gevaer ve begonde Bocks-fprongen te maecken , buyten de wegh te loo- van den pen ende aghter uyt te flaen , vallende met my langhs defe Rotfen op den wegh Autheur. des doods welcke ick foude hebben bewandelt, foo my een kleynen Boom met hadde befchut, ende my , nevens de Muyl-efel, op-gehouden in fijne blin- De Indianen begaven haer aenftonts tot het geroep van Miracul ! Miracul ' Onnofel- fcen Heyligh ! een Heyhgh ! en dat foo luyde, dat hetfeheen, datfyhaere hey- der Itemme tot Romen toe, wilden doen door-dringen, om te maecken dat ick Indianen, gecanomfeertwierde.' •j T x e ï W1 ï Ien deIndianenm y helpen om weder op den wegh te komen, ende den Muyl-efel weder op defelve Ieydden en hijften , noemden fy my geduerigh- lijck met den naem van den Heyligh; fy fouden dit niet gedaen hebben, in- dien fy inmy eene gramfchap, die in een Heyligh niet behoordde te komen, Hadden konnen befpeuren, doch door dien fy daer toe niet verftantsgenoegh had- t^Tffv B<-K ■:■■•-,? 'mi tTÄSKfX Volhar- dingein defelve. Hoehet gevaev was by- gekomen Andere Indianen alfoo on- nofel als de eerfte. Komfte te Zoiabtt, Goddelofe Politie der Moniken. ui IL BoECK. VoyagievanThomtäGdge XXI. Caf. hadd-n • drevghde ick haer met ftockrflaegen , om dat fy my een jongen Muyl- efcl gegeven hadden, welcke den Saedel niet gewoon wastedraegen ende - daerdSorontilontdiegevaerlijpken val door my gedaen , van de welcke ick door een Éobm behouden wierde ] en niet door miracul Doch noch mijne woorden, noch oock mijn kijven ende fchelden waeren be- quaemom haer het gevoelen, datfy van mijne Heyligheydt hadden opgevat ,; te doen veranderen , om dat fy geloofden , dat de gramfchapper eens Pneiters , wasalshetgefnuyf van Godes neus-gaeten, foodaenigh dat fy, in dat dwa- fe ghevoelen, voor my op haere knyen vielen 3 ende mijne handen. . ku- e Alsmennudefe faecke hadde door-grondr, foo bekenden fy, datfy haer inhetuytkiefenvande Muyl-efels hadden mifgrepen, hebbende fy den Sae- del eheleehr op die gheene , die mijne Bagagie moeden draeghen , welcke jongh was, en TnoyVyets anders als Packen droegh, en met den Saedel, en- de mijne Bagagie-haddenfygeleght op die geene, welcke mijn Perfoon moe- Ter willen fy nu dus met het lonen ende laeden van de Müyl-Bels befigh waeren, ïeydde ick'omtrent een mijle weeghs, den Bergh op-klimmende af, enalsfy my weder onderhaeldt hadden, ginckick oock op mijn Muyl- EH fitten, en vcrvolghde mijnen wegh, tot dat ickter'plaetfequam, die men voor my, om- te ruften, ende om' Chocolate te dnncken , bereydt had- de. ' .:■ ■'. \ Sooalsickdaerquam,quaemenmy veele Indiaenen te gemoet,om myte ontfangen , ende door dien het gerughte figh aenltqnts onder haer verfpreydde, dat ick een Heyligh was , ende dat ick opdien wegh een Miracul gedaen hadde, foo vielen fy op haer knyen ende kuiten my de handen, en by gevolge deeden fy geduerende den geheelen wegh , niet anders als figh van mijne Heyligheydt te onderhouden.. - £ ■- .. ; r ; ,. rt j t t r Haere eétwoudigheydt verveelde my ten hooghiten,- doch hoe iy meer faegen dat ick de eer , die fy my aendeeden.af-wees, hoe fy noch meer tragten, my defelve te betoonen. .,„,.. , Als ick in het Dorp was gekomen, vertelde ick de Religieus het geene my gebeurt was, nevens de malle inbeeldinge der Indiaenen ; hy begonde daer overtelacchen, endefeydemy, dat, foo ick eemge tijdt in het Vleck bleet, alle de Indiaenen, fooManneiials Vrouwen , my de handen- fouden komen kuffen ende gefchencken geven, _ . . • . Hy moeite haere genegenthéydt daer omtrent wel weten, of mogelijck hadde hy haer die Superftitie géleerdt, want wy hadden foo drae ons mid- daghmael niet gehouden , of verfcheydene Indiaenen 'begaeven figh m de Kercke, om de Heyligh, die in het Dorp gekomen was, tefien, welcke een Mi racul in het op-klimmen van den Bergh gedaen hadde. Dit vergramde my noch meer dan te vooren , fiende de eenvoudigheyt va* dat onnofel Volckj Ick bad hier over den Religieus dat hy haer wilde vertoo- .*'-•'" ■' ■ nen fer^riftff- xx i . II. B OE c K, . Voydgie van Ihomas Gage XXI. C a p> «en dat fy ongelijck hadden, ende dat fulcks niet wel gedaenWas: maerhy wilde dit gantfchelijck niet doen , feggendedat wy uyt Politie alle de eere moe- iten ontfangen die men ons aen deede, om dat foo lange als fy ons voor Hey- ligen verlieten, wy altijdt in ftaet fouden zijn otn haer te overheeriTchen , ende om van haer goedt ende licchaemen ,• als van onfe eygene , te difpo- neren. Daer op begaf ick my met den Religieus nae de Kercke, ende ick ginck met hem op een ftoel in het Choor fitten, vertoonende den Perfoon vanhaeren ingebeelden Heyligh , hoewel ick in der waerheyt niet dan een arm ende ellen- digh fondaer was. : Soo drae als wyplaetfe genomen hadden, quaemen de Indiaenen foo Man- Godts-I a . nen als Vrouwen in het Choor, gaende drie aen drie en vier aen vier, fomwij- fterlijckte len quaemen oock geheele Huys-gefinnen te gelijck, fich voor -mijne voe- werckge- ten op haere knijen neder-werpen , om mijne Benedictie te ontfangen, en fteIt « als fy my daer op de'handen gekuft hadden , foo begonden fy my Complimen- ten op haere wijfe te maecken, feggende dat haer Dorp wel geluckigh was, ende buyten twijffel door den Hemel ghefegent , wegens mijne aenkom- te, en dat fy geloofden dat haere zielen nieuwe kraghten fouden verkrij- ghen door mijn voor-bidden , foo ick dat voor haer wilde te wercke ftef- len. - Hier op gaeven my eenighe geldt, andere Honigh , Eyeren , kleyne offerh an- Peeckens, Palmitas ende andere vrughten , nevens Pluym-gedierte, en dender Kalckhoerien. ,- - Indianen. Ick bemerckte wel dat de Religieus welcke naeft my fat, ten hoogh» Eten verblijdt was door het fien van defe dinghen, om dat hy wel mÜQ dat ick vertrecken moefte, ende diefaecken aen hem foude ghe- ren. : Ick bad hem dat hy de Indiaenen voor my wilde antwoorden , en my ver- fchoonen daer over, dat ick onkundigh in haere Taele was , het welck hy deede, feggende dat ick noch eerfï binnen korten tijdt in haer Landt was ge- komen , en dat , hoewel ick een groot gedeelte verftont van het geene fy my in haere Täele feyden, evenwel, door dien ick die noch niet volmaeck- telijck konde uyt-brengen , hy haer mijnent halven bedanckte wegens de mentfchap , die fy aen my , als een Gefante Godts , betuyght hadden, foor deYerfcheydenheydt van haere Offerhanden, het welcke dan hem ende jiyoockverplighte, om haer ende haere Kinderen aen Godt te beveelen, in ie gebeden die wy hem dagelij cks hadden voorgenomen, tot haren befte, op Eeofferen; . Op defe wijfe wierden de Indiaenen wegh-gefonden ende daer mede was de- ■ re pleghtelijckheydt voltrocken ; hier nae gingep den Religieus ende ick op een ■ boven-kamer, aldaer begonde hy fijn eyeren ende pluym-gedierte te tellen j> Dm'er een gedeelte af voor ons avondtmael te berevden. Ff Hy' Somme van de Offerhan- den. Itefchri}- vingevan ZviabiX. 114 II. Boeck, Vty>vm Thomas Gage XXI. Cap % Hy feyde my daèr nae, dat hy die voor 'iï)n felve wilde bewaeren , doch dat fejr die my , op mij n ver treek > wtlde betaelen ; dat ick voor a Is nu h et geit » dat- men my gegeven haddei, -kömlenae my neemen , daticktotfijnent WelcköBI wassalwaer ickhem niet tot een kftkonde verftrecken , maer veel eer groot nut toe brengen > nae dat ick-foo VeeHeef-taght vergaerdet t hadde , dat wy te fa©» men daer van , veele daegen , goede ciere konden maecken. Hetgekdatickontfangenhaddebeliepcotop veerrigh realen, boven noch twintigh andere die hymy voorde refte van -de Offerhanden gaf> welcke wel het duboekit waerdigh waeren % ende dit -verkveegh iek alles om dat ick -ge- vallen was ende door het felve den hals niet hadde gebroocken, Ick was van vöör-neemen om den volgenden dagh te verrrecfeen, doch de Religieus, fyanVidalgememv, wiideïitlcks niet toelaeten , omdat ick te» minften noch thien mijlen moefteaf-ieggen, ende hy wilde dat ick noch wat ruftenfoude. Dit Vleck van Zoiafa ofte zacualpa, is het fchoonfte ende het grootfte van alleflie geene welcke onder de Prieurye van Sacapula behooren , de Indiaeneti fijn'er rijck , ende maecken veele deèckens van het Catoen dat fy pkeken. Sy hebben oock gtoote me-enighterHónigh , veele troupen Gey ten , doch 1Ü hebben geene Tarwe , ende en backen ni et dan Mai% } en lbo is het ooik iÜM andere Vlecken j die op dit volgen , gelegen. ■Des anderen däeghs hadde ick noch eenige kleyne Offerhanden > dochwèy- nigh ten opfïghte van 'den voorigen dagh , foo dat ick tot -den ReligieüSfeyde-, dat ick, aengefien de devotie van het Volck begonde te verkouwe», tfesvolgerv» den daegbs •> vóór het ópftaen der Sonue , wilde vertrecken . Dien avont-quaemen de voörnaemfte van de Indianen van tiet Vleck, hae- ren dienft aenbieden., om my te.gefëyden tot een R4«c/wóÉe Katte 3 diere midden op den wegh ftaet* maer ick bedanckte haer, en bad'er met eeneïl my maer drie Mannen te^geven van degeringhfte van het Vlöëk » om my te geleyden terfilaetfe >daer cfe andere, éyt het naefte Vleck, my moeften te gemoet kómen b welcke ick haddevan mijnekomfte doen waerfchouwen. Als de tijdt van mijn vertreck:gekomen was, het wekkevwsten-dfletife- ren des morgens, riepmenmy, na daräfc wat^eröft hadde , én hébbende WÄ Maflèpain gegeten ende een kop Chocolate '^droncken } frereydde «ick my om te vértrecken , vindende de Indianen t'eenemaêl óp de ^plaets 'geree-t, mymethaeretaekenvanPijn-boomen verwaghtendè , 'die als fackelen bran- den, 4y -bedienen 'fïch daer van, 'om, als men des löglfts röyft, den weghtfe vinden j e'ndedfejgeene, diefy-begeleyden^ telighten. Een weynighaen geene zijde het Vleck, vonden wy den wegh al Vry Wat oneffen eftde hobbeBgh , hier hadden wy het light van nooden > Hier nae quaemenwyineen vfaefcende effen Landt, het wekkefichuytftreckttotaeft de HuttexrfteCabane tóe > wekke óp het midden vän den wegh h gele- gen 3 en nae defelve moeta wy aoeh^ermiwen Bergh op-kümmen. Doos T^ Door dien ick nu, in het uyt-geven van defe mijne Reyfen, niet meer heb- ie voor oogen gehadt ., dan het bekent maecken van de fonderlinge voorfienig- leyt Codts omtrent mijn Perfoon , en dat foo om mijne fchuldigen plight af te eggen , als om alle Reyfigers te bewaeren voor het vallen in wanhope , nopen- te defelve, ende te doen gedencken aen het geene den Koninghlijcken Bro- >heet feght in fij n honden ende feven ende veertighften Pfalm , dat de H E E- t E oock de Vremdelingen in fijne bewaeringe neemt , foo kan ick hier niet af- bheyden voor den Lefer voor oogen te (tellen, hoehetmy, die van mijn Va- ker ende andere naeite Bloet- verwanten geahandonneert was/ ende oock ont- ?tvan het gefelfchap der Spaigniaerden , die ick doenmaels als mijne Landts- jenpten erkende , fonderdesHEERENfonderlinge yoorfienighey t , foudc nogelijckzijngeweenS moet?, couragie ende luil te hebben , om mijne Reyfe e vervolgen, ende een goede uyt-komfte vandefelveteverhpopen, foo de- slveonfe GODT mynietwonderiijckhaddegefterckt, vindende ick onder- legen geene andere Perfoonen dan vyanden van mijne Natie , welcke een der bekent was , ofte Indianen , die meer Chrifteneninfchijndaninderdaet raeren, endiemy, alleen zijnde, ende onkundigh van haereïaf-hartigheyt, por haere meenighte altoos in groote vreefe moeften houden ,• doch dit alles iet tegenftaende , geliefde het de genaedige GOD Ti my foodaenigh te :ercken, dat ick, onder haer, even als onder mijne befte Bloedt-vrienden, nde fonder eenige fwaermoedigheyt, leefde, oock yont ick, opmeeftallc ie Plaetfen, yemant, welcke, door mijne aengeborene opreghtigheydt be- logen, my de handt, tegens alle benijders , boven hielt. Ick dan, die de 1 E E R E hier noyt genoegh voor kan dancken , bidde alle ende een yder Rey- iger, welcke de H E E R E voor oogen heeft, noyt aen fijne hulpe te wan- ippen, maer altoos in het goede voort-gaendej een geluckigh eynde van fijne jenaedige handt te gemoet te fien, Den Lefer vergeve my defe kleyne digreffie, tfthpojce yorder nae rjet vervolgh van mijn,e I^eyfe. &d lf* HET II. Boeck. Voyagie vanThomas Gage XXII. Cap HET XXII. CAPITTEL. S'orge der Indianen omtrent den laft ende beveelen der Gee- flelijcke. Vertreck nae St. Martin. Komde aldaer. Gele- gentheyt ende vrughtbaerheyt van die Tiaeïfe. Vertrecï van St. M&nïn. Rij cke Indianen te Chimaltenango. Schoo- ne Jaer-merckt. Vermaeckelijckheden op defelve aengeflelt Se'ecker verba ft ert S'faenfch Trieffer t isfeer geveynft dghterdoghtigh , en qualijck-Jpreeckende^ by drijft bitter- lij ck den /pot met den Autheur , die hem aerdighlijck beant- woori, weder bejpoty ende den mont flopt, tot fijne groot t vreughde. Vertreck van .Chimaltenango. Befchrijvingt van Xocotenango , ende van de vrugtót Xocoxxc, waei mede men de Ver ekens vetmeft. Hoven. Waeter-molens Fchoone Kerck-gevelende Altaer. Komfte te Guatimala. Sorgeder Indiaenen omtrent den laft derGee- ftelijcke. Vertreck naeSf. Martin. Komfte aldaer. Gelegent- 1 heytende vrught- feaerheyd. H Et was des morgens tenfeven «eren als wy aen defe Hutte quaemen : Wy vonden daer de andere Indiaenen welcke ons verwaghteden » f) waeren tér middernaght uyt haer Dorp getrocken , en hadden vyer ge- maeckt , oock hadden fy warm waeter bereydt om de Chocolate te bereyden, waeruytmen befpeuren kan, met hoe veel forge ende wilvaerdigheydt die arme Indiaenen, de OrdrenderKerckelijcke Perfoonen gehoorfaemen end* nae-komen. Terwijlen dat ick mijne Chocolate dronck* hadden de Indiaenen var Zoiaba , welcke my tot die Plaetfe toe geconvoyeert hadden , die van St. Martini het welcke de naem van het Dorp was > nae het welcke ick trock , wuftigh ge- maeckt van het Miraculdatickgedaenhadde, op dat fy aen my, als aen een Heyligh, fouden haereeerbiedigheydtbewijfen; als ick haer hier op yder een kop Chocolate hadde gegeven, liet ick haer van my trecken, neemendc meteenen den wegh nae 5?. Martin, ■ Het grootfte gedeelte van die wegh is Berghaghrigh ende vol Rotfen, tot aen twee mijlen van het Dorp toe, daer wy op den middagh arriveerden. HetisineenkoutClimaet, gelegen op een feer aengenaeme hooghte, van dewelcke men by nae tot aen Guatimala toe fien kan , aldaer omtrent valt feer goedt Koornin groote meenighte, gelijck oock in het meefte gedeelte van de om-leggende Dorpen. ^ss: II.Boeck. ^oordeS'paenfcheWeJl-Indien.yXil.QAv. 127 De honigh die daer valt is de befte van dat geheele Landt , doch voor al be- forghen de Inwoondersvan defe plaetfe, die van Guatimala, van Waghtels Patrijfen ende Conynen. Dit was het eerfte Dorp , onder de Stadt van Guatimala behoorende , in het welcke ick quam ; lek was daer over niet weynigh verheught , fiende dat ick doen niet meer, dan noch eene goede dagh-reyfehadde af te leggen, om foo grooten wegh te voleyndigen. De Religieus die in dat Dorp woonde was Frater Thomas de laCnq, ge- -naemt, hy ftondt onder de Jacobijnen van Guatimala, en hoewel hy een Criool was, foo liet hy doch niet nae my wel te ontfangen. Ick bleef niet dan dien avondt by hem, en hoewel ick des anderen daeghs mijn middaghmaeke Guatimala konde gaen houden , foo wilde ick doch mij- nen wegh neemen door een van de grootfte Dorpen ofte Vlecken van die Landen,- men noemt het felve Chimaltenango , het leght in een Valeye drie mijlen van Guatimala, aldaer fijn ten minften duyfent hoofden van Huys- gefinnen /ende onder defelve verfcheyde rijeke Indiaenen die op het platte Landt handelen. In mijn tijdt was daer een Indiaen die vijf-duyfent Ducaeten aen de Kercke gaf, defelve behoeft voor niet eene van alle die geene die in de Stadt van Guati- malazijn, te wijeken, ende in haereMufijcque overtreft fy alle die geene van geheel dat Landt. Het voornaemfte Feeft dat te Chimaltemango gevierdt werdt, valt voor op denfesentwintightenjulii, het is als dan den dagh van St. Anna; men heeft 'daer dan de fchoonfte 'jaer-merekt die ick in die quartieren gefien hebbe, foo "wat de Koopmanfchappen aengaet die men daer brenght , als oock wat betreft het groote getal van Kooplieden, welcke aldaer, van verfcheyde quartieren, komen. Men fiet daer als dan Stier-geveghten , wed-loopen te Paerde , Comedien , Mafqueraeden , Danffen, Speelen op Inftrumenten , ende andere divertif- fimenten , waer mede de Inwoonders van die Plaetfe den geheelen dagh door- brengen. De Parochiaen van dat Dorp was van de Ordre van Sr. Dominicus , hy was onderhorigh van het Convent van Guatimala, ende. wierde genaemt Alfonfo Hidalgo hy hadde ter oorfaecke van fijnen ouderdom , altoos de bril op de neus : hy was wel inSpaignien geboren, doch van fijne tedere jeught aen, in dat Landt opgebraght, foodaenigh dat hy, hebbende het geeftelijck kleedt te Guatimala , onder de Criolen , aengenomen , de liefde tot fijne Landt-aerdt t'eenemael hadde verlooren , ende een doodelijcken haet voerddé , tegens al- le die geene die uyt Spaignien quaemen. Hy was een geflaegen vyant van den Provinciael, door dien hy, door de gonfte van de Criolen, nae fijn Ampt ftondt j oock leerdde ick hem kennen 3 alfoo hy met my in queitie foght te geraecken , terwijl ick tot fijnent was. Ff 3 Hy Vermaec- kelijckhe- den op de- felve aen- geftelt. Seecker verbaftert Spaenfch Priefter. Enqua- lijck fpre- kende ; Hy drijft bitterlijck den fpot met den Autheiir, Die hem aerdigh- lijckbe- antwoort, weder be- fpot,ende eyndelijck den mont ft«ptj %^% ILBoeck. Foyagk vamTkomafGage XXII. Cap. Hy feyde my, doch tegens het gevoelen vanfijnherte, dat ick feer welkom, was ; hy beeldde fich in , dat alle die geene , welcke uy t Spaignien quaemen , de Reyfe niet aen vingen, dan » om de naturelle van het Landt, den voet te lighten, ende dat ick, als kk de Taele van het Landt foude geleert hebben , fklcks moghte in het werck ftcllen , en hem uyt eene piaetfe floten , in dewelcke hy, by-nae van fijne Jaeren van difcretie af, geleeft hadde. Hy feyde veel quaets van den Provinciael, als oock van Frater fuan TUftijfê * die Prieur van GmtimaUwasi en dat door dien hy wifte dat fybeyde mijne Vrienden waeren; doch op dit alles wilde ick niet een woort antwoorden, ontiagh aen fijne Jaeren ende aen fijn Bril toe-draegende. Eyndelijck feyde hy my » dat hy hadde hooren feggen s dat de Indianen van Zoiaba my als een Heyligh hadden af-gefchildert , het welcke hy niet konde ge- loven van yemant welcke uyt Spaignien quam, ende noch veel minder van my, dieuytEngelandt, dateenKetterfchRijckewas, was geborens hy fey- de oock dat hy veel eer geloofde dat ick een verfpieder was , pijnde gekomen om de rijekdommen van dat Landt te onderfoecken , om van defelve * nae 5 maels, rapport in Engelandt te doen. Dat'er veele feer koftelijcke ftucken in de Stadt van Guatimalawzcrcn , ende onder andere in het Convent van de Jacobijnen een Beeldt van filver van de Maget Maria > ende een feer fwaere Larnpe, endehy verfeeckerdefich, dat ick defelve voor mijn deel van den beuyt foude kiefen. Doch ick keerde dk alles in jock en fpotternye > feggende dat het eerfte werck , dat ick doen wilde , foude wefen , de fchatten ende rijekdommen van fijne Kamer te inventariferen , in dewelcke veele fchoone Schilderyen , Ta- pyten ende Cabinetten waeren , op dat , als de Engelfche quaemen , terwijlen ick noch in dat Landt was, ickhaer, in alle feeckerheyt van goeden beuyt te vinden, tot fijnent moghte brengen. En dat , wat fijn Perfoon belanghde > foo hy filvere in piaetfe van loode tan- den ( welcke in fijnen mont waeren door dien alle de naruerlijcke daer waeren uyt-gevallen) in fijnen mont wilde fetten, ick hem dan mede aen de Engel- fche wilde overgeven , en haer raeden fich meefter van fijn Perfoon te maec- ken> als fijnde hy mede y ets koftelijcksr ter oorfaecke van fijne tanden , hem yerfeeckerende dat fy hem wel fouden handelen , foo ter oorfaecke van de rij ck- dommen die m fijne Kamer waeren, als van die geene, diehyinfijnlicchaem hadde. Ick voeghde daer by, op dat naijn raet heeieenigh nut foude kon nen toe- brengen, datdeEngeKche, wanneer fy in dat Landt quaemen, mogelijck fou- den willen weten , van w at ftoffe fij ne tanden waeren , als aghtende dat fy van yetsraers, in dat Landt vallende, maghtenzijngemaeckt; dat fy oock, cm fulcks re onderfoecken , hem y ets heets fouden konnen doen drincken , dat het iootdaer door komende re fuielteri, «nde in fijne keek fchierende jhem eenigh quacr II,Böeck.2W it fymfcfoWeft-ïndnn. XXII. Ca p. 2.2,9 euact foude tanen ver oorfaecken , het welcke hy alle ontgaen konde foo hy die van fïlver deede maecken. Hy bemerckte wel datickden fpot men hem dreef, en daerom feyde hy daer van met meer, ende ick was feer verheught dat ick hem den monrhadde ge- flopt , op dat hy my niet meer befchempen foside. Ick feyde hem oock , nae dat iek het middagh-mael hadde fehourden, dat ick nae het avontmael niet wilde waghten , maer een joebtigh kosje vn het Convent van Guatimala gaen eeten ., :door èie hy my foo herrighe fprjfe hadde te eeten gegeven , 4at ictgeloofde , dat iek defel ve niet drae verteeren foude. ■ Ick badt hem dat hy my Indiaenen wilde geven om.my rot zmGitatmaPa toe te geleyden, hy deede dit feer geerne,vreefende mogelijck dat foo ick des avonts by hem bleef, ick fijne Tanden, met' het heete waeter van de 'Chocolate, die ick van Chiapa ghebraghr hadde, foudedoen fmelren, öfce dat ick, ge- durende den naght, fijne kofïlijcke fchilderyen, -ende fraeyë Ebben-house Cabwetten foude fteelen. ïck haefte my om te'vertrecken , foo drae de Indiaenen gekomen waeren , Op dat ick dit Beeft met vier oogen niet meer foude fien, en oock om in de Stadt van Guatimala te konnen ruften. Alsmen een mijl van het Dorp van Chimaltcnango af is, endedeValeye, welcke geheel open leght , heeft verlaeten , foo vintmen een kommerlijcke endenaeuwe wegh, tuffchen de Bergen, welcke die van beyde zijden befluy- ten, tot die rijdt toe, datmen dighteby de Stadt van Guatimala komt, fon- der datmen ter lincker ofte ter reghterhant van defelve kan af-rrjden, oock is fy, vandeValeyeaf, tot aen de Stadt toe , feer effen ende fandigh. Men vint yeele befiens waerdige dingen op die wegh, welcke maertwee mijlen langh is, ende, foo gefeght is, geheel met Bergen beflooten , want men fiet'er een Dorp van Indiaenen, het welcke een groot gedeelte van den wegh beflaet, ende alfoo Vokk-ri jek , jae meer, dan dat van Chimaltenan- gois, door dien de Huyfen feer wijd zijn uytgebreyt, ende onder defelve fiet- menfeer veele Spaenfche gebouwen-, welcke die \zn Guatimala aldaev, tot haer vermaeck , gebouwt hebben. Dit Vleck wert Xocotenango ghenaemt, en dat ter oorfaecke van feeckere yrught Xocotte geheeten , van dewelckemen een groote meenighte aldaer;, ende in de omleggende plaetfen vint. Defelve is feer verkoelende , ende van een geele couleur als fy rij p is , daer werden'er van twee foorten gevonden, foete endefuere, ende de Indiaenen ftoocken vyer van haere kernen. Sy vallen in foo groote meenighte van het geboomte,, dat langhs den wegh ftaet, dat de Spaigniaerden , om dat die niet geheel te loor fouden gaen , daerom expreffelijck Verekens op-gekoght hebben, ende defelve langhs def e gefeydewegh laeten drijven, alwaer zy, door het eeten vandefePruymen, al Befchrij- vinge var Xocotenan- Befchrij- vinge van de vvught Xocotte. Waerme- demen de Verekens rneft. Hoven. Waeter- molens- Schoone Kerck- ge- velende Altaer. Komfte te Gmimala. 2,30 II. Boeck. Voyagie vanThomas Gage XXII. Cap. al immer foo vet werden, alsdatfelvefoorte vanBeeften, door heteetenvaii deEyckelen,inEngelandtwert. Men fietoockveelefchooneTuynen ende Hoven op defenwegh, uytde- felve brenght men het geheele Jaer geduerende, m ds Stedt van Guatimala* kruyden, wortelen , vrughten ende bloemen. .' Men vint oock op defelve paflägie drie Waeter-molens , indeweickealle het Koorn van de Stadt gebroocken werdt , de befte van defe drie behoordt aen deReligieufenvan de Ordre van St. Dominicus die in Gmtimala zijn, die gemeeniijck, tot het opiight van defelve, aldaer een Monick ende drie a vier Negers, onderhouden. De voor-gevel van de Kerck van dat Dorp werdt voor een van de fchoon- ftewercken van dat Landt gehouden, het groot Altaer van defelve, is mede feer heerlijck ende koftelijck, als fijnde geheel met gout bedeckt. Ick hielde my niet lange in Mt plaetfe op , door dien ïck wel wifte dat ick, als ick my in de Sradt foudc neder-geflagen hebben , daer dickmaelen genoegh foudekonnen komen. Op defe wijfe vervolghde ick mijnen wegh tulichen het Geberghte , tot dat ick binnen Guatimala quam, wekkers gelegentheydt , ftaet,njckdom ende grootte ick bredelijck in het volgende boeck fal befchnj ven. Eynde van het tweede Boeck. I m Nieuwe en fieerNaeuwkerige . R E Y S E Door de Spaenfche West-Indien V A N TH O M A S GAGE. HET DERDE BOECK. I. Capittel ?wackheydtvan de Stadt van Guatimala. Haerefiobere uyt- 1 ferlijcke toe ïtaM. THe doch geheel "binnen wat beter is. Komfte aenftet Convent van Guatimala. en Autheur wert Ordinaris openbaerTredicker, en verkrijght daer toe defermiJJJe des Biffchops. Hoe lange den Autheur in Guatimala verbleef. Befchrijvinge van de Stadt van Guatimala, ende van de wegen om van en tot die - Oorfaecke daer van: Een Spaigniaert heeft 40000» Koe- be e H 'en. Wijfe opdewelcke de Steden ende Vlecken van Guatimala met Vleefch voor- fien werden. Groote toe-voer van Schaepen. PFonderlfjcke geringe prijs van het Vleefch ende andere fpijfe. Getal -van de-Huyfemn Guati mak. Merck van die Stadt . T> e- licateffen der Criolen.] Gropte Koophandel in Guatimala. Rijckdom der Stadt. Regeer inge van Guatimala e ndehet omgelegene Landt. Befchrijvinge van het HofvanGuz- timala. Tra&ament des ^refidents van Guatimala, Hi-~ Jlorievan Dom Juan de Guzman. ^Gierjgheytvan Dom GonzalvezdePaz de Lorenzana. Voorbeeldt daer van. TraElament der Raeden ende des Fifcaels. Groot pi 'ofijt der . Raeden. Quade administratie derjufïitie .Kerke §?an Gua- timala. Klooflers. Inkomen der Jacobijnen. Hare Schatten. Befchrijvinge vanhaerKkofl er. Befchrijvinge van hetCorh vent de, la Conception. Hifiorie van Donna Juannakamer. Verdorventheyt der '.', Klooft er en. Ongebondenheyt ende Godloosheyt in de Stad. Ck en hadde noch geen duyfent paffen aen geene zijde de Ker- ke van XocQtenango af-gëlegt^ of het fcheen dat de Heuvelen en- de het Geberghte fich van malkanderen fcheyde , om een door- toght ende paflagie voor het gefighte te maecken , ende aen het felve middel te geven,om fich wijder in de Valeycuyt te brey- den, endeteverluftigefi. III.BoECK. ^Door dt$$amfcUWeft-lndïén. I.Cap. 2,33 l De reputatie welcke dieS tadr, in die quartieren, badde , ende de difcourflën die men, in mijne-teghenwoordigheydt , van defelve , te Mexico ende te Chiapa hadde gehouden, hadden my doen geloven , dat fy met goede Mueren , Toornen , ende Bol-wercken gefterekt was , om te konnen tegenftant bieden , aen die geene , welcke eenigh voor-nemen (ouden mogen hebben , om defelve te attaqueren. Doch als ick vorder gereden was, ende het minde daer aen gedaghte, vont Swack- ickdat ick al binnen defelve was gekomen, fonder eenige Mueren gefien te heydtvan hebben, fonder eenige Poorten ofte Bruggen gepaffeert te hebben , endefon- de Stadt _ dereenige Waght, om my te vraegen wie ick was, ofre waer ick heenen wil- va " cmi " de, ontmoet te hebben ; ende foo als ick , dighte voor-by een nieuwlijcks rf ' ghebouwde Kercke paffèerde ( om dewelcke eenige Huyfen ftonden , waer „ r Van de eene met ftroy ende de andere met pannen gedeckt waeren) vroegh ick ^ ^ L - ~ watnaem die Plaetfe hadde, ende men antwoordde my dat het de Stadt van t erïïick& ^ Guatimala was, dat die Kercke de naem vanSt. Sebaftiaenvoerdde, fijnde toeftant. de eenige Parochiale Kercke van geheel de Stadt. • Dit verminderde in my feer de meeninge die ick van de grootte van defe Stad Die doch «erft hadde opgevat , foodaenigh dat ick geloofde dat ick wederom in een twee- geheel de Cbiapa was gekomen, tot dat ick, een weynigh verder, ende in het mid- binnen dien van de Huyfen gekomen zijnde, wekker voor-gevels ick evenwel maer watbee- aen de reghtèr- handt, ende meft-hopen aen de lincker-handt hadde , ineen ter is. ftraete quam die wat breeder was, ende in dewelcke de Huyfen met haere voor-gevels ten beyde de zijden ftonden , welcke fcheenen te beloven dat ick fciet verre van de Stadt was. ■ Ick hadde mijne oogen foo drae niet in het ronde laeten gaen , ofickfagh IComfte leen feer heerlijck ende praghtigh Convent, het welcke de plaetfe was, op aen het '■dewelcke ick mijne Reyfemoefteeyndigen, ende mijn felven , naefooveele Convent fatigues, wat uyt- ruften. van Gaatl " ■ Ick tradt,aen de aghter-poorte, van het Kloofter af van mijnen Muyl-efel, en maia ' hebbende nae de Prieurgevraeght, quam defelve nae my toe-treden , feggen- Daerhy de dat ick van herten welkom was , ende dat ick , door het voorfchrij ven ende feer wel ten opfighte van den Provinciael, niets foude gebreck hebben, felvedathy wert ont- •tneer voor my foude doen , dan hem de Provinciael door fijne brieven geordon- fangen, 'neert hadde. i Hy feyde my vorders dat hy in Spaignien , in de Provincie van Afluria was iopgebraghtj dat in defelve veele Engelfche Scheepen quaemen, foodaenigh -dat hy daer veele Lieden van mijne Natie , niét alleen hadde gefien , maer oock groote genegentheyt voor haer gekregen, ende dathy, door dien ick van die 'felveLandt-aertwas, ende buy ten mijn Vaderlandt my als een Vremdeüngh 'ende Pelgrim in die Landen bevont , my, met alles wat in fijne maghtwas > fou- "de te hulpe komen ende by-ftaen. # - Ick laete den Leefer dencken hoe groote vreughde ick gevoelde in myfelve. Tot fijnf I door het ontmoeten vaneenMan,- wiens gedaghten foo vervremt waeren van groote Gg Z die Yreughde^ Den'Au- theur doet eenpu- blijckdi- fpuyt. Voor- jiaemfte twift- poinftvan hetfelye. Gram- fchap der Jefuiter daer ov€t- Onder de- welke den Autheur lijn credit vertoeft, ij 4 III. Boeck. [Voyagie vanThomas Gage LCapJ die vandenMonick Hidalgo» ende die foo goeden gevoelen van onfe Natie hadde opgevat. Doch defelve wierde noch feer vermeerdert door het vervullen van fijne be*' loften ; hy was Frater facyntho de Cabannas genaemt , ende de voornaemfte Profeflbr in de Theologie in die Uni verfiteyt. Door dien hy befpeurde dat ick luft hadde om mijne ftudien te vervorderen, 1 ende voor al om eenige leffèn in de Theologie onder hem te nemen , foo deede hy my de gonfte , nae dat ick het eerfte vierde-deel Jaers fijn toe-hoorder hadde geweeft, vanmy publijcquelijck in de Theologie te doen difputeeren , in dit difpuytprefideerdehy, ende hy hielp my in de tegen woordigheyt van de Do- ctoren ende Theologanten van die Univerfitey 1 , tegens het gevoelen van Scotm ende Suare%. Doch het voornaemfte Poincl: dat betwift wierde, raeckte de geboorte vaa de Maget Maria , welcke de jefuiten , met Zuare^y de Cordeliers endede Scotiften,beweeren, dar fonder erf-fonde gebooren zy, ende fonder eenige fchult ofte vlecke daer van behouden te hebben. Ick hielde openbaerlijck tegens defe meeninge ftaende die van Thomas Acjui- nar ende van alle de Thomiften , welcke is , dat fy foo wel in erf-fonde ontraft- gen ende gebooren is , als alle de andere naekomelingen Adams. Dit was een twift-poincT: dat aen beyde de zijden foo wel beweert wierde^ met argumenten foo voor als tegens, ende antwoorden ende folutiendaerop, datmen in veele Jaeren , geen foo aenmerckelijck voorval 3 dan dat, geiiea hadde. De Jefuiten ftampten met de voeten op de aerde ende floegen met baere handen, om te kennen te geven dat fy niet konden lij den datmen dit ftaende hielt, fy noemden het Ketterye.j ende voeghden daer by, datmen dat wel ia Engelandt moghte ftaende houden, om dat dat Landt vol Ketters ftack , dat ick het oock aldaer wel foude mogen defenderen, door dien ick onder haer was op-gebraght; maer dat fy haer verwonderden datdenDo&orCt&ïwwf my daer in de handt boodt, fijndehy onder de Spaigniaerden gebooren ende in haere Univerfitey ten op-gebraght, ende daer toe noch deeerfte Profeflbr in die vermaerde Academie. Doch ick antwoordde haer met groote geduldighey dt, dat fy groot onge- lijck hadden , door dien fy haer hier over foo emporteerden * om dat'er niet alleen redenen van groóte kräght ende fterekte waeren om dit ftaende te houden , maer dat ick oock op mijne fijde hadde de authoriteyt vaa verfcheydene wijfe ende geleerde Theologanten van de zijde van de Tho-, mirten. Nae die rijdt hadde ick weynigh credit onder de Jefuiten , maer het felve wierde grooter onder de Religieufen van de Ordre van St. Dominicus , ende voor al by den Doótor Cabannas 3 tot foo verre, dat ick, doormiddel vaa hem i ende van Frater %mn Eaptlfta Prieur van Cbiapa, die het in het volghende Jaer oock van Guatimala wierde, foo veel eer ende aghtinghe ia 4as KT^ IH.BoECK. € Doorde$$aenfcheWeft~Indïèn. I.Cap. 2^ dat Landt verkreegh , als oyt Vremdelingh onder de Spaigniaerden gehad doch by heeft. ö an dere Soo als fy nu alle beyde fich op Vrouwen-ligt- mi/Te te G&/4p4 bevonde»,over w eder de verkiefinge van een nieuwen Provinciael, foo geliefde het haer aen my «nwint. weleke altoos te Guatimala bleef woonen , oock te gedencken , ende wetende dat in de Univerfiteyt , weleke wel meeft aen haer Convent dependeert een Profenor , die de Studenten in de Philofophie moefte onder wijfen , foude van noodenzijn, foo Helde hymy aen den nieuwen Provinciael voor , 'weclke pan Xtmem% genaemt was , ende daer-en-boven aen het Capittel van de Pro- vincie, om my, tegens de aenkomende St. Michielsdagh, in dat Ampt te doen beveftigen. , Sy werekten metfoo veel kraghtsïn mijn faveur, fcehalven dat fy foo veel De nAu- authoriteyt hadden, datmen haer, by-nae, niet konde weygeren dat fy them ' wert lightelijckverkiegenhetgeenefy begeerden, endeophaereoverkomftebraah- F"?^?* j ten fy my opene brieven van den Provinciael mede, door dewelcke ick , on- w u der den naem van Frater Thomas de Santta Maria, want defelve voerdde ick lolo P hie * doenroaels, tot Profeflbr in degefeydeFaculteytgenomineertwierde, wer- dende te gelijck den Prieur bevolen my in befit van dat Ampt te ftellen. ' Defe eer aen een Vremdelingh , en dewelcke eerft in de Provincie gekomen Het welke was, gedaen, maeckte dat de Cnolen, ende eenige andere, weleke fin hem be- in dat Ampt gehad hadden , hondert vuyle dingen van my feyden. nijt weit. Doch dit alles werekte niet uyt, dan in my te vermeerderen het voornemen tv ,i dat ickgenomen hadde van my bequaem te maecken , van geduerfaemer in de J!' m openbaere leflèn te komen, en van de tijdt , naght ende dagh ftuderende, dior-tom opfoodaenigh een wnfe door te brengen, dat ick met eere mijn plight foude beter te volbrengen omtrent het employ datmen my hadde gegeven , ende alfoo op doen een behoorlijcke wijfe vervullen die hoope, weleke mijne Vrienden van my Ick volhardde in defen drenft drie Jaeren, en door dien mydïckmaelen in En naght den fin quam, dat ick de eere van mijne Natie te Guatimala moefte ftaende endagh houden, endaticknietmoefte lijden, dat eenigh Spaigniaert my overtrof in doctftu- uytvindingen ende in fcherpfinnigheyt van Argumenten ende Concepten, deren * foo werekte dat foo veel in my uyt , dat ick, als deandere Religieufen te bed- de gingen, mijn fel ven in mijne Kamer op-fioot, endealdaer, een kop Cho- colate hebbende gedroncken omtrent ten negen ueren , braght ick den naght tot aen twee uerennaemiddernaght, over met ftuderen, en als dan gingh ick ruften, om ten fes ueren weder op te ftaen. Geduerende die drie jaeren , wilde ick geenige va n de gewoonlijcke Am.p- ten, die het Convent betreffen, bedienen, ende ick appliceerde my alleen- . lijck tot het Predicken , ende tot het hooren van de Bieghte, van die geene 3 weleke in ons Kloofter quaemen, ende in de Kereke van ons Convent , uyt ïreefe van in mijne ftudien belet te worden». Den Prieur evenwel, ende den Doctor Ca&amar, vielen my dickmaele» Gg 1 moeye- ^36 III. Boeck, Voyagie vanThomas Gage I. CapJ moeyelijck, op dit ick permiflie vaiï den BifTchop foude verfoecken, om in de Stadt ende od het platte landt te mogen de Bieghte hooren ende Predicken , Want, foo als ick gefeght hebbe, ick Predickte fomwijlen in deKerckevan. ons Convent. Doch ick fteldemy daerfterckelijcktegens, tot die tijdt toe , datdePro- vinciaelteGw^/Waquam, welcke, als hy my eens hadde hooren Predic- ken, met alle gewelt wilde, dat ick die_gefeyde toelaetinge van den Biflchop verfoecken foude, op dat ick, nier bepaelt fijnde binnen de limiten van het Kloofter , vryelijck in de andere Kercken foude mogen leeren, ende door dat middel gek winnen om Boecken voor my te kopen. Den Au- , Ten dien eynde deede hy my , drie ueren langh, door drie Do&oren in de theurwert Theologie examineereti, geli jck dan de gewoonte van die O rdre is, endeals órdinaris jc^ïndit werck alle de geftrengheyt van haer examen hadde üytgefcaen, ende ende , fy my voor bequaem geoordeelt , foo gaf hy my op ftaende voet een Brevet openbaer van . prefentatiea het welcke van dat examen gewagh maeckte ,. omhetfelve Iredikei. aen den Biflchop te geven, op dat hy my daer op foude toe-laetën , doorge- heel fijn Diocefe, tè mogen Bieghten horen ende Predicken , endatincon- formitey t van de Bulle van Paus Clemem, welcke begint Dudum ; de Sepuhum. Enver- De Biflchop van 'G/atf/Wa, welcke my by-fonderlijck beminde , endedie krijgt daer het voort-fetten van de goede Letteren, in die Univerfiteyt , behertighde, toe de per- e n behoefde hier toe niet feer aengefet te werden; hy gaf die permiflie aen- miflie desft ontSj e nde fchreef die aghteropdeprefentatiej daer mede ftont hy my toe Biilchops. te p r edicken door geheel fijn Diocefe , ende het Sacrament van Pcenitentie aen allerhande ilagh van Perfoonen te adminiftreren , uytgefondert aen deReli- gieufe Dochters j oock konde ick van alle fonden abfolveren, uytgefondert die geene , die aen fijn Heyligheyr ofte aen den Biflchop gereferveert waeren ; defe permiflie was door de handt van den Biflchop , ende door die van fijn Se- cretaris onderteeckent, op den vierden December I6%9> Op defe maenieré dan, wierde ick in de Stadt van Guatimala, met com- miffie van den Biflchop ende den provinciaelbeveftight, foo om in de Philo fophie te onderwijfen , als om door geheel bet Diocefe te Predicken. Hoelange Men bood my oock den ftoel aen', om in de Theologie teleeren, oockdee- den Au- de ick eenige Theologifche leflen geduerende drie Maenden tijdts , ende , ick theurte foude, foo ick gewilt hadde, daer ter Plaetfe lange hebben konnen blijven, Guatimala doch ick onthielt my daer niet langer dan drie Jaeren ende een halt , ende dat verbleef. om re d ene n welcke ick hier naemaels fal feggen. Ick wil nufeer getrouwelijck gaen voor oogen ftellen, alle dat ick van die Stadt , geduerende die tijdt, hebbe konnen verftaen , foo wel als van het omleggende Landt,, in het welcke ickveele Reyfen gedaen hebbe , foo doen ick noch binnen Guatimala my op- hielt , als oock geduerende de feven Jaeren , welcke ick op de Dorpen daer omtrent hebbe verlieten. Befchrii- E> ere Stadt 3 door de Spaigniaerden St. fago de Guatimala genaemt, is in vinge vaneene Valeye gelegen , welcke omtrent een mijl, ofte een weymgh minder, tot die Plaetfü komen. HI.Boèck. c ï)oórdeS'paen(cheJVeJ}-Indiën. I.Cap. 237 brtet ïs> ziinde fy door hooge Geberghten beflooten; doch haerelenghte," de Stadt nae de zijde van de Zuyd-Zee toe, behelft een groote ftreecke Landts , het van Cmü> welcke geheel vlackis, Cnde fich allenxkens uytbreydt aen geene zijde die maU. Plaetfe, welcke fy noch op heden de oude Stadt noemen , die omtrent een Biijle van GnatimaU leght. Hoewel de Ber'ghendefe Stadt aen bey de zijden befluyteni ende dat het aen Ende van de Oofr-zijde fchijntdarfy als over defelve hangen, foo belet fulcks doch bewegen evenwel de Reyfigers noch te Kooplieden niet, door dien men wegen door om J ane n defelve ghemaeckt heeft, welcke foo gemackelijck zijn, dat niet alleen de *"' Menfchendiefeerbequaemelijck konnen gebruycken, maeroockdevraght- beeften, die met fwaei e packen beläeden zijn. De wegh welcke van Mexico komt s als men defelve neemt van de zijde van foconu^co ende Zuchutepeque , naedert de Stadt aen de Noordt-weft-zijde , de- felve is wijdt , open ende fandigh ; doch de wegh van Mexico door Chiapa ge- nomen, komt aen het Noord- oollen in de Stadt, ende naedert aen defelve door het Gebergte, foo als ick boven gefegt hebbe. Aen het Weften nae de Zuydt-Zee , is de wegh geheel open , dwarfch door de Valeye heenen , ende door een Landt het welcke aldaer feer vlack ende effen is. Doch aen het Zuy- Jen ende Zuydt-ooften , ftreckt den wegh over feer hooge ende ongemacke- lijcke Gebergten , defe gebruycktmen gemeenlijck, wanneer men van Comaya- \ua , Nicaragua ende Golfo Dolce , ofte de foete Zee-boefem , komt. Hier irriverenallejaeren de Schepen uyt Spaignien, ende fy ontlaeden de Koop- thanfchäppen die men uyt het felve , voor Guatimala , brenght j defe wegh sverdt mede gebruyckt van die geene , welck Ooft-waert van de Stadt af willen trecken. De twee Berghen , welcke het naefte aen de Stadt en aen de Valeye komen , Y u [ ca "Si- nterden Vulcanuffen genaemt ,• de eene is een Waeter- Vulcanus , aldus on- , n \ e , . rygentlijck door de Spaigniaerden genaemt , door dien den naem van Vulcanus § U 7 S ev niet werdt gegeven , dan aen Bergen die vyer uytwerpen, en dat door eene 'anfaërdèn illufie op dien Godt van de oude Heydenen, welcke de forge over het vyer Evenwel te reghte aen den anderen Bergh gegeven, om dat hy van het flagh vm die geene is , welcke branden ende vyer uyt werpen. Defe twee vermaerde Bergen fijn aen beyde de zijden van de Stadt , ende by nae reght over malkanderen geleghen, yder aen eene kant van de Valeye, hanghende de Waeter-Vulcanus , aen de Zuydt-zijde , by nae reght over de Stadt , ende die van het vyer is een weynigh laegher > ende wat naeder aen de oude Stadt. * " / De Waeter-Bergh is hooger als de andere > feer aengenaem om te aenfchou- wen, zijnde, by nae geduerende het geheel jaer; met groen bedeckt , men , fietdaeroock Ackers met Mai^ ofte IndiaenfcheTarwebefaeyt, ende in de kleyne Dorpen, welcke fommighe nae het midden des Berghs, ende andere tó het hangen endeaenden voet van defelve getimmert zijn, vimmen in de Tuy- Waeter^ Yulcanus. Hiftorie derSpai- gVsiae den. Schricke- lijcke de- fperatie eadever- aghtinge Godts. Vervaer- lijck ende regtvaer- digh oor- deel veele Beecken fpruyten>die na het Dorp vanSt. ChriftofFel vlieten, men gelooft dat defe Beecken het waetervan eer» feer groot foet Meer , dat dight by de Vlecken van Amatitlan ende Petapa leght, onderhouden ende verfchaffen. Doch aen de zijde van Guatimala ende de Valeye , fpruyten'er foo veele foete Fonteynen uyt,dat fy eyndelijck eene Reviere maecken>welcke fijnen loop door de Valeye neemt 1 paffeerende dighte voor by de Stadt, defelve doetoockde Molens , van Xocotènango , waer van ick te vooren hebben gewagh gemaeckt , om-loopen. , Defe Reviere was, nae het fegghen der Spaigniaerden, ten tijde van de inneminge des Lants niet bekent ,. en is niet als naederhandt voor den dagh ge- komen. Sy verhaelen dat in de Stadt vznGuatimala , welcke eer-tijdts hooger ende dighteraendenVulcanus, als nu, geboutwas, ter plaetfe die men noch de , oude Stadt noemt, in het jaer van vijfthien-hondert vier ende dertich, feecker Dame, Maria de Cajlillo genaemt, woonde, welcke als fy haer Man in den Oorlogh hadde verlooren , ende te gelijck alle haere Kinderen in dat felve jaerbegraeven, figh foodaenigh door de droef heydt liet verrucken, datfy, in plaetfe van fïgh aen den wille Godes te onderwerpen, Sijhe maght uyt-daeghde* leggende dat Hy haer geen quaet meer konde doen dan Hy gedaen hadde , ende dat Hy haer maer alleen het leven, 1 het welcke fy niet en aghte, konde bene- men. Sy nu hadde defe woorden foo drae niet uytgefproocken , of daer quam uyt defen Bergh foo groot ende foo fnel een Waeter-beecke af-vlieten , dat defelve defe Vrouwe mede- voerdde, veele Huyfen ter neder wierp, ende eyndelijck de Inwoonders noorfaeckre, ter plaetfe, daer nu Guatemala is, te komen woonen. Soo defe Hiftorie, welcke haer grondt in de Spaenfche traditien heeft," waeraghtigh is , foo moet fy een ygeli jek tot een voorbeeldt ende tot een lelTe ftreckenj om Godt te vrefenende fijne maght niet uyt te tarten, wanneer wy fien dat Hy figh begint te vergrammen 3 ende ons de fwaerte van fijnen arm doet gevoelen. Sedert die tijdt heeft men defe plaetfe de oude Stadt genaemt, ende de Re- viere heeft altoos fijnen loop, even als fy nu doet , gehadt . j Defelve heeft haeren oorfpronck uy tdëfen Vulcanus , wekkers Fonteynen, Hoven, vrughten ende Bloemen, nevens het fchooneaenfehou wen van fijne groene heuvelen, aen de geeft van een foodaenige als Martialis was, foude ftoffe genoegh konnen nyt-leveren om daer een tweede Parnaftus van tjpmaec- ken, ende haere over-een-komften met den Bergh Pegafur uyt te vinden, oockorriYeerfen te maecken tot lof van deNymphen ende Mufen van defe fchoone lijcke brant. JIIBoecR. I^oor deSpaenfcheWeJÏ-Mïén. I.Cap. %^^ fchoone Americaenfche verblijf Plaetfe, welcke ten minften figh drie mijlen 'm dehooghteuyt-ftreckr. • Doch die Bergh, die aen de andere zijde van de Valeye, daer reght regens Af-fchou* 'Óverleght, is onaengenaem ende fchrickelijck om aen te fien , door dien fy be- welijck- decktismetaffe, metfteenen ende gebrande kalck-aghtige klompen, zijnde heytvan- onvrughrbaer ende fonder eenige groente; men hoort daer niet dan een don- <* ea adere; derende geluyt , ende het geruyfch van Metaelen die in de aerde fmelten j men net'er niet dan vlammen ende als ftroomen van vyer ende Avaevel , welcke geduerighlijck branden, ende de lught met (Hackende ende doodelijck dam- pen vervullen. ■ I Aldus is Guatemala gelegen in het midden van een Paradijs aen de eene, Gevaer ende van een Helle, aendeandere zijde, doch de laetfte en heeft fich tot noch lijkeeefe' toe niet foodanigh geopent > dat die Stadt daer door vergaen is. ' gentheyt Hens waer dat over een geruy men rijdt, ficheen groote klove boven in het ScL\cL' Geberghte vertoonde, welcke foo veel brandende aflè op- wierp, datdeHuy- fen foo van de Stadt Guatimafa, als van de omleggende Vlecken, daer me- de vervult wierden , en alle de planten ende vrughten daer door be- oorven , ' oock fmeet fy foo veelé fteenen uyt, dat , foo die op Stadt vaeren gevallen, defelve daer door foude fijn onder de voet geworpen ee- worden. & r 5 Doch^ tot geluck van die Stadt, vielen fy berijden afin een dal, waer in Wordet fy noch leggen, ende alle die geene , welcke daer om rebenen komen, doen iij c k e verbaeft ftaen 3 oock en verwonderen haer defelve dan niet meer over de kracht des K.raght van het Bus-kruydr, het welcke de yfere Kogels, niet tegenftaende vyers. haere fwaerte , foo verre buyten het Canon uyt werpt , maer fy veftighen alle haere, gedaghten , om, met meer reden, verbaeft te ftaen , over de violentie van het vyer van die Bergh, het welcke in de lught heeft konnen vervoeren, ende feer verre wegh werpen, foodaenige klompen fteen , welc- ke foo groot als Huyfen zijn ,' ende die twintigh Muyl-efels niet van hae- réplaetfen fouden konnen bewegen, foo als men fulcks dickmaelen befoght heeft.: - Het vyer, dat jegenwoondigh uyt die Bergh komt, en is niet altoos een- Gewoon- pangh , want het is de eene rijdt meer ende grooter dan de andere ; het gebeur- lijcke toe- de evenwel , terwijlen ick in die Stadt was , dat het felve foodaenigh uyt-berfte , ftant van ende geduerende drie dagen ende drie naghten foo groot was, dat den Do&or de Vulca-' Cabannas aen my ende aen een van mijne Vrienden in confidentie ende ver- nns - trou welijckhevt verklaerde , dat hy , op feeckeren avont, aen fijn venfter ftaen- de, een brief by het light dat dat vyer van fich wierp haddegelefen, hoewel hy meer dan een mi)le daer van dan was. ' - Het gerughte, dat daer uyt ontftaet, is mede niet altoos eenderley, want het is grooter in de Somer dan in de Winter, tëwètenvanO&oberaf, tot in het eynde van April y men hoort het dan meerder en verder , dan in degeheele refte van het Jaer, door dien hetfchijnt dar/er als dan winden in die hoillig- H h heden 1 Schricke- liicke aert-be- vkiae. Getem- percheyet des Cli- maets. Overvloet van leef- toght. En voor al vanOflen- vleefch. Oorfaeke daer van. 140 III. Boeck. Voyagie vanThomas Gage I.Cap. heden beflooten leggen , welcke het vyer voor die tijde kraghtiger , dan anders- fïnts, aenblaefen, ende daer door veroorfaecken dat den Bergh dan grooter ge- rughte maeckt , ende het omleggende Landt doet beven. Het was, omtrent drie jaeren eer ick in die Stadt quam, gebeurt, dat de ïnwoonders > negen daegen lanek , niet dan alle oogenhlicken haer doodt ende ruïne te gemoet fagen,ende fig gedrongen vonden, door de geduerige aert- bevingen , hare Huyfen te verlaten , ende onder Tenten ende groene Hutten te gaen woonen , welcke fy , op de Merckt-plaetfe , hadden opgeregt , fy deeden aldaer de Beelden van de Heyligen brengen, ende onder andere dat van St. Sebaftiaen, het welcke fy mede, in Proceflie, door de Stadt droeghen. Doch, geduerende dat ick daer was , bevonden figh het gerughte des Berghs, de roock, vlammen ende de aerdt -bevingen, inden Somer, foo- daenigh, datick, doordetijdt, defelve fijnde gewent geworden, aghte dat die Stadt de gefontfte ende aengenaemfte plaetfe was, welcke ick, in alle mijne Reyfengefien hadde. Het Climaet is daer feer getempert , ende veel beter dan dat van Mexico ofte van Guaxaca. Defe Stadt behoeft oock aen de andere niet te wijeken in overvloedt van vrughtenendeMoes-kruyden, van Vifch ende Vleefch, gelijck als dat van Oflen, vanSchaepen, van Kalven, vanGeyten, van Gevogelt, vanWildt- braedt, van Kalckhoenen, van Conijnen , van Waghtels, van Patrijfen 3 van Faifanten, ende mede van Tarwe ende Indiaenfch Koorn. Wantfy werdt rijckelijcken van allerhande flagh van Viflchen voorfienj foodoor de Zuydt-Zee, welcke, op eenighe plaetfen , daer maer twaelf mijlen van daenleght, ende van de Revieren, diefïgh,indieZee, uyt-boefo- men , als door het Meer van foet waeter van Amatklan ende Pttapa , ende dan noch van een ander , dat drie a vier mijlen van Chimaltenango leghr. Doch, wat het Offen- vleefch belanght, het is feecker, dat het aldaer in grooter overvloet is, dan in eenige andere Plaetfe, van geheel America, welc- ke het oock foude moogen wefenj hetfelve blijekt doordegrootemeenigh- tevanHuyden, welcke men, jaerlijcks, daer vandaen naeSpaignienfent; ende men dood gemeenlijck aldaer de Offen , meer om de winften , welck men van de Huyden , mits die in Spaignien fendende , treckt , als om het Vleefch te ceten, het welcke, desniettemin, feergöetis, hoewel het, met dat van Engelandt niet kan vergeleecken werden j doch het is weder foo goede koop, dat in mijn tijdt,derthien ende een half ponden Oflèn-vleefch, nietmeer mogh- ten gelden , dan een halve Reael , het welcke de kleynfte Munte van dat Landt is , zij nde die omtrent twee Hollandtfche ftuy vers waerdigh. Hoewel door geheel dat Landt veele Hoeven zijn, opdewelckemenniet doet dan Beftiael aen te queecken, foo belet doch fulcks niet, dat die van de Provinciën van Comayagua» van St. Salvador, ende van Nicaragua hetfelve daer nae toe fenden, ende dat noch al niet tegenftaende men van Guathnala af, tot aen Golfo Doke we, daerdeSpaenfche Scheepen jaerlijcks aeakomen, het HI.Boeck. ïïwdeSpaenfcheWeJï-Indïén. I.Cap. 141 het fel ve in overyloet heeft , ende hier uyt ontftaet die fleghte Merckt van het Vleefch. Doch de Plaetfen , daer het felve voor hetgrootfte gedeelte van daen komt, «ijn de Paght-hoeven aen de zijde vandeZuyd-Zeej in mijn tijdt was aldaer feeckerPerfoon, die fijn werckmaeckte van Bemoei aen te queecken, welcke (ónder van fijn eygen Landt te gaen , veertich duyfent foo Offen als Kalven , die hem toe-quacraen , konde tellen, en dat, fonder de wilde, welcke men Si- marrons noemt, daer onder te reeckenen, dtk onthouden haerinhetBofch «nde op de Geberghten, de Negers gaen die met de Jaght , even als de wilde Verekens, vangen, op dat fy in meenighte niet te feer fouden toe-nemen » ende daer door, eyndeïijck, fchaededoen. Om een proeve te geven vaa het geene ickfegge, foo van de meenighte als van den flappen prijs van hetBeftiael, foo moetmen weten, dat ick my, op feeckere tijdt, hebbe bevonden op dejaer-merekt van het Dorp van Petap*, nevens feeckeren mijnen Vriendt Lofe% de Chaves genaemt , welcke fich hadde verbonden het Vleefch aen fes a feven omliggende Plaetfen te leveren , defelve koght, op eene tijdt, van een ende defelve Perfoon, fes duyfent Beeften; foo groote als kleyne , ende dat ten prijfe van aghthien Reaelen , de eene door de andere , welcke net een DucatonHollantfch geldt uytmaecken. De wijfe op dewelcke de Stadt van Guatimala , ende de omliggende Plaetfen van het Vleefch vooifien werden , is dufdaenigh : Men laet negen a thien dagen voor het Feeft van St. Michiel openbaerlijck uytroepen , dat die geene , welcke de Stadt ende de omliggende Plaetfen van Vleefch willen voorfien , onder con- ditie van feeckere boete,by ontftentenhTe van dien aen den Kon ing te verbeuren, tot foodaenigen fomme alsmen met de Reghters ende Inwoonders van de Stadt fal accorderen » haer fullen hebben aen te geven ,- indien den Aen-nemer in ge- breeke blijft, van foo veel Offen- vleefch, als hy heeft aengenomen, te leveren, fo moet hy dat met Schaepen- vleefch goetmaecken, gevende foo veele ponden nae proportie van de waerdye van het OfTen-vleefch ; Als hy nu geen Schae- pen-vleefch levert , moet hy dat vullen tnet Gevogelte , de prijs al weder reec- kenende nae proportie van het Schaepen- Vleefch dat hy geven moefte, ende oock nae den ftaet ende gelegentheyt van de Huysgefinnen diehymoeftebe- forgen. Gelijck nu dit Privilegie wert gegeven aen de meeft-biedende , ende aen die geene, die het felve ten hooghften prijfe fet, dat is, aen die geene, die het "meefte gek daer voor aen den Koninghbiet, foo gebeurt het dickmaelen dar 'veele Perfoonen eerft op den aghften dagh , nae die uytroepinge , aen het Hof komen, de eene min ende de andere meerder biedende, doch op den negen- den dagh, als wanneer men het felve voor de laetftemaelop-veylt, wert dat Voor-reght aen die geene , welcke het meefte daer voor aen den Koningh pre- fenteert, voor een geheel Jaer, gegeven. Soodaenigh dat'er op die wijfe niet dan een Vleefch-houwer is 3 by dewelcke Hh 1 ' mes Een Spai* gmaert heeft 40000. Koe-bee« ftcn. Wijfe op dewelcke de Stede» endeVlec- ken in GuatimaU van Vleefch voorfien werden. SS? Groote toevoer van Scha- pen. Wonder- lijcke ge- ringe prij. fe van het i Vleefch ende an- dere fpijfe, Getal van deHuyfen in Guati- niak. Merckt van die Stadt. Delicatef- fen der Crioletj. 242, IILBoeck. Voyagie vanThomas Gage Ï.Cap. men Vleefch kan te kope vinden, doch moet hy het pont, ten foodaenigen prijfe, alshem wert voor-gefchreven, verkopen ; ende foo vernam: anders, dan hy , de vrymoedigheyt neemt van Vleefch te verkopen , buyten fijne toe- laetinge, foo kan hydenfelveninreghtenbetreckenj ende in de boete , daer roe ftaende , doen cöndemneren. Als nu dit gefchiet is, foo koopt die geene , die fich op die wijfe heeft ver- bonde, by honderden ofte by duyfenden het Vleefch ende Beftiael dathy van nooden heeft , ofte dat hy gift van nooden te hebben , tot proviffe van de Stadt , ten fy hy een Perfoon is , welcke de ruymte daer toe op fijn eygen Landt heeft. Hoewel het Schaepen- vleefch daer niet in foo groot een meenigh- te is., als dat van de Offen, foo heeftmen doch evenwel daer noyt ge- breck van , om dat'er altoos Schaepen ghenoegh ghebraght werden uyt de Valeye van Mixco, van Finola, van Pet'apa, van Amatitïan , uyt de quar- tieren aen de kant van de Zuydt-Zee gheleghen , ende van andere Plaet- fen. Ick hebbe in die Valeye ge woont , ende kreegh aldaer kennifTe aen feecker Perfoon genaemt Alori^o Capata, defelye hadde altoos ten miniten vier duyfent Schaepen. ** Hier door komt het dat de Stadt van Guatimala altoos foo wel van leef-toght voorfien is , ende dat tot foo geringen prijfe , darmen daer fwaerlijck yemanc , die gaet bedelen , kan vinden , want met de helfce van een Reael van vier ftuy- vers en een halve , kan een Menfch niet alleen Vleefch , voor de geheele weecke hebben , maeroock een weynigh Cacao , ende genoeghfaem broot van Mai% , ende oock fomwijlen wel van Tarwe. Daer zijn omtrent vijf duyfent Huys-gefinnen in defe Stadt r fopder de Voor-ftadt der Indianen mede te reeckenen, defelve werdt de Voor-ftadt van St. Dominicus genaemt, in de welcke noch omtrent andere twee hondertHuy- fen zijn. Het fch'oonfte gedeelte van de Stadt is dat geene, aen het welcke die Voor- ftadt gevoeght is , men noemt het de St. Dominicus ftraet , door dien het Con- vent van de Dominicanen daer gebouwt is. Te dier Plaetfe zijn de voornaemfte Winckels van de Stadt , ende oock de befte ghebouwen , zijnde die meefte nieuw ende wel-ghetim- mert. Men houtop defelve oock daegelijcks een kleyne Merckt, eenige India- nen onthouden fich aldaer den geheelen dagh 3 verkopende vrughten, kruy- den ende Cacao 3 doch omtrent vier ueren nae de middagh is die plaetfe, een uer tijdts , t'eenemael met Volck vervult ,• de Indiaenfche Vrouwea komen daer als dan de leckernyen endededelicateflènvande Criolen verko- pen, als daer zijn deAtollar, Pinolet, gekoocktePalmitas, Boter van Cacao, worften gemaeckt van Maif, ende van een weynigh Vleefch van Pluym-ge- dierte , ofte wel van Verekens ? doch ongefouten ^ ma« wel een wey- cigb ÏILBoeck. y gekgentheyt van twee Zee-haevenen , de eene genaemt zijnde het Dorp * U Trnudad het wekke aen de Zuydt-zijde daer twintigh mijlen van eken de andere ^/e/Wijfa fes ende veertigh mijlen daer van af- r^ ÄS han , ddt fy ? ck met S P ai ^ nien - i door het «Ö van de C/c//? Dü/ce maer feftigh mijlen van daer verfcheyden evenwel St ^ f f °° r ^ kendema g h «|h niet als wdveele andere, ïckmeene wecken J> gr ° 0tCe refC ' voor g een e andere behoeftte In mijn rijdt waeren'er , boven verfcheydene Kooplieden j welcke men vder ^rugh, V ee* ^men even njck achte, ende een ygelijek vanhaerhaddétenminflenviif- tnaelenhondertduyfentDucaeten minnen vijr hv D l?rh T 2^ deWetar genaemt, een Bifcayer van geboorte, LT Z * ent '5 de Kamer van Juftitie. De tweede ^JL' fc/ö! E' - ee 3 Ge f? V °u S g ebo , ore ^ h 7 had ^e veele Ampten in de Stadt be- ê Valeve vTm ^ ^ ^Hj^ hadde > endenen groote Hoeve m Li n f n . M '™ i van dewelcke hy een ongelovelijcke meenighte Tarwe Ej Dederde wasPr^ AZ;^ a een Caftiliaen. Devierdeende de vijfde ™ Fw ^> eüdeBartbolónueoNunne*, beyde Portugefen J.- de eerde «] .die twee laerfte verliet de Stadt van ëuaJala, ten Ijdeisick daer to/gen" ° m n£n ' wekkekk verplightben, hier ter plaetfe, te ver- ij De vier andere liet ick daer, van dewekkedrieindeltraetvanSt Domi- iicus woonden , in dewelcke fy Huyfen badden , die die ftraet aenfien- Ëck maeekten , ende haeren rijekdom ende Koophandel , waeren aï- een bequaem, om Guatemala onder de rijeke Steden te doen tei- De regeeringe van alle het Landt dat daer rontomme leght , het Landt van de Honduras, vanZcconu^co, \znComa : agua , Nicaragua, Cofta-rica, VeraPa? m deCucbutepe^ ende van Cbiapa, behoort aen de Cancellarye ofte Ko- unghhjeke Audiëntie van Guatimala. ti Want hoewel dat alle de Gouvernenrs , door den Konïngh , ende door ^d^IndienaSpaignieD, in die Provinciën werden aengeftek, foo rh^l e T e T e i fuld %. datfy ' wanneer fy in dat Landt fijngekomen, Qorier5 ne aer£ '" V °° r deKamer van Q/Ä^/^ moeten verant' Grobren Koophan- del ] n Gua- timala. Ri/ckdom der Stadt. Regeerin- ge van Gmtimda ende het om Ii i£4 III. Boeck. Voyagie vanThomas Gage : I.Car. Dit Hof, ofte defe Konjnghlijeke Audiëntie van Guatimala, beftaet uft eeneerfte ende twee andere Prefidenten , fesRaeds-heeren, ende een Procur reurdesKoninghs ofte.Advocaet Fifcael, Hoewel nu defe Prefident de naem ende cjualiteyt van Viceroy niet heeft', foo wel als die van Mexico ende Peru, foo is doch evenwel fijne maght alfoo groot ende abfoluyt als de haere. Hy heeft niet meer dan twaelf duyfent Ducaten tot een Jaerlijcks tractament van den Koningh , doch, hy kan noch Wel tweemaelen foo veel winnen, in- dien hy wat baetfughtigh is, foo dóór gefchencken als door Koopmanfchap ; * jae fetfs foo veel als hy wil, gelijck fulcksgebleeckenheeftindePerfoonvar " den Graeve van Gemera, welcke j nae dat hy Prefident in die Stadt hadde ge weeft, fich in de CananfcheEy landen retireerde, zijnde hier out geworden Jhy deede dat te meer* om dat hy uytdefelvegeboortighwas, endehybefa veeleMillioenen , hier door hem gewonnen. Dom \uan de Guynan was fijnen naevolger, defe hadde te vooren Prefiden te St. Domingo geweeft , welcke, nae dat hy fijn Huys-vrouwe hadde verloo ren geduerende de Reyfe, fich geheel tot de Godtvrughtigheyt begaf , ende de wereltlijcke middelen ende rijckdommen veraghtende, andersnietvoö fijn oogh-merck hadde, dan defe Volckeren met foetigheyt, ende in alle bil lijckheyt, te regeerenj hier door gebeurde het , dat de andere Reghcers welcke niet dagten , dan om fich te verrijcken , hem wel drae moede wierden ende alle haere kraghten infpanden, om hem fijn Ampt te doen ontnemen oockbehielthy het maer vijf jaeren. ^ i. t ... Dom Gon%alve% de Pa% de Loren^ana , welcke ick op mij n vertreck daer liet Gierighey t wa§ g- naevo jg er . i iy hadde te vooren Prefident van Pannama geweeft , doel Tonzalvex h X aenvaerdde dat Ampt mct foo g ro °^ gierigheyt ende begeerte tot het ge deTa^de Lerenytna. Befchrij- vingevan hetHof van Guaii- mala. Trafta- mentdes Prefidents van Gwtti Hiftovie vanDf'J» •Juande wm , datmen voor hem noch geen foodaenige gefien hadde. Hy verboodt het fpeelen in de Huyfen der particuliere perfoonen, inde welcke men gewoonlijck feer fterek dobbelt ( hoewel niet foo fterek als te Md xico, daer het meeft door de Vrouwen gefchied) niet door een af-keer die h van het fpel hadde , maer om dat hy , die geene , welcke de Kaer ten gaeven haere winfte benijdde. Voorbeelt Hy wiftehet foo te ftellen , datmen, ineenenaght, tenminften, raghtig! daer van. Kaert-fpellen van nooden hadden j een van fij ne Pagien was geftelt om forge t draegen , datmen de behoorlijcke prijs voor yder fpel in de bune ftack , welck niet minder dan een Rijcks-daelder was, ende dickmaelen gafmen'er twee uy s confideratie van fijn perfopn. Door dit middel trock hy al de winft van de fpeeldersaen fich ,• felfs maeckt hy dickmaelen queftie met de rijekfte Inwoonders der Stadt , wanneer fy de avonrs niet aen fijn Huys quaemen fpeelen. Tra£ta- De Koningh geeft een Jaerlijcks traäament van vier duyfent Ducaten ae ment dei' ygelijck van de Raeds-heeren van dat Hof ofte Koninghlijcke Audiëntie Raeden ende drie duyfent aen üjnen Procureur Generael ofte Advocaet Fifcael, i c werde] ïII.Boeck. *Door de Spaenfche Weft-Indim. I Ca p. * 4f IÄT *£ ? P f r "xir fte b / zdt > f' e "F den ontfan g h vandeDomaincn «des van fijne Cathohjcke Majefteyt , welcke in die Stadt moeten gebraghtwer^ Fifcaela. De fomme even wel,welcke defe Raeden uyt de gefchencken en de den Koop- Groot handel trecken, is foo aermerckelijck , dat ick van een van de Reghters , ge- profift der naemt Dom Louis de los Infantes , hebbe hooren feggen , dat hoewel haer R aeden % Ampt te Mtxtco ende te L«w honorabelder was, het felve doch evenwel te Guattmala meer voordeel by-braghte. « Ten mijnen tijde vielen daer criminele Proeefien voor, foodaenigealsmen Quaede daer te voren noy t gehadt hadde , wegens moorden, rooven,endeconcuffien; admini- iesniettegenftaendewierd'ernieteenvandemifdaedigegedoodt ofte aeban- ftra "e der ien, lei vememandtquamdaer over in de gevanckenirfe, ofte gaf boete dief- J uft "ie. telven , doordien fy haer alle willen door giften ende gaeven te rtdden , foodae- Mgh dat ick , in aght jaeren tijds , niet gehoort hebbe /dat yemandt , om eenige mfdaedt, in de Stadt, is ter doodt gebraght. I H 0( 7 e l de Kercken d ^ r niet fo ° gioot nochte koftelijck als te Mexico zijn, fo Kercken ïjnly doch , nae proportie van de Stadt , wel genoegh gebout ende verciert. van _ Daer is niet dan eene Cathedrale ende Parochiale Kercke , defe is op de plaet- GMtimala. , e van degrooteMerckt getimmerte Alle de andere Kercken behooren aen de conventen van de Jacobijnen, de Cordeliers , óe?aters de ia Merced, deAu- rulhjnen, de Jefmten, ende dan noch aen twee Conventen van Religieufe 3oghters die den naem van ia Concepitm ende van Sta Cathartna voeren ■ Depooftersvandejacobijnen, van de Cordeliers, endevan de Religiën- xru^.. Metten «jnfeerhcerlijck, ende in yder van defelve zijn honden Re- KIoolteis * Dochhetkoftelijckfteende praghtighfte van alle, isdatvan de Tacobijnen, n het welcke ick woonde, het felve is, door een groote wandelarye, wekkê roor de Kercke komt, aendeUnivetfiteytvandeStadtgevoeght HetinkomenvandatCloofter, beftaet uyt eenigelndïaenfche Dorpen, die Inkomen laeraenonderhorighzijn, als mede uyt een Waeter-moJen ende een Koorn- der Taco- joeve, ende dan noch uyt een andere, opdewelckemenveel Muyl-efelsen- bijnen. Ie Peerden aenqueeckt 5 fy hebben mede een Suycker-molen ende Silver-mij- 1e, welckeaenhaerinhetjaervanitf3 3 .gegeven wierden,- uyt defelve troc- jn iy, als slleóe onkoften zijn afgereeckent , ten min/ten derrigh-duyfent )ucatenjaerlijcksi hier ;van daen komt het, dat die Religieufen niet alleen ge- wegn nebben, om, onder malkanderen, wel en leckerliick te leven , maer )ockveeleover-houden om te timmeren, ende haere Kercke ende Altaeren [oltelijck op te proncken. .Onderde rijekdommen die'er zijnvintmen twee aenmerckelijcke dingen j Haere A ê rt n ^ Sfy luftlgh Van h « me ^waeren, feydenmy, dat de En- Schatten, elfche daer fterek nae vernaemen, als fy eenige van haere Scheepen had- pied| e n n0men, enoockdatf y vreefden p datickwasgekomenomdietever- Dc Befchrij- vinge van haer Kloofter. ' Befchnj- vinge van Convent de la Con- ception* Hiftovie yan Donna Jmnnade Maldgnado. 2,46 TIL Boeck; Voyagievan Thomas Gage I. Qaï\ Deeerfteiseenfilvere Lamp die voor het groot Altaer hanghtj defelve is foo groot ende fwaer, dat drie Mannen wercks genoegh hebben omdieoni hoogh te hydën; De tweede is noch veel kodelijcker, zijnde een louter fïl vet Beeld van 4&Maget'Maria, foo grootals een V\-ouwsrperfbon van een mêei als gemeene geftake,. het felve werdindeCapellevanbet J{ofarium bewaertj onder 'een Tabernacul , het welcke daer byfonderlijck toe is ghemaeckt i daer fijn oock ten minden twaelf filvere Lampen, die alfoos voor dit Beeldl branden. . In het korte gefeght, ,dit Clooderisfoo rijck, darmen, in weynigh tijdt, hondert duyfent Ducaeten aen fch^tten daer uyt foude konnen haelen , ende ït den omt reek of het befluy t van het felve en ontbreeckt niets , dat vei maeck en- de recreatie aen de Religieufen foude konnen geven. DaeriseenTuyninhetBenede-Cloofter, die een Fonteyne in het midder heeft met een waeter-val , uyt ijlewelcke ten minden twaelf ilraelen fpruytén ; die twee Vyvers , welcke met Vifch vervult zijn , geduerigh ververfchen men fiet oock op defelve veele Enden ende andere gaeter- vogel?, In ,het felve Clooder fijn noch twee andere Tuynen, om yrughten endt kruyden te,hebben > in een van de felve is een daende waeter van twee houder; vijftigh. paffen langha het is , op de grondt , met fteenen,, geplaveydt, end( aen de kanten met een fchoeyinge van metfel-werck opgehaeldt, men vind; daer oockeenSchuytjeninj waer mede de Religieufen , iïgh fomwijlen, oj het waeter gaen vermaecken , oock Viflchen fy daer mede, als fy van andere kanten geen Vifch krijgen , ende hier doorhebben fy noyt ghebreck aen de- felve. ■ ,',;' : ,.,,, , %l _ }/ . ; .,. ...... De andere Conventen fijn mede rïjck genoegh , maer nae dat van van de Jacobijnen, is'ergeerBdatbydatyan^deiReligieufejDochters van la Conceptiot te paffe komt , in het felve zijn , ten minden , duyfent Menfchen > bedaende defelve uyt de Religieufe Dochters, haere Slaevinnen,. Diend-maegdënende Kinderen van'de Vrou weli jcke fexe , aen dewekke fy niet alleen verfcheydene hant- wercjten leeren, maer oock herJefen ende fchrijven. De Religieufe Dochters welcke aldaer haere Profeffie doen, brenghen ter minden vijf, fes endefeven 'hó.ndert . ducae ten voor haere: in-komfte , felve fïjn'er die tot duyfent ducaeten toegeven ■> >; dit brenght een groot in-komer aen dit Clooder, want het Capitael blijft, nae de doodt van die Dochters a aen het felve. ."■-.■■■■■ Die geene , welcke Dochters , in het Convent willen hebben , om haer tt dienen > .konnen fulcks doen* mits clat fy het geit : van haere in-trede,, nae proportie;, ^ergröótên, ofte wel haer koft-geldr. betaelen., ïn dit Convent washet ,. dat Dcnnafuarma dcMaldonado, Dochter van der Reghter piM de JAaldonado de fijfc, woondde, welcke den BifTchop van de Stadt, dickmaels genoegh gingh befoecken. Sy was feerfchoon ende bevalligh, fijnde oock niet veel meer dan twintigfi jaeren ©utj den BifTchop hadde foo veel genegentheydt voor haer, dat fy. III.Boeck. ^DoordeS'faenfchefV^ft-lndim, i.lap. 2.47 ia mijn tijdt, alles decde wat hy konds , omhaertot Abdifie te doen verkie- fen, en dat in weerwil van alle de oude Religieufe Dochters. - Dit verweckte foo groot een twift in het Convent, dat het gérughre daer Van figh in de Stadt verfpreyt hebbende, daer verfcheyde Edellieden ende Koopmans waeren , welckei metdendeghen in de vuyft, nae het Cloofter liepen , dreygende de poorten op te loopen , ende haere Dochters te hulpe te komen, tegens de maghtige faclie, die den Biffchop gemaeckt hadde in feveurvan Donna fuannadeMaldonado. Oockfoudefulcks feeckerlijck zijn gefchiet geweeft, ten fy den Prefidenc Dom \uan de Guqnan, de Vaeder van defe jonge Religieufe Dochter hadde laeten ontbieden , ende hem verfoecken , zijn Dochter te willen bidden, datfy, dep'retenfïén, diefy hadde om Abdiffe te zijn, foude willen laeten vaeren , erïde dat fy aght moefte nemen op haere jonge jaeren , die haer noch niet toelieten tot die waerdigheydt te komen. Door dit middel wierde , op ftaende voet, de onruft in en buyten het Convent gheftilt 5 de BifTchop wierde daer door een weynigh befchaemt ,. ende defe jonghe Religieufe Dochter fagh figh genootfaeckt noch een tijdt ingehoorfaemheydt te leven, onder een andere , endeaenfienlijcker Nonne dan fy was. ! DefepannadeMaldonado, deede niet alleen het geheele Cloofter, maer oock de gantfche Stadt verwonderen , foo ter oorfaecke van haer fchoone ftemme, ende volmaeckte kenniffe in de mufijcq-konft, als door haere goe- de op-voedinghe ende maenieren , want in defelve en behoefde fy alleen voor niemandt in haer Cloofter, maer oockfelfs in de Stadt, niet te wije- ken. Het was niet alleen dat fy groot verftant hadde ende feer wel fpreeckende was, maer men konde waerlijck fegghen , dat men in haer, alle dejbe- quaemheden, van eene van de neghen Sangh-Godinnen vondt, .dat fy een tweede Calliope was om veërfen voor de vuyft wegh > ende op ftaende voet te maecken , en dat met foo veel aerdigheydt des Geefts , dat de Biffchop felfs bekende, dat fulcks een van die dinghen was, die hem het aenge- naemfte in haer fcheenen, ende haer gefelfchap deeden foecken. • Haer Vaeder hadde niets ontfien om aen haer te kofte te legghen, ende niet was hem te dier , als hy haer. maer vernoeginghe konde geven, oock door dien hy anders geene Kinderen hadde , gaf hy haer noch daegelijcks nieuwe gefchencken,die met de ftaet van een geeftelijcke Dochter over een quaemen. Op de een tijdt gaf hy haer Cabinetten die met filver ende goudt waeren ïngeleydt, en op een andere weder Beelden ende Schilderijen van groote waerdyè, om haere Kamer te vercieren , ende daer toe goudeKroonen ende dierbaer gefteente om defelve op te proncken. Tot foo verre dat dit alles* gevoeght lijnde by het gheene den BHTchop Ii haer Op-loop doorhaec ontfiaen. Werdt door den Prefident geüift. Groot^ 148 III.Boeck. Voyagie vanThomas Gage II. Cap. praghten- haer gaf, die haer alles fchonck dat hykonde, foodaenigh dat hy, dervende, derijck- niet goet genoegh nae-liet om fijne fchuldentebetaelen, (want het gerughte gingh, dat hy al fijn goedtaen defe Nonne, hadde gegeven ) fy foo. rijck wier- de ende f©o maghtigh , datfy, op haere eygene koften, een apanement voor haer in het Cloofter liet timmeren met veele Kamers endeGaleryen, heb- bende daer toe een Tuyn , voor haer in het byfonder , om te gaen wan- delen. Sy hielde oock fes Negerinnen by haer , om voor haer te arbeyden ende nael- de- werck te maecken. Doch haer meefte vermaeck beftondt in het vercieren van eene Capelle , of- te Cabineta om haere Gebeden daer in te ftorten, het welcke met rijckelijc- ke Tapijten was behangen 3 ende met de konfïighfte ftucken van Italien ver- ciert. Het Altaer was verciert nae porportie van de refte , met dierbaer gefteente , met Kroonen, Candelaers, Lampen, &c. van Silver, ende bedeckt met een verhemeltfel dat met Gout geftickt was. In dat fel ve Cabinet ofte Capelle hadde fy een kleynen Orgel, ende veele andere fcorten van Mufijcq-*Inftrumenten , op defelve fpeelde fy y fomwijlen tot haer vermaeck y alleenigh zijnde, of met de Religieufe Doghters haere Vriendinnen:, of oock wel voor den Biflèhop, wanneer hy haer quam befoécken. In het korte, het gerughte gingh door de Stadt, dat haere Capelle ten mn> ften fes-duyfent Rijckdaelders waerdigh was, zijnde fulcks genoegh voor een Religieufe Doghter, welcke gelofte hadde gedaen van Armoede 3 kuysheydt ende gehoorfaemheyd. Nae haere doodt moefte dit alles aen het Convent blijven , ende men hoeft niet te twijffelen , offykonde, döorhaete rijckdommen, degenegentheden van de andere Nonnen meer ende meer winnen, ende daer door een getal van Vriendinnen maecken, dat fterck genoegh foude zijn i om haer tot AbdifTe, by deeerftegelegentheydtjte doen verkiefen, door de menighte van haere ftemmen. Wantdeftaet-fughtj ende de begeerte van over andere te heerflchen, fijn over de mueren der Cloofteren heenen gepalTeert* als de gruwelen ende ver- der Cloo- vloeckingen over de muere van Ezechiel, ende fy hebben het herte van de Non- fteren. nen ingenoomen , welcke, even als arme Maeghden, nederigh moeden zijn, hebbende het vleefch gedood , ende zijnde de wereld af-geftorven. Doch boven defe Nonnen zij n'er noch andere, ende felver Monicken , die geheel ri jck zijn , want foo eenige Stadt maghtigh is , even als defe , ende dat in defelve grooten handel werd gedreven, foo zijnfy verfeeekert, haer deel daer van te hebben. Den overvloed ende de Rijckdom hebben de Inwoonders van Guatimala al immer foo trots, op-geblaefen, ende tot de fonde geneyght gemaeckt, als die van Mexico, want de verdorvcntheyd is'er al foo gemeen* als iö eenige andere Plaet- fe van de Indien. Pc III. B OECK. *Door de Ppaenfche Weft-lndïên. De Negerinnen, deMeftifche, Mulatte, ende Indiaenfche Vrouws-per- On^e- bonen, ende de andere Vrouwen ende Doghters, van geringe conditie, wer- bonden- lenaldaerieer bemint endegefoght door diegeene die rijck zijn, oockfijn fy al heyd ende boaerdighendecierlijckj alsdievanM&räo, gekleedt,fy fijn niet minder on- Godloos- [uyfch ende ongebonden dan defelve, hoewel fytufichen twee Bergen woonen heyd inde te haer met ftraflfe ende kaftijdinge dreygen ; de Waeter- Vulcanus fchijnt haer Stadt. e willen doen verdrincken , om de wraecke Godts , als voor defen , uyt te voe- en , ende de andere vertoont haer een van de koorten der Helle , ende dreyght en vyerigen regen op haer neder te florten, gelijck alsdiegeene was, die eer- ijds Sodoma vernietigh.de. HET II. CAPITTEL. Irootte van het Landt van Guatimala. Koopmanfchappen die ddergebragt werden. Vrughtbare Land-Jlreecke. S wa- re 'Donderen Blixem. 'Defperaete Negers. Voorbeelden van haere kloeckmoedigheydt. Haeven van la Trinidad. Befchrijvinge van St. Michel. Befchrijvinge van de Hae- . ven van Kealejo. Hoe den handelvan Guatimala of Spai- gnien gedreven werd. Groote affitrantie ende forgeloosheyt der ypaigniaerden. Schoone ende ruyme Haeven van Gol- fo Dolce. LafhertigheydtderSpaenfche. *De Hollanders nemen Truxillo in , en verlaeten het felve feghtelijck. Ge- revolteerde Negers 3 doen groote fihaede aen de Spaigniaer- den. Hare waepenen. ijy verlangen nae Engelfche ofte Hol- landers. Acafabaillan. Bobo een aengenaem Jlagh van Vifch. Tepem echi n eenfoorte van Voorn. Schoone Meloe- nen. Tfer ende Koper-mijnen. DEfePlaetfe St.fago de Guatimala genaemt, isdeHoofd-Stadr. van een Grootte feer groote ende magtige Land-ftreecke, welcke figh ten Zuyden,aen de van het kant van Nicaragua ende Cofta-Rjca meer dan drie-hondert mijlen uyt- Land van :reckt, hondert aen de zijde van Chiapa ende de T-oques, feftigh nae Vera-Pa^ Guatimala* nde Go/foDcice ten Ooften , ende thien a twaelf ten Weften na de Zuyt-Zee. Van Tecoantepcque af, daerde groote Scheepen niet aen konnen komen , en- Havenen^ Ie dat meer dan hondert ende twintigh mijlen van Guatimala leght, is'eran- Ii z ders £2 Koop- man- fcbippen. die daer gebraght werden. V'raght- baere Landt- iheecke. Swaere donder en blixern. jDefoerate Voorbeel- den van baere kloc Hioedig- iheyr. Haver* vznU Tri- nidad. Sefchrij- vinge van Sak bAichel. 4^0 III.Boeck.. Voyagie vanThomas Gage II.Cap. ders geene Haven om met vaertuygen aen defe Stadt ténaederen , dan die van het Dorp la Trinidad. De voornaemfte Koopmanfchappen , welcke men van die kant n&eGuati*-, rnala brenght, werden getrocken uyt de Provincie van Zocomt^co ende de Su- ; chutcpeque, welcke feer heet, ende het donderen en blixemen ten hooghften ; onderworpen zijn, aldaer vallen anders geene confiderabile waeren dan de Cacao, deAchmte, Mefafuchi, Bainillas ende andere noodige dingen om de Chocolate te maecken > ten fy dan een weynigh Indigo ende Cochenille , welc- ke men omtrent St. Antonio vint* defelaetfte PlaetfeisdeHooft-ftadtvanhec Landt van de Suchutepeqne. Doch het Landt dat dighte by Guatemala leght, ende voor al omtrent het Dorp I+quinte, ofte Itfuintepeque genaemt, dat omtrent twaelf mijlen van de Stadt leght , is het rijckfte van alle het geene daer aen onderhorigh is j _ want aldaer wintmen de meefte Indigo, welcke over de Honduras, naeSpaignien wert gefonden , behalven dat'er feer veele Paght-hoeven zijn , die groote over- vloet van Beftiael uyt-leveren, defelve zijn geheel het Landt door verfpreyt, degront daer van is feervrughtbaer, ende ter oorfaecke van den handel is het feer profijtelijck daer te woonen , doch oock wat ongemackelijck , door de het- te des Climaets , ende door het meenighvuldigh donderen ende blixemen -, van de Mey-maentaf, tot aen St. Michiel toe. Soo men kan feggen dat het Landt van Guatimala Volck-rijtk , ende daer door fterck is , ( want het is fulcks niet door Wapenen ende Krijghs-munitien > foo is het alleen door feeckerfoorte van defperate Negerfche Slaeven, welcke op die Hoeven woonen daer men den Indigo wint. Hoewel fy anders geene Wapenen dan een Machette,dat een foorte van korte Landen is , fijn hebbende , daer fy het wilde Vee mede jagen , foo zijn fy doch foo defperatelijck kloeckmoedigh , dat fy de Stadt van Guatimala dkkmaéls hebben doen beven , ende de fchrick in het herte van haere Meeflers gebraght. Men vint'er onder haer die een wilde Stier,hoewel hy woedende ende raefen- de is, derven aentalten ; fy vallen op de Crocodillen ,in de Revieren, aen,ende fy verheten die niet voor dat fy die gedood ende aen het Landt gebraght hebben. Dit Landt ftrecktfichlanghs de Zee uyt, tot aen het Dorp la Trinidad, al- waer, foo wy gefeght hebben, een Haven is, die, hoewel wat gevaerlijck zijnde > evenwel voor een aenkomfte verftreckt , aen de Scheepen die van Pannama, Peru ende Mexico komen. Defe Haven contribueert veel om de Stad van Guatimala te verrijcken, maer gantfch niet om die te vërftercken, want men fiet'er noch Fort , noch Cafteel , noch Gefchut , om defelve te befchermen. TuiTchen het Dorp la Trinidad , ende de andere Haèven Reakjo genaemt , is een groot Callao ofte kleyne Zee-boefem j de kleyne Scheepen fijn ge went de- felve op te vaeren, endefoet waeterte St.Michel te gaen haelen , foo wel als mont-koften,het is eenVleck dat door deSpaigniaerden en de Indianen bewoont wert , ende die geene, welcke na Bgalejo willen gaen,konnen van daer,in minder dan III. Boe ck. 'DoordetyaenfcheïVeft-Indïên* II. Cap. 2$i dan een dagh aen een IndiaenfchDorp, la Vieia genaemt , komen, datmaer twee mijlen van Rgalejo leght , ende te Lande heeftmen daer toe , ten minften, drie daegen noodigh. Doch defe Callao ofte kleyne Zee-boefem is ganifch niet verfterckt, men foude fulcks evenwel lightelijck konnen doen , alsmenaendemontvandefel- ye , daer de Zee in het Landt fchiet , maer twee ftucken Gefchuts plante. De Haven van B^alejo is al immer fooweynighverfterckt als de defe, want men vint'er noch Gefchutnoch Soldaten * daer zijn alleen twee-hondert Huys- Eefchrij- gefinnen foo van Indianen als Mefticos, die gantfch niet bequaem fijn om een vinge van Plaetfe, van foodaenige importantie,te belchei men j defe Haven geeft een ope- de Haven nen toeganck tot de Provinciën van Gaathnala ende Ntcaragua,de laetfte neemt van Rea- haer begin daer ter plaetfe , ende men vint in defelve geduerigh kleyne Indiaen- kj * fche Dorpen tot aen de Steden van Leen ende Grenada toe. Wat de Noord-zijde van Guatimala belanght , ick wete niet veel te voegen by het geene ick van deZuchutcpeques ende Zoawz/^ogefeght nebbe, in mijne Reyfe van Mexico tot Chiapa toe. De voornaemfte zijde v&nGuatimala 'is die geene, welcke ten Ooften ftreckt, nae de kant van Golf e Dolce ofte Sr. Thomas van Caftilien. Defe zijde wert veel meer befoght door de Kooplieden ende Reyfigers als de Noort-kant,om dat Mexico drie hondert mijlen van de Stadt van Guatimala Hoeden leght* ende de Golf is'er maer feftigh mijlen van verfcheyden, oockzijn'er handel geen gevaerlijcke noch moeyelijckepaflagien op den wegh, als wel op die van vanG«^- hlexico op eenige plaetfen , behalven dat den grooten handel , die door mid- timaUop del van defe Golf tuiïchen Spaignien ende WLexico wert gedreven , oorfaecke is Spaignien dat defenwegh meer bewandelt wert dan de andere. gedreven In de maen t van Julii, ofte ten langften in het begin van Auguftüs, komen ge- weit * meenlijck in de Golf twee a drie Schepen , welcke de Koopmanfchappen [ die fy uyt Sgaignien gebraght hebben , in groote pack-huyfen ontlaeden 3 die men expres gemaeckt heeft om die op te fluyten , ende tegens de ongemacken des lughts te bevrijden. So drae fy hare vragt quy t zij njlaeden fy weder deKoopmanfchapp en die men van Guatimala daer gebraght heeft,om die in Spaignien te brengen jdefelve heb- ben daerdickmaels twee a drie maenden voor de komfte der Scheepen leggen waghten. Soodaenigh datrnen, geduerende de drie maenden van Julius, Augufr.us,ende September > altoos verfeeckert is , daer ter plaetfe , een grooten fchat te vinden. Des 'niet tegenftaende isdeeenvoudigheytoftedeafTurantiederSpaigniaer- «len foo groot, dat fyhetbewaerenvandierijekdommen laeten aen een ofte Q woti twee Indianen end e fóo veel Mulatten, welcke gemeenlijck Lieden zijn > die a {f m . a „ t i e om haer boos ende ergerlijck leven y in het oude ende geruïneerde Cafteel en f orge - van St. Thomas van Caftilien gebannen zijn. loosheyt Het is waer, dat een weynigh hoogere een kleyn ende fleght Indiaenfch derSpai- Dorp, $t. Pedro genaemt /leght, dat uyt omtrent dertigh Huys-gefinnen gniaei.- Iï 3 belhet, den. 'V2 Schoone ende ruy- Hie Haven van Golfe Votce. La f- her* tigheyt derSpaen- fche. De Hol- landers nemen Truxillo in, enver- laeten het felve fleg- telijck. %\% III. Boe ck. Voyagie vanThomas Gage II. Ca f. beftaet , doch de ïnwoonders van het felve fijn meeft altoos fieck, doofde groote hette van dat Qimaet foo wel als door de ongefonde lught, welcke op die Plaetfe regeert. Doch men foude die Golf lighteïijck konnen verftercken , plantende twee goede ftuckenGefchutaën de mont van defelve, welcke tuflchen twee Bergen ofte Rotfen befloten ende engh gemaeckt wert, op de welcke men noch twee andere ftucken foude konnen fetten , ende dat foude bequaem zijn 3 om een geheele Vloote van die Haeven af te wijfen, oock foude fulcks het Koningh- rijck van Guatituala verfeeckeren , foo wel als een groot gedeelte van geheel America. Doch door dien'er geen waght ofte fterckte is > foo lopen de Scheepen in alle verfeeckeringe daer in , foo als eenige Engelfche ende Hollandfche Schee- pen gedaen hebben, ende binnen gekomen zijnde, vinden fy eenfooruymen ende breeden Haeven ofte Reede, dat duyfent Scheepen aldaerfoucfen kon- nen Anckeren, buyten alle gevaer van Sant Pedro ofte St. Thomas van Cafti- lien. - Ickhebbe drckmaelen gehoort, hoe dat de Spaïgniaerden met de Engelfche ende de Hollanders den fpot dreven, daer over, dat fy in die Golf gekomen' waeren , ende die weder verheten hadden , fonder in het Landt te treden. De Hollanders attaqueerden Truxillo , felfs doeick in dat Landt was, het welcke de aenfien'lijckfte Haeven van de 'Honduras ende Comajagua is , fynae-- men het felve, naeeen kleyne ende geringe refiftenrie, in s hét meefte gedeelte van de ïnwoonders vlughte in het Bofch, Hellende haervertrouwen meer in de fnelheyt van haere voeten , als in de kraght van haere armen • en in hare Wa- penen,, want alle de ïnwoonders van dat Landt hebben noch moet noch couragie. Doch de Hollanders, in plaetfe Van die Stad te verftercken, ende aldaer dieper te Lande waert in te trecken , ende als dan in die Golf het felfde te komen doen , foo als men doe door het geheele Land van Quatbnala , alwaer niet een Menfch was die haer konde wederftaen> vreefde, verlieten Truxillo , fich met een taeme- lijcken buyt vergenoegendé,"Waer over de Spaigniaerden foo verheughr waeren, dat fydaer openbaere Proceffien overhielden, om dieshalven Godt te loven' ende te dancken , ende haere blrjdfcnap te betuygen > daer over, datfyvan dat gevaer verloft waeren. De wegh van die Golf tot aenGz/sfwMArtoej isfooquaet niet alsm-en fich wel inbeelt , voor al van St. Michiels dagh af -, tot aen de Maent van Mey toe, want als dan is de Winterende het regen faifoen gepafTeert , ende de winden beginnen door te waeyen , ende de wégen te droogén. Selfs in de flimfte tijden des Jaers , pafferen de Muyl-efels, welcke ten-min- ften vier horidert pondert gewighré dragen , de gevaetlijckfte ende moeyelijck- fte paflagien van het Geberghte dat om die Golf leght. En hoewel de wegen , in die tijden, feer fwaer Vallen , foo werden fy doch foodaenigh door de Muyl-efels betreden, ende fy fijn foo ruym ende wijdt. jroote fchaede 'aende Spai- gniaerts. III. Boeck. ^oor de SpaenfcheWeft-Indïén, dat het gemackelijck vak de quaede plaetfen te mijden , ende de wegh ,.. daer hy goet is , te gebruycken 5 oock is defe boofe wegh maer vijfthien mijlen langh, 1 ende men vint doorgaens Hutten om te ruften , ende Muyl-efels en Paei den in het Bofch ende op het Geberghte , om de Reyfïgers te voorfien. De Spaigniaerden vreefen , voor dat fy dot Geberghte gepaflèert zijn, niet Gerevol- foo feer dan twee a drie hondert wilde Negers, welcke, door het quaede ont- teei 'de haeldatmen haer aen deede,, uyt Guatima/4 ende de omliggende Plaetfen ge- Ne g ers « vlught zijn, hebbende haere Heeren ende Meefters verkeren, en zijnde in dieBoflchen geretireert ,- fy woonen aldaer met haere Vrouwen ende Kinde- ren, ende vermeerderen dagelijcksfoodaenigh in getal, dat alle de macht van Guatimaia ende de by-gelegene plaetfen , niet bequaemis om haer te dampen ende onder te brengen. Sy komen dickmaelen uyt het Bofch te voorfchijn , ende fy packen die geene ^ oen aen welcke de Muyl-efels drijven , fy nemen haer Wijn, Kleederen, Yfer "' ende Waepenen a f 3 f 00 vee i a } s fy van noot } en hebben , doch fy doen geen quaet aen de Muyl-drijvers noch aen de Slaeven die haer volgen , integendeel, de laetfte maecken haer met defe Wilde vrolijck , om dat fy van eene couleur ende in defelve ftaet van flavernye zijn , oock nemen zy , by die gelegentheyt , dick- maelen de kanfiewaer, om haer exempel nae te volgen, ende voegen haer by de laetfte , om foo mede haere vryhey t te bekomen , hoewel fy fich gedwongen fïen in de Bofichen ende op het Geberghte te moeten woonen. Haere Waepenen lijn Boogen ende Pijlen, fy dragen die alleen om haer te Haere beCchermeri, in gevalle de Spaigniaerden haer quaemen te attaqueren,- want Wapenen. fy doen geen quaet aen die geene , welcke vreedfaemelijck haeren wegh pafTee- ren, ende haer van haeren leef-toght mede deelen» Sy hebben dickmaels gefeght, dat fy haer op dat Geberghte begeven heb- Syverlan- ben, om ilch voornaementlijck bereyt ende vaerdigh te houden, om haer by gen nae deEngelfche ende de Hollanders te konnen voegen, of het quaeme te gebeu- -Engelfche ren* ,-datfy in de Golfden voet aen Landt fettedep, door dien fy wel weten dat °*te Hol- die haer in vryheyt fouden laeten leven, het geene de Spaigniaerden noytful- Ianders - lendoen. Alsmen defe vijfthien eerfte mijlen gepaffeert is \ foo bevintmen dat de wegh begint te beteren, ende men komt op defelve aen kleyne Indiaenfche Dorpen endeVlcken, in defelve Itanmen alles bekomen, dat tot onderhout , foo van deMenfchenalsBeeften, noodighis. Noch vijfthien mijlen voorwaerts is een groot Indiaenfch Vleck , Acajabas- ^ CA f ahas ' e^mgenaemt, het leghtopde kant van feeckere Reviere , die voor de Vifch- w * rijekfte van geheel dat Landt wert gehouden. Hoewel nu in defelve verfcheydene foorten van Vifch gevonden worden , foo * oho cen is'er onder andere eenfeeckerflaghBc^genaemt, defe is ront ende feerdick, aen £ e - zijnde omtrent foo langh als een arm , hebbende maer een graet in het midden , Baei J.J'r doch fy is feer blanck en vet , ende uytfteeckende goet om gekoockt, gefreuydt , van V gebraden , ofte op wat wijfe men wil } toegemaeckt te worden. Men Tepemecbitt een foor- te van Voorn. Schoone Muloe- nen. Yfer ende koper- mijnen. 2 £4 IÏI.Boeck. Voyagie vanThomas Gage II. Cap* Ménvintoockopdenwegh, totaen Guatzmalatoe, in de Beecken ende de kleyne Revieren , de fchoorifte flagh van Vifch des wereks > de Spaigniaerden meynen dathec een foorte van Voornis, men noemt defelve Tej>emcchin 3 en- de het vet van defelve fchijnt eer van een Kalf dan van een Vifch te zijn. Dit Vleck van Acafabaftlan , werd door een Spaigniaert gëregeert, men noemt defelve den Corregidor , fijne maght ftreckt figh maer uyt totaen de Goif . toe> ende over de Dorpen die op die wegh gelegen zijn. Defe Gouverneur heeft alles wat in fijne maght was, gedaen, om die wil- de Negers van het Geberghte te krijgen, maer hét heeft hem niet willen kic- ken. Alle de maght van die Plaetfe beftaet in twincigh musketten, even foo veel als'er Spaenfche Familien zijn , ende in eenige Indiaenen , welcke Pijlen ende Bogen hebben , om het Dorp tegens de wilde Negers te befchermen. Rontomme Acafabajllan zijn eenige Paght-hoeven , op defelve werden feer veel e OflTen ende Muyl-efels aengeteek , men wint daer oock veel Cacao , Acbi- ótt? , ende andere drogen om de Chocolate te maecken. Daer vallen oock eenige Medicinale Kruyden, welcke goet voor de Apo- theeckerszijn, als Salfaparilla , Ca0ia 3 8cc. ende in de Hoven van het Dorp, fietménfooeengrooteverfcheydenheyd van vrughten, als in eenige andere, door de tndiaenen bewoonde , Plaetfe. Doch defe Plaetfe van Acafabajllan werdteGuatimala het meeftegeaght, om de uytnemende Meloenen die daer van daen komen, Yommige zijn foo . groot als' eens Menfchen hooft, ende andere wat kleynder; De Inwoonders j faeden die op Muyl-efels , ende fenden die op verfcheydene Plaetfen te koop. Dit Vleck is niet meer dart dertigh mijlen van Guatimala, en hoewel men - eenige Heuvelen ende Bergen moet op en af-klimmen, foo valt die wegh doch evenwel niet feer moeyelijck voor de Menfchen ende de Beeften. Men hadde eenige Mijnen in dat Geberghteontdecktr doch men heeft de- - felve verheten, naedatmen daerinhadde doen graeven, door dien men be- vont dat dit niet dan van koper ende yfeiwaererij ende dat de onkoflee groo^ j ter dan het voordeel fouden zijn. HET UI Boeck. VoordefyaenJcbeWeJï-Indïén. III. Cap. %^ HET III. CAPITTEL. Een Revier e die gout geeft. Wreedheyd der Spaigniaerden , doet een Gout-mijne verliefen. Seecker rijck Neger , is ver- dagt van die Mijne te weten , endewerdt daer overaenge- fproocken , doch verantwoortfigh feer wel. Revier e van de Koeyen levert eenighgout uyt. Befchrijvinge van de Valeye van Mixco ende Pinoia. Hiftorie van Juan Palomeque , fijn rijckdom, fijne gierigheyd , fijne Barbarifihe wreedheyt over fijne $ heven ende Negers ] fijne onkuyffche kefiigheyt, fijne moorden. Eremitagie van onfe Vrouwe van den Bergh Carmel^ Befchrijvinge van Mixco. Getal van de MuyU efels in de Valeye van Mixco. Schoon derde '-wenk te Mixco. Befchrijvinge van Pinoia. Baraneas. Befchrij- vinge van Petapa. Mojarra een Vifch. Goede ordre om Guatimaia van Vifch te verforgen. DOch fy hebben wel een andere fchat dan yfer ende koper verloren op de- fen wegh van Acafabafllan nae Guatimaia toe , om dat fy foo leelijcken metdelndiaenen leefden, en dat voor al omtrent een plaetfe welckede Ipaigniaerden Aqua Caliente&t is warm-waeter noemen, aldaer is een Reviere lyt dewelke de Indiaenen,op fommge plaetfen /o veel gout haelden,dat de Spai- ;niaerden , haer een jaerlijckfchefchattinge in gout te betalen,hadden op-gelegr. , Doch de Spaigniaerden, die even als Valdivia in Chili, al te hongerigh nae het ;öutwaeren,braghtendeIndiaenenomhals, door dien fy haer de plaetfe, op lèwelcke fy het vonden , niet wilden wijfen , foodaenigh'dat fy , te felver rijdt , Ie Indiaenen ende haeren fchat verloren. Men is evenwel noch, tot op heden toe, befigh om die fchat op te foecken , in iet Geberghte, in de Reviere , ende in alle de omleggende plaetfen , in dewelc- ;e men figh foude konnen in-beelden dat hetfoude konnen zijn; maer het konde vd wefen, dat de Goddelijcke voorfienigheydt , defe fchat, voor de Spaigniaer- lên, heeft willen verbergen, om defelve naemaels > aen een andere Natie, te wRlecken, welcke defelve beter als fy fal gebruycken. Daer woont een feecker Neger op defe plaetfe van Aqua Caliente, en dat >p eene Hoeve die hem felve toe-komt , men aghthem feer rijck te zijn, ende iv onthaelt alle de Reyfïgers, die by hem komen, feer wel. SijneRijckdombeftaetinBeftiael, Schaepen ende Geyten , hy voorfïet de Itadt van Guatimaia ende de omleggende plaetfen, van de befte kaes die in dat pSrvalt, Kk Maer Een Re- vieve die gout geeft. Wreed- heyd der Spaign- jaerden. Doet een Gout-mij- ne verlie* fen. Seecker rijck Nef SS Is verdagt van die Mijne te weten, en wert daer overaen- gefprooc- ken, Doch ver- antwoort fich feer wel. Reviere ■van de Koeyen levert ee- Ei'ghgout uyt. Befchrij- vinge van «Ie Valeye van Mixco endeP*'- mla. 156 IIÏ. Boeck. Voyagie van Thomas Gage III. CapI Maer men gelooft dat fijne middelen niet foofeer van fijne Hof-ftede, van fijn Beftiael ende van fijne -Kaefen komen , als van die verborgen fchat, die men aght dat hem is bekent, ende dat hy alleen de plaetfe weet daer men het gout vin t. Men heeft hem daer over voor de Koninghlijcke Audiëntie doen verdagh- vaerden, doch hy heeft altoos gelaocchent dat by daer eemgekenrriflè van hadde. Men haddeftifpitie op hem , door dienhy voor defen Slaev geweefl: zijnde - 9 fijn felve hadde vry-gekoght, betaelende eene confiderabile fomme, en om dat hy, naederhant, in vryheyt zijnde, defe Hoeve, ende veel e daer om- leggende Landen , gekoght hadde j fijnde hy geduerigh in maght ende in rijck- dom feer aengenomen. Hy antwoordde dat hy jongh ende een Slaev zijnde , een feer goed Meefter hadde gehad , die hem alles wat hy wilde liet doen ,• dat hy B fpaei faem zijnde , veel hadde by malkanderen verfamelt, dat hy fijne vryheyt daer voor gekoght hadde, ende naemaels een kleyn Huys om in te woonen, waer over Godt daer nae Sijnen fegen hadde gegeven , ende aen hem middelen ter handt geftelt , om fijn kleyn Capkael te vermeerderen. _ Drie a vier mijlen van dit AquaQalkm > is eea Reviere welcke men de Re- viere van de Koeyen noemt. Aldaer onthouden fich eenige arme Boeren, die, "voor het meefte gedeelte, Mulatten ofte Mefticos zijn, fy woonen in Hutten met ftroygedeckt, ende weyden aldaer wat "Beeften ; het meefte gedeelte van den dagh verflijten fy met in het fant van defe Reviere nae gout te foecken , fich inbeeldende dat fy ende haere Kinderen noch rijck fullen worden , ende dat defe Reviere van de Koeyen noch met de PaEtolut in eenen graed fal ftaen, ende de Poëten ver- plighten defelve door haere wercken foo vermaert te maecken, als fy de andere gedaen hebben. Van defe Reviere af ontdecktmen aenftonts de aengenaemfte Valeye van ge- heel dat Landt , ick hebbe in defelve ten minften vijf jaeren gewoont, fy wert de Valeye van Mixco ende Pinola genaemt, ende is fes mijlen van Guatimala gelegen , fy is omtrent vijf mijlen langh ende drie a vier breer. Defe Valeye dan is met Schaepen vervult , ende het Landt van defelve is in verfcheydene Paght-hoeven af-gedeelt, op dewelcke men fchoonder Koorn en Tarwe wint, dan in eenigen oord van het Mexicaenfche America. Defe felve Valeye verforght de Stadt van Guatimala van Tarwe, ende men maeckt daer alle de Bifcuy t , welcke de Scheepen , die Jaerlijcks , in de Golf, uyt Spaignien komen , van nooden hebben. Sy heeft de naern van de Valeye van Mixco ende Pinola gekregen, ter oor? faecke van twee foo genaemde Indiaenfche Dorpen , welcke reght tegens mal- kanderen over, yder aen eene zijde van die Valeye , gelegen zijn, Pinola is aen de lincker zijde van de Reviere van de Koeyen, ende JVtoo aen de rech- terzijde. Daer III.Boeck. c Doorde$f>aenfcheWeft-Indïén. III. Cap. 257 Daerzijn veele rijckePaghtersindie Valeye, welcke alle plompe, grove ende boerfche Lieden zijn , die beter hec Landt konnen bouwen , als de Wae- penen handelen. Ick moete onder defelve niet vergeten gewagh te maecken van een van mijne \ kennifTe, fuan Palomeque genaemt, ick foude veel meer wereks van hem ge- maeckt hebben, dan ick weideede, hadde ick hem konnen bewegen, eer als een Mcnfche dan als een Beeil te leven , ende eer als een vry Menfch dan als een Slaev van fijn gout ende fil ver. Hy hadde in mijnen rijdt drie hondert Muyl-efels, welcke gewoon waeren de wegh van de Golfte bewandelen , hy verdeelde defelve in fes hoopen , heb- bende hondert Negers foo Mannen Vrouwen ende Kinderen , die defelfde be- forghden , ende die in de Valeye van Mixco woonden , in Hutten die met ftroy bedeckt waeren. Het Huys daer hy felve in woonde , was medéopdie wijfegedeckt, hy hadde meer vermaeck daer in te woonen, dan in die geene, die hy bin- nen Guatimala hadde , door dien hy fich daer als een woelt Menfche on- der fijne Slaeven ende Negers droegh , daerhyindeStadtYerplightwas bor- gerlijck te leven. Doch hier vernoeghde hy fich met Melck ende Scremfel te eeten , met fwarte, harde ende verfchimmelde Bifcnyt, ende Taffajor , het welcke feer dunne gefouteneftuckjens Oiïèn-vleefchzijn, die men in de wint gedrooght heeft, de Slaeven zijh defelve gewoon te nuttigen onderwegen alsfynaede Golftrecken. Daerhy, foohyindeStadtgewoonthadde, om fijn aenfien ftaende te hou- den , foude hebben moeten leven , even als de andere Lieden van aenfien ende conditie v doch defe ellendige gierighaert, welcke alle de ftreecken van de fpaerfaemheyt verftonde, koos het velt in plaetfe van de Stadtuyt voor fijne woon plaetfe , een Hutte voor een Huys , her gefelfchap van fijne Negers ende Slaeven, in plaetfe van dat van de fatfoenlijckeBorgers, ende des niet tegen- ftaende datmen hem fes maelen hondert duyfent Ducaten rijck fchatte. Hy ruïneerde alle die geene, die nevens hem haer werek maeckten yvan voor de Kooplieden, heen ende weder met de Koopmanfchappen, op de Golfte trecken , door dien hy ,< Slaeven ende Muyl-efels in fijn befit hebbende , welc- ke fterek waeren ende wel gevoet wierden , altoos foodaenighen prijs van foo veel voor het hondert pontgewighteopdevraghtftelde, dat hy 'er altoos aen won, in plaetfe van dat de andere te kort fchooten, om dat fy genoot- faeckt waeren , Kneghten ende Indianen te hueren, om haere Muyl-efels te drijven. Hy was, foo wreet over fijne Slaeven ende Negers, dat, als'er een onder was die quam te fevlen ofte in eenige mis-flagh te vervallen,hy defelve by-na tot de dood toe caftijddes Onder andere hadde hy een Slave Macap genaemt, voor defelve hebbe ick hem meenighmalen , doch vrughteloos , gebeden ; fom wijlen hing hy hem by de armen op, ende gaf hem als dan ftock flagen, tot foo verre dat • Kk % fijn Hiftorie van./M4M Tahmeque, Sijn rijck dom. SijnegJe- righeyt. Sijne bar» barifche wreetheyf over fijne Slaeven eaNegers» r^J& A Sijne on- kuyfTche beeftig- heyt. SijnMoor- cen. Eremita- gie van onfe Vrouwe vanden Itergh Carcnei. Bcfchrij- Yinge van 15-8 III. Boeck. Voyagievan Thomas Gage III. Cap. fijn rugge geheel bebloet was , ende als hy in defe ftaet was , ende de huydt ge- heel aen flenters ende lappen hadde , foo deede hy , om hem te genefen , fieden- de vet in fijne wonden gieten j hy hadde, met een gloeyenr yfer , fijnaenge- fighte, handen, armen, rugge, buyck, dgyenendebeenengebrant-merckt, tot foo Verre dat die arme Slaeve, het leven moede zijnde, fich twee a drie maelen wilde verhangen , doch ick belette hem dat altoos } door de redenen die ick hem voor oogen Helde. Hy was foo Beeftelijcken onkuyfch , dat hy de Vrouwen van fijne Slaeven tot fijn vermaeck mis-bruycktej felfs als hy in de Stadt eenige Vrouwen ofte Dogh- ter van diè conditie , welcke hy nae fijn fin fchoon genoegh vont, quam te fien , ende defelve hem niet wilden toelaeten het geene hy op haer verfoghte , foo be- gaf hy hem nae haeren Heer ofte Vrouwe, ende koght haer die af , veelmeer dan fy gekoft hadden, daer voor gevende, ende hy beroemde fich als dan, dat hy haeren hooghmoet, door een Jaer harde flavernye, wel dempen ende doen daelen foude. In mijn rijdt floegh hy twee Indianen , op den-wegh nae de Golf, dood, ende hy wift fich, door middel van fijn geit, foo light door die faecken te redden, als of hy maer een Hondt hadde ter neder geleght. Hy was niet getrouwt, oock hadde hy geene genegentheyt tot den Hu we- lijcken ftaet , door dien fijne Slaevinnen hem voor Wijven verftreckten , ende niet eene van fijne nae-buers Vrouwen dorfle hem af-wijfen, foodaenigh dat hy die Valeyemet baftaerden van allerhande couleuren vervulde , welcke nae de dood van defe boofe rijcke Man , alle de rijckdommen ende fchatten fullen te foeck maecken , die hy met foo veel gierighey t ende wfeetheyt heeft by een gefchraept. Behalvende twee Vlecken, die den naemaendeValeyegeven, is'eraeri de Ooft-zijde , dighte by de Reviere van de Koeyen, een Eremitagie, welcke men onfe Vrouwe van den Bergh Carmel noemt ; defe verftreckt voor een Pa- rochiaele Kercke aen alle de Spaenfche Paghters die in de Valeye woonen , hoe- wel fy meert den tijdt in de Vlecken van de Indianen ter MiïTe komen , en voor al in dat van Mixco , in het welcke de Spaigniaerden een rijck Gebroederfchap van onfe Vrouwe van het Roofen-hoedeken hebben op-geright., ende de Ne- gers van haere fijde mede. In geheel defe Valeye zijn omtrent dertigh a veertigh Spaenfche Paght-hoe- ven ofte Huyfen, welcke onder defe Eremitagie behooren, in defelve zijn omtrent drie hondert Slaeven ende Slaevinnen , welcke alle ofNegers of Mu- latten zijn. Mixco is een Vleck in het welcke drie hondert Huys-gefinnen zijn , doch daer is met aenfienlijcks als de rijckdommen, die aen die twee Gebroederfchap- pen behooren, ende eenige rijcke Indianen , welcke van de Spaigniaerden Tarwe hebben leeren faeyen, ende met hare Muyl-efels op de Golf handelen. Behalven een groote meenighte van Pluym-gedierte ende Kalckhoenen, die men in dat Dorp aenqueeckt, foo is'er een Vleefch-hal » in defelve ver- koop*; mm IïI.Boeck. *Door de SfaenfcheWefiJndïén. IIT.Cap. i^ kooptmen het Vleefch aen de Indianen van die Plaetfe, ende aen de Spaigniaer- denvandePaght-hoevenindeValeye, tot voor- raet van haereSlae ven? welc- ke de Muyl- eiels van haere Heeren nae de Golf drij ven [Juan Palomequeisde eenighfte niet welcke de Muyl-efelsbeflt, wantdaer Getal van pp noch vier Gebroeders DamGafiar, Dom Thomas, Dom Dic.oendeDcm ïuLl Pan de Colmdre; genaemt fy hebben'eryderTeftigh met dewelcke fy opde cfels in de Golf handelen, foo wel als door geheel dat Landt, felfs fomwijlen tot aen Valeye M^ toe,maerfy hebben weynigh Slaeven, ende bedienen feh van Indianen , vahM/xc e . welcke fy loon moeten geven om die te drijven. Bovendefezijn'ernochfesanderetroupenvanMuyI-efels, behoorendeaen andere Hof-fteden , welckemet die van Mixco , omtrent twinrigh troupen ofte' duvfentMuyl-efels uyt maecken 3 die alle, door de Kooplieden van Guaümala gebruyckt werden, om Landewaert in , of op de Golf, te handelen Om nu weder tothet Vleck ofte Dorp van Mixco tekomeni foo is het fukks, dathetgeduerlgh door-tieckenvan deMuyl-efels, van de Kooplieden .ende Reyfigers die van ofte nae Spaignien haeren wegh nemen, hetfelvefeer rijck gemaeckt heeft. Want defe Plaetfe heeft, uythaerfelve, niet dat haer profijt kan toe- bren- gen , dan een feecker foorte van Aerde > van dewelcke men feer fchoone vaeten ende Aerde- werck maeckt van allerhande foorte , als Kruycken , Kannen Wa- ter-potten, Schootel en, Tafel-berden ende ander Keucken-gereetfchap en Huys-raet ,• De Indianen betoonen in dit werck groote aerdighey t , ende weten alledefedingenfooweltebe^ menghde ende ongemenghde verwen te remi/Ten, dat fy feer aengenaem voor het gefighte zijn j en fy fentfen defelve na Guaümala ende de omleggende Plaet- fen, om verkoght te worden. bb , HetVleckPm^isby-naevandefelvegroottealsdatvanM/Vw, maerveel aengenaemer vermaeckelijcker^efonder ende beter gelegen, door dien hetin een vlackte leght , daer Mtxcom tegendeel aen het hangen van een heuvel is ge- frigt,welcke,aen de Reyfigers,het gefighte van de Valeye t'eenemael beneemt. Te^^ismedeeenyieefch-halle,menverkooptalledagenÓiTen-vleefch m defelve, _daer is oock yeel Pluym-gedierte , vrughten, Maiz , Tarwe (doch die is in allen deelen foo goet niet als die van Mixco) honigh ende het fchoonfte waeter van geheel di e Landt-ftreecke. HetVleckfelvewertinde Indiaenfche Taele P^c genaemt, naedenaem ran een vrught, welcke men aldaer in overvloet vint. Aen het Noorden ende Zuyden van die Valeye zij n heuvelen , welcke voor een groot gedeelte met Tarwe befaey t zijn , oock valt het daer beeter als bene- den in de Valeye, Aen het Weften zijn twee andere Vlecken , grooter dan die van Pimla ende *«r*ntau Mtxco, haere naemen fijn Pelende Amatitlan, om daer te komen , vint- men in het midden van de Valeye eenige Plaetfen die wat oneffen zijn , en in de welckemenopenafmoetgaen, fy noemen die Baranear, men vintin defelve Schoon Aerde- werek te Mixco. Befchrij- vinge van Tinola. Befchrij- vingevan JAijdtn een Vifch. 160 III. Boeck. Voyagk vanThomas Gage HI.Cap, Beeckenendeaengenaeme Fonteynen, oock fchoon gras rot hetvoedfel van Schaepen ende ander Beftiael. Petapais een Vleck , in het welcke omtrent vijf-hondert Inwoonders zijn; alle feer rïjck , fy laeten de Spaigniaerden toe , onder ende nevens haer te woo- nen > en van haer hebben fy goede maenieren , ende de wereldlijke en borgerf lijcke Converfatie geleert. Door dit Vleck moetmen pafferen als men van Comayagua , St. Salvador , Ni- caragua ende Cöfta-Rica komt ,• Defe Plaetfe is door dat meenighvuldigh paffe- ren van Reyfigers feer verrijckt. Men hout defelve voor een van de aengenaemfte Vlecken van alle dieondei Guatimala behooren , en dat door een Meer van foet waeter , dat daer nae-hy leght, en met veele Vifch vervult is, voor al met Kreeften ende een feeckei foorte van andere Vifch Mojarra genaemt , defelve gelijckt wel nae een Make- reel , ende heeft defelve fmaeck , alleen valt hy foo groot niet. Goede or- I n dit Vleck is een feecker getal van ïndiaenen , welcke laft hebben om de dreom Viffcheryetebeforgen, en om de Stadt van Guatimala daer van te voorflen ; fjj GMtmaU zijn gehouden alle woenfdagh, vrydaghende faturdagh, het getal van Kreef- van Vifch ten ende Mojarras, dat de Corregidor ende de andere Magiftraeten , diene- re verfor- vens hem noch aght zijn , haer bevolen hebben , yder weecke op te brengen, gen. Ick kan dit Capittel niet wel eyndigen , fonder al-voorens den Lefer in btf dencken te geven , of hy kan twijffelen , dat de wraecke Godts foude reede we fen, wanneereenige andere Europifche Natie, dan de Spaenfche , haer vlijdi wilde aenwenden, om defe Landen den Koningh van Spaignien teontweldl gen , want alle goede ordre, waer van wy hier gefproocken hebben , beltaet niei dan in een grooteonreghtvaerdigheyt, door dien fy de Indianen , uyt wekken Landen fy foo veele fchatten ende rijekdom trecken , daer by-nae niets dan fla ; gen voor geven , die evenwel met yets geringhs fouden vergenoeght zijrij oock is het \uan Palomeque niet alleen , welcke foo Godtloofehjck ende on- reghtvaerdigh leeft , geli jek den Lefer dat uyt het fevende Capittel , van dit fel- ve Boeck. (al befpeuren , in het welcke wy van defe ftoflfe wat ruymer hai* delea. HEI IIIJJofiCK. T>oorde$ , paenfcheyS?fiJndïén.lV.Q&v. 2 <5i capittel. Naems-oorJpronckvanPetapiL. Coninghlijde Familie te Pe- tapa. Indiaenen fijn mee/i alle f eer tol 'den dr anck geneeen Privilegiën van den Gouverneur van Petapa. Machtvan den Triejler van dat Vleck Traghtigh Kerck-cieraedt. Jaer-menkt van Petapa. Stier-lof en. HifiorievanSeba- Itiano Savaletta. Sijnrijckdom. TweederhandeVuycker- molens Trapiches en Ingenios. Befthrijvinge van deSuyc- ker-molen van Avis. Befchrijvinge van Amatidan JVar- ' mebaedente Amatidan. S "out ae n een J r oet Meer gevonden r Merckt-plaetfe van Amatidan. ^Dubbelden Ooghft in de Valeye van Mixco. Vremde maeniere van dorffchen. Wondere maeniere van het Landt te mejïen. St. Lucar Wonderlijcke getempertheydt des Climaets van dat "Dorp , doet het Koorn merckelijck vermeerderen. Hoemen het - Koorn bewaert. Swackefituatie van Guatimala Moeye- lijckepafagie. Aengenaemewegh. Befluyt des Capittels. DhJ^ 1 Va ? F v apa beftaetu y tt wee Indiaenfchewoorden, waer van Naem8 heteene, dat Per is, een matte beduyd, ende het andere Tbap, be- ooT J£tT*?T 3 ended ? ordi ^enmatte,het voornaemfte gedeelte fprohck S v 3 nlii der Indiaenen is foo is het woord ïetapa eygenthjck een Bed- vanP«^. ^^^^..^^f^^^o^^, om dathetwaetervan het * Vleei , meelt altoos fhl , kalm ende vermaeckelijck is Daer woont onder andere een geflaght, dat onder de Indiaenen feerconfide- Koning abelis, menfeghtdathetfelve af-daelt van de oude Koningen van dat Landt, hick X dele^n!^^ h£den d0Cn P r ° ncken ™ de « Ä- ™™ G^manj Het is uyt die Familie, datmen den Gouverneur Veta^a. llGmtfmlu Y ftaetonderdeStadtende KaemervanJuftitie ^^ eene ^ rGon ^ ne ^^s, ten tijdevan mijn verblijf aldaer, was roote voorfighngheyd ende veel difcretie, tot foo verrekt, hyhebbende tllïr^fS^" 1 :? 1 menfijnSoon Dom ?cdrodeGu K man Qtynplaetfeftelde, welckefoo wel als fijn Vader, van allede andere Indiae- nen Indiaenen iijn feer "w^gen tot den dranck. Privile- giën van den Gou- verneur YznTetajxt. Maghtvan dePricfter yan het felve Vleck. Praghtigh Kerck- cicraedt. Jaer- merekt vanPeMjtf, Stier- lopen. 2 61 Iïï. B o e c k; Voyagie van Thomas Gage I V. C a v. nenge-eertendecütfienwierde, endetenzy fy niet wat te veel tot den wijri dacftet dróncken drincken'hadde genegen gebeft ^ foo als dat meeft alle de Indiaenen doen, fyfoudenhet Gouvernement over een Spaenfche Stadt ge- meriteert hebben. Hoe wel defe Gouverneur den deghen niet magh draeghen > foo als die vaa het Indiaenfche Chiapa wel doet , foo heeft hy doch evenwel veele andere fchoone Privilegiën ; hy.maghuytdelnwoonders die geene u kiefen, welcke hy begeert dat hem op het middagh ende avondtmael fullen dienen, die op fijne Peerden fullen paffen, die voor hem fullen gae-n Viffchen, hout aen fijn Huys brengen 3 ende gen eralij ck alles doen dat hy tot fijnen dienft van nooden heeft, doch niet tegen-ftaende hy alle defe maght ende authoriteyt heeft, foo vermag hy niets te doen,het fy het felve de Politie van die plaetfe betreefr,het fy het de executie van de Juftitie raeckt , dan met het advis endedetoe-ftemmige van de Religieus die in dit Vleck woondt > die oock foo veele Perfoonen, welcke verplight fijn om hem te-dienen ende voor hem te Viffchen, heeft , dat hy al foo heerlijck ais een Biüchop kan leven. De Indiaenen oeffenen daer oock meeft alle de handt- wereken die men in eenwel-gefteldeRepublicque van nooden heeft, entiTmen vindt'er defelve kruyden ende vrughten wekken men in Guatimala heeft. Het Trefoor van de Kercke is'er feer groot , door dïen'er veele Gebroeder- fchappen van onfe Vrouwe ende andere Heyligen zijn , wekkers Beelden met koftelijcke Kroonen j Ketenen ende Braceletten verciert zijn, behalven de filvere Lampen, Wieroock-vaeten , ende Kandelaers om op de Akaeren te fetten. De vOornaemiteFeefr-dagh van die pläetfe , is die van St. Michiel , 'om dat het Dorp aen dien Heyligh is toe- wijdt, menhoudt'er op die dagh een Jaer- merekt, op dewelcke veele Kooplieden van Guatimala komen, om te kopen en de te verkopen. De nae de middagh van dien dagh , foo wel als de geheele volgende , werdt met Stier-lopen door de Spaigniaerden en door de Negers door-gebraght , defe fitten te Peerde , ende dan fijn'er noch andere Indiaenen te voet , welcke dickmaelen droncken zijnde , haer leven niet alleen daer lightelijck in de waegh-fchaele ftellen , maer oock veel tijdts verliefen. _ Behalven den grooten toe-loop van Volck dat'er in die tijdt komt , foo werdt'er oock alle daeghen , tegen vijf ueren nae de middagh een Tianpuet ofte merekt gehouden, dogh op defelve fietmen niet dan Indiaenen, wekkc met malkanderen handelen. Daer paifeert oock dighte voor by dit Vleck feeckere Regiere, welcke op eenigeplaetfen niet feer diep is, fijnde die light te door-waeden -, defe dient haeromhaere Tuynentebevoghtigenfoo wel als haere Ackers, oock doet- mendoor defelve een Molen om lopen, welcke de meefte Inwoonders vaa deValeyévanmeelbeforght, brengende defelve haere Tarwe aldaer te mae- len. ,...;.. Ecï Ifl.BoECK. SpatnfcheWeft-Indïén.Vï . Cap. 263 Een halF-uer van dat Vleck is een rijeke Paght-hüeve met een Suycker- molen, deFe behoordt aen feecker Perfoon Sebajiiano Savaletta genaemt, hy is een Bifcayer van geboorte ,• hy was feer arm ende behoeFtigh doen hy irt die Landen quam, ende hy diende een van fijne Lahdts-genooten , maer hebbende door fijne konft ende arbeydt middel gevonden, om een Muyl-eFel of tweete kopen, foo begaf hy figh om langhs het Landt te gaen handelen , tot dat hy, door fijne winfte, middel gekregen hadde , om een geheele troup van Feftigh Muyr- efels te kopen, door dewelcke hy figh foodaenigh verrijekte , dat hy veele Lan- den omtrent Pf^ want alle morgei vintmen het daer op de aerde als een witte rijp leggen ,• de Indianen raepen he op, ende fuy veren het nae dat fy het verfaemelt hebben , foodaenigh dat he feer wit , en tot het gewoone gebruyek bequaem , wert. Daer-en-boven trecken (y noch gewin van de Muyl-efels van de nae-by gele gene Plaetfen van de Valeye, men brenght die om een geheelen dagh ofc morgen-ftont op die foute aerde te gaen weyden , ende men geeft vi jf ftuy ver voor yder Muyl-efel des daeghs , men heeft door de ervaerentheyt bevonden dat dit defelve robuftende fterek maeckt , ende haer meer goet doet dan eenigi medicijne , jae felvedan het ader laeten. Sy drijven oock grooten handel metCatoen ende vrughten, waer vantf een groote overyloet hebben, de Merckt-plaetfe is mede feer fchoon, endï •met heel vraeye Oim-boomen , die van een bovemgewoonlijcke grootte zijn overschaduwt ,; onder defelve begeven ■fich-de Indiaenen alle nae de middaghs om daer het geene fy van nooden hebben te kopen, ende haere eygene Waera te verhandelen. De Kercke van die Plaetfe is mede feer wel gerïmmert , ende foo fchoon al; eenige die in Guatimala is,- fy is foo rijck ende maghtighj datfulcksinhe .Jaer van- 1435. de Religieufen van deOrdrevanSt. DominicusteG^/'w^ verplighte , daer een Prieurye af te maecken , welcke het gefagh heeft over all< de andere Dorper* van de Valeye; fy bouwden daer een feer praghtigh Kloo iler 3 in mijne rijdt waeren in het felve acht duyfent Ducatenineenkofterop gefloten., tot verval van de gewoonlijcke verteeringen en onkoften, diebuy ten twijffel , federt die rijdt , feer fijn toe-genomen. Op defe wijfe nu hebbe ick den"Lefer vertoont de geheele Valeye van Mixco, 'Pinola, Petapa ende dmamlan, welckeinxijckdom voor geene Plaetfe, ondci Guatemala fteende , behoeft te Wijeken. Ick moete evenwel niet vergeten te fpreecken van een dubbelden Ooghft dtt men in die Valeye in-faemelt. De eerftë beftaet uyt een kleyne foorte vanKoorn, het welcke men Trigt *en Oogft Trimefino noemt', het is : een woort dat uyt twee andere Spaenfche beftaer, inde Va- fèg Weten, tres Me/èx,- ofte in het Latijn tres Menfes , dat drie maenden be- kye van teeckeitf, om'dat hetfelve s drie maenden naerhet gefaeyt is, rijp wordt, Mwo, g ...I & 1 end< HlBoECK. TtoQrdeSpaenfcheWeft-Indïën.lVXw. %6$ «Rde bequaem is om gemaeyt te worden ; foodaenigh dat het, in het iaet- fte van Auguftus gefaeyt werdende,in het laetfte van November werdt ijige- ooghft. Enniettegenftaendedathet fchijnt, dat het door fijne kleynte, niet veel meel foude geven, fooleverdt het doch foo veel uyt als haere andere foorten van Tarwe , het broodt dat daer van komt , is oock al immers foo wit , doch hec wil niet Iangh bewaert zijn, maer het werdt ten eerften droogh ende hardt. De andere Ooghft, welckêuyt tweederhandeKoórnbeftaet». het eene fijn- de root, ende bet andere wit, als dat sznCandia 3 ' volght aenftonts nae het ïnfaemelen van defe driemaendige Tarwe, want men fmijt de feyfièns in de halmen een weynigh nae Kers- mifTe, ende het is als dan niet alleen te degen rijp , maer in plaetfe van het op Gerven te fetten , ende te laeten drogen in de Scbueren, foo doen fy het door Merrien met voeten treden , in dorfch- vloe- ren , die fy daer toe exprefTeli jck maecken. I Alshetnugedoiftis, ende uyt de aederen ten voorfchijn gekomen door het trappen der voeten van de Merrien , welcke men geduerigh met de fweep voort drijft, op datfy, fonder ftil-ftaen, altoos ront-om den dorfch-vloer fouden lopen, drijftmendaer op de Merrien daer uyt, ende men want het Koorn, darmen daer nae in facken doet, om op de folders gefloten te werden, laetende het kaf ende het grootfte gedeelte van het ftroy op het veldt , dit verrot daer dan , ende fy aghten het foo goet als Beefte-dreck , om het Landt te meften. \ Sy brenghen oock vyer op het Veldt , om de ftoppelen te doen verbranden , jende tot aife te brenghen, dit doen fy een weynigh voor de eerfte regen-tijdt, 'defen regen dan vallende , doorweyckt die affe , en drijft die in de aerde , welc- ke fy vet maeckt, fy aghten dat dit degemackelijckfte, profijtelijckite ende befte wijfe is om de Landen te meften. Andere die een nieuw ftuck Landts, het welcke vol hout ftaet , willen gaen bebouwen, doen alle die bomen af-kappen, ende hoewel het hout dick- maelen goet is om te timmeren ofte tot de Scheeps- bouw, foo fullenfy niet een ftuck daer van verkopen, ende fy willen de moeyte niet doen van het te XjuatimaU te brengen, hoewel fy dickmaelen voor meer dan twaelf duyfent gul- dens, foo het in Engelandt was, by malkanderen hebben, maer het is daer in foo groot een meenighte, dat de vraght haer meer foude komen te ftaen , dan fy daer van maecken fouden. Als nu de Boomen fijn af-gekapt laeten fy die droogen , ende eer het regenen van het Winter-faifoen begint , foo fteecken fy den brandt in gheheel dat veldt, om het hout te doen verteeren, wekkers aïTe het Landt foo vet ende vrughtbaer maeckt, dat , in plaetfe daermen in Engelandt drie mudden ofte meer in een Mergen Landts fmijt , hier dickmaelen een mudde , )ae noch min- der , genoegh is , want het foude anderfints te dighte by malkanderen op-ko- men , ende fich onderlinge verftic£èn , waer door fy haeren Ooghft foude verlkfen. LI" 2 Defel- Vremde maeniere van dorf- fchen. Vremde maeniec van het Landt te meften^ St. £ucar. Wonder- lijck ge- tempert Climaet van dat Dorp , doet het Koorn roercke- lijck ver- meerde- ren. Hoemen het Koorn bewaeit. BJfe^afe3aaia»>!AkaijL^v^-. 2.66 lil. Boeck. Voyagie vanThomas Gage IV. Cai\ Defelve faecke doen fy mede in de weyden van de Valeye , want op het eyn- devandemaendtMey, wanneer het gras kort is ende verwelckt, foodaenigh dathetfoo'drooghalsHoy werdt, fteeckenfy het vyer daerin, hetwelckediê Valeye t'eenemael fwart doet fchijnen, ende onaengenaem aen hetgefighte maecktj Doch den regen heeft daer geen twee a drie maelen op-gevallen , of deAerde, haere vorige aengenaeme groente weder veitoonende, noodighi die het Vee, darmen onderwijlen op een andere plaetfe heeft doen weyden, omdaer een nieuw voedfel te komen haelen, en om or> defe fchoone groene Tapijten te komen ruiten. Doch het is tijd dat ick my weder aen de andere 7.i jde van defe Valeye , by de Reviere van deKoeyen begeve,waer van daen ick de ronde om defe Valeye heb- be begonnen te doen , ende van het Ooilen nae het Weften ben afgetreden , tot aen Dorp van Amatitlan toe, het welcke het meefte van defelve isaf-gelegen,orn denLeferfootedoenbemercken, dekleyne wegh die'er noch tot aen Guati- mala toe is af te leggen. Het is waer , dat'er van de Eremitagie van onfe Vrouwe af, een engen wegh door her midden van de Valeye loopt , die by-nae tot aen Amatitlan toe ftreckt , ende daer nae de reghte handt af op een Geberghte af- wijekt. Doch door dien men daer dickmaelen moet op ende neder klimmen, 'ende dat'er veele moeyelijcke diepe wegen te pafferen zijn, foo is dat den gewoon- lijcken ende meert betreden wegh niet , als men aen de Eremitagie aen de rech- ter-handt van Mixco komt , dat maervij f mijlen van Guatima/ahghz. Van Mixco loopt de wegh al klimmende op een Heuvel , deklve brenght de Reyfigers in een Dorp dat een wey nigh grooter als Mixco is , het werd St. Lucar genaemt > en het is'er fee'r kout , foodaenigh dat die koude gemaetigheydt die plaetfe feer rijck gemaeckt heeft, ende het is de Koorn-folder ende het Pack- huys van de geheele Stadt van Guatimala. Want daer het Koorn van de Valeye, op andere plaetfen , niet lange kan be- waerd werden fonder dat het bederft, ende dat'er aldaer feeckere kleyne worni- kens in komen die fy GttrgJos noemen , foo is in tegendeel het Climaet in dc(é Plaetfe van S. Lucar foo wel getempert, dat het Koorn daer twee a drie Jaren, naedathetgedorfchtis, goet blijft, mits datmen forge draege vanhetfom- wijlen te verlchieten , ende foo het wel opgefloten is , vermeerdert het foodae- nigh, gehjckickbyondervindinge felfs op de Plaetfe gefien hebbe, datmen nae verloop van een Jaer, op een Solder , op dewelcke men twee-hondert mudden Koorn geleght heeft , twee-hondert ende twintigh vindt. Hierom is het datmen in dat Dorp,het meefte Koorn dat in die Valey gewon- nen wort, brenght, oock is het vol Schueren , die fy Trojar noemen, defe zijn niet op de aerde neder bevloerd , maer men maeckt daer met plancken een foldenngem, welcke omtrent een voet a twee van de gront verheven is, men bedeckt die met matten , ende op defelve leghtmen het Koorn , de rijeke Coop- heden van de Stadt be waeren het aldus vier a vijf Jaeren , tot dat het op foodae- nigen prijs, ais fywenfefcen, komt. Men UIBoeck. TtoordetyaenfcheWeJi-IndienAV '.Cap. i6j Men heeft noch maer drie kleyne mijlen af te leggen, om van dek Plaetfe uil bas. tot aen Guatimala te komen, oock vintmen maer eene Baranea ofte diepen wegh tuflehen beyden , onderwegen heeftmeh aen beyde de zijden kleyne Dor- pen, welcke fy Mi/f as noemen , defelve beflaen gemeenlijck uyt twintieh Hutten. ' J & Op het midden van den wegh is een Heuvel, van defelve ontdecktmen de Swacke geheele Stade , ende defe hooghte Commandeert over defelve foodaenigh fmiatie datmen met twee grooteftucken Canon, geheel Guatimala in vreefefoude kon- van Gmm nen houden. maU Doch behalven defen Heuvel , over dewelcke de gewoonlijcke wegh loopt Jijn er noch meer vconvaerts ter rechter ende ter flincker zijde andere Ge- berghten welcke meer aen de Stadt naederen , en feeckerlijck men foude van defelve geheel Guatimala konnen met Gefchut plat fchieten , als al defe Heuvel te verre daer van daen was. Men vind een feerfchoone wegh, wanneer men defe Heuvel is af- geklom- Moeyelij- men, fy is oock feer breed , maer op het midden werd fy vry wat naeuwer ge- ke P* ff a- maeckt door het Geberghte, doch dat duert niet langer dan een fchoot weeghs § ie * maer de(c plaetfe valt feer moeyelijck te pafferen , ter oorfaecke van de fteenen ende eenige kleyne Rotfen , welcke men in een fterek-vlietende Beeck, die van het Geberghte nae de Sradt loopt , vindt. Maer by een kleyne Eremitagie, welcke nae St.fuan genaemt is, begint Aengena- figh de wegh weder allenckskens te verwijden, ende daer ontdecktmen Guati- me wegh. rnala weder dat een aengenaem gefighre voor de Reyfigers geeft, dewelcke door een fandigen.wegh nae de plaetfe gaen , daer fy wat dencken uyt te ruften oock vinden fy niet minder vermaeckelijck de foete groente van de fchoone Alleen, welcke fy tot aen en in de Stadt toe ontmoeten , en die altoos voor alle gaende ende komende Perfoonen open ftaet, het fy van de zijde van het Cloofter van de Jacobijnen , ofte van de kant van de Kerck ende van het Clco- iter van de Religieufe Doghters de la Ccnceftim. . NacdaticknudenLeeferdusgeleydhebbevanGo//èDo/«af, tot zen Guati- Befluvt malatoe, ende hem alles vertoont wat op die wegen aenmerekens waerdigh desCapit- is,foofal ick te defer plaetfe met feggen van de andere Landen, welcke naede tels kant van Nicaragua gelegen zijnde, onder defe Stadt behoren, tot datickfal komen tot mijne wederom Reyfe, die ick dien hoeck uyt-nam ; De ween tot aen Rgalep toe hebbe ick al voor defen befchreven. My is nu noch overigh het Landt van Vera-Paz> ende den wegh daer toe eaen- devooroogenteftellen. & *■ LI 3 HET x<58 III. Boeck. Voydgie vanThomas Gage V.Cap, Oor- fpronck van de naeravan Vera-Va^. Bëfchrij- vinge van die Pro- vincie. Cobait. HET V. CAPITTEL. Öorfpronck van den naem van Vera-paz. Bëfchrijvinge van die ^Provincie. Coban. Ongetemde Indiaenen beletten dm handeltujfchen Guatimala ende Jucatan. Hijforie van de Keyfi vanfeeckeren Religieus. Handel van die van Vera- Paz op de Golf. Koopmanfch oppen van het Landt van Ve- ra-Paz. Wegh van Guatimala na Vera-Paz. Bëfchrijvin- ge van het Geberghte van de Sacatepeques , de T)orpen daer op , ende de Inwoonders van defelve. Groote mildae* digheydvaneengodtlooslndiaen. Bouquetten plttymen die tehuergaen. Ongemackelijcke engevaerlijtke wegh op den Bergh Kabinal. Bëfchrijvinge van de Valeye van St. Ni- colaes. Röbïnaleenfeer fchoon Vleck.Jsfeer overvloeien- de van allerhande vruchten ende leeftoght. Traghtigh tra- ttement van Frater Jmn Baptifta. $t, Chrifioffel. Een : groot Meer door Aerdpbevinge ontjlaen. Bef uyt van het Capitlch DE Provincie van Vera~Pa% , dat waere Vreede gefeght is , heeft die naem gekregen, om dat de Indiaenen van dat Landt, hebbende ver* ftaen hoe dat de Spaigniaerden Guatimala nevens de nae- buerige Lan- den hadden vermeeftert , fïgh aen defelve vreedfaemelijck 3 ende fonder\egen- ftant te bieden, onderwierpen. Voor defen was dit Landt een Dioeefe ofte BifTchoppelijcke Jurifdiclie op itjn felveri , doch jegenwoordigh is het hy die van Guatimala gevoeght. Het werd door een Alcalde Major, ofte Prefident, welcke men uyt Spaï- gmen fendt , geregeert , doch hy dependèert aen de Koninghlijcke Audiëntie | ofte Kamer van Juftitie van Guatimala. I DeHooft-Stadt van die Provincie is Co^wgenaemt, in defelve is een Cloo- ftervandeReligieufen van de Ordre van St. Dominicus, ende den Alcalde Major houd daer fijne gewoonelijcke refidentie. De Spaigniaerden hebben defe Provincie noch niet geheel onder gebraght, hoewel fy daer feer dickmaelen om hebben geftreden tegens de Barbarifche en- de ongelovige Volckeren , welcke tuffchen defelve ende \ucatan in woonen. •Sy fpannen alle haere kragten aem om defelve te dempenden om foo door ha- *e ÏII.Boeck. 'DvordeS'paenfchemjï-Indïên * e J?!? d ^ tebaenen^delndia- endefoodenhandel, «Lande, metdie Provincie te beveiligen, welcke men nen belet- gelooftdatfeervoordeehgbaenhet Landt endede Stadt vJcuatnnala fou^e renden fcijn, endeeenveelfeeckerderweghomhaere Coopmanfchappen nae de Ha- Handel ^tebrengen dandoor de GdfiDdce, om dat dickmaelen de Scheepen, tuffchen welckeuytdie Golf, nae de Havana loopen , door de Hollanders genomen ^atmala tÏlj es - - endeyuw-' W™™ , S P"f «^«hebben, totnochtoe, datDefleinnietkonnenvol- "»• SeS;, ^ 7 e ? e 1 J ^^BarbarifcheVolck, altoos fookraghtigewe- b^ÄÄ r met ^^f ^ «** «k te ; Dat alles niet tegenftaende, was'er een Monick, die een van mijne coe- Hiftorie ^S^'r u ndC Van mi ^ ne /i nnifre ^s, welcke het waeghde onder 3efe «£ S^JÄTt 1 «Kfchypaflccrde, door twee a drie Indiaenen ver- j^van feit dwarfen door haer Landt heenen, tot aen de Stadt Campin toe aldaer feeckei ' vondt hv eemge Spaigniaerden, welcke haer feer over dat fi/n ftoutVftaen Keli S ieus ' Sderen *^^ ^ hy !*? IeV£n ° P die We ^ hadde dei " e " HyquamdaernaewederreC^, ende van daer te Vera-Va*, alwaer hy SiÄ^ R f^^» datdieVolckeren, fiendedat hy hare Taele fprack, ende dat hy, ten haren opfigte , nederieh ende beleeft was hemmedefeerwelhaddenontha^ leven benaemen de Spaigniaerden, om daer wraecke van te nemen , haer noyt , voor dat fy haer hadden uy tgeroy t , fouden laeten ruften. Hy feyde oock dat haer. Landt veelbeeter was dan dat van JSra-P*? , het welcke, foogefeght is door de Spaigniaerden, vermeeftert is, dat in het felveeenfeerfchooneValeye, ende in defelve, eenMeer, was, opdekant van het welcke een groote Indiaenfche Stadt lagh, die, ten minften, door twaelt duyfent Indianen bewoont wierde, en wekkers Hutten alle van malkan- «leren waerenaf-gefcheyden. Defe Monick heeft daer nae een befchrijvinghe van dat Landt gemaeckt , endehyyoerover nae Spaignien , om het Hofaen te moedigen tot het DerTein van dat felvetegaen overmeefteren , door het voordeel dat de Stadt van Gua- umala ende de Provincie van \ucatan fouden trecken,foo men eens een we^h, ^cbendietweeProvincien, tot haere mutuele Communicatie, kondeuyt- tr *?? C u b f eWel dc S P ai g niaerden van Vera-Pa%> aen die zijde , door dat woefte „ , , Volckbeflooten werden .foo hebben fy doch, aen de andere zijde, denwegh SE meGolfe Dolce open, fy handelen in defelve met de Scheepen die daer komin van fL anckeren, brengendeaen i defelve Pluym-gedierte, ende andere foorten van leef- L" 0D £ toght die in dat Lanat vallen, ende fy voeren Wijnen ende andere Spaenfche GolP WaerenindeStadtvanCo^wrerugge. ■ Het Landt is feer oneffen ende Berghaghtigh , -en hoewel'er eenige taeme- liiik Koop- manfchp 270 III. Boeck. Voyagie vanThomas Gage V.Cap. lijcke groote Vïecken in zijn, foo vintmen'er doch maer drie a vier van ee- nighaenfien. De voornaemfte waeren die daer vallen zijn voor eerft de Achiotte s welcke de befte van geheel het Landt van Guatimala is , Cacao , Catoen, Honig, CaJJta , Salfaparitta, ende Mai% in feer groote meenighte, doch daer valt geen Tarwe, i het Landt Daer is oock veel Wafch , Pluym-gedierte , Wilt-braet , ende Vogelen vaa van Ven- verfcheydene couleuren , van dewelcke de Indianen de vederen , tot veele aer- T*\. ■ dige wercken , gebruycken, evenwel komen fy by die van Mccboacan niette pafte; men vint daer veele Perroquiten , Apen ende Meer-katten , welcke , op bet Geberghte weten de kortte krijgen. Weoh van Den wegh om van Guatimala in dat Landt te komen , is defelve die nae dè Guatimala Golf leydt , tot aen het Dorp St. Lticar toe , van dewelcke ick hier boven ge- nae Vera- fproocken hebbe , ende van daer ftreckt fy fich over de Heuvelen ende het Gc- Ta\. berghte dat aen de zij de van de Valey e van Mixco leght. Befchrij- Sy werden de Bergen van de Saeatepcques genaemt , met een naem welcke vinge van beftaet uyt twee Indiaenfche woordekens Sacate ende Tepec, Hetlaetftebeteec- lret Ge- kent een Bergh , ende het eerfte gras , foodaenigh dat de faemenvoeginge van berghte die woorden, eygentlijck Gras-bergen beduyt. vande Sa- Qp defelve zijn vier aenfienlijcke Dorpen > het eerfte is St. \ago genaemt, in cxttfeques , f^ et we i c k e vijf-hondert Huys-gefinnen zijn 5 het tweede St. Pedro, en daer fijn'ér de Dorpen f es . hondert hv, Het derde St. \uan ,dat mede foo groot is,ende het vierde St. Do- daer op , jninicut van Sewaco, in daer vintmen omtrent drie hondertFamilien. Defe vier Dorpen ziijn alle feer rijck, het Climaet is feer kout indetwee eerfte, doch in de twee laetfte weder warmer, ende omtrent defelve zijn veele Hoeven , op dewelcke men veel Tarwe ende fchoon Koorn aen teelt , foo wel ais Mai%. Defe Indiaenen vallen vry moediger dan die van de andere Dorpen die daer omtrent gelegen zijmende Cy ftondemdoen ick daer was>op hetPoinól om tegens de Spaigniaerden te rebelleren en op te ftaen , door dien ïy haer mis-handelden. De Kercken zijn daer uyt-nemende koftelijcken ende praghtigh, ende men vont daer een Indiaen, ten tijde van mijn verblijf in dat Landt , die uyt het Dorp van St. fago van daen was , welcke dooi; een ydelé begeerte tot wereltfche glorie, fesduyfentDucatenaen de Kercke van die Plaetfe gaf , ende evenwel bevont men daer nae , dat hy op het Vogel- gefchrey ende andere Heydenfche dingen aght gaf, ende dat hy een Afgoden- dienaer was. Defe Indianen winnen veel door het verhueren van groote bouquetten Pluy- men , men liet delndianen fich-van defelve bedienen in de Danflèryeh , welcke fy, op de dagen dat haer Dorp is ingewijt 3 aenreghtenj men vint vandfc hucr^aerT bouquetten welcke feftigh Pluymen , alle van verfcheydene verwe, fullen heb- ' ben , voor yder Pluym geeftmen ten minften feven oortjens Hollandfch gek, behalven datmen de waerdye van de Pluymen , die door ongeluck i of verloren werden > of breecken , moeten betaelen. Van het Dorp van St.\uan^ï } dat wel het meefte voorwaerts leght, is de wegh endede Ipwoon- Heisvan tleielye. Groote rnildadig- heyt van een godt- loos Indi- aen. Bouquet- ten Pluy- mendie te III. Boe CK. 'DoordeS'paenfcheWeft-Indiêk. V.Cap. iyt wegh feer vermaeckelijck ende vlack, tot aen eea kleyn Dorp , van omtrent twintigh Huyfen, zijnde, St. Raymmd genaemt , toe , men moet als dan een goede dagh-reyfe door brengen met op en neder te klimmen, .ende door diepe ende waeterige wegen gaen , tot datmen aen een Hutte , op-dekant van een Reviere gctx)uvvt, komt, dit is defelve Reviere die door Acaj'ahajllan loopt, wacr van ick voor defen hebbe gefproocken. Hier van daen komtmen aen een Bergh die feer fteen-agtig ende volRotfen is, fy wert den Bergh Rgbmal genaemt; men heeft'ei treeden voor de Muyl-efels in de Rotfen uytgehouwen , wantfo die maer het minfte ter lincker ofte ter regter hand quamen te ftruykelen/o fouden fy langs deRótfen in duyfent ftuken vallen. Doch dit gevaer en duert niet langer dan omtrent anderhalve mijle, i ende men komt daer nae in een feer fchoone Valeye , welcke den naem van St. Ni- colaes voert, ende dat door een Hoeve, die aen de Jacobijnen van Coban be- hoort , en die van haer foo genaemt wert. Ho 2 wel dele Valeye by die van Mixco ende Pinola niet te vergelijcken is,fo is fy doch 3 door drie dingen , welcke in defelve gevonden werden , aenmerckelijk,- Het eerfte is een Suycker-molen , welcke St. Jeronimus geheeten wert,fy komt toe aen de Jacobijnen van het Convent van Guatémak , ende is beter als die van Amatitlan , niet alleen in de menighte van de Suycker die daer wert gewonnen , ende diezy,met Muyl-efels,aen geene zijde het Gebergte van Guatimala bren- gen , ende in .^etal van Slaeven , die door twee Monicken beftiert werden ; maer voor al om datmen daer feer fchoone paerden aenqueekt,zij nde die de befte van geheel het Land van Guatimala^n feer geaght door alle Lieden van middelen en van aenfien , welcke haer vermaeck nemen daer mede door de Stadt te rijden. Het tweede is de Hoeve vanSt. Nicolaes, welcke alfoo vermaert ende be- roemt is door de fchoone Muyl-efels die fy uyt-levert , als die van St. Hierom- mus door haëre Paerden. Het derde is een Indiaenfch Vleck Robinal genaemt , daer in zijn ten minften aght honden Famüien, ende men vintin het felve alles datmen tot levens ge-, raack foude konnen wenfchen. ] , . :, Het Clisaaèt is'er eer heet dan kout,docIi die hette wert getemperr,ende feer gebroocken , door de meenighte van de fchoone overfchaduwde Wandel- we- gen die'er zijn. Men vint daer niet alleen alle de-ïndiaenfche vrughten , maer oock die van Spaignien^ als daer zij n Orangie-ap.pelen , Limoenen , Citroenen fuer en foet , Granaed-appelen , Ranjnen, Vygen, Amandelen ende Daedelen, Het gebreck van de Tarwe kan die geene , welcke het broot daer van liever als dat van Mai% eeten > weynigh incommoderen , om datmen defelve , in twee dagen , gemackelijck uyt de Dorpen van de Sacatepeques daer kan brengen. Wat het Vleefch belanght , men vint hetfelve daer van Offen , van Schae- pen, vanGeyten, van Gevogelte > van Kalckhoenen, van Waghtels, van Patrijfen, van Faifanten , en vanKonynen. Daer ïs oock een Reviere , die dighce voor by hare Huyfen ftroomt ende haer een gioote meenighte van veelderhandeflagh van Vifch uytlevert. Mm De Onge- mackelijc- keenge- vaerlijcke wegh op clen BergU Rabinal. Befchrij- vinge van de Valeye vanSt.Ni- colaes. Robinal een feer fchoon Vleck, Is feeï over- vloeyende van aller- hande vrughteia en leef- toght. 17% III. Boe ck. Voyagie vanThomas Gage V.Cap. Delnwoonders van dat Dorp zijn in veele dingen feer over-een- komende met die van het Indiaenfche Chiapa, welcke fy nae- volgen in het aerdigh Peerde>- berijden , ende in alleandere foorten van di vertiffementen. Prashtigh Het was in dat Dorp, dat mijn vriend Frater \ium Baptifta fijne woonphet- tracte- & w ^^ e beveiligen , om aldaer de refterende daegen fijns levens in rufte door te ment van brengen , nae dat hy Prieur van verfcheydene Plaetfen hadde ge weeft , ende Prater voor al van Chiapa ende Guatimala , ende hy onthaelde my daer op foo pragh- juan Bapi' tigh een wi;fe,datmen met reden hem daer over foude hebben konnen berifpen* fla. als zijnde het gantfch niet wei-voegende voor Bedel-Monicken » de magnifi- centie ende de praght der Vorften te willen nae- volgen. VandieValeyeaf, tot aen Vera-Pa^, ofte wel tot aen Coban, dat daer de S.Chri- Hooft-Stadt vanis, vimmen niet aenmerckens-waerdigh, dan het Dorp fioffel. Sr. Chriftoffel , alwaer jegenwoordigh een groot Meer is, van het welcke, foo men feght , men met geen diep-loot de grom kan vinden. Eengroot In vorige tijden vondmen aldaer dat Meer niet, doch de grondt , fichincen Meer door fwaere Aerd-bevinge geopent hebbende, ende veel Huyfen ingefwolgen , foo Aerdt- faghmen daer op dat Meer verfchijnen , het welcke daer , federt die tijd, altoos bevinge is gebleven. ©ntftaen. Van daer tot aen Coban toe zijn de wegen moeyelijck en niet dan Geberghte» des niet tegenftaende konnen de Muyl-efels van het Landt , defèlvé, op haer ge- mack , met haere laften , pafïèren. Befl uyt Wy hebben nu eyndelijck de geheele uyt-ftreckinge van het Landt van Gua- van het timala doorlopen , in het felve zijn veele Dorpen , die meer bevolckt zijn dan Capitrel. op eenige andere Plaetfe van geheel America, ende indien de Indiaeneninde Krijghs-konft wel ervaeren , ende met waepenen wel voorfien waren, men fou- de geen quartier van America foo fterck in Volck vinden. Doch om dat de Spaigniaerden haer veraghten ende mishandelen, tot foo verre toe , dat fy haer felfs hare Bogen ende Pijlen niet laeten behouden , zijn- de het feer verre van daer, dat fy fchiet-geweer , Piecken ofte Degens fou- den hebben, foo heeft haer dat niet alleen den moedt benomen, maeroockte gelijck de afreäie, die fy anders , tot de Sapigniaerden fouden hebben konnen krijgen, foodaenighdatdefelve, in grootevreefe moeten ftaen, datdiegroo- te meenighte van Indiaenen , in gevalle men in America landde , om het felve in te nemen, figh aen de zijde van haere Vyanden fouden begeven , ofte haer immers nergens toe dienen » als fy al getrouw ende onderdaenigh bleven. HET ÏÏÏ.BoECK. TioordefyaenfchepPefl-Indiën. VI.Cap. xyj HET VI. CAPITTEL. Beklaegelijcke flaet van de Volckeren van Guatimala. Ver- gelijckinge tuffchen de Indiaenen ende het Volck Ifraëls. T)c Indiaenen nemen toe tegens de onder druckinge. Verkeerde 'Politie der Spaigniaerden. Middelen om de Sfaigniaer- den America te ontweldigen. Mis-Jlagh van jbmmige per- foonen werdt klaeriijck aengewefen. Kleyne maght der S'pai- gniaerden in Guatimala. ^D eerlij cke flaet der Indiaenen onder de Spaigniaerden. Bedroefde wanhope der Indiae- nen. DE ftaet ende de conditie van de Volckeren van het Landt van Guatimala is al foo beklaegelijck ende erbarmens-waerdigh als die van eenige van alle de andere Volckeren van Ameriea. 'Want ick kan op eenige wijfe, van haér feggen , het geene van het Volck Ifraëlï wert gefeght in het eerfte Capittel van het Boeck Exodus op het fevende reers ; dat fy vrughthaer waren , ende overvloedelij c\ wieffchen , ende vermeenighvul- Ijghden , foodanigh datfy maghtigh mierden , ende het Landt vervulden ; hier om eydeP/w4otothjneOnderdaenen, inhetthiendeveersj Men moet wijffelijcl^ net baer handelen , uytv recfe datfy » komende te vermeerderen , ende eenige Oorlogh mtjlaende, haer niet by onfe Vyanden vervoeghen 3 ende tegens óns firij den ^ Hier }m was het dat fy mannen over haer fteldén om haer te doen arbeyden s fteen, calckende andere dinghen te doen maecken, met foo groote geftrengheydt ïnde wreedtheydt > dat het leven haer te bange wierde doordefe dienftbaer- leydt, ende haer verplighte, de hulpe des Hemels , tot hare verloflinge , aen te roepen. Hoewerer eenige foorte van onderfcheydt tuffchen de Indiaenen ende het Volck van Ifrdël is, foo heeft doch defe vergelijckinge haere over-een-komftc in de verdruckinge foo van de een als de andere , en oock in de maniere , op de- welcke men haer heeft gehandelt , óp datfy niet meerfouden vermeenighvul- iigen, dan men fel ve begeerde. Hetisfeeckerdatde Indiaenen veele lijden door de Slaevernye, in dewelc- ke haer de Spaigniaerden gebraght hebben , en dat fy , des niet tegenftaende , daegelijcks in getal ende rijekdom toe-nemen , foodaenighdatmendaer vreeft dat fy te maghtigh fullen worden, ende uyt haer fel ven op-ftaen, ofte figh by vreemde Natiën verYoeghen, tegens die geene, welcke haer dus Tyranni- feren. Mm 2 -Want Beklaege- lijeken ftaet van de Volc- keren van Guatimala. Vergelijc- kinge tuf- fchende Indiaenen ende het Volck ifraelSa DelndiiV* nen ne- men tos tegens de onder- druckin» ge. Verkeer- de politie der Spai- gniaer den. Middelen cm de Spaign- jaerden America te ontwel- doen. Misflagh vanfom- mige per- fonen werdt klaerlijck .-.er. ge we- feu? Klevne masht der i74 III. Boeck. Voyagie van Thomas Gage VI. Ca p. Want men laet haer het gebruyek van geenderhande waepenen toe, het fyditdanuyt vreefe, hetfydanuyt Jalcufijefpruyt, felve niet dat van haere Booghen ende Pijlen > van dewelcke Jiaere Voor-ouders fïgh voor-defen be- dienden. Soodaenigh dat de Spaigniaerden, hoe wel fy aen haere zijde niet van de kant der Indiaenen te vreefen hebben , door dien fy ontwaepeat zijn , foo fal oock , wanneer eens een vremde Natie , in den fin fal krijgen , ende traghten dat Landt ïntenemen, endetevermeefteren, defelve, om die ey gene reden, geen ap- p renende voor haer behoeven te hebben , ende foo fal , de Politie , van dewelc- ke fxgh de Spaigniaerden bedienen, om defe Indiaenen te verfwacken, t'eene- mael tot haere totale ruïne ende verderf gedijen. Want defe groote meenighte van Indiaenen, haer in den Oorlogh onnut zijnde, endefy felve, uytgefondert die inde Steden woonen, fïgh hier en- de daer verfpreyt bevindende , door fo© een wijde uyt-ftreckinge des Lands, fullen, tegens gen kleyn Legerken, niet dan een handt vol Volcks fchijnen te zijn. Oock zijn'er onder defe kleynen hoop Spaigniaerden wevnige die bequaem zijn om de waepenen te voeren , ende dat kleyne getal en fal niet maghtigh we- fen groote tegenftant te doen , hebbende geen Gefchut. Ende foo het daer byquam voor te vallen , dat de Negers , ende de Indiae- nen, welcke iy foo feer, als gefeght is, mishandelt, ende daerom oock al- toos gevreefl hebben, figh tegens haer, by de vremde vervoeghden , foo is het feecker, dat fy haer uyterfte verderf niet fouden konnen ontvlieden , zijnde, op diemaeniere, van binnen ende van buyten , aengetaft. Hier uyt kanmen befpeuren , hoe Weynigh dat die geene gegrond zijn , ende met hoe geringen fundament dat fyfpreécken, die daer feggendat America nu fwaerderfoudevallenomtevermeefterenalstentijde van Corte^, om datmea nu tegens de Spaigniaerden ende tegens de Indiaenen foude moeten ftrijden, daer'er in tegendeel doen nier dan arme naeckte Indiaenen waren. Ickhoudefraendedat dit feggen gantfchelijck valfch is; want de Indiaenen waeren in die rijd itrijdbaere Lieden , door de Oorlogen die fy malkanderen aen deeden , ende ïy wiften flgh feer wel te bedienen van hare bogen , van hare pij- len, van hare fchighten, ende van hare andere foorten van waepenen, en het" bleeck in haer ftrijden , dat fy nytermaeten kloeckmoedigh ende couragieus m het veghten waeren , oock Hetmenfulcks in hare Hifiorien. • Doch nu fijn fy gantfeh moedeloos , ende als fonder herte geworden , foodae- mgh dat fy van vreefe beven, wanneer fy een musket hooren lofTen; dit komt daer van daen , dat fy door de Spaigniaerden onderdruckt worden ende ontwa- pent zij n , die haer felve door een opflagh van oogen ofte een fuer en ftuerfch ge- fighteeenfchrickophetlijfjaegen, ende daerom zijn fy, indieftaet, waerin fy fïgh nu bevinden , niet te vreefen. Men behoeft al immers foo weynigh voor de Spaigniaerden bedught te zijn , die in die groote uyt-ftreckinghe van gheheel het Landt sznGmti- ÏII.Boeck. 'Door de SpaenfcheWeft-Indiën. VI.Cap. ij*; tnala, geen vijf-duylent Mannen, tot den Oorlogh bequaem, fouden kon- Spaign- nen lighten. jaerden ia Alfooweynigh foudenfykonnen bewaeren foo veel wegen ende toegangen Guatimala. als'er in verfcheydene quartieren van dat Landt zijn, het welcke* hoe het grooteris, hoe het oock beter kan ingenomen worden , omdat, terwijlen den Spaigniaert aen deneene kant fal befïgh wefen, met het te befchermen, het door die vremde Natie aen de andere zijde fal konnen aengetaft ende in- ge- nomen worden. De Slaven felve fouden tegens haer, in feodaenige gelegentheydr, en om haere vryheydt te hebben, opftaen, ende eyndelijck de Criolen, welcke fy mede ten uytteiften mishandelen, fouden wel blijde wefen , foo fy haer van de Spaen- fche flaevernye konden verleffen , ende fouden veel liever in vryheydt onder een vremt volck, willen woonen , als langer door haere eygene Natie onderdruckt worden. Deerlijcke DeftaetderlndiaenenisindieLandenfoo ellendigh, dat haer levens con- ftaetder ditie al immers foo miferabelis als die van de Siaeven, hoewel de Koningh Indiaenen van Spaignien door fijne Onderdaenenaengefoghtfijnde, om die tot Siaeven oncJ ei-de temaecken, fulcks altoos heeft geweygert. Spaen- Ick heb'er eenige gekent, welcke, alsfy van den dienft ende het werck der Spaigniaerden af quaemen , ende daer voor niet dan quetfueren ende flae- gen ontfangen hadden , op haer bedde gingen leggen , in voornemen van liever te fterven, als langer een leven met foo veel ellenden ende miferien vervult te leyden, oock weygerden fy alle foorten van voedtfel ende verfterckinge 3 die haere Vrouwen haer aenboden* willende veel liever van honger fterven als haer leven verlenghen. Deerlijc- Het is waerdat door mijne aenporringen , fommighe haer hebben laeten u ewa . n " beweghen om liever te leven als Éygen-Moordenaers te willen zijn, maer » °?. e oock waeren'er andere, die alle foorten van vermaeninghen ende voedtfel n ianen ' verwierpen. Op wat pretext de Spaign- iaerden hebben den dienft vande In- dianen' verkre- Hoe de- felve in haerén dienft werden verdeelt. De Ive% Repanidgr enfïjn Ampt. 276 IIIBoECK. Voyagie vanThomas Gage VII. Ca*; HET VII. CAPITTEL. Op wat pretext de Spaigniaerden den dienft van de Indianen hebben verkregen. Hoe defelve in haeren dienft werden verdeelt. T>e Ivez Repartidor ende fijn Ampt. Op wat wijf e de Indianen van hemgehandelt werden als hy die aen de Spaigniaerden uyt-deelt. Trofijtvandenlvez Reparti- dor. Straffe van de Indianen die den arbeyt ontloopen. On- reghtvaerdigheyt omtrent de Indianen gepleeght. Hoe hart ende Barbarijch menhaer handelt. Haer fober dagh-gelt. Gruwelijcke godtloosheyt van de Spaigniaerden , omtrent de f e Indianen gepleeght. Godtlofe wij f e om aen de keft tege- raecken. Anaere harde foorte vanjlavernye. Voorbeelden daer van. Bejlvyt des Capittels. DE Spaigniaerden die in dat Landt woonen* en voor al die haer op de Hoeven van de Valeyevan iMixco, ende op de Dorpen van Mixco, Petapay Pinolatnde Amamlan onthouden , nevens die geene.» die op de Vlecken en het Gebergte Van de Sapatepèques zijn,hebben vertoont, dat,door dien allen haeren arbeyt ende negotie tot het welvaeren van den Staet ftreckte, ende zijnde daer niet Spaigniaerden genoegh, om alle de noodighe wereken in foo groot een Landt te doen , hebbende fy niet alle de behöorlijcke middelen om Negers ende Slaeven te kopen y datfy over fulcksnoodigh den dienft van de Indianen van doen hadden, verfoeckende datmen haer dat wilde confeft- teeren , mits haer een redelijck falaris gevende. Hier op wierde geordonneert datmen > op yderMaendagh* feecker getal van Indiaenfche Boeren foude by een doen komen , ofte oock wel des Sondaghsj des aghtermiddaghs , welcke onder de Spaigniaerden fouden verdeelt werden , ai nae de gelegentheyt van haere Hoeven ofte Ampten , 't zy om haere Landen tebebouwen* om haere Muyl-efels te drijven, ofom haer in haer beroep be- hulpfaemtezijn. Men heefc in yder quartier een Officier tot dien eyndegeftelt, fynoemeu defelye Ive%l{epartidor , hy is gehouden, volgens de lijfte , welcke hy van de Spaenfche Huyfen ende Hoeven heeft, weeckentlijck, een feecker getal van Indianen te befchicken. Dit is een gemackelijck middel voor den Prefïdent van GuatimaU ende voor de andere Reghters > om haere Huys-genoten ende Dienaers te avanceerea mde te vorderen , oock geven fy gemeeenlijck aen defelyedefe Ampten. 1. III.BoECK. T>oorde$faenfcheWeft-Indïèn.Y\\.Qhv. 277 Sy noemen het Vleck ofte de Plaetfe, opdewelckedelndiaenendesSon- daeghs ofre des Maendaeghs moeten by malkanderen komen endé vergaederen, endefy verfchijnen daer felve mede, metalle de Spaigniaerden die onder dat quartier behooren. • De Indianen van de Dorpen van haere zijde j fijn mede verplight, het getal Op wat van arbeyts- lieden , het welckefy weeckentlijck , door ordre van het Hof van wi J fe de Guatimala moeten beftellen, gereet tehouden, endefy werden op de genera- In d»anert Ie rendevous plaetfe begeley t , door een Indiaenfch Officier van het Dorp dat va n hem baerfent. gebandelc Als fy nu op die plaetfe fijn gekomen, fluytmen haer alle in het Raed-huys f?*? op, gevende eenige ftock-flagen en fuffletten aen die geene, die niet haetfieh !■ J- ie genoegh intreden j fy hebben alle haer gereedfchap om te werckenbyhaer, «!"' alsSchuppen, Spaeden, Pieken, Bijlen, ende leef-toght voor een weecke, i^El dewelcke gemeenhjek beftaet uyt Koecken van Maift worften van Frixolen U yt-deeh. ofte Boontjens, een weynigh Chtli ofte lange peper, ende eenige broeken kout Vieefch voor een a twee daegenj oock draegen fy haer bedde op haeren rugge, het felve beftaet uyt een deecken van grove Wolle, in' dewelckefy fich winden, omopdeaerdetegaenflaepen. Als fy nu alle by den anderen zijn , ende het Raed-huys van haer vervult is , Profijt foo roept de Ive$Repartidor , ofte hier toe gefielde Officier, de Spaigniaerden vanden volgens de ordre van fijne lijfte, ende te gelijck doet hy foo veel Indianen, als iverRepar- hetHofhaer heeft toe-geleght, verfchijnen. Mor. Eenige moeten'er drie of vier hebben , andere vijfthien ofte twintigh, al nae dat haer beroep ofte den arbeyt, die fy te doen hebben, vereyfeht. Op defe wijfe deelt hy aen een yder van de Spaigniaerden , de India- nen, welcke fy moeten hebben , uyt , foo lange dat die alle aen de Man zijn. Alsnudefeuyt-deelingegedaenis, neemt yder Spaignïaert, van de In- diaenen die hem fijn toe-geleght, of een deecken, of eenigh ftuck van fijn gereedfchap , op dat het hem tot een pant verftrecke , indien hy quaeme wegh te lopen, ende aen de Officier, welcke die uyt-deelinge gedaen heeft, geeft een ygelijk van haer een halve Reael van vier ende een halve ftuy ver de geheele, Voor yder Indiaen, het welcke hem dan jaerlijcks veel op-bfënght, want daer zijn QcnigheÉspartidon 3 die alle weecken , drie a vier hon'dert India- nen moeten verdeelen. Indien een. Spaigniaert komt klaegen , dat een van fijne Indiaenen , het Straffe ontvlught is, ende hem de geheele weecke niet heeft uyt-gedient, defelve van dein- doet men foecken, foo lange tot datmen hem gevonden heeft, ende als dan dianendie bintmenhem, op de Merckt-plaetfe , met handen ende voeten aen een pael, denar- ende aldaer werdt hy in het publijck voor al de Wereldt gegeeffelt op den beyt ont- rugge. lopen. Dogh foo een arm Indiaen komt klaegen, dat de spaigniaerden hembe- Onreaht- droogen hebben > ende fijn Schuppe, Bijl , Spaede ofte Deecken af-genomen , Y aerdi<*- of * handelt. Het fobei daiih-gelt 278 IïI.Boeck. Voyagie vanThomas Gage VII. Cap. heyd om- of oock fijn loon onthouden , foo doetmen geen reght over die Spaigniaertdie trent de den felven Indiaen bedrogen , beftolen ofte verkort heeft , hoewel het reght Indiaenen endebiilijckheyt vereyfchen, datmen Juftitie aen bey de de zijden, endeaen gepleeght. ende de rand van defelve hanght haer in den regen-tijdt op de neus ende op den hals. Sy draegen fomwijlen haer bedde om haer lijf, het felve beftaet uyt die wolle deeckên daer fy nch des avonts mede bewinden , en als dan trecken fy haer hemde ende haer onder-broeck uyt , ende leggen die onder haer hooft orn vooreen oorkuflèn te dienen. Men vint'er oock eenige , welcke een feer lighte matte by haer draegen ona op te gaen leggen 3 maer die geene welcke die niet hebben, ende van haer ge^- bueren defelve niet te leen konnen krijgen, gaen loffelijck op de aerde neder leggen, ende in haere deeckens bewonoen zijnde, flaepen fy al foo wel ende geruftelijck , nae dat fy een geheèlen dagh gearbeyt ofte met een pack van hon- den: ponden op haeren rugge gegaen hebben , als offy op een feer goet bedde laegen. Die geene welcke van meer aenfien zijn, ende rijeker als de defe waer van wy nu gefproocken hebben , welcke niet gebruyekt werden, om als de Tame- m^packen te draegeaj ofte voorde Spaigniaerden als Boeren tearbeyden, maei II.BoECK. cDoordeSfaenfcheWeftJndïén. VIII.Cap. %%i wer die op haere eygene Hoeven woonen , die op het Landt met haere Muyl- fels handelen, die Winckelen in de Steden en in de Dorpen hebben, ende yndelijck die als Officieren van de Juftitie ende Politie werden gebruyckt , zijn en weynigh beter, dan defe eerfte , gekleed. Daer fijn'er die een lint onder om haer onder-broeck ofte broeck hebben Kleedingc letenfetten, ofte met eenigh Borduer-werck van zijde ofte gaerenverciert, van de et fel ve doen fy mede aen de lap die fy om haer licchaem flaen , ofte wel pronc- ri j ckfte en fy defelve op met eenigh veelverwigh Veder- werck. N Indianen, Sommige dragen oock wambayfen van door-fneden li j waet , ende fchoenen , raer daer ü) n'er feer weynigh die hofen aen hare beenen , ofte kraegen aen hare alfen hebben. Doch wat de bedden , op dewelcke/y flaepen , belangt, de aenfienlijckfte van Sleghte liedelndiaenfche Gouverneurs, is daer niet veel beter van voorfien, dan de bedden rme Tameme^ ofte Packen-dragers,oock gaet het even foo met de rijcke Koop- van alle de eden onder haer , welcke vijf a fes duyfent Ducaten befitten. Indianen. Sy maecken defelve van plancken ofte van t'faemeh gebonden riet, het welc- Waeiuyt e fy wat van de gront verheven plaetfen, hier opleghtmeneenbreedeende diebe- ' ;xdige matte, met tweekleynehouteblockjens, om voor een peuluwe voor ftaea. e Man ende de Vrouwe te dienen , ende haer hemd ende mantel daer op voe- ende, ofte oock wel andere kleederen, orn haer voor een oorkuffcheh te ver- recken, gaen fy daer op leggen, ende ficü daer op met een andere witte lap edeckende ("die doch grover van ïloffe is als die geene, welcke fy voor een lantelgebruycken) begeven fy haer tot de naght-rufte. Dom Bernard de Guynan , welcke Gouverneur van Fetapa was , (liep op geene ndere dan op defe wijfe, ende foo doen oock alle de voornaemfte onder de ndianen. De kleedinge der Vrouwen komt mede niet feer hooghteftaen, ende fy Kl ee din«e ebben defelve in feerkorten tijd aen haer lijf getrocken, want de meefte gaen der Vvou- loots-voets , uyt-gefondert de rijcke ende die van aenfien zijn , want de- wen. ïlve draeghen fchoenen, die met een feer breedt linde werden toe-ge- onden. In plaetfe van een rock draegen fy een wolle lap, welcke fy, omhaermid- iel met een gordel vaft binden, defelve is gemeenlijck met zijde ofte gaeren anverfcheydecouleuren, aendenrant, geborduert, maer fy beftaet uyt een bek, ende heeft geenen naet, zijnde twee a drie keeren om haer licchaem jeflaegen. Sy dragen geene hembden , maer fy bedecken het boven-lijf met een foorte Sn een Choor-hembde , het welcke men Güaipil noemt » het felve hanght van aere fchouderen af, tot een weynigh onder den gordel, daer aen ftaen feer >reede opene mouwen , die evenwel niet langer zijn , dan tot aen de elle-bogen oe, ende daer door maer de halve arm bedecken, ende defe Guaipil is ordi- laris Yerciert met eenigh aerdigh Catoen ofte Pluym- werck ê voor al omtrent lie plaetfe, die voor den boefem komt* Nn % De m Befchrij- vinge van de Huyfen der India- nen. Hare'fo- beren Huys- raedr. Hare Bad ilove. Hare ver deelinge in ftam- men. Hare ma- niere van Hylicken %%i III. B OE c k. Voyagie vanThomas Gage VIII. Cap. De voornaemfte dragen Arm-ringen ende Oorhanghfels of Pendanten , ende haere hai ren fijn met bandekens aghterwaerts gebonden , fonder kappen, ofte yets anders , om defelve te deckeh ? ten fy dan dat dealderrijckfte ;, wanneer fy in de Kercke gaen ofte eenighe vtfite af-leggen , een foorte van een/ueuyer draegen, ' dewelcké'Van fijn Hollantfch lijwaëtis, ofte oock wêl vanandere fijne ftoffe, diemen uyt Spaignien ofte uyt China brenght , defelve/nanghttot op de aerde toe , ende fy binden die vaft om haer licchaem met eer/lint , dit is het geene het koftelijckfte in al haer gewaet is. Wanneer fy in haere Huyfen vertrocken zijn , ende met haer werck befigh , foo leggen fy gemeenlijck de Guaipil ofte het Choor-hembdt af, foodae- nigh dat haeren boefem ende het geheele boven-lijf ontdeckt ende bloodt blijft.. Sy flaepen oock als haere Mannen , alleen omwonden met een deecken ofte wolle lap. Haere Huyfen zijn niet dan arme Hutten met ftroybedeckt, fondereenige boven-kamers s maer fy hebben een ofte tWee benede-vertrecken , in eene van dewekke fy haere fpijfe bereyden, leggende het vyer in het midden van drie g vierfteenen, fonder dat'er een fchoorfteen, ofte gat fy, omderoockuythet Huys, te doen trecken,ende door dien fy fich daer door over al verfpreyt , foo fet fich het roet oock op alle plaetfen > en voor al aen het ftroy van het dack , hier door komt het > dat het geheele Huys niet dan een fchoorfteen fchijnt. Het vertreck dat opditeerftevolght, is al foo weynigh , als het fel ve, vry van den roock ende het roet , in het felve zijn gemeenlijck vier a vijf bedden } nae het Huys-gefin fterck is. Doch die geene welcke arm zijn , hebben maer een vertreck , inhetfelvj moeten fy haere fpijfe bereyden , flaepen ende eeten. Men fiet'er weynigh die floten aen haere deuren hebben, want fy vreefeti niet beftolen te worden ; hebbende fy anders geen Meubilen , boven haere ge- ringe bedden, dan aerde Potten, Kruycken ende Schooteten, met wat Kop- pen om de Chocolate te drincken. Daer is by-nae oock niet een Huys, dat, op de voor-plaetfe , fijne Badt- ■ ftove methëeft-j- in defelve baeden fy fich in warm waeter , ende dat is al wat f)/ gebruycken , wanneer fy indifpooft zijn. In yder Dorp zijn fy onder haer in Stammen verdeelt, welcke yderhaei " hooft hebben } tot defen begeven fich alle die van die Stamme zijn, als fy eeni- ge fwaere ende importante faecke te verrighteh hebben , ende die is gehouder haer in alles met raet ende daet by te ftaen , ende voor haer voor de Officieren van de Juftitie te verfchijnen , ende reparatie van het haer aengedaene ongelijcl te verfoeckën , ende te vertoonen het onreght datmen haer traght aen « doen. Als men ymant van de haere wil uyt-trouwen, foo gaet den Vader, welcki fijn Soon aen een Vrouws-perfoon, van een andere Stamme, wiluyt-hylio . ken , het Hooft van fijne Stamme vinden , om hem kennifiè van het HuweÜjci va» III.Boeck. Tïoor de Spaenfche WeftJndïén. VIII.Cap. 183 vanfijn Soon, met foodaenigh eene Dochter, te geven 3 ende daer op komen de Hoofden van beyde de Stammen by malkanderen , ende beraetflaegen over de Huwelijckfche Voorwaerden. Defe Conferentien dueren gemeenlijck drie maenden , dewelcke gedueren- de , moet de Jonghman ofte fijne Bloed-vrienden 3 de Doghter door gefchenc- ken kopen , ende oock alle de onkoften , welcke daer aen het eeten ende drinc- ken vallen > wanneer de Hoofden van de Stammen met de Maegen van de Jonghman ende Jongé-doghter, faemen raed-flaen, betaelen, ende datduert gemeenlijck een geheelen dagh , tot aen de naght. Als men dan opdefewijfe, veele dagen ende naghten heeft door-gebraght, ende de genegenthey t, welcke beyde de partijen voor malkanderen hebben,wel onderfoght ende ge-examineert , by aldien het dan daer op komt te gebeuren ^datfyhet wegens het trouwen niet eens worden, foozijn de Bloed-vrienden van de Doghter gehouden , aen die van de Jonghman , alle haere gedaene koften j ende gegevene gefchencken weder uyt te keeren. De Doghters , en erven niet van haere Ouders , maer als die fterven werden alle de roerende ende onroerende goederen onder haere Soonen , in egale por- tien, verdeelt Indien'er y emant onder haer is welcke geen Huys heeft , ofwel die het fij ne opeen nieuw wil decken, die geeft daer kenniflè van aen de Hoofden van alle de Stammen, defe waerfchouwen alle de Inwoonders van het Dorp , om dit werek te komen by- woonen , ende een yder is gehouden eenige boflehen ftroy , ofte wel andere materialen, mede te brengen , foodaenigh, datfy, ineenen dagh , een Huys opreghten , door de hulpe , die fy , van veele Perfoonen, ont- fangen. . Daer-en-boven en koft het haer niet dan de Chocolate, fy geven defelve in groote koppen, die meer dan een pinte nats houden, tedrincken, dochfy doen daer foo koftelijcke ingrediënten > als de Spaigniaerden , niet in , maer al- leen een weynigh Anijs ende Chili ofte lange Peper. Ofwel fchencken fy de kop halfvol AtoUa , ende vervullen die daer nae vor- der met Chocolate. Wat ko- ften daer oplopen. Hoehet onder haer by erfFeniffe endever- fterftoe- gaet. Hoefy hare Huy- fen tim- meren en- de decken. Nn 3 HET 284 Hl. Boeck. Yoyagievan Thomas Gage IX. Cap. Het eeten endede fpijfe der Indianen beftaet imeeftin boont- jens,, en wevtver- haelthoe fy defelve bereyden ende nut- tigen. Tonilks een foorte van kocckjens enhoe die bereyt we»4en. HET IX. CAPITTEL. Het eeten ende de fpijfe der Indiaenen beftaet meefl in Boont- jens , ende werdt verhaeldhoefy defelve bereyden ende nut- tigen. Tortïlies een foorte van Koeckjens , en hoe die be- reydt werden. Hoejy de Maiz groen eeten. Gepelde-gerfi van Maiz. Taffaios wat die zijn, ende de maeniere om die temaecken. Handel daer mede gedreven. Groot profijt daer , aen. S'pijfe van de rijcke Indiaenen. Hoejy de c Daffèn van- gen ende bereyden om te eeten. Egels totfpijfegebruyckt, niet alleen van de Indiaenen , maer oock van de S'paigniaerden. ^Difpuyt onder de Theologanten of die vleefch of vifch zijn. Befchrijvinge van de A ge dis Iguana, welcke eenfeerge- vaer lij cke fpijfe is. *De Indianen beminnen den dranckfeer. DE geringe Indiaenen hebben voor haere fpijfe meefl: den tïjdt niet anders > dan een fchotel Vrixoles ofte witte ende fwarte boontjens , de- felve fijn'er in groote meenighte, en men drooght die om defelve in alle faifoenen des jaers te hebben, fykoockenfe met watPoeyer van Chili ofte lange Peper, ende wanneer fy fulcks hebben, geloven fy, dat fy welgenoegh verfaedightzijn. Sy bereyden defelve noch op een andere wïjfe , Iaetende die eerft een weynighop-koocken, ende defelve daer nae mengende met een klomp ofte ftuck deeghs van M^, even als wy inEngelandt de Raefijnen ende de Co- rinthen onder onfe Koecken ofte Poddingh kneden, daer nae doenfy dat foo tefaemen koocken, ende nuttigen het felve foo ter wijlen het noch gantfche heet is i of oock laeten fy het felve wel kout werden. Maer het zy fy dit ofte yets anders eeten, fy nuttighen niet fonder groene Chili , ofte wel doppen fy alle haere fpijfe in waeter ende fout, waer onder wat van die geftooten Chili gemenght is. Doch wanneer fy de maght niet hebben om Frixoles te konnen krijghen , foo hebben fy voor haere gewoonelijcke portie de Tortiües, dit fijn kleyne ronde koeckjens > welcke van deegh van Mai% gemaeckt werden, fy eeten defelve 'geheel heet, fooalsdieuyt een aerde panne komen, in dewelcke fy defelve voor de vuyft wegh koocken, ende daer op die wat op de heete kolen omkee- rende, eeten fy die foo alleen , ofwel met Chili ende fout, oock doppen fy die wel in de Yoor-verhaelde faufie van waeter , Chili ende fout. Als III.BoECK. TïoordetyaenJcheWeJi'Indiëft. IX.Cap. 18? Als haere Mrfi^ noch groen endeweeck is , nemen fy het bovenfte daer van met de ayren ende de blaeden die daer rontomme zijn , ende het fel ve gekoockt hebbende, eeten fy het met wat foudt. Ick hebbe dat felve dickmaelen tot mijne fpijfe gebruyekt , ende vont het al immers foovoedtfaem als onfeboontjens, wanneer wy die met de baft eeten, maer het veroorfaeckt overtolligh bloedt. Als de Mai% noch groen is, maeken fy daer een foorte van Gepelde- Gerft af, ende fykoockendiein een flagh vanmelck, welcke fy uyt de Mai^ felve tree- ken j nae dat fv die geftampt hebben. Dearmfte Indiaenen hebben hiernoyt gebreck af, endé fy aghtenhaer ge- luckigh wanneer fy dat hebben , ende zijn daer mede wel te vreden. Doch de behoeftige die in de Dorpen , waer in men Vleefch verkoopt, woonen, fpaeren al watfy konnen, wanneer fy des faturdaghs s'avonts van haer werek komen , om voor een Reael ofte halve Reael aen verfch Vleefch , tegens den fondagh te konnen kopen. Eenige die kopen een goede quantitey t te geli jek , ende met de tijdt maecken fy daer Taffaios van , het felve fijn ftuckjens Vleefch inmalkanderengerolt, ende ftijf te faemen gebonden , fy maecken die op de volgende wijfe toe. Als fy alle het Vleefch van een bil van een Os hebbeti af-gefnederi , ende als het van het been is af-gefcheyden even als kleyne toutjens, foo fouten fy de- felve ende hanghen die in de lught , op haere voor-plaetfe , aght daeghen langh , tedroghen, daer nae hangen fy die noch foo lange in den roock, daer op rol- len fy die aen kleyne rollekens te faemen, welcke foo hardt als fteen worden, en als fy die van noden hebben waffen fy defelve > koockenfe daer op, ende eeten die daer nae. Dit is het Americaenfche gefouten Offen Vleefch , dat fy Taffaio noemen-, de Spaigniaerden eeten dat oock veel , voor al die in het Landt met haere Muyl-efels gaen handelen. DefcTajfaw fijn een feer goede Koopmanfchap, met de welcke figh veele Spaigniaerden verrijekt hebben, ende dat door den handel die fy daer mede drijven, inde Dorpen daer men geen Vleefch verkoopt, fy verreuylen het met de Indiaenen tegens andere Koopmanfchappen , ende die geven haer fom- wijlen voor een deuyt of oortjen Taffaio , wel voor vijf ftuy vers aen Cacao. Doch de rijeke Indiaenen leven veelbeter, want die doen al wat haer moge- ïijck is, wanneer men maer Vifch ofte Vleefch bekomen kan, om het felve te hebben, fy eeten het felve met groote fmaeck, ende fy fijn niet gierigh op haere Kalckhoenen ende ander Pluym-ghedierte om goede chier te maec- ken. Somwijlen gaen fy oock op de jaght, ende daer door fchieten fy te met met pi jlen eenige Daffen doodt , als fy defelve in haer ge welt hebben, laeten Fy die een geheele weecke onder de blaederen van de boomen leggen, tot fy fterek ruyckep ende vol wormen komen, daer op brengen fy die tot haerent, en fny den die in ftucken, ende .jdic dan hebbende doen koocken met feecker kruyat. Hoe fy de groen ee- ten. Gepelde- ge rft van Mai^.. Taïffkm , wat die zijn, en de maniere, om ciie te . maecken» Handel daer mede gedreven brengbt groot pro- fijt aen. Spijfe van de vijeke Indianen. Hoe fy de Dailen vangen om te ee- ten.. y& Egels tot fpijfege- bruyckr. Niet al- leen van Indiaenen maer ook van de Spaign- jaerden. Difpuyt onderde Theolo- gantenof iie vleefch ofvifch zijn. zZ6 III. Boeck. Voyagit van Thomas Gage IX. Cap. kruvdtdatindat Landt wafcht ende feer wel nae de Tenaifie van ons Landt Ecliickt, ende alle de quaedelught, nae haer fegghen , daer uyt treckt , foo wer4t het Vleefch van die Daffen foo blanck ende malfch, als dat van eeu Als dit Vleefch nu half gaer is, hanghen fy het eenighen rijdt, aenftucken, inden roock, daer nae koocken (y het wederom op alsfy het eeten willen, ende bereyden het gemeenlijck met een weymgh roode-peper. Ditis het Americaenfche Wildt-braedt , van het welcke ick dickmaeleti hebbe gegeten, ende bevonden dat het felve blanck, teder ende kort was, ick at'er evenwel niet veel van, niet ter oorfaecke van den quaeden fmaeck, dogh om dat het gedencken aen de wormen , die ïck'er in gefien hadde , my liet hei-te deedeomkeeren. . Die felve Indiaenen, welcke in haere Huyfen niet veel te doen hebben, ende die door de Spaieniaerden niet weeckenthjck tot den arbeydt gebruyckt wedden houden oock feer veel van de Egels , welcke t'eenenmael aen die van Europa *elijcken , hoe wel de onfe onder de Chriftenen met gegeten worden. < Defe'fijn vol prickelen ofte fteeckels , ende fy worden in de Bofïchen en 111 de Velden in Holen gevonden, ende, nae het gemeene feggen, foo leven fv niet dan van mieren ende van de ey eren van defelve , gehjck oock van verrot houdt, kruvden en wortelen ; het Vleefch daer van is vet ende foo malfch alsdatvaneenConijn, fijnde daer toe foo vet als dat van een Henneoite ^a- puvn , welcke men in December ende Januanj heeft te meften gefer. Ick hebbe die oock gegeten, ende bevonden dat het een feer leckere ende delicate fpiife is, doch ick foude het felfde niet konnen fegghen van de Egels van dit Landt , om dat het geene vergif in dit Landt is , een feer fchoone ende goede fpiife in America kan fijn , 't fy door eenige accidentele dingen, in het dier felve, 't fy oock in defpijfe die het eet, ofoockwelmdegetemperheydtdes Climaets. t . , „ Sy werden niet alleen van de Indiaenen gegeten, maer oock van de grootfte onder de Spaigniaerden, ende men maeckt daer foo veel wercksaf, dat, om dat men die gemeenelijck het meefte in de vatten vindt, de Spaigniaerden , die defelve niet miflèn willen , oock , om die in de vatten te moghen eeten , feggen dat hetgeen Vleefch en is, hoe wel het daer de fmaeck ende alle de andere hoedaenigheden van heeft, endatbekraghtigenfy daer door, dat het niet dan mieren ende vermolfemt houdt nuttighr. Men heeft in dat Landt onder de Theologanten , feer tterck gedifputeert of men die in de vatten moghte eeten ofte niet, fommige fegghende van jae, ende andere weder het tegendeel ttaende houdende. Daer is oock een foorte van Agediflen welcke fy veel eeten, fy noemen defelve fgnana , fommige van die onthouden figh op het Landt , ende andere inhetwaeter, Sv fijn langher dan een Conyn, ende gehjacenwelnae een ochorpioen, hebbende groene ende fwarte fchubben op den rugge, ; III. Boeck. T>oordefyatnfchett r eJï-Indïén. IX.Cäp. x8 7 Die geene die op het Landt fijn, loopen al immersfoo hardt als onfe Agedif- Befchrif- fendoen, klauteren op de Booniqn. als Eenckhoornkens, ende door- boor en vingevan felve de wortelen der Bóomen, ënde de muerën. ' ' deAgedis Syfijnaf-fchuwelijckom aen te fien, maer als men die met een weynieh Igwnu. fpecenj en geftoofc heeft, foo geven fy een feer Ieckerefaufië,- het - Vleefch is ymmers foo blanck als dat van een Conyn , ende het gebeente ofte geraemte is t'eenemael met dat van een Conyn over-een-kömende. . | Het is een feer gevaerlijcke fpijfe als die niette degen gaer is , ooek hèbbe ick in gevaer des doots geweeft , om dat ick daer te veel van gegeten hadde , ende om dat die nietgenoegh gekoockt was. Daer fijn oock veele Landt ende Zee-Schildt- Padden , Welcke de Indiaenen eeten, ende de Spaigniaerden vinden die mede feer goet. Doordien'ernu geen Leeuwen , Beeren , Tygers, ofte Luypaerden in het Landt van Guatimala gevonden werden 3 foo werden die daer oock niet gege- ten, maer den Lefer kan oordeelen van het.gedult van die arme Indiaenen, welene met foo fobere fpijfe, alswy verhaeldt hebben, te vreeden zijn, 1 en- de dat in een Landt , in het welcke foo groot een overvloed van alles is, ende dat tot foo een geringen prijs ; dat gedult is te grooter , door dien fy alle , foo arme alsnjcke, voor den in-val ende de aenkomfte der Spaigniaerden in dat Landt, niet dan Hoenderen, Kalckhoenen, Quartels, Endt- vogels, Patrijfen , &c aeten, ende foudenfy het noch kon n en doen, ten waere fy, door de Spaen- fclie dienftbaerheyd , van het aenqueecken ende vo'ort-fetten van die Gedierten weder-houden wierden. t>e Indiaenen houden in het generael veel van drincken, ende fy fuypen indiaeneh haer tot berfteris toe vol, en dat in haer enckele Chocolate fonder Suycker .ofte bemin andere ingrediënten, of oock wel in de Atoüa. - nenden Maer foo fy een foorte van dranck konnen bekomen die de herflènen be- dranck. vanght-endediedronckenmaeckt, foofullen fy drincken foo lange als fy een droppel in de kan vinden , of een pennïngh in de beurfe hebben , felfs tot dat fy ter neder vallen. ■ O HET 2,88 IILBoeck. Voyagie vanThomas Gage- XXap m Befchvij- vingevan «Ie Indi- aenfche dranck Chica , maeniere om die te bereydetij vuyle in- grediën- ten die daer in komen, tot een levendige Paddein- cluys , en- de fchae- «ielijcke uytwerck- felendaer van. HÉT X. CA PITTE L. Befchrijvinge van delndiaenfche dranck Chica , maeniere on die te bereyden, vuyle ingrediënten die daer in komen Jo een levendige e jpaigniaerden misbruy eken de gene gentheyd der Indiaenen tot den dranck. Hijiorie van Juat Ramos , ende fijne rijekdom door onrechtvaerdigheydt 'èer kregen. Een merckelijck voor -beeldt daer van, ende va) de onrechtvaerdigheyd des Hofs van Guati matei S'paen fche Godtkosheydt. -' SYmaeckenfommigedrancken onder malkanderen dïefterekerdan Wijl zijn,, defelve werden van haer in groote kruyeken ofte aerde potten be reydt, welckemen haer uyt Spaignien toe-voerdt, in defelve draegei fy twee a drie emmers met waeter , daer nae vullen fy die por. op met Me laffb ofte fap dat uyt het Suycker-riedt geparft werdt, ofte met Honingh, omd» foetigheydtte geven, eruie om kraght in den dranck te brengen, werpen f daer de wortelen ende de blaederen van den toeback in, ende daer toe nocl andere wortelen, welcke in dat Landt wafTchen, ende die fy weten tot di< operatie bequaem te zijn. Ickhebbefelveopfommige plaetfen gefien, dat fy daer een levendige Pad dein deeden. Hier op floppen fy die pot toe, endefy laeten alle die ktuyeken veerthiei daeghen ofte een maendtlangh door malkanderen arbeyden, tot dat het alle: wel door malkanderen gemenght is, ende gewerekt heeft, ende die dranck. die kraghten, welcke fy daer in begeeren , gekregen. Als dan openen fy het vat, ende noodighen haere Vrienden, om daer var met haer te drincken ; fy doenditgemeenlijck des riaghts, uyt vreefe van dooi den Pnefter van het Dorpontdeckt te worden , ende fy houden met het drinc- ken nietop, voor datfy geheel dol en vol zijn. Deferi dranck werdt onder haer Chica genaemt , defelve heeft een feer vuyleii ftanck Iir.BoECK. Ttoordetyaenfeemjt-Indien. X.Cap. x g 9 fond over figh, endoetdickmaelenmeemghMertóheftcrven, vooral als men daer Padden heeft in gedaen. . Als ick te M«a» woonde, wierde ick gewaerfchoudt, dat'er een groote Den Au- .vergaedennge, totfeeckerlndiaen foude by malkanderen komen , om van theur doet defen dranck te dnncken , dit maeckte dat ick de Offiiciers van de Juffeie van tcMixca die Plaerfè met my nam , ende my met haer in het Huys van gefevden In- eenige diaen begaf, wy vonden in het fel ve vier van die aerdevaeten, allemet defen pottin dranck vervult, men hadde de felve al-redegeopenr, dochickbeval dat men ™tge- die op de ftraet foude draegen, endealdaeraenftuckenfiaen, brengende aldus meIte n defe viiyleCtoaen een kandt ende die verftortende , ick kreegh hiervan foo dranck yuylenftanckindeneufe dat ick aen het braecken geraeckte, ende was daer ae » ft "<> .doorby-naeachtdaegenfïeck. kenflaen, | DeSpaigniaerden, welcke het naturel der Indiaenen ende haere genegent- * ndewerd heydc tot den dranck, kennen , bedriegen haer hier in op verfcheydene wijfen ; T a Va , n want hoe wel men expreffelijck verboden heeft, felve op poene van confï- t^f' fcatieende noch een Boete daer boven, in de Dorpen der Indiaenen wijn te soa" verkopen, foo belet doch fulcks niet, dat veele Spaigniaerden welcke arm fchever ende van geringe conditie zijn, endedie de winft meer dan de publiicke au- boden thonteytendehetbevel desOverigheydtsaghten, de Wijn uytde Stadtvan wijn inde G«4W4vervoeren,orndieindeDorpenderIndianentegaenverkopen, en- Dorpen de dat door de groote winfte die fy daer van rrecken. derlndi- Want van een kanne Wijns, weten fy'er ten minften twee te maecken aenente defelve met honigh ende waeter op-koockende , ende andere drogeryen , ende verkopen,' kruyden daer by doende, welcke haer niet veelkoften, foo om 'de kraght te maerdie geven als om die Indiaenen droncken te maecken, aën dewelcke fy defe ge- doenhe t menghde dranck voor opreghteSpaenfche Wijnverkopen, en dat by de kan felve doch ende pmte, doch altoos metvalfchemaete. . .', evenwel. Sy weten de arme Indiaenen met defe Wijn wel haeft dronckente krijgen D * Sp 5 i " endefy bednegen defelve als f ybefchoncken zijn, noch veel beter dan van te 8 n,a K erden voren, haer -dubbelde geit doende geven, ende eyndelijck, als die van de ™" fe vaeck werden overvallen, foo luyfenfyJiaer^èbeürfe. • . kende ge- r Defe foute h > feer gemeen in Guatimala^ ende men bedrïeghtdaerde Irf- held der S?aTt komen enkren ' ^ ™^ 5 ^ ^" ofte te verkopen in de Indianen Die geene welcke de Bodegoner, datisdrinck-huyfen ofre herberghen hou- dranck, n ' S£ eer T el nae vettew ^ncrs winckels gelijcken , door dien fy niet alleen Wij n verkopen, maer oock keeriïen , vifch, fout, kaes ende fpeck , weten diearme Indiaenen gemeenlijcktothaerentin te locken, ende fy door-taften naere iacken nae dat fy die droncken gemaeckt hebben, endejaegen die daer nae met vuyft-flaegen ofte voet-fchoppen wech , foo fy van haer felve niet wil- len gaen. Terwijlen ick te Gttatimala woonde, was'er een van die Herbergiers fua» Xétnos genaemt, die door dat flagh van bedriegerijen meer dan twee-mael O o z honderc I'M lilt Hiftorie \anjuan Ramos en- de fijn Rijrkdom dooron- règhtvaer- digheydt verkre- gen. Een merc- kelijck exempel daer van, En van de onveght- vaevdig- heyddes Hofsvan Guatimala. -Spaènfche Godtlóos- beydf. 190 III. Boe ck. Voyagie vanThomas Gage X.Cap. hondert duyfent Ducaten aen goedt hadde by een gefchraept , hy gaf'er aght duyfentmeteen van fijne Dochters ten huwèlijck, oock moght'er noyt een Indiaen voor by fijne deure pafleren , welcke hy niet in riep , ehde als defelve was binnen gekomen handelde hy die op de voor verhaeïde maeniere. Als ick te Mixce woonde, gebeurde het , dat feecker Spaerifch Paghter mijne buermanindie Valeye, fijne Indiaenfche kneghten nae Guatimala hadde gë- fonden met fes Muyl-efels, welcke met Tarwe beJaeden waeren , om dat felve, aen feecker Koopman, met de welcke hy, weghens den prijs was ge- accordeert, te leveren, endedie het felve te gelijck, aen een van defe dïe- naers, moefte beraden j defe kneght hadde hem fes jaeren langh gedient, ende hy hadde hem in alles altoos feer getrouw bevonden, oock leverde hy het Koorn ende ontfingh het geit, het welcke hondert ende aght guldens be- droegh , door dien yder Muyl-efel fes mudden droegh, ende elcke mudde voor drie guldens verkoght was. \mn Ra™ *, fiende defen Indiaen met een van fijne mackers voor by fijne herberge ofte winckelpaflèren, wift hetfoo te klaeren, dat hy haer binnen kreegh, ende haer van die gemengde Wijn hebbende doen drincken, ende hertelijck befchoncken gemaeckt , betafte hy defack van die geene , welcke het gek droegh , nam het felve nae hem , ende dreef haer beyde daer op uy t den Huys, foodaenigh dat fy , noch t'eenemaei droncken zijnde , gedwongen waeren op haere Muyl-efels te klimmen , ende nae Huys toe te rij den , doch de Indiaen, welcke het geit hadde ontfanghen , viel onderweghen van fijn Muyl-efel, ende brackden hals , ende de andere quam fonder macker ende fpnder geit op de Hoeve. De Pachter fprack \um Ramot daer over aen, ftelde a&ie tegens hem in voor het Hof, concluderende om fijn geit weder te hebben van Kfmor, maer defel ve ïijcker fij n dan hy , ende meer ïn ftaet om gefchencken te geven , wifte fighlightelijck door die faeck te redden, gelijck hy meermaels oock te voren hadde gedaen. De Spaigniaerden noemen fulcke dinghen al lacchende niet dan Peccadillor, dat is kley ne fondekens , om dat fy.defelve niet aghten , ende geene confcientie maecken , niet alleen van de Indiäenen droncken te maecken ende te beroven , maer oock van haer doodt te flaen^ende te vermoorden, werdende de doodt van een van die ellendige Menfchen , onder haer niet meer ge wroocken, dan «ie vaneen fchaep ofte kalf dat in een put is gevallen. HET . ^^fff^ftflgf-T» III.Boeck. tesRegidvrs, twee AbuJih Majors , :nde fes andere die onder de eerfte ftaen. ■ '■*?!_■ •- ■ Oockfijn'ereenige Dorpen welcke het Privilegie hebben van door een In- laenalsGouverneurgeregeertteworden, defelve isboven de Alcaldes ende Jleandere Officiers. Men verandert defe Officieren alle Jaeren, ende men fielt weder andere nhaereplaetfe, die door de Indiaenen (che verkooren werden, welcke de- dveby beurten "yt yder Geflaghte ofte S tamme ,da« door fyonderfcheyden Jjn, noemen, * Oo 5 Sy Forme van hare Borger- lijcke Re- geringe. fc£3SÏ Hoede Reecke- ningen werden op-geno- men. Griffiers inde Dor pen. Haer in- kom en- Gouver- neurshoe lange die regeren. Magtende pouvoir van de In- diaenfche Magi- ftraer. Welke de Spaign- jaerden ontwaflen zijn. Voorbeelt daer van 292, lïï.BoECK. Voyagie vanThomas Gage XI.CapI Sy vangen haer Ampt aen op den eerften dagh des Jaers , endenae dietijdt geefemen kennifFe van haere verkiefinge aen het Hof vznGuatimala , foofy aen het felve onderhoorighzijn 3 ofte wel , foo fy aen het felve niet fijn onder- worpen , aen de voornaemite Spaenfche Magiflraten ofte Gouverneurs van de Provinciën, welcke die nieuwe verkiefinge approberen ende de reeckeningen van den uytgaev van dé oude Regenten examineeren , welcke , tot dien eynde, haere publijcke Regifters daer felve komen brengen. Hier om heeft yder Dorp een Griffier ofte Scriba , welcke , gemeenlijck, - dat Ampt veele Taeren bedient , door dien'er weynigh Indianen fijn die fchrij- ven konnen , ende die dat Officie wel weten te bedienen. Defe Griffiers hebben veele Leges voor de Schriftueren, de Informatien ende de Reeckeningen die fy maecken , gelijck oock alle de Spaenfche Secretariflèn hebben, doch de eerfte en ontfangen foo veel geit, giften, gaeven noch pre- fenten niet als de laetfte, ende gemeenlijck brenght haer dat Ampt maer wey- nigh op , door de armoede der ïndiaenen. De Gouverneur werd oock ordinaris voor veeïe Jaeren in fijn Chargie ge- continueert, door dien. het altoos een Man van fatfoen ende groote qualiteyt onder de Indianen is , tèn fy dan dat'er klaghten over fijn quaet beleyt komen > ende dat alle de Indianen qualijck van hemfpreecken. Defe Regenten, welcke de beftieringe van de Dorpen in handen hebben $ konnen alle de ïndiaenen, welcke onder haer gebiedt ftaen; ende die eeni- ge misdaeden begaen ofte fchandael aenreghten , doen flraffen ende -karlij- den. Selfs , foo een Spaigniaert in haer Dorp woont ofte daer door palTeert , ende qualijck leeft ofte eenige infolentiebedri)ft , foo vermogen fy den felven gevan- gen te nemen, ende nae de naefte Kamer van Juftitie verfenden, meteene ample ende breede informatie van fijne mifdaed, maer fy vermoogen niec hem in eenige boete teflaen, ofte langer dan vier ende twintigh ueren gevan- gen te houden. Het is wel waer dat fy die maght over de Spaigniaerden hebben, doch ff fouden niet derven dencken defelve in het werek te ftellen,want een Spaigniaerc, doet een geheel Dorp beven, ende hoewel hy een mifdaedige ende criminele is, hoewel hy blafphemeert, ende hoewel hy nu de eene ende dan de andere quetft, foo fullen fy doch/ in plaetfe van hem gevangen te nemen, fidde- ren ende vlughten, jaefy derven hem niet onder de oogenfien, veel min aen- raecken, door dien fy wel weten, dat het haer dan noch erger foudegaen,' 't zy door flagen , 't zy door een valfche informatie , die hy tegens haer fal doen nemen. Sulcks is dickmaelen gebeurt ; want als de Indianen, uyt kraghte van hef reght dat haer gegeven is, fich in devoir ftelden om de buyten-fporigheden- van eenige Spaigniaerden in haere Dorpen tegen te gaen, foo hebben defelve haer geflagen ende gequetuY ende als het al gebeurde dat fij 'er een ge vangen kregen j ende den felven nae een Spaenfch Gouverneur ofte Reghterfonden, f©» fcheReoh- ters. IILBoeck. TïoordefyamftheWjï-Indim.Xl.CM. i93 jpc .oiitfloeghmen defelve altoos kofteloosendefchaedeloos, alsfyfeydendat h het tot haere befcherminge ende defenfie, ofte ten dienfte desKoninghs hadden gcdaen j dat de Indianen tegens het Spaenfche Gouvernement 13- gpnden op te ftaen, weygerende hem het geene hy, om fijne Reyfe voort te fetten , van nooden hadde; feggende dat fy geene Slaeven waren om hem ofte de andere Spaigmaerden achter aen te lopen, ende dat fy hoopten wel Jiaeir een eynde van die dingen te fien. ïnf™^;i en ÏÏL* h f b i en< i e **'? s g elo °vgegevenaenfoodaenfge valfche Grooté "Ä f n > tot . na ^ eeleode P^Hmevande Indianen, wekke daer door , onreglft. Eaede.hant noch fiimmer getratfeert wierden, en in plaetfe darmen haer vaerdig.- juft tie {oude doen, antwoordemen , dat foo fy waeren doodrefiagen , ter- heytofte Wijlen fyfiehfoodaenightegens den Koningh ende lljne goede fuWclen oppo- onkunde feerden men haer nae haere verdicnften foude gehandelt hebben? ende dat, derSpaen- feofy de Spaigmaerden, wekke door haere Dorpen quaemen repareren, niet dienden, men haere Huyfen in de aife ende kolen foude leggen' end^ haer ende haere kinderen uytroeyem *J?tT?fïï%T VOOVdet) >r * elc ï e ^ van de Re § hters relve ontiinghen, ende het geloof datmen geeft aen de minfte ende geringhfte Spaigmaerden, wekke maer informatien tegens haer beleggen , maeckt óazfy haer noyt watmen haer oock doe, derven wreecken, dorvende geen Spaïgniaert, wa hy oock aenreghte, attaqueren, nochte haer van het reght, dat fy, om nem gevangen te nemen, hebben, bedienen. ■ ■ m Jh^Z eT f" d f feReg ? te ;' S °S? ^nigeklaghten tegens een Indiaen werden mgebraght, foo derven fy den felven niets doen, voor en al eer dat fy alle fine ,„ gefproocken wekke, foo hy nevens de andere oordeelt, dat hy verdient heeft d g de in- gevangen gefet ofte gegeeffelt te worden, ofte oock wel eenige andere cafti jdin- dia nen £ ™J n fA gen > f °a ^ he ï h ? Werck V3n de Mcalde ' hem te condemne- oeffent* ren tot loodaemge, ftraffe als de andere met malkanderen hebben vaftge- wort. Doch van def e Sententie konnen fy aen den Priefter appelleren, ofte wel A» oe r vm aen die Geefteh Jc ke Perfoon die in het Dorp woont, wekke fy flch felven de?P £ dickmaekn onderwerpen, ende ontfangen, met geduimde ftraffe, diehyhaer tijeken Hier door komt het oock dat fyveelmaelen haere toe-vlught tot de Kercke aen § den nemen om Juftitie te hebben, gelovende dat de Priefter de Reghten ende Wet- £"efteiv ten, beter dan fy, verftaet. Oock vernietigen fy dickmaelen de Sententien die in het Raedt-huys gewe- Macht des fen zijn befchuldigen de Officiers over eenfijdigheyt, partialiteyt endepaffie Priefters tegens naeren Broeder betoont, ende fetten die geene, wekke veroordeelt incrimr- was,invryheyt. nelefae<> Dit gekhiet meemghmaelen, voor al foo een Indiaen aen de Kercke de- ken. pendeert , eenige familiaritey t met den Priefterjieeft > of wel dat de Vrouwe Hoe 'de criminele reghts ple« y& Vrëmt voorval hieruyt fpruyten- deden Autheur te Mixco over-ko- Hien. Voyagie van Thomas Gage XI. C a pi van een foodaenige des Priefters lijwaet waft ofte fijne Chocolate bereydr, endede fulcke konnen in alle feeckerheydt leven foo lange als de Priefter in het Dorp is. Soohet gebeurt dat fy, terwijlen den Priefter abfent is, foodaenigh een Peribon voor het Reght verdaghvaerden , ende, hem in feeckere boete ver- wijfen,oftecondemnerenomgegeerTeltte worden, ofte om gevangen te fit- ten, het welckefy fom wijlen exprefièlijck doen , foo fijn fy verfeeckert daer over ,.. op fijne weder-komfte , berifpt , bekeven ende mis-handelt te worden , jaefomwijlenflaetmenhaer, door ordre van den Priefter, in de Kercke met ftocken , dervende fy tegens hem niet een woordt fpreecken , maer ontfan- gen met fubmiifie ende onderwerpingede caftijdinge die hy haer heeft opgc- leght, door dien fy haer in-beelden dat die caftijdinge van Godt komt, ende datj even als Godt is boven de Princen ende de wereltlijckeHeeren, foooock fij ne Dienaeren , fijn boven haer ende boven alle wereltfche maghr. Het gebeurde in de tijdt doen ick te Mixco woonde , dat feecker Indiaen die tot een geerTelinge verwefen was, wegens eenige baldaedigheden door hem begaen , daer over aen my appelleerde , willende in die fententie niet ac- quiefceren , feggende dat hy, door mijn bevel, in de Kercke met ftocken .wilde geflaegen zijn, ende dat hem die caftijdinge voordeligh foude zijn, als komende van de hande Godes. Als men hem voor my gebraght hadde , konde ick de fententie niet cafTeren ofte vernietigen , doordien defelve regtmaetigh ende billijck was, foodaenigh dat ick hem , volgens luyde van de fententie der Indiaenen , in de Kercke deede geeffelen j dit verdroegh hy met vreughde , ende my daer nae de han- den kuüende, gaf hymy met eenen een Offerhande in geit, om my te be- dancken, voor het goedt , dat ick, foo hy feyde, aen fijne ziele gedaen hadde. HET I. Boeck. T>oordetyaenfcheWef?-Indiè'n.XlLCA?, z 9s HET XII. CAPITTEL. d lerhande flagh van Handt-wercken onder de Indiaenenge- oefent foo wel als onder de Spaigniaerden. Voorbeeltvan haere konfi in het metfelen. Schoon Klooft V door haerte Amatitlan gemaeckt. Haere genegentheydt iotfchilderen. Haere Schooien. Sangers ende en gemaeckt van alle de handt-wercken , welcke onder de Soaigniaerden ;eoeffent werden. ' * : Men vindt onder haer, Sloote-maeckers , Smeden , Kleer-maeckers /Tim- nerluyden, Metfelaers, Schoen-maeckers f érrde diergeliicke andere handt- vercks-lieden. Ick onderftondt in de Kercke van Mixco, een Teer fwa er wefck aen te van- jen , want ick wilde daer een feer groot verwulffel laeten maecken- boven eeckere Capelle, ende defe raeckev/asdeste ; moeye]ijckerteverrigten 3 om lat het rondt moeften wefen 3 daer den gront ende de 1 müeren- vatï : de C^apeHe Irie-kantigh waeren. Doch évehwel 3 niet tcgenftaende ick my in het ópmaécken van dit werck.niet Jan van Indiaenen bediende, van dewelcke fommige in het Dorp woonden , en mdere in de nae-by-gelegene Plaetfen, fob maecktén fy dat felve foo aerdigh :ndenet, dat de befte Spaenfdte Meefters het niet beter 'fouden hebben kon- ïendoen. __ Pp Het Allerhan- de flagh' van hand- w.ercken onderde Indianen geoeffent foo wel als onder e Spaen- fche. Voorheeft van hare konfi in het metfe- len. zg6 III. BoECK, Voyagie vanThomas Gage XII. Cap. Het meefte gedeelte van haereKercken is boven overwelft, en fy fijn alle door de Indianen getimmert. : ' Schoon I" mijnen tijd timmerden fy een nieuw Kloófter in het Dorp van Amatitlan 3 Kloófter met veele fteene overwelfde bogen ,< foo in deWandelaryen , die beneden ,als- door haer indeGaleryén, die om hoogh waeren , het fefve was alles foo volkomentlijck te^r»^- ende net gemaeckt, als eenigh ander Convent, dat de Spaigniaerden voor lithnge- defen, in de Stadt van Guat imala , moghten gemetfelt hebben, maeckt. In het korte, het is feecker, dat, foo fy door de Spaigniaerden , beter on- derright wierden, dan welgefchiet, fy een feer goeden ende wel gereguleer- den Staet j fotiden konnen uy t-maecken. Haere ge- Sy hebben feer groote genegenthey t tot de Schilder-konft , ende de meefte jiegem? Altieren ende Schilderyen, welcke in de Kercken ten platten Lande zijn, heyt tot fijn door haer gefchildert. het Schil- In meeft alle de Dorpen hebben fy Schooien , in defelve onderwijftmen de deren. Jeught in leefen , fchrijven, fingen, endeindemufijcq-konfte. Haer Yder Kercke , heeft , nae dat het Dorp groot is, feecker getal van Sangers en- Schoolen. de van Lieden die op inftrumenten ipeelen , over defelve ftelt den Priefter van Sangers het Dorp feecker Officier, denFiicaelgenoemt; wanneer fy nae de Kercke, «nde Mu- ofte in eenige publijcke funótie gaen > treed hy voor haer uyt , met een witte llcanten ftock in de hant, op wekkers eynde een filver Cruyce ftaet , hier door wert Haer Op- beteeckent dat hy een Bediende van de Kercke is. per- hooft Wanneer'er eenige faeck is , welcke door de Priefter moet gevonnift wer- den Fif- den , foo is het het werck van defen Officier ofte Fifcael , om die ter executie cael. teftellen. Sün Hy moet oock in het lefen ende fchrijven ervaeren zijn, ende dit Ampt Ampt. wer t gemeenlijck bedient dóór de Mufijcq-Meefter van het Vleck of Dorp. Op de Sondaegen foo wel als op de FeeftofteHeyligedaegen, moethy, voor ende na den Dienft, de jonge Kinderen , foo van de Mannelijckeals Vrou- welijcke fexe in de Kercke vergaederen , ende haer aldaer de gebeden, de thien geboden , endeden Catechifmusleeren, oock onderrightinge geven om- trent de Sacramenten. ■-.'■-■' Alle morgen is hy, nevens de andere Muficanten,- gehouden, foodraefycje Kloeke hooren luyden , fich nae de Kercke te begeven, om aldaer de Mine te fingen ende te bedienen , fy Celebreren defelve met Orgelen ende andere Mu- fijeq-inftrumenten , foo wel als de Spaigniaerden. Oockmoetefytenvijfuerendesavontsaldaer verfchijnen, op welcke tijdt fy mede door de Kloeke Werden ge waerfchouwt , om de gerende het Salve : Rt&ina te feggen. Sijnpvagt Defe Fifcael, welcke het Ampt bekleet van die geene, diemenin Europa y c n ae n- ~ den Officiael noemt , is i n he t Dorp feer geaght , hy gaet met meer uy tterlijck- fien. heyt ende cieraet langhs de ftraet als de Burgermeefters , Schepenen ende Ge- fwoorenen ; doch hy is evenwel gehouden,als het de Priefter begeert,den Xelven teverfellen, fijne-Sententien ende Ordres ter executie te (lellen > en.de her getal III.Bb'ÈOK. T>oorde$])uenfcheWeftJndïên. XII.Cap. 297 getal van die geene, diemerhémfullentrecken,. foö wanneer hyuyt het Dorp ^aefi^éfifhidcen'entlevërrorgeb. ' , ''-'■. f £fy, «fSdeia^Iè die geene, welckeaen de Kércfcedepen deren; tf'jh ontflae- Exemprie gen ende ge- Smeert > " vïtfi derildienff' welcke deandére Indiaenén weëcÉent- van alle lijd ae'n de Spaighiaerden moeten, doen ,'ootk behoeven fy dé Reyfrger's : 4 ieaen de nietje verfellen , noch de andere Of&iers var de Tuflirie ten dienft te.? erck< : ftaèh.' r Intern ■ ' ~iw,: J '•■■ ,- depende- Dochfy fijn gehouden J warineer'er een Prïefter,' ofte eenïgh ander Perfoon len * van qualiteyt in haer Dorp komt, voordenfelventemarcheeren, hem, met Y aer toe haer mufïjcq, te verfellen, oock 'met haer'Trómpërten : endé Schalmeyenj di - eweder ende Tri umphale Boogen , in de ftraeten J xioöf déwelcke hy moet palTééren ,^ ei ' bon " van tacken van Boomen-ende Bloemen te doen op-rigkén. ... denziui. Van den dienft van deSpaigniaerden, zijn, boven de reets genoemde Per-, foonert , mede bevrijt , alle die geene , die aen hetHuys van de Kerckelijcken dependeren. . : ■ . De, Priefter van een Dorp verandert alle weecken van Dienaeren, hywert Hoeden van- defelve by beurten gedient, dan. van de eene ertde dan; van de andere, foo- Priefterin daenigh dat fy een weeck ofte twee hebbén ^omnae.haéré eVgerie dingen om fijn Huys tèrfienendedietebéforgen. r>- .■■■- wertge- Is het Dorp groot, foo moet hy drie Kocks hebben, ende twee foo het dienr. kleynis, fy panen byj?eurten op , . uytgefondert wanneer hy gallen noodight, Sijne ofte een groote maeltijdt geeft , want als dan komen fy alle daer. Kocks. , s By heeft oock tWeeadrié Perfoönen door häerC/^/xgeriaemtj defe.fijn Sj : neC ^ foö veel alsBóutehïiers, fybeforgen alle den voor- raët ende prövifie van het -jjj/, Eou- Huys., defelve op-fluytende , ende fy geven aen de Koek hét geene de Prïefter teillicrs heeft geordoUneert datmen hem voor fijn mïddagh ohe avontmael fal be- ofteTafel- reyden. dienders. Oock bewäeren fy de Taeffel-laeckens, de Servetten, de Schotelen, de Borden, fydeckenmededeTaeffel, bedienen defelve, , ende nemen die we- der op. Boven defe alle heeft hy noch Vier Jongens, ofte oock Wel fes, indienhet sijne Jon* Dorp groot is , foo om fijne boodfehappen te doen , hem anderfints op te paffen , gens en ende yder op fijne beurte in het Huys te flapen ; defe nevens de Kocks ende de haer Bouteilliers ofte Tafel-dienaers, houden haer middagh ende avontmael aen werek. het Huys van den Priefter, ende dat op fijne kollen, te weten als het haere beurte, om hem te dienen, is. Hy heeft oock eenige oude Wijven , defe haer werek is , een half douzain Oude jonge Doghters te onderwijfen welckedight by fijn Huys komen, omkoeck- Wijven jens, broot van Mai% ende ander oven-werek voor hem te backen, fijne Jon- welckefij- gens brengen hem die geheel warm* ende langen die met half douzainen ge- neback- lijck op de Taffel. ft e rs on- Heeft hy dan oock een Tuyn ofte Hof, fop geeftmen hem boven alle defe derwijfen: Dienaersj om fijnen Hof te onderhouden, noch twee a drie Indiaenen, ende Sijne Ho- Pp 2 ten veniers ofteTuyn- licdenen- de Stal- knechten, i ; - 'i Säcriftey- nenende liaerebe- dieninae. Major- Vamos of- te Eedel- len vande Gebroe- >■ derfchap- pen ende haer Arnpt. Sijnè Vif- fchers. 'Wat inko- men den Priefter .. Boven dit alle riodi heeft. Ikflnyt des Capit- tels. 298 .I|I^^c^^^^^^^®p^^(S^ XII. Cap. ten mitsen fes tot fijne Stal-kneghteu , defe haer plïght is om hem djes avonts. ende des morgens Sacate , dat js geïhëden gras voor fijne Peerden ende, fyfryk efels te brengen j>. doch die, aMe aen baer.eygen huys éeten;^^yXgel^qderBdie Staj-kegrit;, welcke des morgens aenujnhuysr^Qétkomen^epdeaaectót^en. avÖndblijven , óm op "te- paften, óf mogelijck dePriefter wilde uyt-^rijden. ' : '> Doch evenwel eeten defe alle , foo wel des middaghs als des avonts , aen het huys van den Priefter, wanneer fy voor hem wereken, ende inde groóte Dor- pen moet hy ordinaris rwaelfMenfchp op fijne kollen , , vanfpijfe endedranck voorfien._ _ v-- /'"■/'■ 10c '"am ' ; »'■ ■ Noqh zij-n'ër twee a.dne.jTndiaenën, diernë4e aen de Kercke dependeren, defe werden Sacriftey nen iemémtv en fy zi jh me pp ge-exlmeert yan.de Spaign- jäerden ergens in te dienen, .,, j/ v Sy draegen forge voorde Cappen ende CalTuyffelen der Prielleren, voor al- le de vercieringen endê oppronckingerivan het Ahaer , oock moeten fy het fel- ve op-fchi eken als men de Mifle ïal feggeh . Hier. en boven zijn'ernoch twee a drie andere, die fy Major-Domor noe- men , het zijn eygentlijck de Bedellen yan de Gebróectèrfchappen van dé Hey- . lige Maget ende andere Santen ende Santinnen. Haer wérek is door de Dorpen te gaên, om de AelmoefTen te yerfaemelen tof onderhoud van het Gebrjoederfchap j > de eyeren die voorden Priefter wer- den gegeven , weeckentlijck te vergaederen , oock zijn fy yerbonden hem reec- keninge te doen van alle de Aelmoeffèn die fy ontfangeh hebben , ende aqi hem alle maenden oftq alle veerthien daegen twee Rijcksdaelders te gevep , orrt een lyJüTe voor het Gebroederfchap te doen fingen > ter eerèn van den Heyligr/die^ daer Patroon van is. : , ; Soo'erdighteby het Dorp eeneReviere, ofte andere bequaeme plaetfe tot" 1 deVifleryeis, foo geeft men aen den Priefter drie a vier Indiaenën, ende op eenige plaetfen tot fes toe , welcke hem moeten van vifch verforgen. Boven alle defe reghten , heeft hy noch de Offerhanden 3 welcke men in de Kercke doet , het fy darmen by hém te bieghte komt , of darmen het Feeft van een-Heylighvierdt, ofwel dat de Indiaenën eenige faecke met hem te com- municeren hebben, want noyt gaen fy hem., over 'wat faecke het bock zijn magh , befoecken , of fy geven hem een gefchenck , nae haere maght ende gele- gentheydt. Behalven dat hy de Thienden van alles heeft, foo geeft men hem noch alle maenden een traciament , het welcke hem de Alcaldes ende Rggidors felve ko- men brengen, ende hyfehrijft daer van eenequitantie op het Regifter van de publijckque uytgaeven. Hoewel Hit Tractament aen de Spaenfche Magiftraeten wèrdt goedt gedaen, ende uy t de naem óes Koninghs , in reeckeninge gevalideert , als werdende ge- feven tot uytbreydinge ende voort-plantinge des Euangeliums 3 foo komt het och alle uy t de beurfe van de arme Indiaenën > ofwel het fpruy t voort uy t ha- ren arbeyd > want men haelt het by Collecte uy t het Dorp } ende uyt de goedt- , willig- "1 IIÏ.Boeck. VoordetyaenfcheWeJï-Indiën. XII.Cap.' i 99 willigheydt der Inwoonders , of men neemt het van de Schattinge , welcke fy aen den Koningh betaelen , ofwel komt het van het geene feecker ftuck Lands op-brenght, het welcke men in het gemeen befaeyt ende bebouwt > endede vrughten daer van komende , werden verkoght, om dat te betaelen. HET XIII. CAPITTEL. Commandeurs wat dié zijn. Schattinge die de Indiaenen aen haer geven. Waer mede fy die betaelen. Rigueur met de- welcke die werdt ingevordert. Hoe die vergaedert werdi. Bermhertigheydt der tyaenfche omtrent de Indiaenen. Frye^Dor^en. A Alle de Dorpen van America welcke wel gecivilifeert ende onder de Comman- SpaenfchcHeerfchappyezijn, behooren of aen de Kroone van Spai- <*eurs wat gnien , of aen eenige particuliere Heeren , welcke fy j Commandeurs 3 die zi i n « noemen , defelve fijn gefprooten uyt de eerfte Conqueranten van dat Landt, * ende aen defelve betaelen de Indiaenen een jaerlijckfche fchattinge, beftaen- de in verfcheydene waeren , ende dan noch een andere in gek aen den Ko- ningh. Daer en is geen foo arm Dorp in het welcke ygelijckgetroutlndiaen niet ten Schattin- minften vier Realen jaerlijcks aen den Koningh betaelt, ende foo veel aen de gewiede Commandeur. Indianen Doch foo het Dorp maer alleen onder den Koningh ftaet, foo betaelen fy voor haer ge- hem ten aller minften fes Realen , ende in fommige Dorpen tot aght toe, en dat y JP' hooft voor hooft in gek, want de fchattinge van de Commandeurs werdt met jj ? e !i- me " Koopmanfchappen, die op die plaetfen vallen, betaelt, zhMai?, welcke men ÏÏ2?f n over al moet aennemen, Honigh, Gevogelte, Kalckhoenèn , Sout 3 Cacao, Cat- Deiaeien * toene-Deckens , ende diergelijcke dingen. De Deeckens die tot fchattinge gegeven werden, fijn feerhooghgeaght, om Ri^uein* dat de Commandeurs die felve uytfoecken , ende door dien fy grooter dan de metde- gemeenefijn,- het gaet op defelve wijfen met de Cacao, metdeJchiotte, en welcke die met de Cochenille, doordiende Indiaenen, altoos, het befte aen een zij- werdtin- de leggen, om de fchattinge te betaelen , want byaldien fy niet het uytgele- g e voi . fenfte van haere waeren braghten , foo is het feecker dat men haer geelfelen derr - foude t ende weder te rugge fenden , om andere te haelen. . Pp 3 De m 3O0 III. B o e c k . Voyagie van Thomas Gage XIII. Ca il Hoe die De Hoofden van de Stammen is den laft gegeven om die te verfamelen , ende -vergadert defelve in handen vande Alaldes endcRewdois te ftellen.j defelve brengen die. werr. in de Reecken-kamer , welcke in de Stadt ofte het Dorp is, of by de naeft aen - gelegene SpaenfcheOverigheydt, foo het Dorp geheel, aen den Koningh be-v hoordt , ofte wel aen den Heer ofte Commandeur fel ve, die Meefter van het Dorp is. Daerismaereeneeènige faecke, in dewelcke ick befpeurt hebbe, dat de Spaigniaerden eenige foorre.van goetheydt end?- medelijden met de Indi- aenen hebben , defelve beftaet daeriiï, dat iri gevalle eerrigh* Indiaen foo arm , fwack ende ongefondt is , dat hy daer door niet kan arbeyden , of wel dat hy tot den ouderdom, van feventigh jaren is gekomen, dat een foodäenige , feg-, gèicki vry is van eenigeïoone van fchattinge tebetaelen, op wat wijfe het oock fou de moghen zij n . Oock fijn'er eenige Dorpen t welcke daer vry van zijn , en dat fijn die geene, Welcke konnen betoonen dat fy onder die van Tlaxcallan hebben geftaen , ofce door eenige uden verdraeghen. Sy fijn feer getrouw, ende men heeft novt bevonden, dat Cy eenige dieve* Ha ft van confideratiegedaen hebben, foodaenig dat de Spaeniaerdennietfchro- £ oteS nen den naght met haer in de woeftijne over te brengen, en hoewel fy facken trouw . r olgoutsby haer draegen, foolaetënfy niet nae geruftelijck te flaepen. heyt. " Sy fij n oock feer inhoudende ende weten wel te fwijgen , ende om geen dingh Hare & • j es weretls'fullenfy yets orttdecken, het welcke de reputatie van haere nae- (wi m nt+ ueren foude konnen krencken, ofte het credit ende aenhen van een Spaigniaert heyt? reucken , foo fy haer maer de minlle genegentheyt ende affeäie betoont. Roch Haer re- fpeft voor denPrie- fter. Over- vloed van expreflien inhaere taele. Haere groote- . welfpree- kentheyd. Defwack- heyd van haerge- love. Hare Af- goderye ende by- gelovig- ne3'dt. Toverye gaetby haer in fwansih. Sy werden in wilde Beeften getrans- formeert. Vremt by- geloov derlndi- aenea omtrent 301 IIÏ.Boeck. Voyagk van Thomas Gage XI V. C a p j Doch voor al draeghen fy haeren Priefter ofte Parochiaen een feer groot refpect toe , ende als fy komen om hem te fpreecken > trecken fy haere befte kle- deren aen , ende fy mediteren expreffelijck het difcours > dat fy voor hem hou- den, ende het compliment, dat fy hem maeckèn fullen. Syfijnfeer overtolligh in haere uytdruckinghen ofte expreffien., ende vol van omweghen ende cirumlocutien , welcke fy met parabolen ende geli jckenif- fen verri jcken , om haere gedaghten ende intentien wel uyt te drücken. Ick ben fom wijlen een uere ti jdts blijven fitten , alleen om een oude Vrouw te hooren fpreecken, welcke het felve met foo groot een aerdigheydt, inhaere taele , deedë*( 't welck doch even wel geen fin in de onfefbude hebben ende bar- barifch fchijnen te zijn) dat ick daer over ver wondert was,ende dickmaelen vor- derde ick daer door meer in de kennifle van haere taele , als door al mijne befon- dere ftudie. Indien ick haer konde antwoorden met maenieren van fpreecken ende uyt- druckinghen , welcke met de haere over- een- quaemen , gelijck ick fulcks. dick- maelen traghte te doen , foo was ick verfeeckert dat ick haere genegentheydc foude winnen, ende alles, wat ick begeerde, van haer verkrijghen. _ Wat den Godts-dienft betreft, fy doen uytterlijck ProfefTie van defelve Re- ligie als de Spaigniaerden; dogh in haer herte hebben fygrootemoey te om te geloven het geene haere kenniüe ende begrijp te boven gaet, foo wel als de na- taere 3 "oock ftellen fy geen gelovein hetgeene voor haere oogen nietklaerlijck blijekr. Daer fijn'er nogh op den hedighen dagh , welcke de Beelden van hout ende fteen aenbidden , die tot de fuperftitie ende by-gelovigheydt genegen fijn, die aght nemen op de Beeften die voor haer op den wegh loopen of die fy het eerfte fien , op het vliegen der Vogelen , op het fingen van defelve omtrent haere Huyfen, in tijden en wijlen dat fy daer nier gewoon fijn re komen. Veele van haer maeken haer werek van de Tover-konft, de Duy vel doet haer geloven dat haer leven af- hangt aen dat van eenigh Beeft , het welcke fy , even als haeren familaeren Geeft, by haer bewaren , fy beelden figh in , dat., als dat Beeft komt te fterven , fy oock moeten volgen , foodamgh , dat, als foo een Dier door de Jaegers vervolght werdt, haer herte fiddert ende beeft , ende wan- neer het gevanghen werdt , vallen fy van haer felven. Het gebeurt fom wijlen dat fy , door de lift des Duyvels , in de gedaente van die Beeften verfchijnen , het welcke gemeenlijck ende ordinaris gefchiet onder het wefen van een Heit, een DafTe, een Leeuw, een Tijger , een Hondt ofte een Arendtj foodaenigh dat in die gedaente van fommige Perfoonen op haer een Roer is geloft , waer door fy fijn gequetft geworden , lbo als ick 'm het volgen- de een-en-twintighfte Capittel fal vertoonen. Door dien fy oock fien datmen eenige San&en ende San clinnen met fom- mige Gedierten by haer fchildert , gelijck St. Hieronymus met een Leeuw , Sc.' Antonius met een Varcken,ende met andere wilde Beeften, St.Domincusmec een Hondt, St, Marcus met een Stier } St. Jan met een Arende , foo beelden fy daer CaH ÏII.BoECK.^W de SfaenfcheJVefl-Indïén. XIV.Cap. 303. 3aer door l?aer fel ven in»dat dieHeyligen van het felve gevoelen waren als fy zijn, de Heylf- Sat die Dieren hare familiare Geeften waren , dat fy , als fy in het leven waeren , gen maekt igh in hare gedaente veranderden rende dat fy met haer op een ende defelve tijd haer y ve- reftorven zijn,foodanigh,dat, hoewel het gevoelen dat fy van die Heyligen heb- ri §^ in ket wen, vals is, het haer dogh evenwel in de Catholijcke Religie beveftigt door de ^° om " neeninge welcke fy hebben,dat fy,hier in,met haer gelove overeen-komen. [™. e Dit is oock een van de redenen , om dewelcke fy foo groote eerbiedigheydt ^ ** en die Heyligen toe-draegen, want een yder van haer fal nae de kleyne mid- Oor - [elen die hy heeft, alle fijne maght te werck ftellen , om foo een Schilderije te fp ronc k «komen , ende defelve in de Kercke doen op-hangen , op dat die alfoo van een T a . n ., , derge-eertwerde. Schilde- De Kercken fijn met dat flagh van Schilderijen vervult, mendraeght die in J^ n * 'roceffie om, boven op groote vergulde ftocken, even als men de Baenieren , op f"hè Kerc- eHeyligedaegen, in Earo/* doet. ^ L -De Priefters en de Parochiaenen trecken geen kleyn profijt van dek dingen, Groot ^antopden Feeft-dagh van die Heyligh, wekkers Beeldt men in Proceffie profijt en» eeftomgedraegen, ftelt die geene, welcke defe Schilderije toe-komt, een de voor- repte maéltijdt inhetDorpaen, ende hy geeft gemeenlijck drie a vier rijcks- deel des kelders aen den Priefter , voor het feggen van de Miflè , ende voor het doen van Prierterj et Sermoen , boven een Kalck-hoenfchen haen , drie a vier ftucks ander van defe luym-gedierte , ende foo veel Cacao, dat hy génoegh heeft, om, geduerende de dingen, eheelevolgende Oclave, Chocolate te drincken. Soodaenigh dat van fommige Kercken , in dewelcke ten mirten veertigh foo- ienige Schilderijen zijn , den Priefter niet minder dan vier a vijf hondert gul- ens, des Jaers, daer van treckt. Hier doerdraeght de Priefter feer goede forge voor defe Beelden ofte Schil- irijen, endehylaet de Indiaenen, den tijdt van den Feeft-dagh van haerea [eyligh , tijdelijck aen kondigen , op dat fy figh daer toe op haer gemack berey- ïn fouden, en dien dagh , foo wel in de Kerck als in haer Huys, luftigh vieren. Soo het gebeurt dat fy niet rijckelijcken genoegh op-brengen , foo fal de Prie- Goddelofe ;r haer bekij ven, ende dreygen het Sermoen niet te lullen doen. v apery e Soo het gebeurt dat eenigh Indiaen, door ghebreck van middelen, niet van de >ntribueren , ende den Feeft-dagh in de Kercke ende in fijn Huys niet vieren Priefters m , foo dreyght hem de Priefter dat hy fijnen Heyligh ende de ftock daer hy kier om " jftaet, uyt de Kercke fal werpen, feggende, dat die niet moet vervult wefen ^ventge- iet Heyligen , welcke noch aen de zielen noch aen het licchaem nut toe bren- P e :n, ende dat die fchifderije de plaetfe van een ander beflaet,welckers Feeft men crlijcks in de Kercke ende in Huys foude vieren. Byaldienhet voor-valt, dat die geene, welcke dit Beeldt toe-behoordt , )mctefterven, laetende eenige kinderen nae, foo moeten fy daer forge voor aegen, als voor eeu laft die op haere erffcniffe geveftight is , ende beftellen dat :t Feeft gevierdt werde. Doch foo hy geene Kinderen ofte Erfgenaemen heeft naegelaten , foo doet de Qq Priefter & Indianen indeAf- goderye ftijven. Groote blintheyt der arme Indianen. Werdt door de Priefters vermeer- dert, 2,78 III.Boeck. Voyagie vanThomas Gage XIV. Cap. Priefter alle de Hoofden van de Stammen ende de voornaemfteOffifcieren van dejuftitievergaederen, tot defelve doet hy eene Harangue , om haer bekent te maecken , dat'er een plaetfe in de Kercke is , welcke vmghteloos beflaegen wert door een fcodaenigh Beeld ,. endedoordeftockdaerhetopruft,- dat die geene, aendewelckeiiet-behoorde, -geftorven zijnde, fonder Kinderen , om hette beforgen, nae te keten, hy genootfaeckt is haer te komen waerfchou- wen, dat hy het in haere handen w9 ftellen, hebbende hy dat voornemen vaft-geftelt, op dat fy het in het Raed-huysfoudenkonnen brengen, endehet aldaer be waeren , tot de tijdt ende wijle toe , dat eenigh vroom Chriften , het voor het fijne erkenne ende koope. ; Als de Indiaenen deCe woorden hooren , foo vreefen fy dat het oordeel Godes op haer Dorp fal vallen, ende dat de Hëére haer fal caftijden, om dat fy hebben toegelaeten, dateenHeyligh is buyten de Kercke gefetj hierom gaenfy den Priefter ten eerften befoecken, hem gefchencken brengende, op dat hy den Heyligh voor haer foude bidden, ende dat hy haer een feeckeren tijdt wil fetten, binnen dewelcke fy hem lullen te kennen geven , wat fy met het Beeldt voor hebben, blijvende het felve onderwijlen in de Kercke. Want fy geloven dat het een fchande ende affront voor haer geheele Dorp ïYj ende voor alle de In woonders van het felve , dat eene faecke welcke de Kercke wastoe-ge-eygent, daerwerdeuyt ge worpen, ende in de maght van werelt- lijcke Perfoonen gefet. Als hy haer nu den tijdt , binnen de welcke fy hem moeten befcheyt brengen, heeft voor gefchreven, foo beloven fy hem, onderwijlen , eenigh goedi Chriften op te foècken , 't fy van de Vrienden ofte de Bloedt- verwan ten van die geene die dat Beeldt heeft befeten, ofte wel eenigh ander, vremt Perfoon, die het felve van den Priefter fal kopen, wanneer het noch in de Kercke is, ofte wel van de Magiftraeten , foo het in haere handen is geftelt, het welcke fy evenwel feerongaerne fïen, door dien men haer veele exemplen heeft voor ooghen geftelt , van ongelucken, welcke aen andere , in diergelijcke gele- gentheden fijn overgekomen, endedaerom, in hoope van defelve re ontgaen 3 beloven fy. de gramfchap van deri Heyligh te ftillen, by middel van een fo- lemneele Feeft-dagh, welcke fy, tefijndereere, in haer Dorp Men vieren 3 op dat hy haer geen quaet doe , door dien fy hem dus hebben veraght. _ De Kerckelijcken van dat Landt, aen dewelcke de eenvoudigheyt der In- dianen bekent is, vergeten mede niet, alle de middelen > welcke fykonnen, in het werck te ftellen, om fich van defdvete bedienen, ende dit is niet een vandeminfte, om gek te trecken. Want door dien fy geloven dat het een affront voor geheel haer Dorp is, wanneer fy toeftaen dar eene van haere Heyligen uyt de Kercke gefloten wert, ende datmen het Cdve van de Wereltlijcke Perfoonen moet weder af-kopen, foo ftellen fy alles te werck wat in haere maght is, om een Man uyt te vinden ende aen den Priefter te prefenteren , welcke de Schilderye van defen Heyligh nae fich neemt 3 ende die hem niet alleen geeft foo veel die met fijne lijfte i n den Winc- [II.BoECK. 'DoordeSfatnJchefTeft.lndiën.XlYJChv. 305-, Winckel van de Sehilder gekoft heeft 3 maer noch daer toe foo veel hy daer ran,opdeFeeft-daegen> plaghtetetrecken. ; Men heeft de Indianen geieert, datfy, om haere Beelden des te meer eere OfTerhan- icn te doen, defelve, op haere Feeft-daegen , moeten O&erhanden geven, Vendoor jierdoor is het dat de fommige een Reaelof twee brengen, of, gefijck fulcks delndia- let gebruyck in GitatimaU is» een witte Wafch-keerffe; op andere Plaetfen nenaende ,eYen fy weder Cacao ende vrughten , welcke fy voor het Beeldt van den Hey- Beelden igh leggen, terwijlenmendeMiffefeght. gedaen. Sommige fullen oock twaelf Wafch-keerffen brengemelck van een Reael het tuck of wel een weynigh minder van prijs, ende foo fy alleen zijn, ofdatmen >p haer doen geen aght flaet , foo fteecken fy die alle aen , ende laeten die te ge- jck branden , foodaenigh dat de Priefter 3 nae het eyndigen van deMifïè , niet an de kleyne endekens vint. Doch om hier middel in te fchicken, hebben de Bedellen van de Gebroe» erfchappen ordre van den Priefter, om niet toe te laeten > datdelndiaenen aeer dan een keerflè voor het Beeld van den Heyligh aen fteecken > ende de an- ere fonder branden maerteproncke ftellen, feggende dat de Heyligen alfoo eel vermaeck ende genoegen fcheppen in het fien van de keerffen/ welcke »en voor haer heeft geftelr , als in die geene ", welcke ontftoocken zijn ; op dat hy iibo de refte moge behouden , ende daer goet geit van maecken. Als de Miffe gefeght is, nemen de Priefter ende de Bedellen alle de Offer- Joordeel anden wegh , nevens de Wafch-keerffen die men voor het Beeldt hadde J a ? °f efteltf fy vinden daer fom wijlen wel tot twintigh Realen in gek toe, ende irle * ters enhondertWafch-keerlfen, welcke ten minften vijfthiena fefthien guldens ^lf^ raerdighzijn, • keerffen Het meefte gedeelte van de Priefters welcke omtrent Guatimala woonen j trecken. ijn, door dit middel, foowelvanWafeh keerffen voor fïen, alsdewincke- ai van de Kooplieden in de Stadt fel ve. Hoewel defe Religieufen defe keerffen dickmalen in het gros aen de Spaign- terden verkoopen , om daer van een redelrjcke fomme op eenen tij dt te tree- en, foo aghten fy het evenwel niet veel ©f fy die op die ofte op een andere 'ijfe quyt werden > om dat de Indianen, wanneer fy die van nooden heb- en j her fy voor eenigen Heyligen-dagh , voor het doopen van een Kind, fte voor een Vrouwe die haer eerfte Kerck-gangh nae haer Kinder-bedde oet , defelve van den Priefter gaen kopen , welcke op die wijfe vijf a fes mae- sn defelve keerffen aen defelve Lieden lal verkopen. Door dien nu de Religieufen bemereken , dat de Indianen een groote gene- Godtlofe entheyt, tot dat flagh van Offerhanden, het welcke haer foo voordeeligh is 3 f ie /i s ^- ijn hebbende , foo recommanderen {y haer defelve voor al in haere Predica- ei ^ e l " ien , als goede ende noodige teeckenen van haere godtvrughtighey t ende haere gicu en * evotie. Doch hoewel defe Volckeren foo volveerdigh ende foo yverigh zijn in het 0n ? ve \ even van doCe Or&rhanden 3 foozijn fy «iet te min foo onwetende in de ver- te nheyd. Qjl 2 bor- iet India- nen inde verbor- gentheden des Ge- loofs, Een feec aerdigh docher- barmens waerdigh voorbeeld daervan. $o6 III.Boeck. Foyagie vanThomas Gage XIV. Cap. borgentheden des Geloofs dat fy de mkfte reden van defelve niet weten te geven. Want de verborgentheden van de Drie-Eenigheyt,van de Menfch-werdingc JESUCHRISTI, van onfe verlofiinge door Sijnen dood , fijn al te hoogh-. draevende voor haer, ende fy konnen daer op niet antwoorden dan feeckere weynige woorden , welcke men haer in haeren Catechifmus heeft geleert, ende als men haer pofirivelijck vraeght wat fy van die Articulen des Geloofs houden , foo feggen fy anders niet dan dat fulcks wel kan wefen , fonder jae ofte neen te willen feggen. Van gelijcken als men haer leert dat het licchaem JESU CHRISTI waer- lijckendedaeddelijck in het Sacrament van deEuchariftietegenwoordighis, ende dat'er niets van de fubftantie ofte de felfs-ftandigheyt des broots bli jft,dan maer alleenlijck de accidenten ofte de toevallige dingen, ende daer op aen de beft onder wefene Indiaenen vraegt of fy dat geloven , foo futten fy antwoorden i dat fulcks wel wefen kan. Het gebeurde dat feeckere oude Vrouwe, welcke men in het Dorp van Mixco voor feer devoot hielde, my quam vinden, op dat ick haer de Com- munie foude toe-reyeken , terwi jle ick haer nu onderrighte , vraeghde ick haer of fy geloofde dat het licchaem J E S U C H R I S T I was in het Sacrament, dat fyuyt handen van de Priefter foude ontfangen, ende fy antwoordemy anders niet dan dat dat wel konde zijn. Ick vraeghde haer , om haer te beproeven , ende op een andere wijfe dan die gewoonhjeke te doen antwoorden, wat'erin het Sacrament was dat fyuyt han- den van den Priefter aen het Altaer ontfingh. Hier op bleef fy eenigen tijdt fonder my te antwoorden , doch door dien ick haer aenpordde cm my pofiti v ende affii mativ te antwoorden,foo begonde fy al- le de Beelden die in de Kercke, welcke aen St. Dominicus is toegewijd, wae- ren, tebekijeken, niet wetende wat fymy foude antwoorden, als ick haer nu eyndehjck al herder aendrongh, dat fymy moeite feggen wat'erin het Sacra- ment was, foo wierp fyhaereoogen op het groote Altaer, ende antwoordde my dat het St.Dommicus was, welcke de Patroon van de Kerck van het Dorp is. Defeantwoort deedemy in het bemereken van hare eenvoudigheyt lacchen , ende om haer noch meer te beproeven feyde ick haer , dat fy fagh dat St. Domi- nicus gefchildert was met een Hond by hem , houdende een FackeHn de hand, ende hebbende een Aerd- kloot aen fijne voeten. h Ick vraeghde haer by gevolge, of aHe die dingen nevens Su Dominicus mede in het Sacrament waren ? waer op fy my antwoordde dat fulcks wel zijn konde, het welcke my verplighte om haer in haeredwaelingetebeftrafFen, ende op hetftuck, waer van wyfpraecken, te onderrighten. Doch noch mijne onderrightinge, nochte die van alle de andere Spaenfche Prieiters, hebben haer, toe noch toe, niet van haerédwaelingen konnen af- kyden, ende haer de verborgentheden des Geloofs doen begrijpen, want fy fijapk>mp ende bor, ff/aerüjck y ets begrijpende dat de Nawwe ende her we- III.BoECK. c DoordeS f paenJchefVeft.Indiën.XTi[.CAT. 307 fen Godts, ende de Hemclfche dingen betreft, wanneer fy de reden ende het gevoelen te boven gaen. Sy volgen niet te min de manieren van doen der Spaigniaerden nae en- de obferveren feer ftiptelijck het geene haer door de Kerckelijcke PerYoo- nen geleert wertj oock fijn fy feergrooteformaliften, maer hebben feer ge- ringe kenmflè van het effentiéeifte ende van de fubfranrie van den Godts- dienft. Gelijck men haer nu geleert heeft dat fy een gefchenck aen de Priefters moe- ten geven wanneer fyte Bieghtegaen, ende dat haerefonden, door dat mid- del vergeven worden, foo komen fy fulcks foo ftiptelijck nae , vooral in de Vatten, dat'er met een het herte heeft van te komen Biechten , ten fy fijne handen wel voorfïen zij n. Sommige brengen geit , andere Honigh /Eyeren , Pluym-gedierte , Vifch , Cacao, ofte andere diergehjcke dingen , foodaenigh dat debieghtingen eengoe- den Ooghftvoorde Priefters inde Vaften zijn. Men heeft haer mede geleert, dat fy, als fy ter Communie komen, ten miniten aen denPnefler een Reael aen geit moeten brengen, foodaenigh dat ïck eenigearme Indiaenengekenthebbe, \velckefïchaghtaveerthiendaee Ouders moeten fchattingen betaelen voor haere huwbaere Kinderen die fy noch niet hebben uytgetrouwL 'De Spaigniaerden fchrijven de Indiaenen Jaeren voor op de welcke fy trouwen moeten, en dwingen haer fomtijdts (ulcksopde twaelfende derthien Jaeren te doen. Voorbeel- den daer van , ende van de Tyrannye daer omtrent van de Spaigniaerden gepleeght. HEt en fijn de Kerckelijcke nier alleen welcke fich ten kofte van dearme Indiaenen verrijcken, maer generalijck alle de Spaigniaerden , welc- ke voor het meefte gedeelte leuy ende traegh zijnde , oock niet begee- rende te arbey den , haer lecker ende weeligh leven op het bloed ende fweet van die ellendige door-brengen , haer alle haere dingen laetendoen, enallehaere werckenmaecken, foo als ick boven gefeght hebbe , haer fcheeren als Schae- pen, ende daer-en-boven noch met veel onnutte dingen belatten, en dit al- leen om altoos een pretext te hebben, om op haer te rooven ende te kaepen ende om haer, hetweynige, dat fy met veel moeyte ende arbeyd hebben ver- kregen, te ontnemen. De Prefident van Guatimala, de Reghters van de Cancellarye ofte Koningh- lijcke Audiëntie, de Gouverneurs ende de Prefidenten van de andere Provin- ciën, bedienen haer van de arme Indianen, om haere bediende ende Huys-geno- ten te avanceeren ende rijck en maghtigh te doen worden. Sy geven aen eenige laft de Dorpen te vifiteren , ende te vernemen of oock yder Indiaen genoegh Mai% , tot onderhoudt van fijne Familie eefaevt heeft. ' & / Daer zïjn'er andere welcke gaen infpeftie nemen van de meenighte van het Pluym-gedierte dat fy aenqueecken, en dan weder andere die haere Huyfen gaen beften om te vernemen of fy die in goede ordre houden, of haere bed- den wel ende behoorlijck geftelt zijn, nae het getal van de Kinderen ende Dienaeren die fy tot haerent hebben. Daer zijn'er oock welcke de maght ende ordre hebben, om haertedoen veriaemelen tot herftellinge ende reparatie der wegen , of die Cornmiffie heb- benom haere Huysgefinnenopteielleq, en om te befien hoe veel Inwoonde* dat'er De Ou- mm*mm Ul.BoECK.T>oordetyaenfcherVeJ?Jntän. XVI.Cap. 313 darter in yder Dorp zijn , op darmen daer in foude konnen foodaenigh voorfien dat haerajtammen roe-nemen ende nier verminderen. Hier moetmen aenmercken dar nier een van die Bediende ofte Officiers in het Dorp komr om fijn Ampt te oeffenen, of yder Indiaen moer hem vers tot verval van fijne koften ende verteeringe geven, ende ondertuiTchen con- fumeerenfy niet van het haere, doordienfy, foo lange als fy in het Dorpzijn j foo veel Vogelen ende andere leef- toght laeten brengen als fy van nooden heb- .ben. Wanneer fy, komen cm het getal, van de Inwoonders van het Dorp te weten lefen fy, volgens feeckere rolle ofte lijfte , de naemen van alle de Indiaenen , de eene voor de andere, op, fydoenhaer alle haere Kinderen mede brengen, foo Doghrers als Jongelingen* om doorinfpeäie oculair re vernemen, of fy out genoegh om re rrouwen zij n. Indien her gebeurt dat'er eenige daer roe our genoegh zijnde, ongerrouwt ï - bevonden werden, foo bekijven fy de Vaders dar fy die Perfoonen foo feneeals derSill ° e - onnutre Menfchen, ende fonder de Schattingen van her Dorp re helpen ver- ten u meerderen, hebben laeten leven, foodaenigh datfv de Schatringe van den Va- t tl "§ ebe " der verhoogen nae proportie van het getal der Jongelingen ofte Doghrersdie nu £ „huw! huwbaer fijnde noch ongerrouwr zijn, en dat tot die tijdttoedathydefelve baereKin voorfien heeft, wanr als dan is hy daer van onrflaegen, en fy betaelen felve deren die" voorhaereygenhooft _ f h Doch op dat die Schattmge alroos roe ende noyr af foude nemen, daerom niet heb- hebben fy geordonneerr, datdiegeene, welcke den ouderdom van vijfthien benuyt Jaeren bereyckt hebben, fich in den huwelijcken ftaer moeren begeven ; jae men getrouwn .heeft den tijde van te rrouwen voor de Indiaenfche Jonghmans bepaelt op veer- De Spai- thien Jaeren,ende van de Doghters op derthien, want de Spaigniaerden feggen gniaerden 'dat er geeen Natie in de Werelt is , die fich eer bequaem vint tot de generatie, fchrij ven dieeerindekenniffevande ontughrigheyt toe-neemt, endediebequaemeris delndia- tot den arbeyt , dan die van de Indian en, nen Jare, Somrijdts doen fyoock de Jonghmans die maer twaelf ende derthien Taeren v° or fP hebben, inden Echten ftaet treden, wanneer fyfien dat fykloeck, fterek, wel- J! ewelcke gemaeckt ende vigoureus zijn , het felve bekrachtigende met een van de Ca- Y trou " ■ aonyeke Conftitutien, welcke niet wil datmen voor de veerrhien ofte vijf- Wen "^ 6 " thien Jaeren rrouwe , doch evenwel mer dk reftridrie j Nifi malitiafuppleat ata- En dwin tam : dar is ; Tenfy de menfchelijc^e verdorventheyd den ouderdom vervulle. CT „ n haer " Als ïck in het Dorp van Petapa woonde,het welcke aen Dom fuan de Guynan, fomtijdts die een Man van aenfien binnen Guatimala was , behoorde , wierden alle de In- het felve woonders van het felve aengeteeckent, ende het getal van de Schattingh ge- op de vende Indianen, op die wij fe vermeerdert. twaelf en- Men was aght_ daegen mer her op-rellen befigh , geduerende defelve deede de der- men omtrent twintigh Jonge borften mer foo veele aenkomende Dochrers tllien J aef trouwen ? ende die , gevoeght zijnde by die geene , die federt de laetfte te doen - befchnjvinge getrouwt waeren, maeckten omtrent vij f tighHuys-finnenuyt, Voorbeelt W2 welc- daer van, iren 314 UI. Boe ck. Voyagie vanThomas Gage XVI. Ca p. welcke Schattinge aen den Heer ofte de Commandeur van het Dorp moeften geven. In van de Doch het was eene ellendige faecke te fien hoe' veel'er noch te jongh wae- Tyrannyc ren, welcke men evenwel tot het huwelij ck conftringeer de, niet tegenftaen- daerom- de dat ick veele redenen , om fulcks te beletten , by-braght /ende haer fel ve het trentvan Doop-boeck vertoonde , op dat fyuyt het felve van haerenkleynen ouderdom de Spai- fouden verfeeckert wefen, tot foo verre, datmen'er eenige deede trouwen gmaerden die maer tuflchen de twaelf ende derthien Jaeren waeren , jae felfs een die noch gepieegnt. geen vo ]i e twaef Jaeren hadde , maer men oordeelde dat fijne kraght ende kennuTehetgebreck van fijne Jaeren vervulde. Soodaenigh, dat in die faecke, welcke het meeft in des Menfchen vryen wille behoort te ftaen, te weten hetHuwelijck, de Indiaenen van de Spai- gniaerpen als Slaevengehandelt werden, ende dat alleen , om de Schattinge, ' die fy daer door trecken, te vermeerderen, ende foo door dat middel haere rijckdom te doen aen wallenen. Vrolijck ende lu- ftigh hu- meurder Indianen. HET XVII. CAPITTEL. Vrolijck ende lufligh humeur der Indianen. Hoefy haer tot het danffen bereyden ende daer in onderwefen werden. Hoefy de dagen van de patronen van haer e "Dorpen vieren. 'Dat met danfjen fuypen ende fwelgen toegaet. Toncontin een maniere vaiï danffen. Hoe die geoeffent ende in het wenk wert ge fielt. Haere op-pronc kingen daer in. Tepanabaz feecker Indiaenfch fpeel-tuygh , ende hoe men daer op fpeeldt. Tweede wijfe van danffen. Hoe die in fijn wenk gaet. On- der fcheyt tuffchen defe twee eerfie foorten van danffen. Hare derde maniere van danffen. Tragedien onder Bet danffen vertoont. Wonder by-geloof ende fuperfiitie der Indiaenen. Befluyt des Capittels. DOch niet tegenftaende fy onder het juck des dienftbaerheyts leven , lafr ten fy doch niet na luftigh ende vrolijck van humeur te zijn, fy vermaec- ken fichdickmaelen met galteryen,fpeelen ende danlTen, ende dat voor al op den Feelt-dagh , welcke aen den Patroon van haer Dorp is toe-gewijd. Daer is met een Indiaenfch Dorp , het fy het groot ofte kleyn zy ; jae al hadde het L^fiiSwCt**'? ÏIÏ.Boeck. 'Door de S'paenfche Wcjl-Jndim. X VIÏ.Ca p. 3 j s hetmaertwintighHuyfen, datnietaendeMaget Maria, ofte aen een van de andere Sancten ende Sanclinnen is gedediceert ende toe-gewyet. DelndiaenenvanhecDorp, vergaederen alle avonden , twee a drie maen- den eer die Heylige-dagh komt, ende dat omüch te prepareren tot de danffe- njen welcke fy op die dagh gewoon zijn rehouden, ende in die t'faemen- komiten weit veele Chocolate ende Cfegedroncken. - Voor yder foorte van danffen is een by-fonder Huys geprepareemin het felve is een Meefter > die de andere daer in onderwijft, op dar fy daer volmaecktelnck in fouden ondernght wefen , voor dat het Feefl des Heylighs verfchijne Men hoort, al die tijdt geduerende, door geheel het Dorp , niet anders, gantfche naghten door, dan Lieden die fingen, die joelen/die op Kinck- hoornen blaefen , ende die op Schalmeven ende Fleuy ten fpeelen Doch als nu eyndelijck de Feeft-dagh'komt te verfchijnen , foo fietmen haer , aght dagen langh, in het pubhjck ende voor alle de Werek danffen, tellende voor een yder ten toon hetgeenefy, geduerende die drie maenden, inge- ieydeHuyfen hebben geleert. ö --Sy fijn als dan feer net ende findelijck gekleed, met zijde ftoffen, metfiin lijwaet, metveelelintenendepluymenverciert, alnae de natuere van haere danfieryen vereyfcht , welcke fy m de Kercke , voor het Beeld van den Heyli p h die de Patroon van het Dom is , beginnen ; fomwijlen doen fy het oock op het Kerck-hof ende geduerende de Oótave gaen fy van het eene Huys in het andere danffen,ende in defelvegeeftmen haer Chocolate, Chica ende andere drancken Soodaenighdatmen, geduerende die aght daegen, nierandersdan dronckê heden in het geheele Dorp fier , ende als men haer over defe hare overdaedc be- ftraft , foo antwoorden fy , dat fy haer verheugen , met haeren Heyligh , die ïn den Hemelis, ende dat fy op fijne gefondtheydt drincken, om dat hy aen haer foude gedencken. } De voornaemfte wijfe van danffen , welcke onder haer eebruyckt werdt, werdtTöWö^mgenaemtj eenige Spaigniaerden , die langen tijdt onder de In- diaenen gewoont hadden, hebben defelveaen den Koningvan Spaignien binnen Uadnd vertoont,om hem alfoo yets van de manieren van het doen van die volc- kerentedoenfien, endemenfeght, dat fijne CatholijckeMajefteyt betuygh- h ^ erVanreerwelvoldaentewefen > ende groot genoegen daer in gefchept • Siethier op wat wijfe men defelve gemeeniijck te wercke fieldt : De In- diaenen die danffen Men , fijn ten minflen dertigh a veertigh fterck , al naè het Dorp groot ende volck-njck is. Syfijn alle in het wit gekleet, fijnde haere wambayfen, onderbroecken , ende Ajates, die by nae tot op de aerde hangen, alle van witte ftoffe Oockfijnhaerebroeckenende^a met zijdeofte Veder- werek verciert , ofte met een fchoon galon gebcordr. Rr 5 Op Hoefy haer tot het danf- fen berey- denends daer Sn onder we- fen wor- den, Hoefy den dagh van de Patroo- nen van hare Dor- pen vie- ren. Dar met danfien, fuypen en- de fw el- gen toe- gaet. Toncontin, eenmae- nierevan danffen. Hoe die geoeffent ende in het werek werd ge- ftelr. Hareop- pronckiiv» gen daer tdpam- ba^ , fe e er- ker Indi- aenfch fpeel- tuygh, en hoemen op het fel- ve fpeeld. ii»£** s Hp^^,^fc^ 316 III. Boeck. Voyagie vanThomas Gage XVII. Cap. Op haere ruggen draegen fy groote bouquetten van Pluymen, en die va» allerhande verwen, defelve zijn aen een kleynhoute inftrunient gelijmt, het welcke daer byfonderlijck toegemaecktis, zijnde buy ten op verguit, hetfel- ve heghtenfy met linten aen haere fchouderen, op dat het vaft blijven, ende. in het danffen niet vallen ofte los gaen foude. Op het hooft draegen fy noch een bouquet met Pluymen, maerkleynder als het eerfte, het felve is aen haere hoeden vaft gemaeckt, ofte wel aen een feecker foorte van een Heimet dat gefchildert ende verguit zijnde, van haer op den kop wert gefet. In de eene hand draegen fy oock een waeyer die van Pluymen gemaeckt is , ende het meefte ghedeelte heeft defelve oock aen de voeten , in mae- niere van vleugels ; fommige draegen fchoenen, andere weder niet, maer van het hooft tot aen de voeten zijn fy alleby-nae met feer fchoone Pluymen bedeckt. j Het inftmment van het welcke fy %h bedienen om de cadans aen de danfTers aentewijfen, is van de uytgeholde ftamme van een boom gemaeckt, het is van binnen feer wel uvtgehaelt ende effen en glad, van buyten is het feer glinfte- rende ende wel gepolijft, zijnde het felve omtrent viermaelen foo dick endè groot als onfe Violen, boven op het felve heeftmen twee a drie groote kerven gemeden, ende aen de eynden zijn eenigegaeten gemaeckt, fy noemen het een Tepanaba^. Het felve inftrument wert op twee ftoelen ofte op een banck in her midden van de Indiaenen geleght , ende de Dans-meefter iket daer op rnet twee Hoe- ken, die aen het eynde met wolle bekleedt zijn , hebbende op het uyter- fte onder de wolle een bepeckte lap van leder ,. op dat die daer aen kle- ven foude. Hoewel nu dit fpeel-tuygh een doof, lomp ende traegh geluydt van figh geeft , foo kan.doch evenwel die geene die daer op fpeelt , door fijne verfchey- dene flaegen oock verfcheyde toonen maecken , ende aen de DanfTers , door de veranderingen van die toonen , te kennen geven , wat bewegingen fy maecken moeten , het fy dan met haer uy t te recken , het fy dan met te buygen , ofte oock wel wanneer dat fy fingen ende hare fternme verheffen iullen. Sydanffen alle in het ronde, om dat Inftrument heenen, volgende de eeti op den ander , fomwijlen gaen fy maer ilmpelijck in het ronde , fom wijlen drai- jen fy het geheele licchaem , en al te met draeyen fy het maer ten halven , oock fietmenhaerdickmaelen het licchaem foodaenigh buvgen, dat de pluymen, die fy in de handt hebben, aendeaerde raecken, endêop defe wiife fingen fy het leven van den Patroon van haer Dorp , ofwel van eenigen anderen SancT: of- te Sanclinne. Defe dans is niet anders dan feeckere maeniere van in het ronde te gaen , fy continueren hier foo twee a drie ueren in, op een ende defelve plaetfe, ende daer nae gaen fy het felve in een ander huys doen., Het fijn niet dan de Voornaemfte ende de Hoofden van het Dorp, welcke defe lII.BoECK. 'DoordefyaeitfcheWeft-Indiïn. XVILCap. 3 ij defe danffe , Tmcmtmeaaemt , danffen , fy oeffenden defelve al eer <£&' CKr£ ^?™^>e. 1 d e d ae r lnB metve ra ndert,dan a Ueendatf^hSendbr Syoeffenenoockdickmaeleneenanderefbbrtevandanffen het welrkee™ Tweede dendomaenhaereAf-godenop-oflerde, doeh nu aen den HeylighdiedaeVpL boffen. Als fydefen dans danffen, fchreeuwcnfyfeer, endemaecken een eroor «* fughte, noemende malkanderen by de naemen / eo(tetefflffi£s^ alsmeeneComedie, fpreeckende, fommige vertellen dat, andéreTd^at anders, doch het flaet alle op het Beeft dat fy jaegen Alle zijn fy als Beeften vermomt, fommige hebben huvden om het -lïif welckealsdievan Leeuwen fifa gefchildert, aldere SfS Wolven endeophaerehoofdendraegenfy Heimetten, welcke all e hoof &ogds 1Cren ZIJn t0egeftdtj ° f ^ d dS di£ ^n Aerendenoftiandere In hare handen draegen fy oock houten welcke als fehighten, degens ende Men gefchildert zijn , met defelve dreygen fy het Beeft dat fy vervollen ^d^vervokeneenMerfchinphetfevanccnBeeft, even als ofhy in een Bofch, doorwideBeeften,diehemverfcheurenwilden,vervolghtwierde .Diegeenewelckealdusvervolghtwerd, moet feerradt ende gleuw ter voet Bjn, ende figh aenftellen even. als een Menfch welcke vlught om fijn leven te r a lveren J flaendeaenallezi j denopdefeBeeftendiehemverWn,end . eyndelijck vatten eneeten. 6 3 «iucuuui • ^^^ncmtinvoot het grootfte gedeelte beftaet in feer lanehfaemte o a .eedenendefighomtedneyen oock in'ltet licchaem fomwijlen fghtehjck Ärf ytterecken, foo is in tegendeel defe maeniere van danffen vol levensende lh ndefê i£fae, danlooptmeneentijdlanghineenrondenkringh, ende dan weder daer wee «e? wyten, nufpnngenfy wederendeftaenopdelnftrumenten die fy in de han- ftefoor- kndraegen hetwe]ckemaeckt,datditfpelverdrieti g hvalt, en veel gevvoels ten van JKfe gerught maeckt, oock hebbe ick daer in noyt vermaeck konnenfchep- danffen. ^Te Mexico bedienen fy haer noch van een andere wïjfe van danffen , in defel- Hare der- re fijn eemgealsMannenendeandereals Vrouwen geMeed. demanie ftaeren Sl'Jl" ^A ^5^°» dienden fy »*» van defelve om den lof van re van UZI v g £ K ?( er te fin S en ' maer nu kernen fyin haere Liede- danffen. taden Koningh per Heerlyckheyd ofte het Heyligh Sacrament, fich gemeen- Tragedien onder het danffen vertoont. Wonder by-geloov endeSu- perftitie derïndï- 318 III. Boe c k. Voydgie van Thomas Gage XVII. C a p. gemeenlijck van defe volgende, ofte "van andere daer van feerweynighYer- fchillende woorden , bedienende. Salid Mexicanas bailad Toncontin , ' Canfalas galanas en cuerpogentil. En wederom daer nae : Salid Mexicanas bailad Toncontin 3 Al Rey de la gloria venemos a qui. Op defe wi jfe danffen fy in het ronde , op haere Guïtarren fpeelende , ende foo nu als dan een veers of twee alle gelijckherhaelende, ende roepende de Jufferen van Mexico, om nevens haer> den lof van den Koningh der Heer- lyckheyd te komen fingen. Behalven defe danffen, danffen fy oock onfe Sarabanden, ende die van de Negers , met de Caftagnetten aen de vingeren. Maer den dans die het gemeeneVolck het meefte behaeght, ende over de welcke fy fich het meefte verwonderen , is een foorte van een Tragedie , welcke fy al danffende vertoonen , defelve beftaet dickmaels in het reprefenteeren van den dood van St. Pieter , ofte Johannes de Doper. In defelve fijn Perfoonen die den Keyfer Nerojofte den Koning Herodes nevens haere Vrouwen verbeelden, oock noch een andere, welcke met een- langen rock is bekleedt, defe fpeelt voor johannes de Doper ofte voor St. pieter » defelve treed in het midden van de andere terwijlen dat fy danffen, houdende een boeck in fijn hand, even als ofhy daer gebeden uyt las, oock fijn alle die geene , welcke danffen , als Capiteynen ende Soldaeten toe-geftelt , hebbende Degens , Poigniaerden ende Helbaerden in haere handen. Sy bewegen haer op het geluyt van een kleyne Trommel ende van eenige Fleuyten, dan in het ronde, dan voorwaerts ende dan weder aghterwaerts , oock fpreecken fy dickmaelen tot den Keyfer ofte den Koningh , en oock wel onder malkanderen, komende dat alle uyt, op het voornemen dat fy hebben van den Heyligh te vangen ende te dooden. De Koningh ende de Koninginne gaen fomwijlen fitten , om tegens den Heyï igh te hooren pleyten , oock om fijne verant woordinge te verftaen , ende daer op danffen fy weder met de andere. Doch eyndelijck komt het daer op uyt , dat fy St. Pieter met het hooft neder- waertscruyeigen, ende Johannes de Doper het hooft af-hacken, hebbende fy daer toe een gefchildert hooft in een fchootel dighte by de hand , het welcke fy aen den Koningh en de Koninginne prefenteeren, welcke daer op met alle de an- dere van vreughde danffen, en eyndigen met het af-nemenvanhetCruyce, van die geene , die den Perfoon van St. Pieter verbeeld heeft. Het meefte ghedeelte der Indiaenen heeft eenigh by-geloof ende nae- dencken van het geene fy in die dans gedaen hebben , even als of'er yets daedelijcks ende reëels in was a boven de vertooninghe van die gefchiede- niffe. Die fê& ULBoECK.'DoordeS'paenfchetFefi-Indiën.XYU.CAP. Die geene welcke voor Sr. Pierer ofte Johannes de Doper gefpeelt hadde, was gewoon 3 wanneer ick noch onder haer woonde, her eerfte van alle te bïeghte te komen, feggende dat hy fuy ver ende heylighmoefte zijn , even als den Hey liga wekken hy verbeek hadde 3 ende dat hy hem tot de dood moefte bereyden. Opdefelvewijfequaemendaernae'oock, diegeene, die voor Herodes ofte Uerodtar, ofwel voor Soldaeten in die dans gefpeelt hadden, die deHeyligen befchuldight ofte tegens haer gepleyt hadden , belijdende in de bieghtehaere dinfonden , ende de abfolutie des wegen verfoeckende. Ick fal in het volgende Capittel noch verfcheyde aenmerckens-waerdige Befiuyt gen van de Indianen feggen , welcke ick ten tijde dat ick onder haer woonde , des Capiiv hebbe vernomen. tels - HET XVIII. CAPITTEL. T)en Atitheur wil nae fijn Vaderlandt. Verfoeckt hier toe ver- lof van den Trovinciael ende Trefïdent, die het beyde wey- geren. Hy neemt voor op het platte landt te gaen woonen, om de Indiaenfehe Taele te keren ende geit te winnen. *D en j Autheur fihrijfi nae S'paignien om fijne ontjlaeginge. Hy laetfigh bewegenomjnhetgefelfchap vanjeeckeren Moran, een nieuw Landt te gaen door-r eyfen. Sijnlojfelijckoogh* ; merck hier in. Vertreck uyt Guatimala. Komfte te Coban. ] Vertreck van daer. Moeyelijcke wegen. S'yfien huyfen ende • bebouwt Landt , ende komen by Menfchen. S'y trecken ver- der ende komen weder by andere Indianen. T> en Autheur mert nevens meer andere fieck. NAe dat ick ick den tijd van drie Jaeren een geheelen loop in de Philofo- phiein de Univerfiteyt van Guatimala geleert, ende een andere in de Theologie begonnen hadde,. foo begonde ick gedaghten te krijgen, om weder nae Engelandt te gaen. Ick adreiïeerde my ten dien eynde aen den Provinciael ende aen denPrefident van GüatimaU , verfoeckende dat fy my wilden toelaeten weder nae mijn Va- derland: te keeren, doch geen van haer beyde wilde my fulcksaccordeeren, door dien'er een expreffe ordre van fijne Catholijcke Majefteytlagh , foo wel als van fijnen Raed , door de welcke mïdtelijck verboden wierdc geen Priefter , welcke door fijne gefeydeMajefteyt in de Indien was gefonden , daer uyt te lae- ten trecken , voor ende al eer hy thien Jaeren in defelve hadde door gebraght. SC Siende Den Au- theur wit na fijn Va-' derlandt. Verfoecjkc hier toe verlofva« den Pro- - vinciaet * endeden Prefident* die het beyde weygere^ r?^Ä»i<2 Hy neemt voorop het platte landt te gaen woo- nenom de ïndiaen- fche Taele teleeren ende geit te win- nen. X>en Au- theur fchrijftna Spaignien om fijne ontfiae- ainae. Hylaet iich bewe- gen om in hetgefel- fchap van feeckeren Moran een nieuw Landtte gaen door- reyfen. Sijne lof- felijk oog- merck hierin. Vertreck vtyt Gxati- mala. Komfte te Coban. 310 III. Boeck. Voyagie vanThomas Gage XVIII. Cap. Siende my dan gedwongen om in dat Landt als een gevangen te moeten woonen, buyten hoope van in langen tijde Engelandt te mogen befchouwen , foo nam ick voor van niet langer binnen Guatimala te blijven, maerick wil- de die Stadt verlaeten , ende op het platte landt gaen refideren , om foo de Indr- aenfche Taele te leeren ende my bequaemtemaecken, om op de Dorpen te konnen Predicken, waer mede ick verfeeckert was veel meer geit tefulleii; konnen winnen , dan in de Univerfitey t van Guatimala , en ick deede dit des te meer 3 doordien ick het felve van nooden hadde ommetfatfoentekonnente huys komen. Ick oordeelde ondertuflehen dat ick niet qualijck foude doen, fooïeknae Spaignien , aen een feecker Engelfch Religieus, mijnen Vriend , Frater Paulus vanLondongenaemtj. fchreef, ende hem te gelijck bad , aen het Hof te Ma- drid* ende by onfen Generael te Romen, foo veel te willen uytwereken, dat ick permiflie om in mijn Vaderlandt te keeren , quaeme te verkrijgen. Óp defe felve tijdt quam den Prieur van Coban , uyt de Provincie van Vera- Pa% te Guatimala, fijnen naem was Francifco Moran; hy vertoonde aen den Prefident, ende aen alle de andere Magiftraeten ende Overigheden van de Stadt, hoe noodigh dat het was datmen hem de behulpfaeme hand boodt , om een wegh te ontdecken van die Provincie nae die van \ucatan , ende om die Bar- baren te vernielen ende uyt te roeyen , welcke den door-toght beletten , ende fomwijlen der Chriftenen Plaetfen quaemen beroven. Defe Moran was mijnen by- (onderen Vriend , hy hadde het Geeftelijcke kleed aengetrocken in het Kloofter van St. Paulus te Vallado/ïd in Spaignien, ick was mede in het felve op-getogen ende in de Ordreaengenomen, hybadmy feer dat ick met hem foude willen gaen, omdefeHeydenfche Af-goden-Die- naers des te beter tot het Chriftehdom te konnen brengen ; hy feyde my datmen buyten allen t wijffel groote rijekdommen in dat nieuwe Landt foude vinden > ende dar ick my konde verfeeckeren , dat ick van defelve, foo wel als hy, mijn gedeelte rijckelijck foude hebben. Hy hadde niet veel moeyte om my daer toe "te bewegen , door dien ick niet foo feer wenfte dan te arbeyden tot de bekeeringe van eenigh Volck ofte Natie, welcke noy t van JESUS CHRISTUS hadde hooren fpreecken j foodae- nigh , dat ick voor-nam , het Ampt , dat ick in de Univerfïteyt befat , te verlae- ten , om den Naeme JESU CHRISTI onder die ongelovige Landt-aert te gaen groot maecken ende verbreyden. De Provinciael hadde een groote vreughde als ick hem betuyghde dat ick foodaenigh eene refolutie hadde genomen, ende nae dat hy my éenige gefchenc- ken hadde gegeven, ende van geit, tot het geene ick nodigh hadde, beforght,font hy my met 'Moran nae VcraPa^ toe , met vi jfrigh Spaenfche Soldaeten , die den Preiident ons hadde toe-gevoegt, om ons^defe Reyfe gedurende,te convoyeren. Als wy te Coban waeren gekomen , voorfaegen wy ons van alles dat wy ons noodigh oordeelden tot eene faecke die foo fwaer ende gevaerlijck was, als die geene j die wy aenvingen. Van lllBovcK.TioordeSpaenfcheWeft-Indien.yLNlllShv.zii j Van Co^4w.quaemen wy in twee groote Dorpen , door Chriftenen bewoont zijnde, het eene heeft den naem vanSt. Pieter ende het andere van S*. f »<*«, hier kregen wy noch hondert Indiaenen by ons , om ons Convoy te verftercken, ende, geduerendedeReyfe, te dienen/ Wy reyfden met groot gemack op Muyl-efels noch twee dagh-reyfen aen geene zijde defe Dorpen, en dat door een Landt, dat t'eenemael met Chri- ftenen , in kleyne Dorpen woonende , bevolckt was. Doch nae die twee daegen » foo als wy aen de Frontieren ende Grenfen van die Heydenen begonden te naederen > foo vonden wy den wegh foodaenigh , dat het voor de Muyl-efels niet mogelijck was defelve te betreeden , waer door wy te voet moeften voort-reyfen. Twee daegen langh deeden wy niet dan opende neder-klimmen, en dae ep ende van het Geberghte dat met Boomen beplant was , ende de ongemac- kelijckhey t der wegen deede ons den moet , om het Volck > dat wy foghten > te re vinden, verliefen. Wy hielden evenwel geduerende den naght goede waght* uyt vreefe van door de vyanden overvallen te worden, ende naemen voor op den volgenden oghtent-f tont onfen wegh te vervolgen ende verder voort te trecken. In dat Geberghte vonden wy verfcheydene foorten van vrughten , ende in de leeghten ende daelen veele Fonteynen endeBeeckert, nevens verfcheyde Boomen die Cacao ende Achiotte droegen. Wy trocken dan den derden dagh weder voorwaerts aen , ende quaemen in eene Valeye , door het midden van dewelcke feeckere Reviere liep die niet feer diep was, in defe Valeye » faegen wy eenige Milpas ofte kleyne Dorpjens, eiide Velden met Mrf/^befaeyt. Hier uyt befpeurden wy dat wy dighte by de Indianen waeren , dit verpligh- te ons goede forge te draegen > en ons by malkanderen gefloten te houden 3 om haer te konnen af-keeren foo fy ons attaqueerden. Als wy op dek wijfe voort marcheerden quaemen wy op het on ver waghfte by fes arme Hutten, welcke met tacken van Boomen ende Palmitas blaederen gedeckt waeren , in defelve vonden wy twee Mannen » drie Vrouwen ende vijf kleyne Kinderen , fy waeren alle naeckt, ende hadden wel willen vlughten, maer fulcks was haer niet mogelijck. Wy ruften ons in haere Hutten wat uyt, gaven haer van onfe leef- toght, welcke fy in het begin wegh fmeten , niet doende dan roepen ende fchreeuwen , tot dat haer Moran, door fijne woorden fl die fy ten deele verftonden , wat hadde nedergefet , endoenbedaeren. Wy gaven haer Kleederen ende leydden haer met ons, inhoopedatfyons eenigen Schat fouden ontdeckenj ofte wel eenige andere Indiaenfche woon- plaetfe , die grooter dan de haere was , helpen vinden j doch fy waeren geheel dien dagh foo grijnigh ende moeyelijck van humeur, dat wy niet met alle uyt haer verftaen konden. Op defe wijfe trocken wy dan al voortwaerts aen , volgende de voet-ftappen der Indianen , welcke wy hier ende daer vonden , tot dat het by-nae naght was j Sf z als Moeye- lijckewe.; gen, Syfle» Huyfen, ende be- bouwt Landt. Enkomen by Men- fchen. Sy trecken vorderen 3iz III. Boeck. Voyagie vanThomas Gage XVIII. Cap ais doen quaemen wy by twaelf Hutten, in defelve waeren omtrent twintigh Perfoonen, foo Mannen, Vrouwen als Kinderen , wyontnaemenhaerhaere Bogen ende Pijlen, ende vonden by haer een r edelij cke quantiteyt Palmitas , Vifch ende Vleefch , waer mede wy ons ververften. Sy feyden ons dat'er een groot Dorp was, twee dagh-reyfen daer van daen gelegen, dit verphghtc ons geheel die naght goede waght te houden. ïck bevont my op die Plaetfe vermoeyt ende rieckelijck, gelijck oock eenige tneur enue andere van ons gefelfchap deeden , endehet was my op den volgenden dagh niet meer an- mogelijk verder te trecken,hier door namen wv voor ons op die Plaetfe neder re flaen/endende eenige Indianen ende Spaigniaerden om den wegh te ontdecken. ie omen weder by andere Indianen. Den Au- «Seniieck. Sy fetten den marfch Sy vonden noch eenige Hutten ende Velden metM^befaeyt, alsoock 2t Chili , Fafeolen ende Catoen , maer alle de Inwoonders waren ge i gevlught. HET XIX. CAPITTEL. Sy fetten den marfch \we rder 'voort. Veele werden fïeck. 'Den Autheur heeft berouw van de Reyfe . Befchrijvinge van ds Hamacs. Sy naederen den vyand. en Autheur hier over ingrqqtevreefe lijnde , wert doorMorzngetroofl. Èynde van hetgeveght. Getal der dooden &c. Muyterye derSpaenfehe Soldaten. Waer uyt die ontftont. Kloecke refolutie der Indianen. Verfcheydevoor^ [lagen der Spaenfche Soldaten. Tweede attaque der Indra- nen. T>e Spaenfche refolveren te rugge te trecken , mae eken- de alvorens een accoort met de Indiaenen. T>e Spaenfch.e trecken te rugge. Nemen eenige Kinderen mede. T>waes voornemen van Morzn.Tegemhet welcke figh den Autheur pit. te vergeefs. VertreckvanCobznnae de Golf Envandaerna Truxülo. Komfie aldaer. Swackheydder Tlaetfe. Armoede van Comayagua. Befchrijvinge van de Caffave. Gratiasa Dios e en goed 'e Vdey e. Goedhertige In- dianen in Comayagua. Komfie te Guatimala daer fy met ' groote vreughde endeeere werden ontfangen. "Den Autheur fcheyd van Mora n af ALs onfe uytgefondene waeren weder tot ons gekeert, vermeerderde- den lult in ons om verder te trecken, door het verhael dat fy ons dee- den van des Landcs fchoonheyt,maer fy waerfchouden ons oock dat wy - op % HüH llluovc^TtoordeVpaenfchefFeJl-lndien. XIX.Ca op onfe hoede moeften wefen,door dien het vlughten van de Indianen geen duy- iter teken was,van dat alle delnwoonders van onfe komfte waren verwirtight Des morgens vroegh befloten wy tot aen die wooriplaetfe welcke ons volck gefien hadde voort te trecken, om dat die Meer open lagh, ende daer door bequamerwasomvanfïghtefien, ende om het gevaer dat ons moete drev- gcn te ontdecken. ö ."i? Alle defe wooningen fijn digte aen de Reviere gelegen > de Sonne fteeckt daer foonevigh dat wy de koortfe daer van kregen, oock onrftack de roode-loop onder ons volck. ^ Hoewel ick geheel vermoeyt ende afgemat was, foo liet ick doch niet nae met de andere voort te trecken , maer het was nietfonder leet- wefen van dat fckmyopdie reyfe begeven hadde, endedaticktevoete moefte gaen, oock begon ick te vreefen dat ons eenigh ongemack op het onvoorfïenfte moghte over komen , tioor dien de Indiaenen van onfe komfte gewaerfchout waeren. - De gevangenen die wy hadden, begondennual watgemeenfaemermer ons te werden, endefeyden ons dat fy in die Reviere fomwijlen Goudt vonden dat er dieper in het Landt een groot Meer was, ront-omme het welcke veele Indiaenen. woonden , die ftrijdtbaer ende kloeckmoedigh waeren, welcke ligh feer wel van boogen ende pijlen wiften te bedienen. De hoope van goudt te vinden verwackerde in fommge den moedt , doch de vrede van defe meemghte Van Indiaenen te ontmoeten , veroorfaeckte dar cenigé wel hadden gewenftuyt defe BofTchen ende onbekende plaetfen te zijn ende tegensMowwbegonden te murmureren om dat hy haer in dat eevaer ie- braght hadde. . b h Den naght gekomen fijadebegafickmy tot derufte-, gelijck oock de andere Spaigmaerden die fieck waeren deeden , fommige op den bloten grondt neder ende andere ^in Homocs, foo als ick mede gewoon was te doen. Defe Homoer fijn bedden die van Catoen gebreydt zijn, men maeckt die aen twee paelen orte bomen vaft , men hanght daer in in de lught, ende door de minfte be wegin- gedeslicchaems, foowieghtmenfigh felve daer in aen beyde defyden over oockflaeptmenindefelvefoowelalsineenwieghjen. * Ick rufte dan tot omtrent midder-naght , want als doen maeckten onfe fehild- waghten alann, ende waerfchouden ons dat de vyanden totonsnaerderden in memnge van ons te attaqueren , ende in de duyfterniflè des nagts te overval- len, hier voeghden fy by , darmen geloofde dat die wel duyfent fterek waeren. Sy vielen als wanhoopige ende raefendé menfehen op ons aen, doch doen fy befpeurden dat fy ontdeckt waren , en hetgeluyd van onfe trommen hoorden nevens het fchieten van onfe Roers ende Musketten , maeckten fy foo een ver- vaerhjck geroep ende gefchreeuw, dat ick van vreefe fweette , niet tegeniïaende lek van de koortfe beefde. Doch Moran, dk figh aen my quaem bieghten, niet anders dan de doodt ofte cemge doodehjeke quetfuere verwaghtende, quam my het herte ftereken, föggende datick niet te vreefen hadde, dat -ick my-maer geruft moefte Sf 3 ■ hou- weder voort. Veele werden fieck. D.en Au- theur heeft berouw van.de Reyfe, Befchnj- vinge van. dQMamais* Sy ont- decken' den vy and Die haer kloeck- moedelijk aenvalt.- . DenAu- tlieurhier tfreria- groote vreefe zijnde werd door Moran ge- trooft. Eynde van hetge- veght , ge- talvan dooden, &c. Muyterye derSpaen- fche Sol- daeten. Waeruyt die ont- ftaer. Klpecke refolutie der Indi- aenen. Verfchey- de voor- nemens derSpaen- fcheSol- daeten. Tweede attaque derlndi- DeSpaen- fche refo^ 314 III. Boeck. Vqyagie vanThomas Gage XIX.Cap. houden* konnende haer in den ftaet, waerinickmy doe bevondt, gantfch geen diende doen* ende dat het gevaer.yoor my minder wasdanickmyin- beelde, doordien deSoIdaeten figh ront-om my geplaetft hadden, foodae- nigh dat aen de ongelovige , denwegh, om tot my door te dringen, was ge- floten, daerby voegende, datwy, iönder levens gevaer, niet vlughten kon- den. Het geveghj: duerde niet langer dan een uere, want die rijdt verftreecken zijnde , naemen de Vyanden de vlught j wy vingen'er thien, ende op den vol- genden dagh vonden wij'er dérthien op de aerde doodt uyt-geftreckt leggen, wy hadden oock vijf ghequetften > waer van'er een op den volgenden dagh ftierf. ft® t Des morgens begonden onfe Soldaeten te muy tineren * feggende de SpaK gniaerdenrondelijckuyt", dat fy van voornemen waeren wederom te keeren, door dien fy noch een heviger aen- val * dan defe eerite geweeft was, op Jen vol- genden dagh ofte naght verwaghten. Want eenige van de gevangene Indiaenen verklaerden haer naeckielijck* dat- wy ten minften fes of fevenduyfent Indiaenen op den hals fouden krijgen ,foo, wy niet weder te rugge keerden. Sy voeghden daerby , dat fy wel witten * dat de Spaigniaerden dat 'gehec- le Landt befaeten , uytgefondert alleen die kleyne ftreecke welckefy bewoon- den ; dat fy in defel ve Land-ftreecke wilden leven fonder yets met ons te willen te doen hebben ,• doch dat fy , foo wy haer Landt wilden befien * ende als vrien- den daer door trecken, onsvryelijck fouden laeten pafTeren, fonder ons het minfte leedt te doen. Maer foo wy quaemen in voornemen van haer te beveghten, ende tot flaevea te maecken , even als wy hare nae-bueren gedaen hadden * fy alle gefint waren liever al veghtende te fterven , ^lan haer aen ons over te geven. Defe woorden verweckten twee-fpalt onder ons Volck. Sommige waeren van gevoelen , de trouwe óer Indiaenen te beproeven , ende op haer woord in I vrede door haer Landt te trecken , tot dat wy aen eenigh Dorp van fucatan fou- den gekomen zijn. Andere wilden de Indiaenen gaen beftrijden , ende de derde oordeelden dat- men moeite te rugge keeren , door dien wy niet beftant waeren , om alle de maght der Indiaenen* die in dat Landt waeren , te wederftaen. Daer wierdt evenwel die dagh geen befluyt genomen* doordien wy, ter oorfaeckevande. fïecken ende gequetften , niet konden op-breecken ende verreyfen. Soodaenigh dat wy noch den volgenden naght op die plaetfe bleven , inde- welcke, omtrent in defelvc tijdaïsindevoorgaende gefchiet was, de Vyan- den ons voor de tweede reyfe quaemen befoecken , doch door dien fy faegen dat wy haer verwaghten, zijnde wel op ons hoede * foo naemen fy haeft de; vlught. Op den volgenden morgen (lelden wy vaft , dat wy fouden wederom keeren , , cndz Moran decdeaende Indiaenen feggen, dat, inge valle fy hem in ruft en vreede 3 muoiLCK.TloordeSpaenfcheWeft-Indien. XIX.Cap. jij vreede, om het Landt van f ucatan te ontdekken , door haer Landt wilden lae- verent» ten trecken , hy over eenige maenden wederom wilde komen , zijnde maer met vugge te fes Indianen verfelt , dat hy fijn leven in haere handen wilde [lellen , als verfeec- trecken , kert zijnde, dat, in gevalle fy hem ongelijck deeden, alledeSpaigniaerden maecken- deromliggendePlaetfen, fich fouden verfaemel'en 3 ende om fulcks te wreec- de ' al vö- ken tegens haer in de Waepenen komen ., Mende niet ophouden voor dat fy renseen haer hadden uyt-geroeyd. accoord ■ Hier op gaven fy tot antwoord, dat, ïngevalle hy met dat kleyne getal van metdeIn - ïndiaenen, waer van hy haer hadde laerenfeggem quam, hy van herten wel- dianen ' kom foude wefen, dat fy hem, en fijn gevolgh vriendelijckohthaelen fouden j het welcke foo wel fy als Moran , in het volgende Taer , fïiptelijck nae quae- men. ■ enfche eken te voorne- men van Moran. Op defewïjfe dan begonden wy noch die dagh te rugge te trecken, en dat Spa door den felven wegh die wy gekomen waeren , oock begonde ick my beter te tree gevoelen , ende de koortfe verliet my. ru<*ge. Wynaemen eenige Kinderen, welcke wy gevangen hadde, met ons, om > 7 die aen den Prefident van Guatimala te prefenteren. et ? en Als wy te Coban gekomen waeren, meende de Prieur Moran dat hy G O D T K^le'rei een grooten dienft foude doen, indien hy defe kleyne Kinderen deede dopen , mede feggende dat fy konden hevligh werden, ende dat mogelijck haere gebeden ^ foo veel kraghts fouden hebben, dat daer door haere Ouders ende Vrienden, Dwaefc! * ende alle de In woonders van dat Landt , tot de Chriitelijcke Religie fouden be- keert werden. Hoewel ick dit tegenfprack, feggende dat hy die eerftïndeArticulendes Geloofs moeftedoenonderrighten, onidefelvealfoogelovighendebeo^aem Te g e ns te maecken om het Sacrament des Doopfels te ontfangen , ende niet nae- vol- J^ et vvelkc genhetgeenede Religieufen ten tijde van Corte^ deeden, die haer genoeghden A lch , den daer mede, dat fy de Indiaenen aen de Revieren deeden brengen , ende haer JJ utneujf wat waeter in het aengefighte wierpen , maeckende daer op het teecken des Cruyces, ende dat alle fonder eenige voorgaende inftrucliê ofte onder- wij finge. Des niet tegenftaende nam hy voor haer te doopen, ende het felve verrigk Doch te ende haer naemen van Chriftenen gegeven hebbende, deede hy die wel klee- vergeefs. den, ende font haer aen den Prefident van Guatimala , welcke beval datmen haer de kolt foude geven ende in het Convent van SuDominicus leerenen on- derwij fen. Hier nae bleef ick noch eenigen tij dt te Coban y ende fomwijlen gingh ick op Vertreck de Dorpen die daer omtrent leggen, tot die tijdt toe dat de Scheepen gewoon \an Coban zijn m de Golfte komen ; ick trock doen met Moran daer nae toe , om Wijnen nae de ende Olie te kopen , gelijck oock yfer , Laeckenen ende andere voor het Con- Golf. vent noodige dingen. In dekhe vonden wy een Fregat , dat vaerdigh lagh om na Truxtöo te feylen , Env . Moran hadde daer yets nodighs teverrighten, ende ick begaf my met hem te daer Schee P e - "WyTnxilh, Komfte aidaer en- de fwack- heytder fclaetfe. Armoede \an Coma yagmt. Befchrr- vinge van de Cajfave. cmiasd D« op dat die des te beter door de keel foude willen. Te Lande- waert in,, en voor al omtrent de Sradt van Comayagua, welcke hoewel fy kleynis , ende niet meer dan vijf-hondertHuys-gefmnen heeft, den SeteldesBififchopsis, vintmen de Mai\ in wat grooter quantiteyt, danopdé andere Plaetfen , door dien figh de Indianen daer in wat grooter getal, als wel op andere Plaetfen , hebben by-een-gevoeght 3 ende aidaer in groote ende kley- ne Dorpen woonen. Ick bevont dat dit Landt het armfte van geheel America was , de'gefontfte Plaetfe daer in, ende daer wat beter voetfêl valt , is de Valeye door haer GratiasaDiorgenacmtj aidaer zi)n e-enige Hoeven daer veel Koorn endëJSe- itiaélvalt. " Doch door dien fy foo dight aen Guatimala als aen Comayagua leght , ende dat de wegen nae de zijde van Guatimala veel gemackelijcker vallen , dan wel aen de andere kant, foo maeckt fulcks dat alle«dat Koorn eer nae Guatimala t dan nae Comayagua, gebraght weit. Om van Truxillo te Guatimala te kome« , moetmen omtrent raghtigh ahondert mijlen af-leggert, ende hoewel dit Landt genoeghfaem onvrught- baer is > foo volbraghten wy evenwel onfe Reyfe fonder wegh- wijfers ofte fpijfé van nooden té hebben > door dien de arme Indianen noch haer licchaem noch; hare middelen fpaerden om ons te dienen ende te onthaelen , ende niet was haer foo diérbaer dat fy ons niet gaerne fchoncken. Op defe wijfe quaemen wy weder te Guatimala , daer wy van deReligieufen metgroote vreughde ontfangen wierden ; De Prefldenr van die Stadt'gaf ons' een confiderabile belöninge , ende door de geheele Stadt hadden wy den naera van waere Apoftólen , door dien wy onsleven gewaeght hadden om de India- nen op te foecken 3 den wegh tot haere bekeeringe gebaent 3 haere voornaem- fte woon- plaetfe ontdeckt , ende de gefeyde Kinderen voor ons daer gefonden hadden, welcke dan tot een klaer en blijckelijck teecken verflreckten van de door ons genomene moeyte ende arbey t. ' Morin c^agw ^Boeck, ©öarAi>A^f ^.7»A«ï..XIX.Cap. 3*7-' Moran was door ydelheydt foo opgeblaefen , foo wel als door de gonfte Ydelheyt die hy van den Prefjdent ende door de toe-j uycchingen diehy van het Volck ont- van Wo- fingh, dat hy voornam het leven noch eens te hazarderen, volgens het tra- «»« éfciet darhy met die Af-godifche Indianen haddegémaeckt, 'vaayreediaem,' met fes Indianen, door haer Landt te mogen trecken. Hy hadde geerne gefien dat ick weder met hem gereyftnadde, doch ick DenAu " irreefde dat die Barbanfche Menfchen tegens ons fouden op-ftaen •,- ter oorfaec- r h . eur je van deKinderen die door ons waren mede genomen, daer-en^boven bêhaee- yt X ? a ie my het Landt met, door dien het arm was, ende dat ick'er geen kanffefasTh M9ranAU )m foo veel geks by een te vergaederen , datick, door behulp, van het fe2S net fatfoen in Engelandt foude konnen geräecken, ifiêt \velcke ffifjiPvobr- ïaemfteoogh-witwas. . Hier om nam ick voor mijn Vriend Moran te verlaeten , ende alle nieuwe intdeckingen van Ongeloovige Indiaenen te laeten vaererv'foo wel als alle ndere diergelijcke moeyelijcke endepeniblefaecken, 'm dewekke mijne ge- Mitheyd ende leven m groot gevaer konden geraecken, en datfonder een&h ut als een weynigh aenfien ende ydele glorie in dat Landt • Hierfienwy evenwel vooreerft, dekleynemaghtderSpäiÄiaerdenindie uartieren, welcke, foo groot eene commoditeyt konnende trecken uyt de Mnmunicatie van de Provintien van Vera-?a^ ende \ucatan, doch noch noyt eletuflchen-Ieggende Indiaenen hebben konnen dempen; ende ten anderen etreghtemotivdatfooveeleGeeftelijcken daer als Hemel ende Aerdedoet ewegen, om eemgc Indianen te bekeereri; te weten yydeleeereénde werek- iie middelen , ende het eerfte van defe twee was het dat Moran , Mt Indi- ïnfrïie kinderen , die van ongeloovige Ouders -geboren waeren-y fonder haer -vorens te onderrighten , dedc doopen , alleen om dereputatie van foo veèle leophyten te hebben gemaeckt, te verkrijgen , en wat het tweede belaneht , ygafmy niet duyfterlijck te kennen, dat de hoope van Gout-mijnenteont- ecken, hemalkdegevaerendeedeveraghten. t Te HET 3i8 III.Boeck. VoyagievanTloomasGage XX.Caf. HET XX. CAPITTEL. Motiven die den Autheur bewegen om de Indiaehfche Tdéle op . bet Landt tegaenleeren. Hy verfoeckt fulcks aen den Tro- vinciael diehet hemtoeftaet. Hyvertreckt van Guatimala ende komt tePeupz.Jaloufte tuffchen de oude ende de nieuwe Rejigieufen. Denjiutheur wertfeer wel in de Indiaenfche [^dejeonderright,, ende neemtwacker toe. Hy begint te Tre- dicken, ende wert volmaeckt in die Taele. Hy wert T aftoor van Mixco ende Pinola. Op wat voorwaerden de *Prie- fters op de dorpen werden ge fonden. Rijckdom ende derteU xfeeydvawde> Religieufen in Peru . Onder fcheyt tuffchen de ^ReligieufenyanPwüende van Mexico. Befchrijvinge van ^étjnkomen desTr ie fiers van Mixco ende Pinola, 't welck den Autheur Jeer klaer, naech ende kort voorftelt, waer uyt men kan befpeurenhoerijckelijck 3 weelighendedertel jyaldaer ' r even als hier de 'Princen ende Vórften 3 konnen Ie* ven. 'Den ^Autheur treckt meer \dan (fes düyfent guldens ^Jaerlijcks van twee 'Dorpen. Hy informeert Jich op hetgee- ne hy daer van Jaerlijcks moefte uyt-keeren 3 ende accor- deert op elf honden ende vijf ende twintig guldens. Hy koopt een Muyl-efeL Hy fchrijft nae S'paignien om fijne verlofftn- ge, maerkrijght [ober èntr ooft . Hieropfoeckthyheymelijck door tegaen, dat mede nietluckenwil. Hy geeft ft ch over aen de Goddelijcke voorfienigheyd. Sprinck-haenen. Haert gedaente ende meenighte. Groot e fchaede door haergedaen. CMenfchen ende Beeft en lijden door haer groot ongemack. Sy bederven de Indigo , S'uycker ende de Tarwe. Reme- dientegens defe plaege aengewent, waer door fy eyndélijck --verdreven worden, 'Defe plaege was niemant voordeïigh dandeTriefters-, T>och door fuperftitieufe ende godtlofe middelen. Blind by -geloof der fyaenfch e, Tabardiilo, een pefti- IIIJBoECK. € DoordcS , faenfcheW r eJI-Indien,'XK£Av. 32.9 pftilentiale koortfe. Gevaerlijckeuyt-wenkingen daer van. T>ie den Autheur door Gods hulpevntgaet, 't (jet al Mr doo- dcn daer door gefiorven in Mixco ende Pinola , doet den Autjoeur duyfient guldens winnen: Middel aengewent om aen de S'chattinge door defierfte niet teverliejen. Qngemèe- nenfwaeren regen ende fchrickelijcken donder. Droevige gevolgen daer van. Groot gevaer des ' xAuthetirÈ nythiï wdckhem Godtgenaedelijckredt:Voordeélujt liet onweder 'gèirocken. Truxillo in Peru door Aerd-bevingeverfonc- ■ken. Pinola anders in de htdiaenfche Taele Pancac genaemt, Befchrijvinge 'van het ongedierte iSligua mde fijne gevaerlijcke e ffe tien. Middelen om die te ontgaen. T>e Indiaenen fijn daer vry van. 1>en Autheur raeckt door een Kiguz in groot pericuL Hy betraght in dit fijn werckGodts eer e. Ptjngoedtvoor- wmm omtrent de Indiaenen 3 ende fijne liefde en gene gent- heydmloaer. S'eecker Indiaen werf door fijn Mee fier feer mis handelt. T>en autheur doet den felvenfiraffen. Hy raeckt daer door in lij f s -gevaer , doch doet daer over weder Jïraffe oeffenen. ; ;. A Lsick nu om de voorverhaelde redenen hadde : voorgenomen my met ƒ-% geen nieuwe ontdeckingen meer te bemoeyen , foo geloofde ick dat'er L X niet beter voor my te doen ftonde, ende dat ick mijn tijdt nergens in litter foude konnen hefteden , dan in het leeren van een van de Indiaenfche Ta- :n } ende dat op een van de Dorpen omtrent Guatimala-géegen zijnde , door ien defelve doorgaens rijck ende weeligh waeren , zijnde de In woonders van ;n feer goet naturel , feer genegen om haere Prïefters, in alle behoeftigheden te ulpe te komen , ende eyndelijck feer onkundigh in de voornaemfte Articulen es Geloofs ; Iekdaghte dat ick haer hierin feer foude konnen te reght helpen , aer een vafte ende fuyvere leere inplantende, ende haer den gekruyften CHRISTUS , als den eenigen Autheur van haere faelighey t predicken.de ende oproogen {lellende. ' ft'z Ick Motivea] die den Autheur bewegen om de In- diaenfche Taele op hét Landt tegaen leeren. f^SSP Hyver- foeckt fulcksaen denPro- vinciael die het hemtoe» ftact* Hy ver- treckt van Güatimala. endekomt te Tetapa. Jalou-fie tufïchen de oude ende nieu- we Reli- gieufen. Den Au- theurwert feer wel in de Indi- aenfche Taele on- derright en neemt 330 III. Boeck» t^oyagk vanThomas Gage XX. Cap. lek hadde foo groot een vertrouwen op de gonfte Van mijne Vrienden,dat ick my yerfeeckert hielde-, dat ick metWeyne moeyte, de Plaetfe die ick wilde, uyt alle deómliggende vah de S'tadt van Güatimala foude mogen uy t-kiefen , in de welcke ick alles tot mijne Reyfe naeEhgeland noodigh foude konneii bereyden , ende alle verdere mefures nëmën; jek kondeuyt defelve ookopSpaïgnïen fchrij- ven , ende jaerhjeks , veel beter, dan op andere Plaetfen , befcheyt krijgen. Ick maeckte dan die mijn voornemen aen den Pater Provinciael bekent . de- felve bêvont fieh doe te Güatimala^ ende (lont my mijn verfoeck äenftonts toe , my raedende, myin deTaeJe PowÄigenaemt, téoef&nen, van defelve hadde ick eenige kleyne begintïelen in de Provincie van Ver a-P a% geleert , ende fy is feer in ende omtrent de Srädt Güatimala in het gebruyek, foo wel als in de Provinciën Van Vera-Pa^ ende van St. Salvador. Hy beloofde dat hy my nae Petapa foude fenden , om aldaer die Taele van een van fijne voornaemfle Vrienden te leeren , defelve was Frater PedroMolma ge- naemt, zijnde van feer hooge Jaeren, ende hebbende een jonger Geeftelijck Perfoon , dan hy was , van noden , om hem in fijn diènft te hulpe te kömen,door dien het Dorp feer groot wassende veele Reyfende Lieden daer door paflèerden. Het -fcheen my als of den Pater Provinciael in mijne gedagten hadde gefien , door dien ick in het by-fonder' feeckere genegentheyt voor die Plaetfe hadde, hebbende Öock voorgenomen hem fulcks te verfoecken. Soodaenigh dat ick omtrent veerthien dagen voor het Feeft van SV- fuan , van Güatimala nae Petapa vertrock -,. dat omtrent fes mijlen van daer leght , om my daer neder te flaen, ende de Indiaenfche Taele te leeren. De.Relïgieufen van die Plaetfen , welcke in de Indiaenfche Taele geoefFent zijn >: hebben van defelve Grammatica'es. ende * Woord-böêcken dPctBèSkima- r/4gemaeckT, op dat ; diegeene, Welcke a nae haère dood haere Ambten komen te krijgen, figh daer mede foudënkonnen behelpen ; doch fy willen, 'foo lan- ge alsfy leven , die Taelen aen geene andere leeren , 'uyt vreefe, dat defe haere pifcipujen, nae dat fy een voljkomen.e kenniffe gekregen hebben , haer Men den voet lighten , ende het voordeel , dat fy uyt de Indiaenfche Dorpen genie- ten , ont-trecken , zijnde fy daer als Parochie Priefters beveftight. Defen ouden Molina evenwel , bemerekende dat hy feer oud van laren was, endedaer by cönfider^èfeïidedë liefde welcke fijn goeden Vriend den Pater Provinciael mybétuyghde, en'weygerde mijn gefelfchap ende bv zijn niet, ende hy gaf my feer openhertelijck te verliaen het geene hy . in veele Taeren a in de Taele Poconchi geleert ende aengemerekt hadde. ib Hy/gafmy dan een kort eude bondigh begrijp , vanalledeeerftebegintfelen vandieTaeie, welcke meeftin het conjugeren ende declinerenbeftonden^ het welckerek feer gemackelijk in de eerfte halve maent, die ick by hem Was,leerd^ de j Daer op gaf hy my een Diiïionarnim van Indiaenfche woorden . op dat ick dat van buyten foude leeren, ende foo eyndelijck fonder boeck konnenftu- deren tot dat ick bequaem foude zijn \ om voor de Indianen te Predicken ; ick nam hier nae feer toe door het meenighvuldigh difcoureren ende confereren met ■lllüOY.CK.VDmdeSfaenfcheWeftJndiën. XX.Cap. 331 met de Indiaenen, behalven dat ick noch mijne ftudie in het byforidervoort- fette. ■ ;' . Ses weecken hier jiia^maeckte Molina feeckere kleyne vermaeninge in die Taele, hyleyddemj/défelveuyt, ende begeerde dat ick die van buvten foude leeren, het welcke ick deede, ende ick fprack die in het openbaer voor de Gemeente uyt op den dagh van St. fago. Tegens den vijfthiendenAugufti daer aen volgende ftelde hy noch eene an- dere Predicatie inde Spaenfche Taele op, hydeede my die in de Ind'aenfche overfetten, verbeterde daer in het geene hy oordeelde dat verandert moefte worden, ende als ick hier door moedt ende couragie hadde verkregen,, vreef- de ick in het toekomende niet meer, ommy in het openbaer voor de'lndiae- nen op den Predickftoel te vertoonen. Ick volhardde in het doen ende maecken van defe vermaenWen ofte kleyne Predicacien totaenSt. Michiels dagh toe, de Indiaenen leer?nde het geene datick,metfijnehulpe, uyt het Spaenfch hadde overgefet, totdat ick alleen met de Indiaenen kondeconverfereu ende fpreecken, ende mijne Sermoenen 'fel vé maecken. Als nu den dagh van St. Michiel gepaiTert was,' bevonde figh Molina feer wel vernoeght over de ïnftru&ien die hy my gegeven hadde , iiende dat ick in foo weynigh tijds, foo feer in die taele hadde toegenomen , hebbende ick maer drie a vier maenden, in defel ve, onder hem geftudeert . Hy fchreef dan aen de Provinciael, om hem te kennen te geven , de moeyten welcke hy, ommy te onderrighten, hadde genomen , daerby voegende/dat fijne arbeydt wel gefuccedeert was, ende hem verfeeckerende dat ick voortaen capabel Was om de Indiaenen alleen te beftueren ende voor haerte Predicken hem" biddende my eenigh Indiaenfch Dorp ofte beneficie in het (dve toe te leggen, door Welck middel , mits in -het Predicken volhardende , ick , het geene ick geleéfdt hadde, foude konnen oefFenen , endeinde kennifiè van die taele frelcke ick foo gemacklijck hadde geleef dt , toe-nemen. De Provinciael, die altoos mijn vriendt hadde geweeft, behoefde-men niet feer te bidden, om aen my fijne goede genegenthey dt te betuygen , ende hy gaf my aenftonts laft om in de Dorpen van Mixco ende Pinola te gaen , ende forge voor de Indiaenen in die plaetfen te draegen , mits alle drie maenden reecken- fchapvan mijn ontfangh gevende aen het Convent van Guatimala, aen het welcke die geheele Valeye behoordt. Alle de Indiaenfche Dorpen , foo wel als de Indiaenen die daer in woonen , aehooren onder feecker Convent, ende de Religieufen die daer in fijn, moeten \ lenhaere Superieurs, reeckeningedoen, van alle het geit dat fy overbehou- äen , nae dat fy haer nodigh onderhoudt , ende dat van haei-e Dienaeren daer rah hebben af-gehonden , ende het geene dan daer van komt, werdt door de Superieurs tot de béhoeftigeden van het Convent aengeleght. ^ DefeOrdreisinPeranochnietinhetgebruyek, wantvanalle de Religieu- u dieeenigebeneficieninde Dorpen hebben, jtaet'er niet een onder het Tt z Cloo- wacker aen. Hy begint daer in te Prediken; En wert volmaekt indieTae- le. Hywert Paftoov van Mixcé- ende Pi- nota. Op wat voor- waerden dePrie- ftersopcle Dorpen werden gefonden, Rijckdom ende der- telheyd vandeRe- ligieufen in Pent. Onder- fcheyt tuf- fchende Religieu- fen van Perwende van Mexi- Befchrij- vinge yan het inko- men des Priefters] \zn Mixco ende Vino- /a,welck den Au- theurfeer kiaerlijck naeckten- dekort voorftelt, waeru)'t men kan befpeuren hoerijcke- lijck, wee- Ifgh ende dartel fy aldaer, even als feierde 332, III. Boeck. Voyagie vanThomas Gage XX.Cap. Cloofterj- ende fy behouden voor haer alle het geene dat fy konnen krijgen; In tegendeel trecken fy weder niets uyt haere Conventen , ende fy fijn gehou- den , figh , op haere eygene koften te kleden ende te onderhouden :,• Hier door is het, dat de Religieufen van Peru de rijckfte van alle cjeïridiè'n zijn , fy leven daer als Heeren , ende fpeelen in het openbaer met dèlcaerten ende de dobbel- fteenen, fonder dat'er yemant is, die haer Ailcks belet. Doch hoewel die van Guatimala, van Gttaxaca ende van Mexico genoegh hebben om van te leven, jae felfs meer dan wel voeght aen lieden van haere Pro- feffie, foo mogen fy doch evenwel, even als die van Peru , niet difponeren van het inkomen van haere benenden , want fy fijn gehouden aen haeren Superieur uyt telceeren het geene fy boven haere verteeringe over behouden, ende die fendt haer maendelijck een Boutkha met. Wijn , in dewelcke ander-halve Arroba gaet, daer toe jaerlijckfch een nieuw habijt, ende de andere dingen tot " de kledingenodigh zijnde. Het was dan op dek voor- waerden , ende onder bedingh van defe dependen- tie,datickgefondenwierdeom voor de Indiaenen van Mixco endePwo/d té gaen Predicken , menlighte, om my te helpen , feecker out Religieus » die . nu bynaetaghtighjaeren hadde, daervandaen, ende men deede hem , om voortaen in rufie te leven/ weder in het Convent komen, door dien hy fijn Ampt niet meer konde bedienen, moetende hytwee Dorpen waer nemen, -die drie mijlen van malkanderen laegen. Het inkomen dat ick in die twee Dorpen genoot, jaëvens de Offerhanden endedeReghten, die ick van de Indiaenen ontfingh, beftont in de volgende dingen. Ick ontfingh alle maenden te Mixco twïntïgh rijcks-daelders , ende te Pinola vijfthien , defelve wierden my feer promptelijck betaelt door de Alcaldes ende Regidors, eer dat de maendt ver-lopen was. Om defe betaelinge te vinden befaeyden de Inwoonders een groot ftuck Lands met tarwe ofte Mai% y ende fy teekenden in haer publijck Regifter aen , hoe veel mudden daar van waeren gekomen, ende wat geit fy daer voor had- den ontfangen j Ick moefte oock maendelijck in het felve aen teeckenen , wat ick van haer hadde ontfanghen , dit ftreckte haer voor quitantie , ende ten eynde van hetjaer brengen fy haer Regifter aen feecker Bediende 3 die door het Hof van Guatimala daer toe geftek is. Behalven dit tradament hadde ick in yder Dorp, van de Gebroederfchap- pender Af-geftorvenen, yderweecke, twee rijcks-daelders, om een Mine tefeggen, voor die geene die in het vagevyer waeren; Noch op elcke eerfte Söndagh des maendts twee rijcks-daelders te Pinola* van wegens het Gebroe- deifchapvanhetRofen-hoedeken.vande Maghet Maria, ende oock" foo veel te Mixco ,te weten, mede alle maenden /twee rijcks-daelders van yderGe- broederfchap , foo van Indiaenen, Spaigniaerts als Negers. Noch hadde ick maendelijck twee rijcks-daelders van yder Gebroederfchap van het waere Cruyce, ende foo veel te Mixco van een ander Spaenfch Ge- broe- a^HEmsi^^^E^ IH.Boeck. VoordefyaenfchefFeJlJnM'n.XX.CAP. 333 broederfchap van St.NicoUm Tolentmu^ende oock twee /ucU-AzrUm «^ fj* o • £„«™ , f °a- ? r^PJ'Jym-gediertealswafch-keerfTen- dit bedroegh nenleyen, feeckere^datickdefelve, eer de maendt om was , inmijnebeurfefoude heb- nÈ\ n °f f 2 nd l rtetel j enhet f g eeneic k I ' i e^ovengefeghthebbe, datvande Beelden der Sanótenende Santinnen komt, welcke geduÄMMfiS 2 ÄÄ^ endeanderedingen, ^bLcvicldaggSifi JIÄÄ.^ hetgee !J e kk Uyt ¥ e tWee Dor P en trock > aI ee « '«* confi- derabile fomme importeerde , want daer waeren achthien Beelden ofte Schil- deryen van Heyligen teMi^endetwintïghteP^, ick trock van elck Van ÄnÄ Wannee [ ha£r Feeft S £viert wierde > foo £S Miileendehet Sermoen tefeggen, als om de Proceffie ofte omganck te doen de h t?voor^ eV R ge u ej de ™-enen de C^ 0} ende d § e OflcrÄ ^E evlei 'G ebroe ^r^^ van dewelcke'er drie teM^ oe ndeeenteP;^waeren, gaven my op de vijf voornaemfteHoogh- S itlr/f nhet J aer y derv f^^-daelder Sj teweten twee om de MirTe dien Efe twee andere voor den dagh die daer op volght, welcke fy den in h J r 1 Tct U T ,T emen ' ™° r die g eene ä de/afgeftorven zijnde . in het Gebroederfchap hadden geweeft, en hier door hadde ick boven de Of- ferhanden, endegefchencken foo vanPluym-gedierte, Giawalsanderfinrs, meer dan taghtighRijcks-daelders alle Jaeren ^noannts, V,?a e r eQ Gebroederrdla PPe» van het waereCruyce, braghtenmyophare Feeft-daegen, waer van de eene op den 3. May, ende de andere op den 14. September voorvalt yder vier Rij cks-daelders, om op dien dagh de MiiTe te feggen, foo veel oock .voor het Anniverfarium , ende twee Rij cks-daelders op ' yder Vrydagh in de Vaften, welcke ten eynde van het Jaer twee ende veer- tigh Rijcks-daelders uyt-maeckten , ende alle dat ick tot nu toe genoemt nebbe, was myalseenfeerverfeeckerde Jaerlijckfche rente in die twee Dor- - Doch het/oude een feer verdrietige faecke wefen, fooick wilcfe verhaeletj Slleswatdatick buyten dat door toe-val kreegh 3 De Offerhanden die men op Kers-tijdt in die twee Dorpen deede , bragten my gemeenlijck veertigh Rijcks- gaelders op j die men op den witten donderdagh ende den goeden vrydagh gaf,. hondertRijcks-daelders 5 die van Aller-Heyligentaghtigh, ende veertigh die geene, die men op Vrouwen- Light-milTe gaf. .^Hier by hadde ick noch het geene datmen op den dagh van de Inwi jdinge van feDorp offerde, want als dan ^uaemen alle die op het platce landt woonden daer Den Au- theur trcckt meer dan fes duyfent guldens jaerlijcks ■vantwee Dorpen. Hy infor- meert figh op het geene hy daer van moefte uyt-kee- ren. 334 IILBoeck. Voyagie vanThomas Gage XX.Cap. daer hare devotie plegen, dir was my in gek ende Wafch-keerfTen tachtigh Rijcks-daelders te Mixco waerdigh, ende meer dan vijftich te Pinda. De Communicanten yder een^Reael gevende, leverden my 3 in beyde de Dorpen, ten.minftenduyfentReaelenuytjèndedeBieghtïngenin de Vaften, waeren my mede wel foo veel waerdich , behalven de Oflferhanden van Eyeren, Honigh, Cacao , pluym-gedierte ende Vruchten, oock noch boven datmen twee Raelen voor yder Kindt dat gedoopt wierde gaf, twee Rijcks-daelders voor yder paer dat troude , mede foo veel voor yder lijck dat begraeven wier- de t behalven dat fommïge op haer doodt-bedde ordonneerden datmen thien ofte twaelf Rijcks-daelders foude geven, om fes Miffen 3 nae haere doodt, voor de ruftehaerder zielen te feggen. Hier uyt kan menoordeelen hoe leuy ende lecker een leven de Religieufen in dat Land: hebben, ende hoe veel mïddelen'er voor haer fijn om rijck te worden, want het inkomen van de twee Dorpen Mixco ende Pinola is veel minder dan dat van Petapa ende Amatitlan, welcke mede in defelve Valey.e gelegen zijn, ende noch werden op verfcheydene andere Plaetfen veel meer Offerhanden als daer gegeven, ende evenwel braght my mijn kleyntje, met de Offerhanden ende het geene men in de buffen ftack , nevens de gefchencken diemy de Indiaenen, als fy myquaemenbefoecken, gaeven 3 ende het gek van de extraordinarie Miflen , meer dan twee duyfent Rijcks-daelders Spaen- fche munte op , ofte ten minften fes duyfent guldens aen geit. Ick aghte dat ick op dat Beneficie beter foude konnen leven ende meer profijt ende voordeel doen dan in het Convent van Guatimala , al waer ick anders niet doen konde dan mijn hooft breecken meteenige Theologifche queftien, ende daer toe het toe-j uyechen van de Studenten hebben , maer voor de refte wey- nigh geit winnen y waerom ick evenwel , foo wel moefte dencken , als alle de andere die van mijne Ordre waeren , te meer , om dat ick voorgenomen heb- bende om wederom nae Engelandt te keeren, weynigh byftant geduerende die lange Reyfe hadde te genieten, en door dien ick mijne Vrienden in dat landt foude laeten , foo moefte ick dencken dat mijne befte Vriendt, om my te Landt ende te waeter te verfellen, mijn gek foude zijn. Het eerfte dat ick deede , was dat ick my informeerde , by middel van de Re- gifters van den ontfangh ende uy tgift van ons Cloofter te Guatimala , wat mijn naefte Voor-faet ende de andere die daer eer dan hy ge weeft hadden , had- den gegeven aen het Convent van wegens de Dorpen Mixco ende Pinola, op dat ick mijn leven foodaenighmoghteaenftellen, dat ick mijne uytgift ende ver- teeringe wel reguleerende 3 ende eerlijckende loffelijck levende, evenwel het foodaenigh foude konnen ftellen , dat die van het Convent my fouden bedanc- ken , meer van my treckende dan van yemant die voor my daer geweeft hadde. Ick bevondt dat mijn Voor-faet niet meer dan vier hondert Rijcks-daelders voor fijne reeckeninge hadde gegeven, ende dat men in het gemeen tevooren weynigh meer voor die twee Dorpen hadde uyt-gekeert.. Hieropnamickopfeeckeretijdtgelegentheyt, met den Prieur van Guati-. . . - ■: mälA IH.BoECK. 'DoordeS'aenfcheWeft-Indiën. XX.Cap. 335- mala fpreeckende van hem te vraegen , hoe veel hy begeerde dat ick hem jaer- üjckfch foude geven, foo lange als ick in die twee Dorpen foude woonenj hy antwoorde my, dat hy , wanneer ick foo veel gaf als die geene die daer voor my bewoont hadde, my bedancken foude, ende niet meer afvorderen , ende dat ick, het geene ick meer trock üvt die twee Dorpen , voor mijn felfs foude mogen behouden om boecken, fchilderijen ende Cacao te kopen , tot mijne Chocolate, ende om mijne Muyl-efels ende Dienaers te onderhouden. E , Ick antwoorde hem dat ick in die plaetfe in eer ende aenfien hoopte te konnen C o r ƒ* ~ verblijven, ende evenwel aen het Convent meer uytkeeren dan yemant die ope i f 3aer voor my ge weeft hadde, ende dat ick my vrywilligh onderwierp van dat hondert Beneficie verfteecken te werden, fooick niet jaerlijcks vier hondert ende vijf- endevijf cighrijcks-daeldersaenhetClooftergaf. ende Hier op bedanckte my den Prieur feer hertelijck , ende verfeeckerde my , dat twintigU lymy aen Wijn geen gebreck foude laeten lijden, maer dat hy foude forge guldens, Iraegen, om my die alle maenden , ende alle Jaeren kleederen roe te fenden , het yelckemy veel geks deede fpaeren , ende hier door vondt ick my rijckelijeken roorfien van alles datick nodigh hadde, foo lange als ick in Indien woonde. Hier uyt kan men befpeuren , hoe dat een Religieus, die in America met een Beneficie is voorfien , daer met de inkomfte van vij fa fes duyfent guldens jaer- ijckfch kan leven, fonder dat fijn Wijn ende klederen hem y ets koften , behal- en foo veel gefchencken als hy van Pluym-gedierte krijght , ende den geringen >rijs van het vleefch, want men koopt daer derthien ponden OfTen-Yleefch voor wee ftuyvers ende een halve, endemenkan^ienckenof hy dan noch niet ge- loegh over behoud om fijn vermaeck te nemen , ende om Muyl-efels, Tapij- en , Schilderijen , ende Cabinetten te kopen , ende felve defe laetfte met pifto- etten ende ri jcks-daelders vervullen , om met defelve te Madrid te handelen , :nde by gevolge een goedt Bifdom te kopen, gelijck als'fv meeft alle doen. Het eerfte dat ick deede, na datick in die twee Dorpen beveiligt was, was dat Hy koopt :k forge droegh van een goede Muyl-efel te kopen,die my van het eene Dorp in een Muy 1- let andere foude konnen brengen , wanneer de noot fulcks quam te vereynchen. efeI • Ickvont'er wel haeft eene 3 voor-dewelcke ick taghtigh rijcks-daelders gaf, lefe diende my feer wel om de Valeye vaerdigh te door kruyflên , ende om die Irie mijlen, welcke defe Dorpen van den anderen fijn gelegen , af te leggen. Hoe wel mijne voornaemfte ftudie in die plaetfe was, de Indiaenfche Taele Hyfchrijft olmaektelijck te leeren, op dat ick tot de Indiaenen Predickende my wel foude nae Spai- onnen doen verftaen , foo bleef evenwel altoos vaftelijck by my befloten weder g? ien °n» a Engeland te keeren, ende tot dien eynde arbeydde ick, om daer toe mijn con- fi '" e ve » int van Romen te krijgen ofte wel uyt Spaignien, ende dat door middel van fe- *°# n ge> erCapiteynJ/i^örö^Z4/;^genaemt,hywaseenSiviliaenfchCoopman,en- ™ a 5 r ^. , ie meefter van een Schip,dat in het eerfte Jaer in het welcke ick te Mixcobewe- , r!,s * igt wierde, Koopmanfchappen voor de Stadt van Quatimala mede bragte. ïckfchreef aen mijne Vrienden in Spaignien, doormiddel van defen Capi- ïy n, die dickmaelen door de Valeye van Mixco paficerde , oock kreegh ick ant- woordt, maer met kleyne faus-fa&ie op het geene ick van haer vsrfoghte. Vv Dé :ren trooit Hierop foecktny heymelijk door te gaen , dat mede niet lücken wil. Hy geeft ilgh over aen de Godde- lijke voor- fienigheyt.. Sprinck- haenen. Haere ge- daenteen menighte. Groote fchaede dooi' haer gedaen. Menfchen ende Bee- ften lijden door haer feer groot onge- mack. Sybeder-" ven de In- digo i Suycker ende Tar- we. 336 III. Boeck. Voyagie vanThomas Gage XXXap. De vrientfchap welcke ick met die Capiteyn gemaeckt hadde was foo groot, dat ick hem mijn voor-nemen ontdeckte , ende te gelijck badt , dat hy my met hem nae Spaignien foude willen voeren, my in fijn Schip verbergende,- doch hyweygerdefulcks, my verwonende, dat, indien hy fulcks deede, hy figh in groot gevaer foude ftellen, byaldienmen daer over aen den Prefident van Gitatima/akhghtighvkly raedendemy te blijven daer ick was, endemy van geit te verforgen , op dat ick , als ick mijn af-fcheyt foude gekregen hebben, met eere ende refpecl foude konnen wederom keeren. Siendemy dan gedwongen om in dit Landt te blijven, nam ick voor, my aen de voorfiénigheydt GODTS over te geven, welcke wel foude weten middelen uyt te vindenom my van daer te trecken.ten tijde als het hem tot Sijnq eere ende mijn wel-wefen foude nodigh zijn. Onderwijlen bleef ick noch vijf Jaeren in die Dorpen van Mixco ende PinoUi ende ick hadde in defelve gëlegentheydt om veel meer geks te winnen » dan yemant van alle die daer voor my geweeft: hadden, hadde gehadt. Want in het eerfte Jaer dat ick daer quam fondt GODT over dat Landt eene van dethien plaegen van Egypten , te weten die van deSprinck-haenen , welcke men te vooren noyt in die Landen hadde geilen. SygeleeckenfeerwelaendeEuropifche'Spnnck-haenen, maer fy waeren veel grooter, ende fy vlogen gelijckelijck aen troupen , ende dat ten foo grooten getaele, datfydehightverduyiterden, ende de Sonne beletten fijne ftraelea op den grondt te fchieteq. Men konde alle de plaetfen op de welcke fy gevallen waeren bekennen , ende men fagh daer niet dan deteeckenen van vernielinge ende verwoeftinge, want fy aeten niet alleen de Tarwe op, maer oock de blaederen ende de vrughten van de Boomen; fy vielen op defelve ten foo groot een getaele, dat de tac- ken, daeropfyfaeten, door haer ge wighteaf-fcheurdden, endevandeftam- me des Booms fcheyddem De groote wegen waeren geheel daer door bedeckt, foodaenigh dat fy de Muyl-efels die door het Landt gingen , op yder oogenblijck deeden verfchric- ken, door dienfy, door haer vliegen, geluydt aen, haere ooren maeckten* ende haer aen de beenen ende het lijfkittelden. Het ftaetmy feer wel voor, dat ick, door de Valeye reyfende, daer door feer ge-incommodeert wierde, ende foo ick geen maske ofte mom-aengefighte,. met glaefen, op de plaetfe der oogen , befet , gehad hadde, foude het my niet mogelïjck fijn geweeft mijn wegh te vervolgen. De Boeren die aen de Zuydt-zijde woonden , klaeghden dat haere Indigo; welcke noch groen was, ftont om t'eenemael door die Sprinck-haenen ver- meldt te werden. Die geene die het Suycker-riedt planten , feyden oock, dat de Suycker- rieden , die doe alle noch teder ende weeck waeren , het Mve gevaer liepen, doch voor al was het een beklaegelijcke faecke te hooren , het kermen van de Huys-luyden van de Valeye in dewekke ick woonde, vreefende fy dat alle È I m jp 1 1 I -- £*> m i I IÏI.Boeck. ÏÏwde$faenjcheWeft-Indïên.y&.CAv. $l 7 alle haere Tarwe in eenen naghc van defe Sprinck-haenen foude op-gegeten Door dien defe faeclce het gemeene welvaeren raeckte, foa verplichte fy oockde Magiftraet, om alle remedien daer tegens in het werck te ftellen , die fy immer bedencken ofte verlïnnen konden. Men deed ten dien eynde , alle delnwoonders der Dorpen in het velt gaen , voorfien zijnde met Trompetten ende andere diergelijckelnftrumenten, om haer door het gerughte ende geraes te verfchricken , en haervandeplaetfe, daer fy de meefte fchaede deeden , te verjaegen , het welckefeer wel geluckte , want het was een verwonderens-waerdige faecke te fiemhoedanigh fy wegh vlo- gen , als fy het gerughte van de Indianen boordden. Op wat plaetfefyoock neder- vielen, het fy op het Geberghte, op de Vel- den , ofte op de weegen , lieten fy haeren jongen , welcke langhs de aerde kro- pen, ende defelve met een tweede plaege, tegens het volgende Jaer dreygh- den, maer om fuleks te voorkomen, beval men de Boeren, langegotente maecken , om die , daer in , te begraeven. Door dat middel, ende door veel arbeyts endemoeyte, welcke de arme [ndianen aen wenden , wierde dit fchaedelijcke Ongedierte , eyndelijck nae de Zuyd-Zee gedreven , in defelve vonden fy haer graf in de waeteren , op defel- ve tijde als haere jongen dat op de aerde kregen ; ende doordien men die niet alle ?P E en ende detäve tijdt begraeven konde, foo bleven'er noch eenige ovjpngh, doch alfoo het getal van defelve niet groot was, foo faghmen fy alle niet deeden Vv 2 dan Remedien tegens de- fe plaeg« aersse- wenr Waer doorfy eyndelijck verdreven worden. Defe plae- ge was niemant voordelig dan de Priefters, Doch door Su- perftiti- eufeen godtlofe middelen. Blind by- «eloof u w® I >V2 derSpaen- fche. TabarMllo cenPefti- lentiale koortfe. Gevaer- lijcke uyt- werckin- gendaer van.. Dieden Autheur door GODTS hulp ont- gaet. Getal der dooden daervan iriMixco ende Tino- ladie den Autheur duyfent guldens doen win- nen. Middel aenije- vv&atoitt 33^ III. Boe ck. Foyagie vanThomas Gage XX.Cap. dan Miracul roepen , ter eeren van onfe Vrouwe ende St. Nicolatir Tolentinus > oock deeden fy Miffèn feggen , om de geloften , welcke Cy geduerende het ge- vaer van de Sprinck-haenen , hadden gedaen , te.betaelen, foodaenigh dat haere devotie y indiegelegentheyt, my noch veel meer geit toebraghte, dan het geene ick gewoon was van de Gebroederfchappen , daer ick boyen van ge- fproockenhebbe, teontfangen. Op het volgende Jacr wiert het felve Landt generalijck door feeckere fieck- te aengetafb welcke by-nae foo gevaerlijck ende befinettelijck , alsdePeite, was , fy noemen defelve Tabardillo , het is een foorte van koortfe , welcke men in de ingewanden gevoelt, ende die felden langer dan feven daegen duerdt, want fy doet de Menfchen gemeenli jck op den derden , ofte op den fevenden dagh, fterven. De quade reuck ende de ftanck,die uyt de licchaemen der fiecken waeflèmde, was bequaeiibom te infecteren ende te befmetten,niet alleen die geencdie van den Huyfe des fiecken waren, maeroockdiehemmaerquamenbefoecken. Sy deede de mont ende tonge van die patiënten verrotten, ende maeckte de- felve foo fwart als houts-kool , eer dat fy quaemen te fterven. Daer waeren weynigh Spaigniaerden met die gevaerliJ€ke fieckte befoght* doch de Indianen , hadden die , in het generael , alle. Men feyde dat fy haer hadde beginnen te openbaren op de omliggende Hoe- ven van Mixco , ende fy haer van daer, van Dorp tot Dorp , tot aen Guatimala toe hadde verfpreyt, ende naemaels noch aen geene zijde die Stadt , even als de Sprinck-haenenin het voorgaendejaer, welcke uy tMixco gekomen zijn- de , fich door geheel het Landt hadden uy t-gebreydr. Ick befoght veele Perfoonen , welcke , door die fieckte gequelt waren , fon- der yets anders voortnijne gefontheyt te gebruycken , dan het ruycken aen een neus-doeck, diemetafijnbefprenght was, waerdoorick, metGODTS genaede , dat gevaer ontginck , daer veele andere daer aen ftierven. In Mixco begroef ick negentigh Menfchen, ende meer dan hondertin Pinota, ende van alle die boven de aght jaren out waren hadde ick twee rijcks-daelders i om eene Miflè , tot verloffinge van haere zielen uyt het Vagevier, te feggen,foo dat ick daer van 3 in minderdan fes maenden tijds , vier-hondert rijcks-daelders trock , ende daer door , foo wel als door de Sprinck-hanen , kreegh ick middel , om in twee Jaren tijds,mijn Capitael merckelijck te vermeerderen,foo als oock alle de Priefters van de na-buerige ende by-gelene Vlecken ende Dorpen deden.. Maer men moet fich niet inbeelden dat ick,door dien'er veelePerfonen in defe Dorpen ftierven,des te minder van mijne gewoonlijke Offerhanden trockwant de Heeren van die twee Dorpen droegen daer op de volgende wijfe forge voor. Om dan van de Schattinge,welke fy voor defe Peftilentiale fieckte getrocken hadden , niet te verliefen , deeden fy , na dat die ge-eyndight was 3 alle de India- nen tellen , ende fy dwongen alle die geene , welcke twaelf Jaren gepaflèert wa- ren , tot denHuwelijcken itaet te treden ; dit was , voor my , weder een nieuw middel om geit te krijgen, want van yd«if Huwelijck hadde iek tweerijcks» ëael- 12^ ÏII.Boeck. T)ocr de fyaerifcheWeft-hdïcn. XX.Cap. 339 daelders boven de Offerhanden , ende door defe occafe trouwde ick ten minften aen de taghtigh paeren aen malkanderen , het welcke my een Teer goede fomme op- Schattinge bragt. door de Dit waren noch niet alle de plaegen van dat Land ; want nae die Peftilentiale fterfte nie * fieckte viel den regen in dat Land foofwaer, dat de Huys-lieden niet minder "verliie- . daer door te gemoet fagen , dan de totale ruïne van haer Koorn.. fen * Een maentlanghgeduerende,wierde alle dagen, op den middagh , delught Ongeme- foodaenigh door wokken betogen, die foofwaer ende duyfter waeren , dat het ne" fwae- light der Sonne daer door niet alleen verduyfrertwierde, raaer fy deeden foo ren regen fwaer een pias-regen op de aerde vallen, dat da'er door veel Koorn verniel t,ende ende veel Huyfen van de arme Indianen onder de voet geworpen wierden, ende, dat fchn ' cite hetmeeft te verwonderen was, defe regen was met foo groot een donder ver- |f ,ck , ea feit, dat defelve het geheele Land met een onderganck fcheen te dreygen. donder. Twee Perfoonen in compagnie door de Valeye van Mixeo reyfende , wierden Droevige beyde door defelve , van haere Muyl-efels , dood ter aerde geflaegen. gevolgen De Capelle van onfe Vrouwe van den Bergh Carmel, welcke in defelve Va- daer van * leyeftaetj wierde door den blixem foodaenigh ontfteecken , dat fy tot aen de gront toe af-brande,gelijck cock twee Huyfen aen de Reviere van de Koeyen. Een andere donder-flagh viel in de Kercke van Petapa op het groote AJtaer , hy kloofde de mueren van het fel ve , lopende van het eene eynde nae het ande- re, vernietighde ende maeckte alle de Schilderyen ende het vergultfelfwart, Tonder evenwel eenigh ander quaet te verrighten. Seecker Religieus , in het Convent van de Cordeliers, binnen Guatimala, op? fijn bedde een middagh-flaepje houdende , wierd daer van dood-geflagen, ende lijn licchaem wierd foo fwart als of het in het vy er gelegen hadde , ende des niet te min kondemen gantfeh geen teken van eenige quetfinge aen hem befpeuren. Daer gebeurden in dat Landt in het felvejäer van 1032. veel droevige din- gen , doch GODT befchermde my altoos door fijne groote bermhertighey t , als by miracull Want foo alsickopfeeckereSaturdaghdesnaedemiddagfisvolvananghlr, G o ende van vreefe bevende, in mijne Kamer befigh was om mijne gebeden te yaerdef*" doen , viel de donder op de muer van de Kercke , vlack by mijne Kamer , ende Autheurs doodde twee Kalven , welcke op de plaetfe aen een pael gebonden ftonden , om U y t het- des volgenden daeghs , tot het gebruyek van het Kloofter, geflaght te werden, welcke De blixem was foo dighteby, ende daer toe foo vervaerlijck, dätmijnege- hemGour. beele Kamer in vlarhme fcheen te ftaen, fy wierp my met foo veel gewelt genaede- ter aerde, dat ick een geruymentijdtlängh fcheen dood te zijn, endealsick lijckred- tot mijn felven was gekomen , vontick veele Indianen om mijn licchaem flaen, welcke daer waeren komen lopen , gelovende dat'er tot mijnent , ofte ten min? ftenin de Kercke , brant moefte zijn ontflaen door de kraght desblixerns., Defe donder-vlagen ende dat onweder bragten my al mede veel profijts aen, Voordeel want,foo als ick te voren gefegt hebbe, de Spaigniaerden van de Valeye ende de U y t het Indianen deeden veele Proceffien doen, in dewelcke men déede de Beelden der onweder Vv l Heyli-getrocken, 'Tm%tllo ïn Fmtdoor Aert-be- vinge ver- foncken. De fchae- dediede- feivein CaatimaU deede gs- dijdttot profijt des Aut'heurs." Befchrij- vinge van de Aert- bevingen van Ame- rica. Se er groot gevaerdes Autheurs doorAert- bcvinae. 340 ÏIÏ. Boeck. Vqyagie vanThomas Gage XX.Cap, Heyligen om-draeghen ; dit gefchiede niet fonder geit te geven , wanteen yder braght Offerhanden ende AelmoefTen , op de gewoonlijcke wijfe. Inde Somer, die op de defe volghde , waeren'er boven gewoonlijcke Aert- bevingenj Defelvc vielen in Peru foo groot ende fwaer, datdeStadtTrwxv'/Jo daer door in de aerde verfonck, De aerde opende figh op veele plaetfen , ende vernielde op eenige de In- woonders, welcke in gebeden in de Kercke zijnde , met Kerck met alle door haer wierden verfwolgen. De fchaede die door defelve omtrent GuatimaJa gefchiede , was veel minder* dan die geene, welcke wel op verfcheydene andere Plaetfen voorviel , want fy deede niet dan eenige muyren, die vanfteen indeSonne-fchtjngedrooght, gemaeckt waeren > ter neder werpen , ende de Kercken fchudden ende be- ven; Dit evenwel verweckte een groote vreefe in de InwQonders , welcke voor foodaenigh een ongeluck vreefden , als'er was voorgevallen , weynigh rijdts eer ick in dat Landt quam te arriveeren > ende om fulcks te vlieden ende te ontgaen , begaf fïgh een yder tot de devotie , ende men liet veele MifTen feg- gen j om het gedreyghde gevaer te verwijderen. Defe Aert-bevinghen vallen in America veel meenighvnldiger dan langh- duerigh , want men gevoelt die maer een korten tijdt, maeckende defelve drie verfcheydene beweginghens de eerfte beweeght ter flincker , de andere ter reghter hand , ende de derde fchijnt de aerde weder in haere plaetfe te ftellen. Het is feecker > dat , foo fy lange duerden , daer geen e Toornen > Kercken ofte hooge gebouwen zijn , met hoe groot een konftende forge die oock mo- gen gemaeckt wefen, welcke fy niet tot aen de grondt toe fouden neder-wer- pen. Daer viel'er een voor te Mixco, welcke foo hevighwas, dat hy de Kloe- ken deede luyden , ende den Toorn aen eene zijde overhellen , doch ick was daer ibodaenigh toe gewent, dat ick, dieshalvèn, de moeyte niet nam van uyt mi n bedde te gaen. Maerfybraghtenmy, inditjaer, in foo groot een gevaer* dat ick feggen kan 3 dat ick, fonder GO D TS hulpe, van defelve foude fijn overftulpt geweeft. Want daer quam , foo als ick op feeckeren morgen in mijne Kamer frudeer- de, feer fchielijck eene Aert-bevinge , welcke foo kraghtigh was , dathymy deTaefTcl deede verlaeten om onder een venfter te vlughten ,. vreefendc dat het geheeleHuys* eer ick de trappen foude hebben konnen af- klimmen, foude gevallen ende my vermorfelt hebben. Het venfter was in een feer dickemuer, 'zijnde het felvebooghs- wijfe over- welft , ende foodaenigh een plaetfe j houden de Spaigniaerden voor de veyligh- fte ende verfeeckerfte, in gevallen een Huys komt in te ftorten. Met dat ick onder het venfter mijnfelven hadde geplaeft , hieldtde Aertr bevinge op, ende foo als ick inmijniHvenoverleyddeofickdaerter plaetfe. blijven ÏII.Boeck. VmdefyatnfcUWeft-Indïin. XX.Cap. U i blijvenfoude, ofte wel af-klimmen ende opdevoor-plaetfegaen, fooóver- quam my een tweede Aert-bevinge veel heviger dan de eerfte , foodaenigh dat my fulcks deede vreefen, door diefterckefchuddingen ende bewegingen ver- plettert te worden , of dat ick uy t het venfter foude ter aerde vallen , zijnde het felve wijdt en ruym ende hoogh van de folder, fonder met glaefen ofte hout gefloten te zi;n, volgens de wijfe van dat Landt. Tot foo verre dat, als my fulcks was overgekomen, ick geen minder gevaer liep dan van mijn hooft aen ftucken te vallemofte wel mijne beenen ofteïrmen te breedten , ende in dien ick ter aerde van boven nae beneden wilde fpringen , tookondeicknietonrgaenmytebefeeren, • ? Deverbaeftheyt in dewelcke ick my bevonc, belette my eenfee vafte re- folutie te nemen doch foo als in het midden van dd' Q mijne peFplexiteyt, een derde Aert-beyinge my overviel, benam die my het gebruyck der finnen foodaenigh, dat ick het eene been al buyten het venfter flack, om by gevolge het geheele licchaem te keten af- facken , maer G O D T wedei hielt my , ende deede te gelijck alle die Aert-bévingen op-houden. OpdefewijfebewaerdeGODTmyhet leven twee-maelen binnen Mixco» maer 1 n het Dorp van Pino/a was ick in gevaer van een been te verlieten , ende datdoor een kleyn dierken , dat noch foo groot niet is als een vloy. Het Dorp Pinda werdtin de Indiaenfche taele Pancac genaemt; de eerfte ^ T aems- fyllabevandatwoordtP^is^'ww^oftewgefeght, ende Ozcbeduydt drie ver- oovfpronk fcheydene dingen, als eerftelijck het vyer, ten tweeden een feeckere vrught vanhet welcke men anderfintsG«i^4 noemt, ende ten derden een kleyn foorte van Dor P p/ - gedierte doordeSpaigniaerden Nigua genaemt, men vindtThet felve door n ? la ' a ?" geheellndien, maerveel meer op de eene dan op de andere plaetfe, doch ° eï ' sinde voor al fijn fy meenighvuldigh in die Dorpen endeVlecken, indewekkemen l£^T\ veeleVerkens houdt. lchelaele DeSpaigniaerdenfeggendatveeleSoldaeten vanFrancoys Draeck daer van iTJZ gC ° ftierven, wanneer fy de voet te Uombr^epios aen Landt fetten, ende op het „ % . . hoogegeberghte van St.Paulus, nae de zijde van Pannama klommen. Befchp,- \Vant door dien fy voelden dat de voeten haer jeuckten, fijnde de oorfaec- Zl? g n Van kedaervanaenhaeronbekendt, foo begaeven fy haer om defelve te krabben, 3 bl- ende dat foo fterck dat fy fweeren daer van kregen, die haer om hals bragh-^j en de Eenige feggen dat men die op alle plaetfen,om hoog foo wel als om laegh vint, vaerlfjdke ende op deftoelen ende bedden foo wel als op de vloer, doch de ondervindinge efFcftcn. teert dat fy niet dan op de vloeren ende de aerde zijn, vooral, in vuyle ende in veynigh gereynighde Huyfen^ Sy fetten fighgemeenlijckaende voeten, ende weten door de fchoenen te ineen » maer men li-riiohrrü^Mr^ijni'/rk * a *-. AnU~«Ac>~ ~c i j_ dringen , maer men krijght die weynigh aen de handen ofte aen3e* andere ge lytoock blijckt dat fy haer op de aerde, end* deeken des licchaèms , waer uy t < aiet op alle plaetfen, onthouden. Sy fijn, fpo gefeghtis,.' veel kleynder dan de allerminfte Vloyen,, foodae- "^nith De India- nen fijn daer vry van. Den Au- theur raeckt dooreen iïigua'm groot ge- vacr. JgS^^JJ - ^*^. ' SL-jaJ^^^\>&^jmz': 3 4x III. B o e c k . Voyagie van Thomas Gage- XX. Ca p J nigh datmen mocyte heeft om haer te fien ende door het gefighte te onder- fcheyden, ende als fy in de voeten komen gevoekmen in defelve een uytne- mendehetteendejeuckte. Sy fchijnen als dan fwart te wefen , ende fijn niet grooter als de punt van een fpelde, men kan haer dan gemackeli jek, door behulp van een naelde daer uyt üghten, doch foo men dat niet doet fonder haer te breecken, ende dat het minde gedeelte daer maer komt in te blij ven, foo fal dat felve foo wel in het vleefch door-dringen, ende foo veel quaet verwecken, even als of het geheelc licchaem daerin gebleven waere. Als fy tot in het vleefch fijn door-gedrongen, verwecken fyeen kleyn blae- derken, het welcke vol materie ofte etter fit , het felve werd allenxkens grooter tot dat het de geftalte van een boon heeft gekregen , ende doet de jeuckinge al geduerigh toenemen , maer indien men het krabbelt foo werdt het geheel vie- righendefteeckende, oock geraecktmen daer door in gevaer van het been te verliefen. " Sommige meynen dat het beft is defelve uyt te trecken, wanneer fy even beginnen te jeucken ende maer in de huydt komen , maer dit valt feer moeye- •lijckendefwaer, door dien men haer naeuwlijcks fien kan » ende fy feer light gebroocken konnen werden. Hier van is het dat veele defelve niet willen aenraecken voor ende al eer dat fy tot in het vleefch fijn door-gedrongen, ende aldaer een blaeder met etter ver- vult gemaeckt hebben , welcke figh door haere vierigheydt tot door de huydt laetfien, ende daer op maeckt men defelve met een naelde rontomme defc blaeder los.j ende men ontwortelt defelve, foodaenigh dat men die, met de punt van de naelde, daer t'eenemael kan uytlighten (want indien men die door-fteeckt, foobegintfy weder op een nieuw te fweeren ) ende yets uyt de ooren ofte wat afïè daer op leggende, foo is men dan in een a twee draegen genefen. Het befte middel om van dit ongedierte niet geplaeght te wordenis, dat- men fijne fchoenen , koutten , ende andere klederen altoos op een ftoel legge, ofopeene van de aerde verhevene banck, ende datmen noyt bloodts-voets gae. Doch het is een wonderlijcke faecke, dat de Indiaenen, welcke bloots- voetsgaen, daer door by nae noy t gei ncommodeert werden j men meent dac dit van haer huydts hardigheydt komt-, want indien fy defelve foo weeck ende teder hadden, als die geene welcke kouffen ende fc'-^enen draegen > foo fou- den fy daer foo wel dan die van geplaeght werden. Het Dorp Pancac ofte Pinolaïs dit gewormte ofte deCe Niguar feer onder- worpen, het felve hebbeick dooreene verdrietige ervaerentneydt beproeft, want als ick op mij ne eerfte komfte op die plaetfe de eygenfehap ende natuere van dit ongedierte noch niet kende , liet ick'er een foo lange in mijn voet fitten rweeren,defel ve oock geduerighli jek krabbende, dat'er eyndeli jek foo groot een brandt toefioegh > dat ick my onder de Barbieren haer handen moeite begeven a ende [IIBoECK. *Door de SpaenfchelVeftJndïén. XX.Cap. 343 ende twee maenden te bedde leggen, in welcken tijdt ick volkomentlijck, door GODTS genaede genefen wierde. • Doch op dat de naekomelingen mogen kennhTe hebben van de genaede, welcke myGodt, doorlïjnewonderlijckevoorfïenigheydtj in foo verre van mij n Vader-landt afgelegene Landen heeft betoont , foo wil ick , voor ende al ïerditCapittelteeyndigen, de andere gevaren in dewelcke ick my bevonden lebbe, nevens de maenieren door dewelcke my de HEERE daer uyt heeft irerloft , den Lefer voor oogen (tellen. _ Hoewel het waeraghtigh is dat de meefte Indiaenen alleen Chriftenen in chijn ende in het uytterlijcke zijn, endëinhetheymelijck tot den Af- Goden liehft ende de Toverije genegen, door dien fy doch evenwel onder mijn op- #t waeren , foo geloofde ick , dat ick haer JESU S CHRISTUS predickende , laercarefferendeende tegens de wreedtheydt der Spaigniaerden befchutten- ie , des te beter tot de waérheydt foude konnen brengen , ende voor al omtrent lekenniffe GODTS den Vaeder onsHeeren TESUS CHRÏSTI. Hier door , ende om dat fy groote liefde ende eerbiedigheydt voor my had- len , was het dat ick, in alle gelegentheden , haer mijne genegentheydt tragte te >etuygen , beklaegende haere ftaet ende conditie, kiefende haere zijde als :emgh Spaigniaert haer verongelijckte , ende hebbende altoos Wijn ende Brandewijn in mijne Kaemer , om haer te drincken te geven als fy my quaemen >efoecken , oock om haer te verftercken wanneer fy fïeck ofte bedroeft waeren, iet welcke my evenwel, in het Dorp van Pinola, by nae het leven kofte. Dit quam hier doordat feecker Indiaen van dat Dorp, welcke een Spai- ,niaert> genaemt Dom Francifco de Monte-Negro, diendde,die omtrent een halve nijle daer van daen woonde, foodaenigh van fijn meefler geflaegen ende ge- beft wierde , om dat hy hadde gefeght dat hy my foude gaen klaegen , dat hy ïem fijn loon wegens fijnen gedaenen arbeydt onthieldt , dat hy het foude be- lorven hebben , m dien ick , na datmen hem te huys hadde gedraegem niet aen- tonts om een Chururghij n nae het Dorp van Petapa, hadde gefonden. Ickklaeghdeaen den Prefident van GuatimaU over het quaet onthael dat lefen Indiaen hadde ontfangen, welcke, mijne klaghten in aght neemende, len Spaigniaerdt by hem deede komen, endeinde Stadt binnen het gevan- luys logeren, alwaer hy blijven moefte tot dat den Indiaen genefen was, be- aelende met eenen een goede boete. ïck vertoonde daer en boven in feecker Sermoen dit doen van Monte-Negro len de andere Spaigniaerden , haer vermaenende de arme Indianen geen onge- ijck te doen , ende haer waerfchou wende dat ick dat al foo weynigh verdraegen "oude , dan of fy het aen mijn Perfoon deeden , door dien ick haer als nieuwelin- gen ende tedere voort-plantingenvanhetChriftendom aenfagh, welck men liet moefte ergeren, maer veel eer door foetigheydt ende vrientfchap tot TE- 5UM CHRISTUMleyden. y J Ick beval hier op aen alle de Indianen 3 dat fy by my fouden komen , als men haer eemghleet deede, ende daer over aen my haere klaghten komen doen, Xx haer Hybe-" traghtin dit lijn werck GODES Sijn goet voorne- men omtrent de Indiae- nen. Ende fijne liefdeen- de gene- gentheyd tot haer. Seecker Indiaen werddooE fijn Mee- fter feer mishan- delt. DenAu- theut' doet den Spai- gniaert ftraffen. 5* 3 44 ÏP B OE c K. Voyagie van Thomas Gage XX. C a iv haer belovende» darickhaerefaeckenfoowel foude voordraegen, ende haer ongelijck ten toon ftellen , dat ick my verfeeckerde, datmen haer reght foude doen erlangen , gelijck fy wel konden befpeuren uy t het geene ick reets gedaen hadde. Hy raeckt Dit Sermoen nam Mowfó-Negro foo qualijck, dat bybyeede verfeeckerde, 1 daerdoor foo alsmen my naemaels heeft gefeght, dat hymy foude dooden. Ickkonde inlijfs- fulcks evenwel fwaerlijck geloven , my inbeeldende dat het eer een Spaenfche gevaer. JHodomontade dan een waeraghtigh opfet ende voornemen was. Selfs eenige van mijne Vrienden feyden my, dat [ick aghtopmijnfelven moefte nemen, maer ick veraghte ditadvisalmede, totdatickopfeeckeren dagh de Indiaenen ende de Jongens die mydiendden, nae de deure van mijne Kamer fagh komen lopen, die my waerfchóuden , dat ick niet foude buytens huys gaen, door dien Monte-Negro op de voorplaetfe was, met een bloten Degen in de vuyft > in meeninge om my te dooden. Ick beval haer aenflonts dat fy de Regenten van het Dorp fouden gaen hae- len , op dat fy my te hulpe fouden komen , doch den Spaigniaert, die in foo groot ' een raefernye was ontfteecken, fiende fïgh ontdèckt, was terwijlen uythec Dorpgeweecken. Dit verplighte my , om forge voor mijne behoudeniffe ende veyligheyt te draegen, ende ten dien eynde deede ick feecker Neger, Michael Delvago- naemt, by my komen, defe was feer kloeck ende fterck, ende ick liet hem by my woonen, tot dat ick een eynde vart de faeck van Monte-Négro gefïen hadde. Als ick op den volgenden Sondagh des morgens nae Mixco moefte trecken, foo nam ick mijn Neger met my , ende een half döuzain Indianen om my te ver- feilen, ende foo als ick dwarfch door een kleynBoskenpafTeerde» hetwelcke midden in de Vaïeye leght , foo fagh ick dat mijn vyant my daer waghte , welc- ke fiende het Convoy dat ick bymy hadde j niets dorfte onderftaen , gevende my alleen veele fchelt- woorden, ende feggende dat hymy met minder gefel- Doch doet fchap eens hoopte te yinden. daer over Dit verplighte my niet langer te waghten met het doen van een tweede weder klaghte over hem aen den Prefïdent, welcke defelve feer wel op nam, ende ftraffe nae dat hy Monte-Negro een maent hadde gevangen gehouden, bandehyhem oeffenen. dertigh mijlen van de Valeye. Ick wïerde niet alleen door de Spaigniaerden vervolght, en dat ter oorfaecke van de Indiaenen , terwijlen ick in defe Dorpen woonde , maer oock van de In- diaenen felve 3 hebbende, die dit deeden, geene Religie dan in fchijn, doch hoewel ickmy, foo wel door de eene als door de andere, in groot gevaer be- vont , foo deede my G O D T doch altoos de genaede van my voor haere haft- den te bevrijden. HET £2£ääfc£fie lllBoÊCK.T)wrdeSpaen/cbeWïft-Indiën t XXÏ.Cap. 3as HET XXI. CAPITTEL. Hiftorie van de Tover aerfter Martha deCarilio. Sy werdt Jeerdoor de Indiaenengevreeft. "Den Autheur nevens een Officier vandelnquifttie beleght infbrmatien tegens haer, Sfreeckt met haer daer felfs over. Weygert haer de Com- munie. Sy neemt daer wraeck over op hare gefchencken. Traght het oock aen fijn Terfoon te doen. T>ogh te vergeefs. Sy dreyght hem of een nieuw. T>oghfy werdt gevangen en- de ft erft in heghtenijfe. Hiftorie van de Tover aer Juan Gon^ales. Hy werdtin de gedaente van een Leeuw ge- ' quetft. Informatienhier over genomen 3 endeexaminatien daer over gedaen. Hiftorie van Juan Gomez. Hy werdt fchielijckfieck ende ontbiedt den ^Autheur. Hyfpreeckt fij- ne bieghte, endefterft. Sijn leven werdt aen den Autheur ontdeckt. Juan Gomez ende Sebaftiano Lopez veghten -onder de gedaente van een Leeuw ende Tyger met malkan- der en* Lopez raeckt daer over in heghtemfe. en ^Autheur doet alle de Spaign- j aer den endede Negers tegens den volgenden S'ondagh te ■ kercke nooden. Hybrenghtden Af-godt aen fijn huys, en- de desSondaghs daer aen op den Tredick-ftoel Hy fielt hem Xx x aldaer i«S 5» & 346 III.Boeck. Vqyagie vanThomas Gage XXÏ.Cap. aidaerhetVolckvoor oogen. en Autheur beleght Inprmatien wegens dit voor -val. Sorge van de Sfaigniaerdenvoor den Autheur gedraegen. T^ie alle de verdaghte Indiaenen ge- vangennemen. Haer boos voornemen werdt ontdeckt. Sy werden nae Guatimala toegevoerdt. Straffe aen haer ge- oeffent. Haer berouw enleedtwefen, werdt door den Au- theur opreght te &ijn befpeurt.. Hiftorie vande Tove- raerfter Martha de Carillo. Sy werdt feerdooi* de Indiae- nen ge- vveeft. IN het Dorp van Pinola Waeren eenïge Inwoonders , die feer rot de Toverye genegen waeren., ende door de maght des Duyvelswonderlijcke dingen gedaen hadden. Onder andere was'er een oude Vrouwe 3 Martha dè Carillo genaemt , welc- ke al van. te vooren was befchuldight geweeft dat fy veele Lieden in het Dorp betovert hadde,- doch de Spaenfche Reghters verklaerdenhaeronfchuldigh, vindende geene feeckere ende genoeghfaemebewijs-redenentegens haer } hier door wiert fy foodaenigh in haere booshey t gefterckt , dat fy haer veel erger dan te vooren aenftelde , ende veel meer quaets bedreef. In de tijdt welckeick daer woonde, eyndighden twee ofte drie Perfoonen haer leven door een feeckere langhduerige foorte van quyninge , ende fy feyden op haer fterf-bedde , dat defe Carillo haer als vermoort hadde 3 fiende fy defelve dickmaels omtrent haer bedde , haer met een dreygeride ende vergramr ge&et vervaerende. Sy hadde foodaenigh een fchrïck onder de Indiaenen gebraght , dat niet een Van defelve over haer derfde klaegen, vreefende dat fyfpel met haer fouden hebben > ende dat fy haer noch erger foude handelen ; dit veroorfaeckte dat ick zcnVomluandeGu^mans die doenmaelsHeere van het Dorp was, deedefeg- gen, dat fy fijne geheelePlaetfe foude ruïneren > in gevalle hy daer in geene erdre geliefde te ftellen. Hier ÏII.Boeck. 'Door de fyaenfcht 'JVeJï -Indien. XXI.Cap. 347 Hier op verwierfhyvandenBiffchop, datmen aenmy ende aenfeeckeran- DenAu-' der Officier van de Inquifitie bevel foude geven , om een forghyuldïge onder- theur ne- foeckinge op haere maniere ende wijfe van leven te doen 5 als wy dit aenvingen , veris een bragten de Indianen feergroote klagten tegens haer in , getuygende meert alle Officier de Inwoonders van het Dorp , dat hetbaerblijcklijck was , datfy met de Duyvel van de In- ende de Tover-konfte omginck , ende dat fy, eer fy de eerfiemael befchuldighc quifaie wierde, gewoon was geweeft , figh door een Rottingh, waerfyoockmoghte bele g ht gaen, te doen volgen, welcke, als fy in de Kercke gïngh , aen de deufe bleef informa " ftaen, waghtende tot datfy foude uytkomen, daer nae met haer weder nae tiente * Huys toe gaende; hier by feyden fy dat fy geloofden, datdieRottingh hae- §ens ■ ren bofen Engel, ofte familiaren Geeft was , door dien fy dickmaels haere Honden daer op gehitft hadden, welcke, inplaetfe van die te naederen , daer van waeren gevlught. - Doch federt dat fy voor het Gereghte was verdaghvaert ende befchuldight geweeft , hadde men die Rottingh niet meer gelïen , het welcke men dan dagh- te dat fy uy t liftighey t hadde gedaen , om daer door de Lieden de gedaghten te doen hebben , van dat fy haer nu met fulcke dingen niet meer bemoeydde. Defe oude Vrouwe was een weduwe , ende nae alle uytterlijcke fchijn, een van de armfte ende behoeftighfte van het Dorp, fy hadde doch even- Wel altoos veel geks* Tonder datmen konde bemereken, hoe fy dat moghte bekomen. Het was omtrent den rijdt van de Vallen, wanneer ick doende was , met óek foorte van informatien tegens haer te beleggen , alle de Inwoonders van het Dorp quaemen als doen te bieghte, ende fyfoo wel als de andere; Sybraght myfehoonder gefchencken dan ickvanyemant van geheel het Dorp hadde ge- kregen, want daer men gemeenïïjckmaer eenReael gaf, foo vereerde fij'er •my vier, nevens een Kalekhoen , watVifch, Eyeren ende een pot met Ho- Sy beeldde haer in dat dit my een goet gevoelen van haer foude doen heb- ben 3 ende dat ick het feggen van de Indiaenen tegens haer niet aghten foude. Ick onthngh haere Offerhanden ende hoordde haer in bieghte ; indefelve feyde fy my niet dan kleynigheden , welcke men naeuwlijcks onder de verge- velijcke fonden foude hebben kopnen reeckenen. Hier door aghte ick my verplight , om haer felfs naeuwkeurighlijck te on- dervraegen, nopende het gevoelen dat de Indianen van haer hadden, en voor al raeckende het geene my twee a drie op haer dood-bedde hadden verfeeckert , dat fy haer betovert hadde , dat fy haer > eer fy fieck wierden , gedreyght hadde , ende dat fy daer nae aen en om haer bedde verfcheenen was, feggende datfy haer foude doen nerven, terwijlen fy van niemant dan van.de fiecken geilen wierdë. Hier op ant woorde fy my anders niet , dan met krijten ende traenen te flor- Spreeckt ten, feggende datmen haer ongelijck foude doen, wannee*r men dit van haer methaer geloven wilde.. daer f e ]f s Xx 3^ Ick over, 348 III. Boeck. Voyagie vanThomas Gage XXI. Cap. Ick vraeghde haer hoe het mogelijclewas , * dat fy , fij nde een arme weduwe , fonder eenige Kinderen, die haer te hulpequaernen ende wat by-fetteden, te hebben, oock fonder eenigh middel om de koft te winnen zijnde, mymeer geit konde geven dan de rijekfte van hetDorp deeden,oock hoe fy aen die Kalck- hoen, aen die Eyeren, aen die Honigh ende Vifch gekomen was , hebben- de fy van alle die dingen niet in haer Huys. Hier op antwoorde fy 3 dat GOD T ., die haer "beminde , haer eenige van die dingen hadde gegeven, ende dat fy de red voor haer geit gekoght hadde. Ick vraeghde haer weder, van wie fy die gekoght hadde, ende hier op fey de fy , dat het was van de In woonders van het Dorp. Ick vermaende haer feer tot de Roetvaerdigheyt ende het Geloove , féggen- de datfy de Duyvel moefte verlaeten, ende gantfeh geene gemeenfehap met^ hem houden , hier op antwoorde fy my , met woorden die vol van godtvrugh-- tigheyt ende devotie waeren, my feer ernftelijck biddende, haer, nevens alle de andere , die op den volgenden dagh ter Communie moeiten komen v defel- ve uyt té reyeken. Doch ick feyde haer dat ick dat niet dorite doen , my van de woorden van, onferi Sa'lighmaécker bedienende, welcke gefeght hadde, datmenhet brood der Kinderen, niet voor de Honden s noghte de Pecrlen voorde S wijnen moejte'wer* f en-, dat foo ick haer toeliet ter Communie te komen, fulcksgroote erger- nïfle foud'e geven , nae dat fy niet alleen van Tovery e verdaght , maer oock be- fchuldight hadde ge weeft. Sy. nam dit feer quaelijck , feggende dat fy veele Jaeren langh de Communie hadde ontfangen , dat het. haer een groot ongenoegen gaf die in haeren ouder- dom te moeten inifTen , hier op begondefy te krijten; doch alle haere traenen konden my niet bewegen , ende ick bleef volftandigh in mijn voornemen , van-, haer fulcks te weygeren, gevende haer daer op haer af-fchey t, en feggende dat fy foude vertrecken. Als ick omtrent de middagh mijn dienflin de Kercke hadde af-geleght, be- val ick aen mijn Volck , dat fy de Offerhanden fouden gaai verfaemelen , ende ke over op tot mijn middagh-mael, de Vifch, die fy my gefchoncken hadde , bereyden; haer ge- doch men hadde defelve foo drae niet in de Keucken gebraght j of de Koek be- fchenc- vont die vol maeyen ende grooten ftanck , foodaenigh darmen die moeite wegh ken. werpen. Dit dcedQ my aghterdencken krijgen van alle de giften van defe oude Tove- reffe , ende het bewoogh my om haeren Honigh te gaen bellen , ick goot die uyt de Pot in een Schootel , endebevont diè mede vol wormen ofte maeyen j wat haer Eyeren belanght , ick konde die van de andere niet onderfcheyden , door dien ick'er omtrent hondert die dagh hadde ontfangen , maer onder het gébruyeken van defelve vontmen nu en dan eenige ïtinckende, ende oock an- dere daer doode Kieckens in waeren. Men vont op den volgenden dagh de Kalckhoen dood , ende wat haer vier Realen betrof , ick konde niet befpeurenoffymy van die kant oock betovert . hadde, Weygert haer de Comniu- Sy neemt daerwra- msm E£S m.BovcK.7)w Je fyaenftheWJï-toJië»: XXI.Cap; 349 hadde, om dat ick die met veele andere, myopdiedaghdoordelridiaenen gegeven , m mijn fack hadde geftoocken , doeh ick bevont evenwel , nae mijne befte nae-reeckemnge endeonthout van het getal, datmen my die dagh hadde gegeven, dat'ermyvierontbraecken. f Denavontwelckeopdiedaghvolghde, bleefick, nae dat mijne Indianen nae haere rufte waeren gegaen, feer laetftuderen in mijne gewoonlijcke Ka- mer, om dat ick op den volgenden dagheenevermaeningemoefte doen aen alle die ter Communie fcuden komen. Nae ick nuwatgeftudeert hadde, gebeurde het tufTchen thien ende elf ue- Traght ren, dat de deure van het voor-huys, welcke was aen die zijde daer miine hetoock Kamer ende die van mijne Kneghten ftont, fchielïjck geopent wierdCende aenfi i n metfeer groot gerughte, gelijck oock mede drie andere deuren open einden; Perfooa hierop hoorde ickher geluydt van yemant die in de Saele quam , ende daer in tedoen ' eenigentijdtgingh wandelen. - i Als ick hier op noch een andere deure, doordewelckemennaehetvertreck gmck waer in de Tuygen van deMuyl-efels geflooten wierden, hoordeope- nen , deede my fiilcks gelooven dat het mijn Neger Micbael Delva wel mogh- tezijnv die fich dickmaels laet te rufte begaf, vooralfedertickditfpelmet Mome-Negro gehad hadde, ende ick beeldde my in dat hy deSaele van fijn Muyl- efel gingh op-fluyten , hier om was het dat kk hem twee a driemaelen met fijnen naem, van binnen uyt mijne Kamer, riep, fonder dat my yemant ant- In plaetfe van antwoort hoordde ick noch een andere deure , door dewelcke men in den Tuyn ginck, openen ; dit verbaefde my foodathergeheelelic- chaem my fidderde ende beefde, en dat mijne hairen op mijn hooft te berae reefen foodaenigh dat de fchrick my felfs de moet ende maght benam om mijne Kneghten te roepen. Hier door begonde ick aen de ToverefTe te gedencken , ende bad G O D T datHymyvoorhaereboosheytwildebefchuttenj, Daeropdanmoetgefchept hebbende , ende gevoelende dat mijne tonge ontbonden was , welcke de vree- Cete vooren hadde als verfloten gehouden , riep ick mijne Dienaeren, klop- pende daer toe met een Rottingh , op dat fy my des te beter hooien foudeir 3 want ick dorfle noch mijne deure niet openen , noch uyt mij ne Kaemer tre- den. ■ Als nu mijn Volck, door het gerughte dat ick irïaeckte, ontwaecktwas begaf het fich aen dedeure van mijne Kamer , ende ick vraeghde haer nae dat lek die geopent hadde > offy niemantin de Saele gefien ofte gehoor t, ende het : gerughte van het openen der deuren niet vernomen hadden. Sy antwoordden my dat fy fliepen> ende daer door nretgehoort hadden s doch onder haer was een Jongen, die my feyde dat hy alles hadde gehoort, my die faecke vertellende op defelve wijfe als ick die hier voorenshebbebe- ichreven. * Hier op nam ick de keerfle in de handt >. ende ginck met haer alle in de Saele Doch te' vergeefs. III. Boeck. Voyagie vanThomas Gage XXI.Cap. Saele om de deuren te befightigen, endeick vont die alle geflooten* op de felve wijfealsde Kneghten my hadden gefeght$ dat fy die desavonts hadden beforght. Hier uyt befpeurde ick dat de Tovereffe van voornemen hadde ge weeft my te verfchricken , doch dat fy my geen quaet hadde konnen doen. lek begaf my daer nae in mijne Kamer ende te bedde , hebbende twee van mijne Dienaersbevoolen mede in defelve te gaen leggen. Des morgens fontickommijnenOfficiael, ende verhaelde hem het geene my die voorledenen naght was overkomen ; Hy begonde daer over te lacchen , ende feyde dat het de weduwe Carillo hadde geweeftjWelcke diergeli jeke parten vel meer in het Dorp gefpeelt hadde,aen die geene,die haer hadden>na haer ge- zoeten, geaffronteert , hierom washy my des avonts te vooren komen verfoee- •cen, om haer de Communie te willen geven , alleen uyt vreefe dat fymyee- ngh quaet foude doen, doch ick hadde dat aen hem foo wel als aen haer felve geweygert 3 hier na feyde hy my dat ick maer moeite vrolijck zijn , ende dat hy wel wifte dat fy de maght niet hadde van my eenigh ket te doen. Nae dat ick de Communie die dagh hadde uytgedeelt, quaem eneenige van de voornaemfte Indiaenen my befoecken , leggende dat de oude Cariüo haer beroemt hadde s dat fy my op de eene ofte op deandere wijfe een part four -defpeelen, om dat ick haer de Communie niet wilde geven. Maer om het Dorp van een foo boos Schepfel te verlofTen , deede ick haer nae Guatimala brengen , nevens alle de informatien die ick tegens haer beleght, hadde, defelve font ick aen den Prendent ende aen den Biffchop; Defedee- ende ftevft den haer in de GevanckenifTe fluyten, indewelckefy twee maenden daer nae inheghte- ftierf. 4 nis. DaeV waeren noch veele andere Indiaenen in het Dorp die men verhaelde dat wonderlijcke dingen deeden. Hiftorie Men feyde onder andere dat'er feeckerefaanGonfales was, diefichfelvett vanden dickmaelen in een Leeuw veranderde , endefijndehyindiegedaente, wierde Toveraer hy door een arm Spaigniaert in de Neusgequetft; defegefeyde Spaigniaert juan Gon- won fijn koft met het Jaegen op het Geberghte van Herten ende andere wilde Beeftea, Het gebeurde hem op feeckeren dagh, dat hy een Leeuw aghter een grooten Boom gewaer wiert, hy konde van defelve niet dan den muylfien, waerop hy fijn Roer lofte » ende de Leeuw begaf fich aenftonts op de vlught. J Gonfalet bevont ikh op die felve daghfieck, ende men font om my te hae- len op dat ick fijne bieghte foude hooren j Tot fijnent gekomen zij nde 3 bevont ick dat hy in het aengefighte gequetft was , en dat fijnen Neus t'eenemael was verbrijfTelt ; Hier op hem gevraeght hebbende hoe hy daer aen was gekomen $ antwoordde hy, dat hy van een Boom was gevallen, ende dat het weynigh fcheelde of hy hadde daer door t'eenemael gedood geweeft, doch evenwel befchuldighde hy daer ilae die arme Spaigniaert van op hem gefchooten te hebben. Als Sy dreygt hem op een Doch fy wert ge- vangen Hy wert indege- daente van een Leeuw gequetft IIÏ.Boeck. ÏÏoordefyaenfcheWeJi-Indiè'n.XXl.QAV. 3^ Als nu defë"laecke voor den Reghtergebraght wierde, foo nam men ver- Informsr* klaennge van my, hoe dat Gö«o«/«gefeght hadde, dat hy van een Boom was tienhier gevallen* De Spaigniaert wierde oock onder eedegehoort» hyfeydedathyin ■ over ge- een feer dight Bofch op een Leeuw hadde gefchooten , fullende niemant konnen no ™ en > dencken dat eenigh Indiaen daer in foude komen ofte yets te doen hebben. . e exa " Men doorfoght het Bofch , ende men bevont de teeckenen vande kogels van ™ inatiea het Roer in den Boom ftaen, ende Gcn^ales bekende dat hy.fich daer ter plaet- ej!° P febefeert hadde, ende gevraeghdt zijnde hoe het mogelijck was dat de Spai- Se * n " gniaert hem daer ter plaetfe na fijnen val ofte quetfuere niet gefien hadde , wan- neer hy nae den Leeuw quam foecken , foo antwoordde hy dat hy gevlught was, uy t vreefe dat gefeyden Spaigniaert hem voort dooden foude. Doch door dien het meefle gedeelte van fijne antwoorden frivool was, ende de onfchuk van den Spaigniaert baerblijckelijck , waerby quam het ge- rughte dat door het Dorp ginck van dztGmfaks metdeDuyvelconverfeer- de, foo wierde de Spaigniaert vry gekentvan alle het geene den anderen re- gens hem gedepofeert hadde. „ . Doch dit alles is niet te vergelijcken by het geene hier nae feeckeren^w Hllt ° rle Gofaei over quam , dek was de voornaemfte van het Dorp , oud omtrent tagh- goL? tigh Jaeren , ende fijnde het Hooft ende de BefHerder van de aenfienlijckfte ^' Stamme die onder haer was,- fijn aenfienwasfoodaenigh, dat fijn gevoelen altoos voor dat van alle andere geprefereert wierde , voor de reft hadde hy alle de uytterlijcke teeckenen van eeneerlijckMan, weynigh dagen pafTeerdefi fonder dat hy des morgens in de MifTe quam ende s'avonts in de Vefper, hebbende felve hy groote gefchencken aen de Kercke gegeven. Als defen Indiaen ,fo als ick in hetDorp van Mixco was,fchielijcken was fieck Hy weit geworden, quamen de Bedellen van het Gebroederfchap van dé Maget Maria, § hi f lijcI J vreefende dat hy fonder bieghte foude fterven , ende fy dan daer over door my Y. ende beftraft werden,my te Mixce ter middernagt vinden, my biddende dat ick aen- ■ ? A iet ftonts met haer wilde gaen, om fuan Gome? tot een goet eynde te berevden, fee- fheur gende dat hy feer na my verianghde, wenfchende dat ick hem quame trooften. Hoewel het een onbequaem uer was, ende dat'er een fwaere regen viel , doordien ick evenwel oordeelde dat het een werck van liefde was , belette my Ailcks niet te Paert te (tijgen ende drie mijlen weeghs , geduerende den re*en ende duyfterheyt des naghts, af te leggen. Sijnde te Pinda door nat van het gevallene waeter gekomen, begaf ick my Hv ' aenftonts aen het Huys van den ouden Gome%, ick vont hem te bedde leggen- Jpreeckt de, hebbende geheel het aengefighte bewonden, hy bedanckte my voorde J! ne , moeyte die ick voor de iaeligheyt van fijne ziele hadde genomen, hybadmy bie S hte - dat ick fijne bieghte wilde hooren, ende door defelve foo wel als door fijne traenen gaf hy my niet dan teeckenen van een goet leven , ende van de begeer- te diehy hadde om tefterven ende byJESUS CHRISTUS te gaen. Ick beröjfle hem tot de dood al trooftendé , ende vraeghde hem voor mijn vertreckhoe.hy al voer ? Hyfeydemy dat fijne fieckte niet was dan fijn ouder- dom nevens de fwackheyt die defelve verfelde. Yy Hier fóg Ende fierfr. i Sijn leven wertaen denAu- theur ont- deckr. JuM Ga* 3^2, III. Boeck. Voyagie vanThomas Gage XXL Cap. Hier op ginck ick nae mijn Huys, ick nam ander lijwaet, begevende my daer op te bedde om wat te ruften j maer men quam my aenftonts haelen om het H. Olyfel aen Gome% te geven, want dat is een faecke die de Indiaenen noy t voor haeren dood vergeten. Terwijlen dat ick hem deNeufe, de Lippen , de Oogen , de Handen , ende Voeten beftreeck, befpeurde ick dat hy geheel gefwollen ende blaeuw uyt- geflaegen was, doch ick nam daer geene fonderlinge aenmerckinge op, ge- lovende dat fulcks van de fieckte voort quam . Ick gingh met het kriecken des daeghs weder nae huys toe , ende nae dst ick een weynigh geruft hadde, quaemen eenige Indiaenen aen mijne deure klop- pen, omWafch-keerrfentekopen, ten eyndefy die voor de ziele van Gomc% fouden Offeren, door dien hy foo even geftorven was, moetende dien dagh met alle de gewoonlijcke folerhniteyten in de Kerck begraeven werden. Ick ftondt dan op metroode ende gefwollene oogen, door dien ick geheel dien naght niet geruft hadde, en ick ginck in de Kercke, alwaer ick bevondt datmen befigh was met fijn graf te maecken. Ick ontmoete twee a drie Spaigniaërden die dighte by het Dorp woonden, welcke gekomen waeren om die morgen de Mine te-hooren, fy gingen met my in mijne Kamer, ende ick raeckte met haer in difcours nopende fuan Gome% 3 fegghende dat kk feer geftight was geweeft door fijne Chriftelijcke doodt, datickniettwijffeldeof hy was in het Paradijs, ende dat alle de In- woonders Van het Dorp door fïjnaf-fterven veel verlooren, door dienhy haer* Hooft ende Voorganger was, ende haer akijds met veel verftandtende wijf- heydt geregeert hadde.. De Spaigniaërden faegen hier op malkanderen aen , ende begonden te lac- chen, feggende dat ick door alle de Indiaenen feer moefte bedrogen worden» ende dat voor al den overledenen \uan Gome% my wel bv de neufe hadde geleydj foo ick geloofde dat hy een eerlijck ofte heyligh Man hadde geweeft. Ick antwoordde dat fy, geïlaegen Vyanden der Indiaenen zijnde, daer al- toos qualijck van oordeelden , doch dat ick daer van beter getuygenifTe dan fy lieden konde geven, doordien my den ftaet van haere gemoederen feer wel, bekent was. Maer een van haer repliceerden op mijn feggen , dat het fcheen dat ick feer onkundigh was in de doodt van \uan Gome% , ende dat de biegte die hy my eten. voor fijn af-fterven hadde gedaen niet veel byfonders moefte geweeft hebben j dathy oock bemerckte dat my het gerughte dat'er van fijne doodt door het Dorp gingh , niet bekent was - 3 dit verbaefde my feer , ende ick badt haer my de waerhey dt van het geene fy wiften te feggen. Syfeyden dat het gerughte ginck, dat fuan Gömq 1 de grootfte ende voor- naemfte Toveraer van het Dorp was> dat hy gewent was fïgh in een Leeuw te veranderen » ende in die gedaente over de Bergen ende door delïonchen te lopen. Dathy altoos een doodelijcken haet hadden gedraegen op feeckeren Seba* ftiam LiSÄ IILBpECK. "Doorde^paenfchemji-Indicn. XXI.Cap. 3^ MamLopet > welcke een oudt Indiaen ende Hooft van een andere Stamme was; me* ende Dat het twee dagen was verleden dat fy malkanderen op het Geberghte ont- Sebaflano moet hadden ,, Gane^ 'm de figqre van een I^eeuw ., ende Lope% in die van een Lofä veg. Tyger ,• Dat fy dus feer kloeckmoedelijck met malkanderen hadden gevoghten, ten in de die rijdt toe dat Gome% , die de outfte ende de fwackfle was , vermoeyt wier- gedaente tot de, ende foo door krabben ende bijten gequetft , dat hy daer van was geflor- vaneen ven. .Leeuw en Om te toonendatdatwaeraghtighwas, voeghdehy'erbydatmenLo/^in T yg erm et deGevanckemffe hadde gefet over die faecke , ende dat beyde defe Stammen ™ alkan ' over ditwerck met malkanderen in quaeftie waren; dat de Stamme en de Vrien- "* " den van Gome^en die van Lo/'J^ voldoeninge eyften , ende daer toe een groote Lo P e: i fomme geks, ende dat fy dreyghden, by gebreecke van fulcks defaeckein !j aeckt handen van de Spaenfche Magiftraet te ftellen, maer dat fy dat noch foo haeft daei-ov « met wilden doen, voor al, foofy fulcks onder malkanderen konden by-leg- in he § hte * gen, uytvreefe dat fulcks het Dorp moghte fchaedelijckzijn, endebyde mS ' Spaigniaerden verhaetroaecken. Defe faecke quammy foo wondeilijck voor, dat ick niet witte wat ick lanr ger geloven foude, ende deede my voornemen noyt eenigh Indiaen meer ge- loove te geven , foo ick konde ontdecken dat fuan Gome^ foo beveynft hadde geweeft, ende my op foodaenigh een wijfe bedrogen. Ick nam mijn af-fcheyt van de Spaiguiaerden, ende begaf my «aedeGe- vanckenine , in defehe vont ick Lof e% met de yfers aen de voeten, Sijnde hier op weder tot mijnent gekomen , ontbood ick feecker Officier van de Sta4 c .j welcke Alguapl Major was , zijnde daer-en-boven myeen goet Vrient , en van hem wilde ick in het by-fonder weten waer over Lope^ op die wijfe wierde gevangen gehouden. , Hy vreefde my fulcks te kennen te geven , hoopende dat die faecke tuffcheii beyde de Stammen foude by-geleght werden, ende dat daer geen verder praet van vallen foude, om dat ter felver tijd beyde de Alcaldes ende deRegidors, met de voornaemfte van beyde die Stammen, ten dien eynde, ophetKaed- h«y« vergaedeft waeren. De aghterhoudenrheyt die ick in defen Officier bemerckte, vermeerder- de in my de begeerte ick hadde om dek faecke te doorgronden 5 Ick prefTeer- de hem dan feer ommyde waerheyt tefeggen, felve my yets laeten de ont- vallen van het geene ick van de Spaigniaerden gehoort hadde. Hy antwoordde my daer op , dat hy niet vreefde dat de Spaigniaerden haer ^eindia* Dorp in een quaede naem fouden brengen , foofy de faecke onder malkande- " en ren konden by-leggen ; maer ick feyde hem dat ick weten wilde waeromme *, oe 5 " fyfooheymelijckophetRaed-huysvergaedertwaeren. deiaecker Hierop beloofde hy my, dat hy my de waerheyt foude feggen, indien fa ïckhemverfeeckerenwildevanfijnennaemeniettemelden, doordienhyde gramfchap des Volcks vreefde. / Ick verfeeckerde hem daer van, laetender^etecïieneenglas'Wijnkome» ^ Yy 2 ora 3f4 ÏILBoeck. Voyagie vanl 'homas Gage XXI.Cap, om hem moet te geven^ ende ick beloofde hem dat hem niet quaets foude we- der vaeren wegens alle het geerte hy my foude konnen feggen. Hier op verhaelde hy my de geheele faecke op defelve wi jfe aïsde Spaigniaer- den gedaen hadden, hy voeghde daerby dat hy niet geloofde dat de Stammen met malkanderen fouden konnen accorderen , om dat'er Vrienden van Gome^ waeren welcke Lopc% haettedenj foo wel alsalle de andere, die even als hy , ge- meenfehap met de Duy vel hielden , endefeer weynigh aghteden of het geveynf- de leven van Gome% aen den dagh quam ende een yder wierde bekent gemaeckti maer daer waeren'er oock andere >al immers fooboosendeondeugende als Lo- p% ende Gome^ , die dele dingen wilden verholen houden , uyt vreefc dat fy » ende alle de andere Toveraers van het Dorp daer door fouden ontdeckt werden. Dit trof my feer aen het herte , door dien ick klaerlijck fagh , dat ick gedwon- gen was te woonen onder een Natie , die alles , wat fy door fwaeren arbeyt kon- de winnen , aen de Kercken ende aen de Offerhanden aen de Heyligen te koft hingh , ende ondertuflehen foo groot een gemeenfehap met de Duy vel hielt. Hetwerckte in mijn een feer groot ongenoegen , wanneer ick befpeurdde, dat ick haer hetWoort GODTS te vergeefs predickte,en hier om nam ick voor in het toekomende tegens de liften desDuyvelstearbeyden, ende haer mee meer kraght , dan wel te vooren , te vertoonen , het groot gevaer in het welcke de zielen der geener waren , die eenige foorte v?n accoort met den Satan hadden. aengegaenj>op dat ick haer foude bewegen orryde werken der duyiterniffe te ver- faken, ende fich,dooreeriopregtGelove>rötjESuM Christum, te begeven. Als ick nu defen Indiaenfebe Officierhadde laeten gaen , begaf ick my nae de Kercke > om te fien of het Voldfrerlviifre waere gekomen , doch ick vont in de- felve niet dan twee Menfchen , die een graf voor Gome% bereydden. Hebbende dan aldaer niemant gevonden, keerde ick weder nae mijne-Ka- mer, feer ontftelt zijnde wegens het geene men mygefeghthadde, ende niet vaftelijck wetende of ick hem als een Chriften moeite begraeven , nae dat hy in foodaenigh een ftaet, als die was* welcke men myhadde bekent gemaeckt, geleeft hadde ende geftorven was. Ick geloofde evenwel dat ick geen gelove moefte geven aen het feggen van een eenighlndiaen, ende al foo weynigh aen dat van de Spaignïaerden, welcke a nae mijn gevoelen, niet fpraecken > dan volgens het geene fy van ^andere had- den gehoordt. Terwijlenicknochindieonfeeckerheydtwas, nopende het geene ick daer omtrent foude hebben te verrighten , quaemen'er aen mijn Huys ten minften twintighvandevoornaemfte Indiaenen van het Dorp, nevens de Borgemee- fteren, Schepenen ende alle de Officiers van de Juftitie in het felve, welcke my bieden dat ick het begraeven van fuan Gome^, voor diedagh , wilde uytftellen » door dien fy hadden voorgenomen^ een Officier van de Croone te doen komen , foo om fijn lij ck te laeten vifrteren 3 als om de oorfaecken van fijne doodt te onderfoecken, op dat fy daer door in geen ongemack fouden geraeeken , ende men hem niet weder foude moeten op-graeven* Ick ÏILBoECK. T>w de tyaenfcheJVeJi-Indiën.XXl.CtiV. 3ff lek n^ldemy aen even als ofickgantfchelijck niet van de faecke hadde ge- weten, ende vraeghde haer waeromme (y fuïeks aen my verfoghten. Syverhaeldenmyhetdoenalles,feggehdedat 5 ergetuygeninhetDorpwae- Dochan ren, wejckeverklaerden dat fy een Leeuw ende een Tyger met maikanderen dere bren- hadden fienveghten, ende dat een oogenblick daernae, die Beeften figh van genhet maJkanderen gefcheyden hebbende , ende voor haer oogen verdweenen zijnde , aen den fySe&aJiianoLopetendepanGornezhaddengeüen, tennaeften by op defelve dagh. plaetfes dat die yder haeren wegh waeren gegaen , ende dat daer op hian Gome* te fijnen Huyfe was gekomen , geheel door flaen ende byten vertwijfelt zijnde] «Jat hy daer op was te bedde gaen leggen, waervan hy niet weder was op-ge- flaen; dathyaeneemge van .fijne Vrienden verklaert hadde, dat Sebaftiam. Lepe% hem haddegedoodt , ende dat defelve daer op was gearreiteert ende ge- vangen gefet. . B & Sy feyden my daer-en-boven, dat , hoewel fy noyt yets hadden bemerekt van het bofe ende ergerhjeke leven van die twee Lieden, welcke de voornaemfte tan het Dorp zi j nde, fy altoos met groot ontfagh ge-eert hadden , fy doch even- wel in defe faecke feer wel gernformeert waeren, foo van de zijde van de eene Stemme als van de andere , dat die twee Perfoonen altoos met den Duy vel had- den omgegaen,het welcke dan een fchandelijke ende gru welijcke faecke fcheen aen alle die geene , die in haer Dorp woonden ,doch dat fy wat haer belanghde ! alle die ; bofc praóhjcken yerfaeckten ende verwierpen, ende dat fy my baeden de misdaden van eenige particuliere niet op alle de andere te leggen; hier voeghdenfy by datfy van voornemen waeren, ende onder haer hadden vafif geifcelt, alle die godtïbfe menfehen te vervolgen , ende niet toe te laeten dat fv, onder haer, in het Dorp fouden blijven woonen. : lek gaf haer tot antwoordt dat ick haeren y ver voor goedt keurde ende de- felveprees, ende porde haer aen dat fy, alsgoedeChriftenen, deDuyveluyr haer Dorp fouden verbannen, endeallehaere kraghten daer toe infpannen ; [ckyoeghdedaerbydatfyfeerwelgedaenhadden,inhetfendennae Giiatima/a, ■ omlukksdeSpaenfche Ovengheydt bekent te maecken, feggende dat foo yfuloks hadden verholen gehouden, fy alle, als aen de doodt van Gomer fchujdigh zijnde , hadden konnen geftraft werden 3 fullende fy daer door Com» Jhcen van den Satan hebben geworden . r lek verfeeckerde haer daer-en-boven, datick gantfeh geen quaer gevoelen ran haer hadde, maer dat rek haer in tegendeel feerhoogh aghte, door her *eenefy voorgenomen hadden te doen. : Dienfelveavondtarriveerdede Officier van de Kroone, om dewelcke men Hetfijcfc ïaddegefonden, hyfchoudehetlicchaem van Geme% in mijne tegenwoordig- van G °w% ïeydt ende vont het in verfcheydene Plaetfen t'eenemael gekneuft, gebeten, we "ge- 'ekrabtendegequeift. ... 6 fchout. Menbeleydedaeropveeleinformatientegens L^, ende men befchreef Informa- ille de redenen die de In woonders van het Dorp , ende de Vrienden van Gomez tien te gea& egens hem hadden; hier op wierdt hy nae Guatimala, gebraght, daer hy ^qbe- Yy 3 tegens 3 $6 III. Boeck. Voyagie vanThomas Gage XXI. Cjyp, daei-op gehangen Hiftorie van de Fuenteste Haere Afi goderye komt aen den daeh. tegens alle defe getuygen geconfron teert wierde , ende door dien hy fich niet wel witte te verantwoorden , maer in tegendeel de faecke eenighiïnts beleed ? wierde hy by fententïe, op de welcke oock de. executie volghde, geconde- mrieert om gehangen te worden ; ende Gome% , in plaetfe vandnhet graf , voor hem in de Kercke bereyt , begraeyen te werden } wierde elders* in een gat# in een floot gemäeckt, gedorapelt. , In Mixco vont ick oóck eenige Indiaenen , welcke niet minder beveynft waeren dan Gome%, defe waeren vier Broeders de Fuentes genaemt ,. zijnde de voornaemfte endede rijckfte van het E)orp , ende dan noch meer dan thien andere- Defe Lieden fcheenen uytterlijck feer wel te leven, mildaedigh tegens de behoeftige 3 goet doende aen de Kercke, devoot ten opfighte vandeHeyli* gen , draegende goede ende groote forge om haere Feeflen te vieren , doch in het heymelijck waeren fy niet dan Af-goden-dienaers. Doch het behaeghde GODT my tot een iniTrument te ghebruyckenj om haere wercken der duylternifTe te vernietighen ende aen den dagh te brengen, welcke door de eenfaemheyt vanfeecker Bofch, ende door de af- gelegentheyx van een Geberghte, feder.t veeie Jaeren waeren Yerborgenge-, weeft. ; ) .' . '■ ' Eenige van defe Lieden , zij nde op feeckere dagh in het gefelfchap van an- dere Perfoonen, die betere Cnriftenen, dan wel fy^ waeren, en.de befigh zijnde met het drincken van haere Qhica , begonden fich wegens harren Godt te beroemen,, iègghende dat hy aen haer een beetere Predicarie hadé? ge- daen dan wel ïpk ,, leerende dat 'fy niets moeiten geloovertivanalle dat ick haer van JE SU S C H RI S T Ü Smoghte komen tefeggen , döeh datfy de Religie van haere Voor-ouders moeiten behouden, welcke haere Goden > fooalshet behoordde , gennepen , ende. dat fy nu , door het voorbeeld der Spaigniaer- den waeren verleyt geworden, om even als fy, een valfchen Godt te aen* bidden. - -, -j ,; . ; ;, ; , . ] De andere Chriftenen verwonderden haer feer éek woorden hoorende," ende vraeghden haer te gelijck waer.dan die Godt was, endefyverftondenj nae vede inftantien , ende nae belo/ten van te doen gelijckalsfy, ende die Godt'te dienen , in wat Gebèrghte ende op wat plaetfe hy fich onthielt. , Hoewel nudefe goede Chriftenen , onder den dranck , haer belooft hadden , even als fy te Tullen doen , fop laghren fy doch evenwel , na dat fy de faecke rijpe- lijeken overwogen hadden ende tot haer felve gekomen warem met die belofte % alsfyndefulckseen befjjotte^jeke faecke, foo wel als alle de praetjens, die men haer daer van gefeghthadde. - Sy konden dit evenwel foo geheym niet houden 3 ofhetquam ter ooren van feecker Spaigniaerd, welcke in de.Valeye woonende, geloofde dathyin confcientïe gehouden was my fulcks te openbaeren j Hy quam my dan ten dien eynde te Mixco befoecken , ende feyde my dat'er in dat Dorp eenige Indiaenen waeren, die een &£-ggdt hadden aengebeden, ende die jigh beroemden dat defelve ^rt^T^ Verkeerde vreefevaa eenladi- aeiu Den Au- theurtragï die wegta te nemen , lII.BoECK. TïoordeSaenfchemfl-Indiën, XXI. Cap. 3s7 tólvetegem ; mijne leere gepredickt hadde 3 tot voorftandt van deoude Af- goaen-dienft der Heydenen van dat Landt. ^h^^ul^V 3 ^^^^^ de treken des Satans ver- nietighde endebadtde Spaigmaertdat hymywilde feggenvanwie h V defe dinger.haddegehoordts Hydeede dat, niy die geene/diehet hem gefeght hadde , noemende, daer by voegende dat defelvemy hetfoude hebben komen SÄ?' T- W u ^.^^addenaegelaetenom die Indiaenen niet te x>ntdecken ende in het lijden te brengen. ron^nL?^"? f ? eI ? n - In i iaenhaeienomhem tc ^ s den Spaigniaert te confronteren; hy tekende m de tegenwoordigheydt van defelve alles wat dat hydaervangehoordthadde, maer dat hy dat niet hadde derven openbaeren , v^n PVe T ndeick r emj t th y> rooh yeenwaeraghtighChriftenwas, voorde Duyvelmetvreefen moefte, maer tegens den felven ftrijden, door dien diehem geen ouaerkonde doen foo lange GODT met hem was, ende Hier S lT/ e - n M G 5 love / èn CHRISTUM JESUMgeheght hielde; herVZ g A C ^P , da V foome J n / . deren Af-godt konde ontdecker l het felve «£r2£ u f / ' fijnomdefeAf-goden-dienaeren te bekeeren, wan- &K? fouè , W S en i hoek,e ^ de maghtvanhaeren vaHchen, ver- gleken by dievanden Waeren, GODT was, dieaüeen door de Chrifteno» wierde aengeroepen. Hierbyfeydeickhemrondtuyt, dat, foo hy my met wilde feggen wie die S a " e "T eren ' ^^rdie Af-godt was, 'ick hem nae GuaümaU foude ^ n t ^ waemenhOTwdfoudea °eh-klappeB, tothetminfle, dat hy ft e ^l tmiJn / e ? en A eeghh ?^ Vre f fe in hetfi i f ' endegantfch van ont- Endoet fteltennTebevendereydehym y dathetde^F«^w hlE ' '7 e J Ck f fy hae 7 n ^ 0d , C nocmden > hadden beroemt, ende dat fy tllklt kennen g / eght ^T" * ^f' °? dewdcke ** te ™den was, foude 7 Si^r ee K ne / r f e > rne e r nd <: een Maft-boom, op foodaenigh een Ge- Derghte, en dat by defelve eenefpeloncke was. Jf?^ < ^ c ^ 1 ° fh / m f de P^etfebekentwa% endeofhy witte wat voor een llagh van een beeldt dat het was, hieropantwoordehy my, dat hy dick- maelen op dat Geberghte geweeft hadde, dat hy daer twee a drie waeter Fon- £,eynen hadde geilen > doch noy t in eenige fpeloncke geweeft l Ick vraeghde hem weder of hy wel met my foude willen gaen om die plaetfe teontdecken; dit weygerde hy uytvreefe 'van defe Af-godln-dienaers j oock raede hy my felve dat ick daer oock niet gaen foude , door dien fy , als fy daer waeren, my liever foudendooden, dan datfy haeren Godtfoudenontdeckt Hier op gaf ick tot antwoort, dat ick foogoeden Convoy foude mede- ne- men, dat het klwQ bequaem foude zijn, om my tegens haer te befchermen, ende Precautie äesAu- fheurs. Siyne 358 IÏI.Boeck. Voyagie vanThomas Gage XXI.Cap. ende dat mijn Geloove in den levendiger* ende Almaghtigen GODT, my voor die Af-godtfoude bevrijden. Hier op nam ick met defen Spaigniaert voor , defe fpeloncke op den volgen- den dagh te gaen opfoecken, met ons nemende , boven drie a vier andere Spai- £niaerden,ende mijne Neger Michael Delva» defe Indiaen , oock wilde ick hem dien dagh niet weder nae fijn Huys laeten gaen , tuyt vreefe dat hy mijn voorne- men, in het Dorp,bekent foude maecken. ende dat de Af-goden-dienaers fulcks wetende, my des naghts moghten voorkomen , ende haere Af-godt uyt die plaetfe lighten. De Indiaen weygerde geduerighlijck my te verfellen » hier om dreyghde ic|e dreyginge hemde Officieren van de Juftitie te fullen ontbieden , ende hem doen arre- a en den fleren , dogh daer op beloofde hy dat hy met my foude gaen. Indiaen. j) gh ick bad den Spaigniaert dat hy hem tot fijnent foude nemen , ende Met de by naght ende dagh wel bewaeren , dit deede ick alles op dat hy met niemarit wekke hy van het Dorp, jaefelfs niet met mijne kneghten, foude konnenfpreecken; Ick onfighte- beloofde vorders de Spaigniaerdt dat ick hem des anderen daeghs des mórgeqs liick han- f ouc } e komen befoecken , bevelende hem voor al de fake fecreet te houden, ende delt - op defe wijfë liet ick herrbnevens den Indiaen, die hy met hem namwertrecken. Ick reedt die felve dagh nae Pinola, om mijn Neger Michaei Delva te haelen, Hy bereyt ïc ^ V2 g\ ]t \ xemmetm y te Mixco, fonder hem yets van mijn voornemen te A R/° f ontdeckea ; oock ginck ick drie a vier Spaigniaerden , mijne gebueren , befoec- y e ' ken , ick badt haer dat fy flgh op den volgende morgen wilden gereet houden , om my te verfellen in eene faecke die den dienft ende de eere G O D E S betrof, dat fy haer ten dien eynde in het Huys van een van onfe gemeene bueren wilden laeten vinden /eggende,dat, foo fy liareRoers mede braghten,wy,mogelijck onsj ter plaetfe daer wy gingen , fouden konnen diverteren , ende dat ick voor de refte ordre foude ftellen 3 dat wy den oyervloedt van Wijn ende fpijfe fouden hebben. \ / Sy allebeloofdendat fy komen ende mermy gaen fouden , figh in- beeldende dat, hoe wel ick feyde , dat het den dienft G Ó D T S betrof, ick dogh anders geen voornemen hadde , dan een Hert op het Gebei ghte te gaen jaegen. lek wasfeer blijde (Tende dat 9/ mijne meenige op die wijfe uytleydden,ende daer op begaf ick my weder nae mijn Huys , ende tot onfe voor-raed » bereydde ick een goede hamme met eenigh gebraeden Pluym- gedierte ende gefooden Vleefch alle wel gepepert ende gefouten 3 om des volgenden daeghs te ge- Den Au- ■ t, rUyc ken. theur gaet ickvondt mijn gantfchegefelfchapmliet Huys daenck den Indiaen'in had- den Afgod ^ £ j 0?n b ewaeren> ende van daer gingen wy gefaementlijck nae de plaetfe daer metfeer foo vonden wy de Spelonckè aenftonts , ftaende defelve niet verre van daer ; fy was feer duyfter van binnen, 1 maer helder aen den inganck , wy vonden daer weder van die aerde vaeten , 'm dewelcke affe was, ende dat deed e ons gelooven datmen daer wieroockge-- brant hadde. Door dien wy nu niet witten hoe diep defe Spelonckè moghte lopen , alfoo' weynigh als het geene daer in moghte beflooten leggen , foo maeckten wy light met een vyer-flagh ende ftaecken daer door twee keerffen op s waer mede wy in defe diepte traeden. In den beginne was defelve breet ende wijdt , maer daer dieper in gegaeh zijnde, vonden wy dat die nae de lincker zijde toe ftreckte , aen de kant van hetGeberghte, doch evenwel niet feer diep in-waerts> want omtrent twee roeden van daer vonden wy den Af-godt, fittende op een ltoel, ende zijnde met een ftuck lij waets bedeckt. Hy was van een fwart ende glinfterende hout gemaeckt , even als of het van get was geweeft ,- Het hooft was als dat vaneen Man tot aen de fchouderen toe, evenwel fonder baert ofte knevels , het was vervaerlijck om aen te fien , mee een gerimpek voor- hooft, ende diepe oogen. Evenvel joegh ons fijne vervaerlijcke gedaente geene vreefe aen, endede- fel ve belette ons niet hem mede te neaien , doch foo als wv hem van fijnen tëoel af-naemen, foo vonden wy op defelve eefiige enckele Reaelen' leggen , die fijne gonft- genoten aen hem hadden ge-offert ,- dit deede ons noch nauwkeuri- ger in de Spelonckè om-foecken, ende die arbeyt was ons niet fchaedelijck," want wy vonden noch verfcheyde andere enckele Reaelen op de vloer leggen ,- nevens eenige Palmiten ende andere vrughten y gelijck mede half-gebrande wafch-keerlfen, potten met Mai^, een pot metHonigh •, endekleynecon-- foorden waer innemen wieroock gebrant hadde. Hier door bemerekte ick dat de Af-goden-dienaers defelve dingen als de Chriftenen offerden' , endefooick niet verftaen hadde gehad, datfy defen Af- godt haeren Godt noemden , foude ick niet meer op haer hebben te feggen ge- had , dan op alle de andere Indiaenen van de Dorpen , welcke de felfde dingen offerden aen de Heyligen , ende fich voor haer op de knyen laegen , ende van derfelver houtene Beelden waeren eenige niet veel beeter gemaeckt dan dit, het welcke niet de geftake van een Beeft, maer van een Menfche hebbende , foo konden fy aen het felve dè naem van eenigh Heyligh geven ; ende fich daer ' door, eenigermaeten* verfchoonen. " Doch het fyzy dit niet wilden ofte niet konden doen s fy volhardden in het feggen van dat dit haer Godt was, welcke tot haer gefproocken hadde; en heb- W JïOoecic. Voorde $ paenfch e IVeft -Indien. XXJ.Cap. y6x .hebbende haer naemaels noch gevraeght,of het niet het Beeld van eenigh SancT: «ras, even als'er te Mixco ende elders in de Kercken waeren , foo feyden fy my neen, maer dat hy boven alle de Sanclen ende Santinnen van het gantfche ;Landtwas. Wy waren verheugt fiende dat wy geen vergeeflehen aibeyt gedaen hadden , ende dat onfen tijd niet qualijck was befteet ge weeft j tot foo verre dat wy, heb- bende defen Af-godt uy t de Speloncke gebraght , veele tacken van de Boomen " -hackten , welcke wy daer in wierpen , om den inganck te floppen. Die gedaen zijnde, laeddenwy den Af-godt op den rngge van den Indiaen, mae dat wy het Beeld met een ftuck lij waets bedeckt hadden , op dat niemant , * terplaetfedaerwypaffeerenmoeften, hetfienfoude. . Ick geloofde oock dat het goet foude zijn, foo wy op het vallen van den a- ? ƒ" vonteerftvertrocken, omindenduyfterteJVfco te komen, op dat het de In- aJl^de lianen niet foudenbemereken. Soaió • Soodaenigh dat ick in' het Huys van een van de Spaigniaerden verbleef tot jaerden" xhthet Jaet was, ick bad den felven alle de daer omtrent woonende Spaigniaer- erfde de den uyt mijne naeme te willen fegghen , datfyop den volghenden Sondagh, Negers te- te Mixco in de Kercke fouden komen, veynfende dat ick aen haer ende aen gensden haere Negers yets te feggen hadde op het fubje& van haere Gebroederfchap- volgenden -pen. Sondagh Want ick begeerde niet dat fy eenïge kenniite Yan die faecke fouden heb- te Kercke -ben > voor ende al eer fy het Beeldt voor haere oogen aenfehouden , ende «ooden. ;van die faecke in de Kercke hoorden fpreecken , uytvreefedat, hetfclveter .ooren vande Af godifche Indiaenen komende, defelvemoghtenopde vlught gaen ende flch uyt het-Dorp met Wijf ende Kinderen wegh-packen. Als nu de naght t'eenemael gevallen was , nam ick mijn Indiaen ende Mi- <:chaei De ha met my, gaende met die beydeaen mijn Huys, alwaerickden - Af godtin een CorTer floot ende tot den aenftaenden Sondagh bewaerde ,• hier op font ick denlndiaen weder te rugge , hem belaftende niets te feggen / oock -vréefde ick daer niet voor, door dien hy welwifte, hoe veelquaetshemde § OÜ :_ aen ■ Af-goden- die naers fouden gedaen hebben , en daerom waghte hy ficfa wel be- "' nHu )' s - kent te maecken dat hy my verfelt hadde. • Ick behielt Michael Delva by my , door dien hy begeertigh was om het eyn- -de van dit werek te fien, ende ick bereydde my om op den volgenden Son- dagh te Predicken over het derde veers van het een enéetwintigbfle Capittel J vanhetBoeckEW*/^ Gy en fuhgeeneandcreGodenwor mijn acngefighte hebben. ' -Ickfoghtedefe text expreffelijck by defe gele'genthey t uyt, hoewel het niet den gewoonlijcken van die dagh was, zijnde men als dan gewoon wat anders te -Predicken. ij . •■ Als des Sondaghs s'morgens de Predick-ftoel bereyt was door , die geene, die E j s "de forge over de Kerek ende de Altaeren was aenbevolen , deede ick den Af- ^aghs dae r •igodtdoor Michael Deha onder fijnen mantel nae de Kercke draègen, ende in aen op den den Predick-ftoel verbergen, op dat niemant den felven foudékonnen fien, Predfck- Zz 2 voor ftoel DenAu- theur brenght den Af- eödtaen Hy fteh den Af- god t op denPre- dick-ftoel aenhet Volck voor. "2XU Vg^. III. Boeck. Voyagie vanThomas Gage XXI. Cap. voor ende al eer ick foude noodigh oordeel en den fel ven onder de Predicatie te vertoonen, oock belafte ickhembydenPredick-ftoel te blij ven op dat hy van niemant gefien ofte wegh-genomen foude werden. Noyt hadde'er meer Volck in de Kercke geweeft dan op die dagh , foovan de Spaigniaerden, als van Negers die omtrent het Dorp woonden 1 , welcke alle, volgens-het geene ick haer hadde doen aenfeggen , verwaghten dat ick haer yetsfvvaerwightighs foude bekent maecken. Oock waren'er weynigh van de In woonders van het Dorp die haer geabfen- teert hadden, felf faghmen daer de de Tuentes nevens de andere die van Af- goderye verdaght waeren, die te faemen nergensminderaendaghten, dan datmen haeren Godt uyt de Speloncke hadde gelight, dat hyin den Predick- ftoel ftont j ende dat hy van defelve tot haer fchande ende fchaemte moeile ten toon geftelt werden. Ick beval oock aen Michael Delva fïch, geduerende het Sermoen, dighte by den Predick-ftoel te houden , ende dat hy de Spaigniaerden , welcke de faec- kebewuft was, ende eenige andere Negers van fijne Vrienden, foude ver- foecken fich bv de trappen van defelve te plaetfen. Als de Miflegefeght was, begaf ick my, om mijne Predicatie te doen, op den ftoel , wanneer ick nu de woorden van mijnen text las , bemerckte ick dat de Spaigniaerden ende de Indiaenen malkanderen aenfaegen, zijnde fyniet gewoon Predicatien over het oude Teftament te hooren.' Tot uy tlegginge van dit Gebod toonde ick hoe fchrickelijck een fonde de A£ goderve voor GODT was , dat'er geen Schepfel was , dat met den Levendigen GODT konde vergeleecken werden, dat oockgeenigh Creatuer'goet ofte quaet aen den Menfche konde doen fonder Sijne toelaetinge , ende datmen , by gevolge , defelve niet moefte aenbidden, Ick voeghde daer by , datmen die dingen welcke geen léven hadden , als daer fijn hout ende fteen , aen de welcke de Menfchen wel een mont ooren en- de oogen konden maecken , maer die daer door nietfpreecken, fienoftever- ftaen konnen , noch veel minder moefte eeren en dienen , zijnde het maer doo- de Af-goden, welcke of fy al handen ende voeten hebben, fich fel ven al foo wey- nigh konnen befchermen , dan die geene , die voor haer op kny'en vallen. Als ick nu dus ten halven van mijn Sermoen was gekomen, buckte ick ïrl den Predick-ftoel neder , opheffende defen fwarten ende mismaeckten Af- jgodtj ick ftelde hem aen de'eene zijde van den ftoel , ende kijckende eenige van de Fuentes ende andere fterck onder de oogen , bemerckte ick dat fy; . feer verbaeft waeren , dat fy root van Couleur wierden } dat andere weder be- ftorven , fiende fy geduerigh op malkanderen. Hier op bad ick de vergaederinge dat fy wel wilden bemercken hoedaenïgh dochdieGodt, welcke eenige van haer hadden aengebeden, moghtewefen, dat fy hem wel wilden aenfchouwen , ende fien of 'er oock yemant onder haer was die wifte wat gedeelte der Aerde onder fijn Keerfchappyeftont, ofwaer bv waere van daen gekomen. Ick III.BoECK. 'DwdtSfatnfcheWeft-lndïin. XXI.Cap. 3 6 3 Ick feyde vorder dar eenige van die daer tegenwoordigh waeren [ fich hadden beroemt : dat die Af-godt gefproocken hadde , ende telens bet geeneickhaer van JE SU CHRISTOgelecrthadde 3 gepredicktfhierommewashetdat 5 .(V hem als een Godt hadden aengeroepen, geit, honigh , vrughten, &c. aen hem .geofFert^ieroockvoorhemgebrant^endeditalleinfeecke^verholeneende- * ' inde woeftijne verborgene Spelonke, daer door bewonende dat f/haerfchaem- den hem in het openbaer te erkennen , ende dat hy s dus onder de aarde verbor- gen zijnde, abfolutehjck onder den Vorft der du yfterniflèn ftonr Als doen daeghde ick hem in het openbaer uyt om "te fpreccken, ende fijne „ 1 , fteck.e te verantwoorden feggende dat anderlfints fijn ftiMwijgen fine aenbid- , Hy daf § bt ders met fchande ende fchaemtefoudeoverftorten ' hem ende lek toonde haer daer nae dat het niet dan een ftuêk houts was , het welcke op t?^* die wijfe door de handen der Menfchen gefatfoeneert was, zijnde het bv-S Y volge niet dan een doodenAf-godt. y *» Dusamerde ick langen tijd tegens hem, ende daeghde den Satan uyt, welke fich van hem als van een inilmment bedient hadde, dat hy, foo het in fij ne magt was,hem van die piaetfe,op dewelcke ick hem gefteit hadde, foude ïigten, om alfoo te doen fien , dat fijne maghtfeer geringh was, als die geftelt witrde tegenshetgeloovedatickinCHRISTO JESUhadde' « * ' * Als ick dus nu wel geraifonneert ende gedifputeert hadde nae het begrij p van Hy re* t ^X e häl Z 3T VO °i^ h Wa , eren - % de ick haer, dat , foo die Godt ma f nt de de maght hadde om fich te redden ende te bevrijden van de ftraffe die ick voor Indianen hem bereydde, welcke was, dat ick hem aen ftucken wilde doen hacken ende 'toteen ' daer nae in het openbaer verbranden , ick haer wilde toelaeten dat fv aen het waeraeb- Euangeliumvan CHRISTUS JESUS mCo^mi^^^MêU- }Ü*4 fpeurden dat hy geene magt altoos tegens my hadde,tegens mv,feyde ick,die een L oove » V andefwackflewercktuypvanden\Vaeraghtige^ was dat ick haer dan bad dat fy haer tot dien Waeren GODT, diealle dingen loonT^^^^ Soone CHRISTO JESU , die onfe Saehghmaecker ende Midfelaer is, ftellen, enoWoortaenaUed^ * Ick . verfekerde haer daer-en-boven, dat ick, wat het gepaleerde betrof, tiiïjne roor-fpraecke ende interceflie voor haer wilde te werckeftellen,ende maecken dat fy met fouden gecaftijdt worden, het welcke anderfints den Biffchop ende den Prefident : van \GuatmaU reghtvaerdehjek doen kónden, ende beloofde haer omhaer te onderwijfen , endein den weg des Chriftendoms te doen toenemen. ' NaedatickdusmijnePredicatie,fon antwoordde my een van de haere fiouteli jck , dat fy wel wiften da dat maer een ftuck houts hadde geweeft , het welcke van fich felfs niet fpreec kenkonde; maer door dien het gefproocken hadde, foo als fy alle konden ge tuygen , dat dat dan een miracul was het welcke fy gelooven moeften , end dat fy waerlijck verfeeckert waeren i dat Godt in dat ftuck houts was > doo .dien het door het fp reken betoont » hadde dat het geen gemeen hout was , end' dat fy het daerom meer en eer eeren 3 dienen, ende Offerhanden geven moeften ; als dieHeyligen die in de Kercke waeren , ende-noyt tot het Volck gefproockei hadden. ; , , ■ Ick'antwoordde haer dat de Duyvel ende niet GOD dat difcours geformeer hadde, foo het foo was datfy het hadden gehoort, ende dat alleen om haer te be driegen ende in dè Helle te trecken , het welcke men klaerlijck konde fien uy de leere die hy haer hadde voorgehouden cegem jESUM CHRIS. PU h dei m^o^c^^ooideS'faenfcheWefl.ïndicn. XXÏ.Cap. 3 6 f deneenigenSooneGODTS, in dewelckeHySijnwelbehaegen heeft heb- gen ander antwrordde&ïrf arte van CHRISTO JESU nier hadden hoeren iprèecken « bomftederSpagmaerdenindarLïindr, ende datfy evenwel wel wifcndatS ' Goden waeren djt fydieaenbaeden , Offerhanden gaeven ; èndeA wel ' Eg dat die Godr eene ^n de Goden van haere Voor-ouders hadde ge " Hier op feyde ick die God t moet wel kleyne maght hebben gehad [ door dien ly heeft toegelaetenaatick hem verbranthebbe , morenen Dit gefeght hebbende bemerckte ick wel dat haere gemoederen niet geftelt lil en 3 ?^e e nLT e 5 haei , t£reden ? eVeIenj endedatf y ^enemaelvSar waeren, foodaemgh dat ick my gedrongen fagh , 'haer foo wijs , als fygeko- nenwaeren, weder naehuys te keten gaen «unygeKo- .Snl \ feeCkei ' d ? C i efe u L t e< ? en ^ rot ' den 8^°^ hebben ,fooGODTmyCeil f- go EË£a£*ë? Y*l ^"^ ^^enmaentnaedatickdefenïf h g ol ^en-die eibranthadde, als ick my inbeeldde dat alles vergeten was, endedatdie Af- naeisle l le^fT^ fUlckS ^ ftd ^ rM T n -8? u S htedatick ^middertiaghthoor- laegen ' Ie , het fel ve quam voort van eenige Lieden die om mijn Huys waeren , fclve aederdenfytotaendedeurevanmijneKameri ick riep daerop , mae dorfte L^^^^^ alsfydaeroo.e- - - uengh op de deure-klopten ende drongen, foo bemerckte ick'dat het Lieden neréh die met gewelt wilden indringen. uiiuccueaen ,S^nXn am ic , kdela ^ ke " s ya n mijnbedde 3 bont die met deeyndenaen Béftor- 1 bv fe en ^maecktedefelveaendetraelien vanmijn venfWvaft, om menfij. | by defelve op de aerde te toen glijden ende te vlughten, foo draefy maer " root gewelt om in te komen deeden. r ' Als fy nual voort-gingen metop dedeure te kloppen (onder eehigh woort 5 Willen fpreecken foo geloofde ick, datfy, wanneer ick luyde riep: de a?nVlk et il ffo ^ enknJ f n endefich ^packen; hierop dan rfep ick aijn Volck , het we ckeaen het eynde van een lange Galerye was, datfy de ee- ueren tot mijne hulpefouden doen komen. ■ ■ '. 3 tiaci y ae S e Mijne Dienaeren , die al door het voorige gerughte ontwaeckt waeretf r^ detrappenVanhetH ^ saf - Iie P e ^ endemenhoorddehaerdienaght *et meer. ■ . , o Doch door dien ick daer door bemerckt hadde hoe groot haerenhaet ende oosaerdigheyt was, foo geloofde ick dat het geene wijsheyt voor my was , dus Ueenm foogroot een Huys, alsdat ywMUeeo is s met Jongens verfeVte Hier ne flaep-ka- mer. g£3E Hy voor- liet figh ende doet haerwaer- fch ou- wen. Sy komen Voor de tweede reyfe we- der. Een van ha er werd gequctfi:. Sy leggen hem ande- re iaegen. Brengen hem daer $66 III. Boe ck. Voyagie vanThomas Gage XXI. Ca p; Hierom fondt ick den volgenden dagh om Micbael Velva te haelen , op de- Welckeickmyt'eenemael vertrouwde, ende die alleen bequaem was om fes Indiaenen te verdrijven, oock liet ick hem feggen, dathyde, tot mijne be- fcherminge noodige , waepenen foude mede brengen. Ickhieldthemdanveerthien daegenbymy, ende den volgenden Sondagb deede ick in de Kercke af kondigen, datdiegeene, die des naghts , ommyte vervaeren, tot mijnent waeren gekomen, aght fouden hebben te nemen om fulcks niet meer te doen , door dien ick het gedreyghde quaet met offenfïve en- de defenfive waepenen' daghte af te keeren, ende my daer vanhadde voor- fien. > ■ ■ . j : . ■ . ' : - - r! Hóewei fy , hier op , figh eenigen tijd in rufte hielden , foo lieten fy dogh niet naeinhaerboofeopfettevolherden, want wetende dat Micbael Deha wet'iÄ mijne kamer fliep, quaemenfy, omtrent twee weecken daer nae, terwjjlea ick j tot omtrent midder-naght , by de keerffe ftudeerde, de trappen foo foete- lijck ende met foo weynigh gerughtete maecken op-klimmen» dat ick fulcks niet hadde konnen hporen ofte bemereken ; doch de Neger , welcke niet fliep, was het teer wel gewaer geworden , ende van feeckere taeffel , op dewelcke hy op een matte lagh , faghtelijck opgeftaen zijnde , nam hy twee gebäckene vier- kante fteeuen ,. 'dié onder de taeffel Iaegen, om eenigh metfel-werck > _.dat ick onder handen hadde/ op te maecken , Iaegen, endedaeropdedeure fti'llekens openende, foo was e venwei het kleyne geluydtdathymaeckte, oorfaecke dat fy 3 om haer leven te faïveren, de trappen weder afliepen. _ JO De Neger liep haer aenftonts nae,, doch door dien fy al eenige fchreden voor uyt waeren,, ende hy nietkonde wetenwat wegh fy fouden inllaen, fmeet hy haer de "twee fteenen näe het hooft, fbodaenigh dat hy een van haer raeckte, want foo als hy óp den volgenden morgen door het Dorp gingh, ontmoette hy eene van de Fucntes i3 , welckeeen muts op het hooft hadde , ende hebbende , aen eenighe Indiaenen, ghevraeght wat hem lette, foo antwoorden die, dathy een gat in het hooft hadde, maer dat fy niet wiften hoe hy daer aen was geko- men. De Afgoden-Dienaers iiende-dat ick altoos door Michael Deha bewaert wierdë , lieten van doe af äen nae des naghts meer in mijn huys ts komen, doch hare gramfchap ende quaet herte tegens my was daerom niet geminderr. Een maendt nae dat dit alles was voor-gevallen, ende als ick daghte dat (y nergens meer aen daghten , betuygende fy my uytterlijck veele beleeftheyd en- de een feer goedt.herte , quam my yemand uyt de naem van de oudfte Broeder yandeFmntef 3 Pauliisgenaemt,, befoecken , feggende dat hy gefonden was om te feggen, ,dat gefeydeh Paido deFuentes feerlteck was , ende de doodt als óp de lippen haddë , dat hy my dieshalven badt , om hem te komen trooften, te verflercken ,.ende in de waeraghtigheyd van onfe Religie te onderwijfen , door dien hy voor hadde figh van gantfeher herte te bekeeren. Ick ontfingh defe tijdingen met groote vreughde, gelovende dat dit waer- äghtigh was, foodaenigh dat ick , geheel geen quaet vermoedende, GODT van herten IILBoeck. T>oor deSpaenfchejyefi-Indïén. XXLCap. 367 herten badt , my in het bekeeren van die menfche by te ftaen , ende dus vol vyer .ende y verzijnde , gingh ick feer fpoedelijck na fijn huys toe , al waer alle mijn vreugt en ende trooft wel haeft in droef heyt ende moey te veranderde. Want foodraeals ick aen de poorte van het huys was gekomen ende binnen defelve tradt , foo vondt ick alle de Gebroeders de de Fuentes, ende dan noch ee- nige andere die van Afgoderije verdaght waren, in het ronde op de plaets fitten,, doch door dien ick Paulo de Fttentes by haer niet vondt , foo tradt ick een weynig te rugge , ende vraeghde waer dat hy was , krijgende ick eenigh aghterdencken » door dien ick haer alle dus vergadert fagh; dogh fiende hier op, dat fy niet op- ftonden, ende dat fy my niet antwoordden, oock felve dat fy hare hoeden niet af- namen, foo kreegh ick eengrootevreefeinhetlijf, ende ick daghte voor ver- raederfche laegen , foodaenigh , dat ick haer den rugge toe-keerde , om weder na mijn huys te gaen. Doch ick hadde my foo drae niet omgewendj of Paulo de Vuentes, w elcke had- de laetenfeggen^ dathyfieckwas, ende dat hyfigh wilde bekeeren, quam van aghter het huys van daenfpringen met een fware Hoek in de handt, heffende de armen op , om my te flaen, foodaenig dat > foo ick fijnen ftock met beyde de han- den niet hadde gevat , ende daer door fijnen flagh gebroocken , het feecker is, dat hy my daer door ter aerde foude hebben geworpen. Terwijlenwy nu vaftyder ons befte deeden, om meefter van de ftock te blij- ven , foo quaemen noch eenige andere Indiaenen , die in huys waren gefeten ge- weeft , op de plaetfe loopen , doch door dien die vlack aen de gemeene wegh en- de geheel open was,was my fulcks oock veel voordeeliger,dan foo fulcks in huys ware voor-gevallen. Defe vielen alle op my , de eene trock my herwaerts , ende de andete gints- waerts, fcheurende ende breeckende mijne klederen op twee ofte drie plaetfen , ende een van haer , ftack my met een mes in de handt , op dat ick de ftock foude verheten, wekker wonde lit-teecken noch aen mijnemuystefienisj zijnde het feecker , foo wy foo dighte by de ftraet niet hadden ge weeft > hy my het mes in de ribben foude hebben geftoocken. Als nu een ander fagh dat ick de ftock niet wilde verlaten j vattede hy defelve met Paulo de Puentes , ende fy beyde ftieten die foo kraghtighlijck tegens mijnen mondt aen, dat fy my de tanden braecken, foodaenigh dat ick niet dan bloedt fpuwde, ende die ftoot was foo grof, dat ick daer van heel bedwelmt teraer- d?viel, evenwel hervatte ick aenftonts mijne kraghten, ende ftont daedelijck op, fiende doen dat fy my befpotteden , dögh evenwel geen leen meerdorften aen doen > vreefende ontdeckt te werden. Oock wilde Godt , dat op het felve moment, als ick ter aerde wierde gewor- pen, feeckere half-flaghtfche Slavinne, welcke een Spaigniaert, die in de Valeye woondde,diendde,daer voor by quam te pafTeeren>en,horende, dat ik de gebue- ren te hulpe riep* welcke doch evenwel verre genoeg van daer woonden, om dat alle de na-by gelegene huyfen door de dépuentes wierden bewoont , quam op de voor-plaetfe,ende fiende my bebloet, geloofde dat ick ter dood toe gequetft was, in fulcker voegen , dat } haer alle als Moordernaers uyrgefcholden hebbende , fy Aaa langhs door la gi-oot ge- va er. Den Au- theurbe~ rnerekt haerela» gen. Syquet- feh hem meteen mesaen de handt. En wer- pen hem ter aerde, van waer hy weder op-ftaet. Hywerd uythet gevaer geredt. redt. Een van de gewei- denaers werdt ge- vangen. Den Au- theur be- leght in- fo rma tien wegens dit voorval. Sorge van de Spai- gniaerden voor den Autheur -oedrasen. 368 III. Boeck. Voyagie vanThomas Gage XXI. Cap. - langhsde ftrateii begonde te loopen, niet anders dan Moordenaers ! Moor- denaers! roepende, feggende dat die op de voor-plaetfe van Paulo de Fuentes waeren , felfs tot dat fy op de Merckt-plaetfe ende aen het Raedt-huvs was ge- komen j omtrent het felve vondt fy de Akaldes ende de Regidors met twee Spai- gniaerden, welcke,hetgevaer,waerinickwas, gehoord hebbende, met de bloote degens in de vuyft, naede voor-plaetfe van Paulo de Fuenter , door de Officieren van de Juftitie verfeltzijnde , quaemenloopen , om my üyt het ge- vaer, waerinick was,teverIof!èn. - Doch de Afgoden-Dienaers 3 hebbende het geroep van het half-flaghtfche Vrou- menfeh gehoort , begaeven haer op de vlught , de eene de eene , ende de andere de andere weghuyt, metmeeningevanhaerteverfteecken, endeP^w- lo de Fuenter %mck mede om fijne deure te fluyten, ende daer naete vlughten, maerick, fulcks bemerekende , deede al wat ick konde, om hem hierin te beletten , tot de tijd ende wijle , dat my yemandt foude te hnlpe komen. Als nu de Spaigniaerden aenquaemen , ende my t*eenemael bebloet faegen , foo vielen fy alle met een feergroote rafernye op Paulo de Fuenter, traghtende hem met haere bloote degens te treffen , ende fonder mijne tuffchen-komfte, foudenfyhem feeckerlijck gedoodt hebben, maerickfeydehoe dat men my alle het quaet datmen hem deede foude te Me leggen. Doch ick badt de Bediende van dejuftitie dat fy voor hem, hoe wel hy riick ende maghagh was, niet wilden vreefen , ende belafte haer figh van van fija Perfoon te verfeeckeren , ende hem in het Ge vangen-hu vs te brengen , ofte dat fy fulcks anders voor de kamer van Guatimala fouden hebben te verantwoor- den j maer aenftonts hier op deeden fy het felve. Hier op deede ick aenftonts informatien , wegens alles dat'er «repafleert was beleggen, de Spaigniaerden ende de half-flaghtfche Slaevinne dienden daerin voorDepofanten,- hoe fymy in de handt hadden gequetft gefïen, dat ick niet dan bloet fpoogh , dat oock mijne kleederen geheel bebloet waeren , ende t'ee- mael gei cheurt , ende defe informatien fondt ick met alle neerftigheyd nae den Prefident van Guatimala. Dit werek wierde oock aenftonts doordeValeye rughtbaer, ende alle de Spaigniaerden quaemenmy haere hulpe aenbiedenj Michael Deha } welcke doen by geval in het huys van een van die Spaigniaerden was , quam mede met haer ende feeckerlijck fy alle fouden die naght veel quaets aen de Indiaenen ee- daen hebben, foo het door.my niet waere belet geweefr. Ick bad haer dat fy fig inder ftilte weder tot harent wilden begeven, feggende dat ick geene vreefe hadde , ende dat Michael Deha alleen bequaem ende fuffi- fant genoegh was om my te be waeren. Doch op alle mijne remenftrantien wilden fy niet vertrecken , by-bren- gende dat die naght ge vaerhjeker voormy was dan ick wel daghte, ende dat ick, om feecker te zijn, meer dan een menfche van nooden hadde, ommvte be waeren. f J Sy geloofden dat die Afgoden-Dienaers , refie^ie maeckende, op het geene fy III.BoECK. TïoordeSpaeitfcheWeft-Indïén. XXI.Cap. $6 9 fy aireede gedaen hadden , ende vreefende door den Prefïdent van Guatimala , daer over geftrengelijck geflraft te werden , fiende mede dat fy geruïneert ende verdorven waeren, door wanhope , die naght yet wes fouden konnen aenvangen, om haren Broeder uytdegevanckeniffe te trecken, ende my oock eenigh quaet doen j gevende figh daer nae op de vlught. Wat fy my oock feyden , foo konde ick my noyt inbeelden dat die lieden de Sy bewa- ftoutigheydt fouden hebben van fulcks te doen , ende dat fy foodaenige dingen ren hem fouden derven aenvangen, oock konde ick niet gelooven dat fy fouden wil- dert vol- len vlughten, om dat fy alle Huyfen in het Dor{> hadden ftaen , ende veele Lan- genden den daer omtrent leggen , dogh evenwel flondtick eyndelijck toe, dat fy my die na S hr - - haght , nevens Mickael Delva , fouden bewaeren. . Naehetavondtmaeldeeden fy de ronde om het geheele Huys, tot dat fy Setten faegen dat alles in ftilte was, ende datalle de Indiaenen vertrocken waeren ,• hier waght aen nae ftelden fy oock fchild- wagten omtrent het Gevangen-huys , om te beletten het Ge - dat daer niemantfoude komen om dat óp te breecken, ende Paulo de Fuentes van g e n- die men van haer in het Dorp van Ai/'xvo foude vinden, confifqueren foude. Sy werden Doch de moeyte , die de Spaigniaerden, in de voorledene naght voor my MGuatt- hadden aenge wendt, wasoorfaecke , dathy het geheele footje wel verforght, tnalage- indegevanckeniiïevondt, endenae datfe de koften van dien Officier hadden voert ' betaelt, welcke hy foo hoogh fchatrede als hy felve wilde , foo wel als die van Michael Deha , ende van twee a drie andere Spaigniaerden , aen dewelcke men uy t den naeme des Coninghs beval , om haer in alle feeckerheyt nae Guatimala te brengen, deede men haer te Paerde klimmen, ende men braght haer, noch die felve dagh , voor den Prefident. Sy werden Soo drae fy gekomen waeren > fondt hy haer aenftonts nae het Gevangen-' indege- huys, ende daer nae verwees hy haer om publijckelijckeopdeftraetengegeeï- vancke- feit te werden , hy bandde'er twee uyt het Dorp van Mixco nae de Golphevaa niüe^e- St. Hhomas de Cajlillo, ende hy foude haer allein ballinghfchap verfonden heb- b raght en- ben , indien fy , foo als fy deeden , my niet hadden gebeden voor haer te willen na intercéderen, belovende in het toekomende beter te leven, my alle foorten van vernoeginge te geven, foo men haer toeliet weder in het Dorptekeeren, ende daer by feggende dat fy haer fel venaen de galge, ende haere goederen aen de conüfcatie onderwierpen, foofy oyt weder in diergelijck een foute ver- vielen. Haer Als nu de Prefident hier op haer noch yder in de boete van twintigh Rijxdael- orootbe- ders hadde ver wefen, moetende fy die aen de Kercke betaden, ende zijnde de daer na geftraft. ma lïï.BoECK. TtoordeVaenfchemft-Indiën. XXI.Cap. 57 my daer over de vryedifpofitiegelaeten, fondt hy haer weder nae haere huy- fentoe,- volgens haere belofte quaemenfymyallebefoecken, ende figh voor my vernederende , ende heete traenen ftortende , betuyghden fy groote rouwe .wegens het geene fy gedaen hadden , leggende alle.de fchuk op deüuyvel, die veel maght over haer hadde gehadt , ende haer verfogt tot op foodanigen poincl: toe, dat fy die boofedaedt hadden begaen, maer nu feyder, fy , dat fy hem en- de alle fijne liften verfaeckten, ende in het toekomende als goede Chriftenen wilden leven , biddende ende eerende maer eenen Godt. Ick wierde feer tederlijck door hare traenen getroffen, foo wel als door de getuygemflen , die fy my , van haer berouw ende leetwefen gaeven , ende daer door bemerekte ick dat fy nu bequaemer waren oiïiJesum CHRisTUMte om-helfen , dan fy wel van te voren hadden geweeft , oock tragte ick haer in Sii- nekennifieteonderrighten, endedenweghterfaligheyttewijfen. . Ick bleef nae die tijde niet lange in het Dorp, maer doch evenwel foo lange als ick my daer onthielt, befpeurde ick foo groot eene veranderinge in haere maenieren van doen, datmyfulcks verpligte te gelooven, dat haer berouw opreght ende goet was , als voort-komende uyt een leet-draegendt herte. l Ick hebbe dek gefchiedeniffen van eenige particuliere Indiaenen niet ten toongefrelt om geheel haere Natie te blameren, want ick beminne die feer, ende wenfehte dat ick al mijn bloed voor haer vergoten hadde, foo haer fulcks konde eenigh nut toe-brengen-, ende tot faligheyt van hare zielen gedyen Het gefchiet veel eer om te maeken datmen medelijden ende compafiie over die Lieden hebbe , die , na datmen haer foo veele Jaren Christum Tesum heeft gepredickt doch maer meeft alle Chriftenen in uy terlijcken fchijn , ende in het onderhouden der Kerckelijcke Ceremoniën zijn. Syzijnfeeckerlijck van een feer goet naturel, feer gemackelijck om te on- derngnten, ende konnen hght bewogen werden tot het aenroepen van eenen GopT, endemenfoudefulcksbevindenfoomen haer den reghten ende ev- gentlijckenGods-dienftleerdde. è y Werdt doorden Autheur voor goet gekeurt ende op* reght te fijn be- vonden» Eefluyt des Capit- tels. 171 ïïLBoeck. Voyagie vanThomas Gage XXII.Ca^ HET XXII. CAPITTEL. De Au- theur krijght permiflïe van fijnen Generael om nae Engeland te keeren. Hymaekt fulcks den Provin- ciael be- kent. D ] en Antheur krijght permiffie van fijnen Generaelom ttaz Enge landt te keer en. Hy maeckt fulcks den 'Provinciael be- kent. 'Die hem niet toe-laet te vertrecken , rnaer door wel- daden traght te behouden. Redenen die den Autheur bewe- gen om te blijven. Den Autheur werdt Vicaris van het 'Dorp ende Cloojïer van Amatitlan. S't. thriftoffel van Amatitlan ofte Palinha. Naems-oorfpronck Befchrijvinge van het Dorpfelve . S'choonegeconfijte Ananaflèn. Pteenen door een Vulcams uytgeworpen. Pam pichi een klejn Dorp. Naems-oorfpronck. T>en Autheur doet we der fe er groot e en ende hevige inftantien om ontflaegen te worden. Antwoord van den Trovinciael. Rep lij ck van den Auth cur , die (igh evenwel genoot faecktfiet te blijven. OP het fel ve Jaér als het vöor-verhaelde fpel te Mixco voor-viel , ontfing ick de permiffie van mijnen Generael van deOrdre-van St. Domini- cus j om weder nae Engeland te mogen keeren ; fulcks verheughde my feer om dat ick het leven onder de Indiaenen moede wierde 3 ende het verdroot my te fien hoe weynigh Vrughts ick aldaer uytwerckte , dervende haer , ter oor- faeckevandelnquintïej dë-Euangelifche waerheydt niet voor oogenftellen, welckehaeranderfints goede ende waeraghtige Chriftenen in het innerlijcke foude gemaeckt hebben. Ick verlanghde te meer te vertrecken > door dien ick befpeurdde* dat Antonk de Sotto-Major , welcke Heere van Mixco was , eenaf-keervanmyhadde^om dat ick twee Inwooriders uyt fijn Dorp hadde doen bannen , ende een openbaer affront aen de de Fuentes , wegens hare Afgoderij e , gedaen, nemende hy dat op, even alsof ick het aen alle de Indiaenen van die Plaetfe gedaen hadde. Hebbende dan alles wel overleght , fchreef ick aen den Provinciael , die doen te Cbiapa was , dat ick van voornemen was , om weder nae mijn Vaderlandt te keeren , volgens het verlof dat ick daer toe van Romen hadde gekregen. Maer door dien hy verftaen hadde alles wat ick in het Dorp van Mixco hadde gedaen , foo met het tot reden brengen van de Afgoden- Dienaers j verbran- den van haren Af-godt 3 als met het gevaer van mijn leven ineene foo goede faecke-, En wetende daer-en-boven dat ick eene volmaeckte kenniffe in de Taele Pp- concfa s III.Boeck. ftoordefydenfchemjt-Indien.XXll.QAv. m c^ihadde, foowildehynoyttoe-laetendat ick foude vertrecken mJrh! deedealles wathykonde, foodoorgroote beloften als J ! 5 - y ^p»^doen^ mtd^^ Om my dan des te gemackelijcker tot fijnen wille te kiWn r™£ u Hybadtmydatickdatgetuygeniflevandegeneeenthevd wdckehv «m .Datdecdemydanrefolveren, voor eerft noch teblijven tot dat & n™, Dit Die hem niettoe- laette vertrec- ken, maer door wel- daden traght te houden. Redenen dieden Autheur bewegen om te^bli j* ven. Den Aa- theurwert Vicaris van het Dorp en- deCloo- ftervan ~Smatitla» t St. Chri- ftoffel van *4matitlan ofte Pau», fa 374 IILBoeck. Voyagie vanThomas Gage XXÏI.Cap. Dit Dorp van St. Chriftoffel, werdt in de Indiaenfche Taele eygentlijck Palinha genaemt , Ha beduydt water , ende Pali is figh over-eynde houden ge- feght, hier door fiermen dat het .eygentlijck een over-eynde ftaende water be- téeckent. Want het Dorp is gelegen in het hangen van den Water-Vulcanus , _ aen die kant daer men fijn uy tfight op Guathnala heeft , defelve fchiet aen die zijde niet alleen veele fchoone Fonteynen uyt , maer uyt feeckere feer hooge Rotfe, komt oock een Beecke af-vlieten , welcke van boven nae beneden vallende , ende daer door groot gerughte maeckende, van verre fchijnt een ftaende ende fteyl af- eaende ftreepe waetérs te vertoonen, doch omtrent twintigh roeden op die wijfegedaelt zijnde, foofpruyt daer uyt,. door dien den Bergh vläcker werd, een feer aengenaeme Beecke , welcke bezijden het Dorp haeren cours neemt t ende fulcks heeft de Indiaenen bewogen , om het felve Palinha. te noemen , ter oorfaecke als boven gefeght is. . . In defe plaetfe zijn veele rijcke Indiaenen , welcke nae de zijde'van de Zuyd- Zee toe handelen, ende het Dorp is foodaenigh met vrught-draegende hoo- rnen over-fchaduwt , dat het fchijnt dat het eene te faemen gevloghte wande- larije is , ofte wel een kleyn Bosken , datmen tot vermaeck geplant heeft. Dochdevoornaemfte vrught die men daer vindt, is die geene, die men Pinnas ofte Ananas noemt, defelve fietmen op alle de voor-plaetfen der Indi- aenen ftaenwaffch en ; de Spaigniaerden koopen defelve veel op, om Confi- turen van te maecken , door dien fy het gerijf van de Suycker-molen daer by de hand hebben , oock is dat het befte fuycker- werck , dat ick in die Landen heb- Steenea dooreen Vulcanus uytgewor pen. Tampichi een kleyn 35orp. be gegeten. De Inwoonders van dat Dorp trecken veel geks van de Ceder-bomen , welc- ke in groote meenighte in het hellen van die Vulcanus groeyen , fy verkoopen de felve te Guatimala, ende op de omleggende Plaetfen , om in de gebouwen ge- bruyckt te werden. Tuflchen het groote Amatitlan ende dat laetfte genoemde , is den wegh feer even ende vlack, fy loopt onder aen den voet van een Vyer- Vulcanus, welcke eertj jts foo veel roock ende damp uyt- wierp , als die van Guatimala doedt, maer zijnde daer op feeckereu tijdt op de kruyn een groote klove op-geborften , uyt dewelcke veele fteenen geworpen wierden , die men noch in het diepfte van de Valeye fiet leggen , foo heeft men nae die tijt geene fteenen nochte roock meer vernomen , ende het om-gelegene Landt is daer door gantfeh niet meer befcha- dight. In" mijnen tijd was daer feeckere \uan Bapttfta de Guatimala, welcke een nieuwe Suycker-molen op die wegh deede maecken > ende die , volgens eea ygelijcks gevoelen , veel voordeel en winfte foude moeten toe-brengen. Terwijlen ick te Amatitlan woonde , hadde ick noch een derde Dorp ondei mijn opfight , Pampchi genaemt , het lagh aen den voet van een Bergh , aen de andere zijde van het Meer , doch daer was maer eenc Capelle , welcke onder de Kercke van het groote Amatitlan behoorde 3 ick begaf my alle Jaeren daer maei viei IILBoECK. T>oorde?paenfchefFeJf-ïndiën.XK\l.Qhv. 37? vier maelen heenen om my re verluftigen , want het Dorp is met feer goede re- den düsgenaemr, van het woordeken Pam, dat inde Indiaenfche Taeie in ofte Naem«- wwwKgefeghtis, ende PicA/ dat bloemen beduyt > hier door foude in het Duyts oor- de nacm in ofte binnen de bloemen wefen , want waer men in ofte even buyten fpronck, het felve komt, ilermen niet dan bloemen, dat dan een feer aengenaem ge- fïghte geeft, behalven het vermaeck dat men daer geniet van op het Meer te konnen gaen vaeren, om vermaeck ofte om te, viffchen, ende dat door den over- vloed van de Canoa* , welcke even aghter de huyfen leggen. Soodaenigh dat ick , terwijlen ick te dmatitlan woonde , om mi jn vermaeck te nemen, de keure van drieDorpen. hadde , ende door dien ïiï defelve veele zie- len te verforgen waren , hadde ick oock altoos yemandtom my te helpen. Het Dorp van Amatitlan was als het Hof, ten opfighte van de twee andere , Want aldaer en ontbrack niets dat den Geeft des menfchen foude konnen verlu- ftigen, ende oock het licchaem voeden> door den grooten overvloed van vleefch endevifch. Ick wierde evenwel het woonen in dit groot ende aengenaeme Dorp wel haeft moede, ter oorfaecke van den grooten omflagh endeforge, wegens het op-bouwen van het Convent. Somwijlen hadde ick dertigh a veertigh werck-lieden , ende opandere tijden min ofte meer onder mijn opfight, ick moefte aght op de felve geven , ende hacr alle faturdaegen op den avond beraelen, dat verveelde my feer, ende belette my in mijne ftudie, oock hadde ick daer geheel geen vermaeck in, ende ick konde niet hopen daer ick eenigh genot van die arbeyd foude hebben. Hier om was het , dat ick, nae een Jaer in die Plaetfe gëwoonr te hebben, den Den Au- PaterProvinciael, die doenmaeïs te G#4«>»rf/rf was, gingh befoecken, ende theur do«« ick badt hem weder feer ernftelijck, mijn verlof, dat ick van Romen hadde ge- weder fee kregen, te willen examineren, op dat ick daer door weder nae Engelandt, mijn Vaderlandtzijnde, moghte vertrecken, om aldaer het Euangelium te predicken , zijnde fulcks de conditie onder dewelcke my den Generael van on- feOrdre verlof hadde gegeven, niet twijffelendeof ick foude aldaer Godt 5ÜÜJ2Ï een grooten dienft doen j Ick voeghde daer by , dat ick my , in mijne confcien- tie , gedrongen voelde , omme de Taelenten , welcke G o d t my hadde toe- vertrouwt , meer te belleden onder die van mijnen Landt-aerdt , dan onder de Vrefhdelingen ende de Indiaenen. Hy antwoorde daer op , dat die van mijne Natie , Ketters waren , ende dat fy my , als ick by haer foude gekomen zijn , fouden doen op-hangen. Doch ick repliceerde dat ick een beter gevoelen van haer hadde, ende dat ick R op foodaenig een wijfe onder haer daghte te leven , dat fy fouden bemercken dat van aéu ick de Galge niet verdiende. Autheur. Naelangentijt over ende weder gedifputeert te hebben, bemerckteickdat Diefigh* denProvinciaelonverfettelijckwas, my , half in gramfchap ontfteecken zijn- evenwei de, feggende, dat hy ende de geheele Provincie haere oogen opmy hadden ge- genoot- worpen, om my alle de welbeden, die in haere maghtwaeren 9 telaeren toe- faeckt ffct Bbb komen, te blijven oote et>« de hevige inftantien flaegente werden. Antwoord vanden Provincfe» ael. n^mx*m&3^J2&vk $j6 in.Bo-ECK.Voyagie vanThomas Gage XXIII. Cap. komen, ende dat ick feer ontdanckbaer foude zijn , foo ick haer , ten- op- fighte van mijne Natie, verliet, wekke men my van mijne kindtsheydafhad- den doen verlaeten. HET XXIII. CAPITTEL. *Den Autheurneemt voor in der ftilte te vertrecken. Hy ver- foeckt van fijn Vicaris- Ampt ontflaegen te zijn, dat hem wet moeyte werdt toegefiaen. Hy iverdt te Pezzipageplaetft. Hy neemt vaftelijck voor dat Landt te verlaeten ende te ont- vlughten. Hy maeckt fulcks met liftigheydt aen Michaet Deïva bekent. Redenen waeromhy dat doet. 'Defelvepre- fenteert hem te ver feilen , maer hyjlaet fulcks af. 'Den Au- theur verkoop fijne CMuyl-efels , Koorn , &c. Oopk fijne Schilderijen , Boecken ende verderen huys-raedt. Het Ca- fitaelvan den Autheur. Waer in hy hetfelve hefteet. Voor- her eydfelen tot de vlwt. T) en Autheur fendt fijne Bagagie voor uyt. Begeeft figh vier dagen daer nafelve op de vlugt. T>en Au- theur neemt voorin der ftilte re vertrec- ken. Jfiyver- foeckt van fijnVica- ris-ampt ontflagen te zijn, dat hem met moeyte werdtoe- geftaen. Hy werd ICk befpeurde wel dat ick met hem niet meer moede difputeeren , ende dat alles wat ick foude konnen by-brengen } nergens toe foude dienen , foodae- nigh dat ick by mij n felven voor-nam , de eerfte gelegenthey t y die ick , om te ontvlughten , foude konnen vinden , waer te nemen, ende, buyten fijn we- ten , wegh te gaen , my grondende op hec verlof dat ick , daer toe , van Romen, hadde gekregen. In dit voornemen badt ick hem my uyc het Dorp van Arnatitlantz verionen , door dien ick my niet fterek genoegh kende om die groote laft te dragen* zijnde oock niet bequaem om het beleyt , over de op-bouwinge van het Cloofter, te hebben. Het was niet dan met groote moeyte dat hy daer in confenteerde, my voor oogen (lellende de groote eere, welcke het ftighten van een Cloofter mede- brenghtj my oock feggende, dat ick mijnen naem, om , tot een eeuwigh-duy- rende teeckenj aen de nae-komelingen te dienen, in de mueren foude fien uytgehouwen. Doch ick feyde hem dat ick niet veel aghtsop alle die dingen nam, endedat ick meer werck maeckte van mijne gefondheydt ende rufte, als van alle die ydelheydt. Dit bewoogh hem eyndelijckmy mijn verfoeck toeteftaen, bevelende my nae lllBoECK. c DoordeS r paefjfcbe^e/i'Indiën.XXlllCAP^ 77 naePew/wtegaen, ende ontbiedende den Vicaris van Petapa, om, in mijne plaetfe te Amatitlan te komen , ende her-gebouw aldaer te voleynden. Ick : waste Petapa meer dan een Taer met alle genoegen , datmeh , omtrent de t werelrfche faecken, kondewenfehen, doch door dien de derTeynen, die ick •voorgenomen hadde , my geene rufte lieten , foo freldeick vafï , hetkofte dan wat het wilde, die Landen te verheten , ende weder nae Engelandt te keeren, veraghtende ende aghter den rugge {tellende de gevaeren, in de^elcke ick my ginck werpen , ende oock alles wat my foude hebben konnen overkomen, foo ick gevangen endenae Guatimala voorden Prefident ende den Provinriael gebraght wierde. ~£>och bemerekende dat het myfwaer foude vallen alleen ende Tonder gefel- fchap te gaen , ende dat voor al in de twee a drie eerfte dagh-reyfen , hebbende ïckoockverfcheydene faecken die ick wilde verkopen ende tot geit maeeken , ioó daghte ick dat het beter was het felve aen een goet ende getrouw Vriendt te • communiceren, ende den felven mede te nemen, als foodaenigh een reyfe al- leen aen te vangen. " -Kk geloofde dan dat ick daer toe geen beter noch bequaemer konde vinden , « dan Mtchad Defra -, ick hadde altoos befpeurt dat hy my feer genegen was , dat hyeengrootegetrouwigheyt in fijn herte voedde, oock dat hy figh met een - kleyntjie voor fijne moeyte foude keten loonen. Ick het hem hier op van Pinola, al waerhy figh onthield, ontbieden, ende nae dat ick hem bevolen hadde de faecke geheym te houden , zeyde ick hem , • datick, totquyringe vanmijneconfeientie, verplight was een reyfe nae Ro- °men te dóen , dat ick niet wilde dat yemand anders , dan hy , fulcks wifte , heb- bende vaftgeftelt, evenalsveele andere gedaen hadden, daer nae wederom te keeren, welcke, nae verloop van twee Jaren , weder in dat Landt waeren gekomen. - Ick wilde hem niet bekent maeeken dat ick van voornemen wasnaeEnge- » landt te gaen , op dat die goede ende oude Neger niet bedroeft foude werden , : vreefende dat hy my noy t weder foude fien , oock dat de genegentheyd , welc- - ke hy my toe-droegh , gevoeght zijnde by het voordeel , dat hy van my hadde, • hem mijn voornemen foude doen ontdecken , ende middelen foecken om het • uyt- voeren van het felve te fteuyten. Defen goeden Neger bood figh aen, om geheel de reyfe met my te doen, • doch ick floegh fulcks af, hem vertoonende dat hy te out was om figh op foo ver een wegh te begeven, ende oock dat men hem vooreen veilopene flaev foude aenfien , ende fijn perfoon arrefteren ,foo drae wy.buyten dat Landt waren. Siende dat mijn feggenin redenen beftont, keurde hy het felve voor goet, • -ende hy prefenteerde my te veifellen tot op de kant van de Zee , qhqq aen de plaetfe van mijn embarquement toe, ende als ick fulcks in danck hadde aenge- nomen , gaf ick hem ordre om eenige van mijne Muyl-efels , Koorn ende Mak dat ick hadde te verkopen, gelijck oockeenige andere faecken, daerhyken- niiïe van hadde. Bbb 2 Hy maekt fulcks met liftigheyd aenMichael Velva be- kent. Redenen waerom hy dat doet. Velvct prei fenteert hem te verfellen - t maerhy flaetfulkë af. Den Au» theurvef- koppt fija Muyl-efefe koorn Sec» gSÊSS afc;»- ^^«f A ^^cJfcJMLv-^c y .- t ftBfc^lk JH^^Hi^^ >5fc -JHLl-^^ J-V * & ;*5 378 III. Boeck. Voyagie vanThomas Gage XXIII. Cai\ Oock fijne lek geloofde , wat de Schilderijen die in mijne kamers waeren , belanghde , fchilde- dat delnwoonders van Yetapaóïe wel fouden kopen, om in hare Kercketehan- rijen, gen, ende daer om fprack ick daer van met den Gouverneur, die daer feerblij- boecken de over was. ende ver- Doch ick verhandelde het meefte gedeelte van mijne boecken ende verderen dere huys- huys-raedt te Guatemala, ende dat doormiddel van MkbaelDelva> welckeick, raedt. vo jj e twec maen( j en . YOOr m jj n vertreed D y m y hielde , houdende alleen voor my twee ledere maelen , eenige weynige boecken , ende een Matras^ om , ge- duerende de reyfe, opteflaej?en. Het Capi- Doen ick alles , wat ick wilde verkopen, my hadde quvt gemaeekt» be- vond ick dat ick negen-duyfent ftucken van aghten , Spaenfche munte, hadde over-behouden , welckeick , binnen t waelf Jaeren > door my in dat Landt ver- lieten , hadde overgewonnen. Door dien ick nu geloofde , dat een foo fwaere fomme aen geit , my op die lange reyfe , welck ick noch moefte afleggen , foude verveelen , befteede ick vier-duyfent Ri jxdaeldersaen Peerlen ende edele Geftenten , op dat mijn Reys- tuygh des te lighter foude vallen 5 het overige van mij n geit , deede ick ten deè- len in facken , ende ten deele in mijn Matras , in voornemen , van onderwegen, daer Piltolen voor te wiflèlen. Sijndenuvangeltvooriïen, deede ick oock voor-raed van Chocolate ende Confitueren , voor de reyfe , op. Ende door dien ick voorfagh, dat ick, deeerfteweecke, fêerfpoedigh fou- de moeten voort-trecken 3 ende dat ick mijne koffers foo drae niet foude kon- nen over den wegh krijgen , als ick voor mijn Peifoon foude konnen reyfen , foo refolveerde ick defelve ten minften vier daegen voor uyt tefenden. Door dien ick nu my aen niet een van delnwoonders van Ptf4p4.dorfte ver- theur fend trouwen, foofondtickomfeeckerlndiaenvan Mixco, welcke mijnen byfon- • Ba ' deren Vriendt, ende aen wekken de wegh, die ick houden moefte, feerwel bekent was j aen den felven ontdeckte ick mijn voor-nemen, ende ick boodt hem een genoeghfaem recompens voor fijne moeyte aen , ende daer op liet ick hem, desmidder-naghts, met twee Muyl-efels voor uyt trecken, opdeeene washy, ende op de andere mijne Bagagie,- Ick geboodt hem altoos nae St. Michael ofte Nicaragua toe te trecken , tot dat ick hem foude onderhaeldt heb- ben. «ienAu- theur. Waerin hyhetfel- vebeftect Voor-be- reydfelen tot de vlught. Den Au- gagie yoor uyt Begeeft fi gb vier daegen daer nae felve op Ick liet hem dan vier daegen voor my vertrecken , ende óie verlopen zijnde; begaf ick my , met mijnen goede Neger verfeld , kloeckmoedelijck op de reyfe, ketende de fleutel van mijne kamer in de deure fteecken, ende niet dan oude papieren in het huys, endeten tijde dat alle delndiaenen inhaererufte waren, foo leyde ick mijn Iaetite vaer-wel, aen het Dorp van Petapa, aen geheel de Va- de Ylught. Jeve, ende aen alle mijne Vrienden in America. Eyade van het derde Boeck, >i,.v-. Nieuwe enJierNaeuékerige R ■ E ■ Y S E Door de Spaenfche We s t-I n d i e n VAN THOMAS GAGE. HET VIERDE BOECK. I. C A P I X ï E L, Bekommernijfe des Autheurs over den weg/b die hem te nemen flondt. pifficukeytenopdewegen vande Golf, Mexico, &c. "pen C/Lutheur neemt fijn wegh door Nicaragua ende het Meer van Grenada.Hy neemt per mijfive eenfeer beleeft afftheydtvanden TrovinciaeL 'Precautie van den Au- theur. HytrecktuytPetap2L.BefihrijvmgevanSiertaRo>- tonda. Los Efclavos een Indiaenfch 'Dorp. Naems-oor- fpronckdaer van, OorfpronckvandenaemAmmilm^ Komfie te Agnachapa e nde te Trinidad. Yne meefte bekommerniïïè , ïn Mz mijne voorgenomene R P r. nM reyfe , was hoe ick beft den feeckerften wegh foude kiefen , mernlflb daerom ennam ick dievan de. Golf niet, hoewel de fel ve wel desAu- de ghemackelijckfte was , ende oock denaefte Zee-haeven theure.' [ aen mijne woon-pläetfe, te meer, doordien ick verfeeckert over den was , dat ick , in de plaetfen , door dewelcke ick trecken wegh die moeite, veele Perfoonen van kennifle foude vinden 3 ende dat de rijdt hem te nei vaa het vertreck der Scheepen daer foo onfeecker was > 4at men > voor menffont, / Bbb i mij» ä& >3 Dfficul- teyten op de wegen van de Golf, Mexico , Den Au theur doo Nica- ragua en- de het Meer van Grenada. 380 ïV.Boeck; Voyagie vanThomas Gage I. Caji mijn vertreck , ordr e van Guatimala om my te arrefreren , foude hebben kón- nénfeoden. 4» -•■ U 3 «*• ê ^ •,- - Ickvreefde oockdat, fooickmijnereyfedoordeProvintie van Comayanu ofte Tnm//o voortzette ^ ende aidaer nae ^Schepen waghtede , de Gou ver- neurvandieplaetfë.', dóor'derï'Prfefidèht \zti Güdtïmdïa gewaerfchouwt zijn- de, mymoghte komen te ondervragen, endedaer naeteruggetefenden, ol wel dat hy de Schippers foude verbieden my binnen haer boord te nemen. Ick overleydde mede , dat , foo ick Weder nae Mexico ofte Vera-Pa^ toe keer- de , my die wegh , alleen zijnde , veel verdrietiger foude vallen , dan fy gedaer hadde doen ick met mijne Vrienden te-Chiafa quam, ende noch te meer , dooi dien ick Michati Delva te Lande wilde met my nemen. Hebbende dan voor-genomen geene van die drie wegen in te trecken , fteldc ick valt de vierde door Nicaragua endë het Meer van Grenada te gebr uyeken | neemt lijn ick ftelde mijne reyfe uyt tot in de weecke vans Kers-tijdt, wetende dat de Schepen ofte Fregatten ,~ gemeenlijck , om nae de Havana te feylen , omtreni halfjanuani , ofte, ten laetften, omtrent Vrouwen-Lightmiffe uyt dat Meei lieden riiQopendeick genoegd — Doch om alle gedaghtenaen den Provinciael te benemen, van dat ick dii weghmoghtegckqfen hebben, ftndt ick voor mijn vertreck, door Michaei Hy neemt D ^> eenbhefaen een van fijne Vrienden, om defelve, vier daegen nae per miïïï- ™ l ) n vertreck , aen den gefeyden Provinciael te Guatemala te behandigen ; dooi ve een b e - de felve na m ick een feer beleeft af-fcheyt van hem , hem met eenen biddende leeft af- -f^ quaehjek van my v te willen fpree^ken , oock niemand my. aghterjaa te fen- fcheydt den , dqor dien ick tot mijn vertreck geauthorifeert was , d'öor eene . in alle -deelen ^fufirfante^ermiffie Van^Rofrien , èntóébbehde de fijne niet konnen ver- werven , hadde ick gelooft, datick , met een >opreght gemoet , -ende fondei mij ne confcientie tetwêlck op den wegh van Mexico gelegen zijnde ,• 'rëght tegensdie van Nicaragua over lagh. Hy treckt Daeghs dan nae drie Goningen, zijnde den fevenden Tanuarii 1027. reedick uyt totapa, omtrent midder-naght:, op een feer goede Mayl-efélgefeten "zijnde, uyt het Vorp 'mi Pet4pa, hebbende niemandt.,: dan Michael Delva, bymyj deielve Muyl-efel y-erkógk ipk daer nae onder- wegen voortaghtigh Rijxdaelders. Befdvrij- [ Poor dien nu hetbegb van-denwegfeer ber^haghtig was , konden wy fo veel vïnge van we g s wet af-Jeggep, als wy welgewenfcht hadden , want dm naght overviel ons Sierra Ro- eer wy op dehooghte van het Geberght-e waeren, men noemt het fehe Sierra tonU %Gtmda , ofte her Ronde Gebergte , het is in dat Landt feer beroemt door de : fchoone weyden die men daerop* vindt, voorde Koe-beeften ende Schaepea, van den Provin- ciael, ittk. IV. Boeck. VoordeSpaenfchemjt-Iridïen. I.Cap. fét janneerdeValeyeiivenJroqghtzijn^mJedat, by gevolge, voor de fel vel & daer geen gras meer te vinden is. 3 tawdonthadt^nfeeAra Ä: ^"^^oocfcindefelve, met alles ; warmen fpóVan ménfchen als heeften byfiehheeft^vertreeken^endefijnenagk-ruftnemen. ' Op dit Geberghteisoock een vande befte Hof-ftedenvan geheel datLandt, om'renttfviS Geyten ende Schaepen-kaes lemaedtdiedaer Defenronden Bergh is vijfmijlen varrP^ gelegen, ickpailèerde defelve metgrootenfpoet vreefende eenige Inwoonders van ?etapa te ontmoeten, doordienick, in de Herbergen, veele Indiaenen in haere naght-rufteliet leg- gen welcke eenige troupen van Muyl-efels, aende Spaigniaerden behoren- de , dreven , moetende fy den volgenden dagh te ?etapa komen Vier mijlen aengeene zijde dit Ronde Gebergte, is feecker Indiaenfch Dorp, LofEfcahos genaemt, inonfeTaele de Skeven, niet dat fy voor als nu de laver nye meer dan de andere Indiaenen onderworpen zij n , maer om dat fy, fnvonge tijden, wanneer Mme$uma,ende de Coningen die onder hem fton- flen, regeerden, als Slaevenwaeren, vergeleecken zijnde by 4e Indiaenen van de andere Dorpen. Men was doenmaels gewoon de Inwoonders van dat Dorp te AmatkUn te ontbieden, ende defelve, even als Slaeven, met de brieven af tefenden, op watplaetfe van het Landt dat men ooek wilde. wvi r Hierenbovenmoeftenfynoch weeckentlijek , feecker getal van haere In- WPoadersKJntattt/an fenden, alnaedatdiegeenedieindat Dorp woonden bet van nooden hadden,- het fy om brieven ofteompacken, op andere plaet- fen, te draegen. , r r De naem van het Dorp van Amatitlan fpruyt uyt het gebruyck van de lette- ren, van dewelckefigh de Indiaenen in die.plaetfe bedienden, het felvei^ee- naecktindeMexicaenfcheTaelevanhetWoord^^t, dat een brkf bediivt sndedatvan TtfA*«, daVeenStadt gefeght is, foodaenigh dat het vnonAml ^weygendijckeenBw/-7?^beteeckent. ' - Oockwashet eygentlijck een fchrijf ofte Brief-ftadt, wmtfy waeren ge^ *oon , alles wat fy wilden , op baften van boomen te fchri j ven ofte te graveren van defelve bedienden fy figh even als wy van de brieven , fendende die geheel het Landt door, felfs tot in ?eru toe. & DitporpLorE/c/^odeghtineene.laeghte, dightebyeeneReviere, over dewelcke de Spaigniaerden een feer fchoonefteenen brugge hebben laeten ma- ken om met gemack mende uyt het Dorp te konnen komen, want fonder datfoudejnenhetfelve, met Muyl-éfels, niet konnen doen, foo door den Inellen ftroom van het waeter , als door de meenighte van klippen die in de Re- viere zijn , door dewelcke het waeter met een groote vaert loopt VanditDorp, in het welcke wy niet ftil waeren, danomeen'kop Choco- late losEfclä* voseen In- diaenfch Dorp. Naems- oorfpronk daer van» Oor- fpronck vande naem titkn. Konifle te Trinidad. 38i IV. Boeck. Voyagie vanThomas Gage I. Ca? ufgnathdp* late te drineken , endeom onfe Muyl-efels te voederen , quaemen wy noch dea endete felvendaghte^4c^4, het felveleght vier mijlen aen geene zijde, dightc by de Zuyd-Zee , ende by deHaeven van Triniddd, aen dewelcke wy des avonw aen quaemen j hebbende op dien dagh, ende in een gedeelte van de naght, meer dan twintigh mijlen, óver het Geberghte, ende door fteen-aghtige we- gen , federt wy het Dorp Los Efclavor gepaffeert waren , af-gekght. HET II. CAPITTEL. Schoon aerde-werek te Trinidad. Befchrijvinge 'van het gee- ne de tyaigniaerden den Mondt der Helle noemen. Peecket Religieus traght de felve te befightigen. Hy werdt ter aerdt geworpen ende f eer /leek. Verhael daer van door änder t 'Perfoonen. Wat den Autheur daer van heeft vernomen en- de [eggen kan. Redenen waeromhy geen onderfoeck deede Chalevapan eengroot T)orp> 'Precautie van den Authem gebruyekt , om de Stadt Sr. Salvador te pajferen. Befchrij- vinge van Sr. Salvador. Hy fafjeert geluckelijck door dt Stadt. /^o^e^mRio de Lempa, ende by den vooruyt getrockenlndiaen. Groot voor-reght van die geene die Riö de Lempa paffèren. jVaer over aen Autheur feer verblijd is. Hy fafjeert Rio de Lempa ende peyftert aen de ander t Zijde met een geruft herte\ Komfte te St. Michael. Bejchrij- vinge daer van., Groote genegentheydt van den Indiaen, *Den Autheur [end fijne Bagagie te lande , ende hy felve gaet te water van St. Michael na ia Vieja. Schoon aerde- werek te Trinidad. Befchrij- D It Dorp van laTrinidad is in dat Landt feer vermaert t ende dat om twee faecken , de eerfte is het Aerde-werck datmen daer maeckt , het welcke men fegt, noch beter, dan dat van Mixco, te zijn, ende de twee- de is een plaetfe die omtrent een halve mijle van daer is , welcke de Spaigniaer- den feggen » jae voor feecker gelooven, eené van de ingangen der Helle te zijn. Uyt defelve komt geduerighlï jek een dicken ende fwarten roock, welcke na f inge van fwaevel rieckt , ende door dewelcke men , fomwijlen » fware vlammen liet flie- kerenj KHB IV.Boeck. cDoordetyaenfcheWeft-Indien. II.Cap. 383 keren j het Landt dat defen roock van figh geeft is Iaegh , ende gantfchelijck niet hetgeeae verheven, ende niemand heeft oyt tot het fel vekonnen naederen, om de oor- deSpai- faeckedaervanteonderfoecken, want alle die fulcks gepooght hebben , zijn gniaerden ter aerden geworpen geworden, ende in gevaer van haer leven geweeft. onder dit haer nonien beftaen, als doode menfchen , ter aerde waere gefmeten, ofte wel door een endefe g- fchielijckevreefe waeren bevangen geworden, ende daer nae door een fwaere § enkan » koortfe, foodaenigh dat fy , als ick haer te kennen gaf, dat ick van voornemen was daer nae toe te gaen, myfeyden, dat ick wel aght moefte nemen op het geene ick wilde aen vangen, ende dat ick myfeeckerlijck, in gevaer van mijn leven te verliefen ftelde. Doch het was niet foo feer de vreefe van die Spaenfche Helle, foo als men Redenen defelve in dat Landt noemt » welcke my met alle vlijde van die plaetfe deede waerom vertrecken , als wel de gedaghten dat my yemandt, om mv te arrefteren , mog- hy geen te volgen. onder- _ Omtrent tegens den midder-nagttrock ick van daer, ende deede mijnen ont- *° cck dee " bijt in een groot Dorp Chaletafan genaemt , de Indiaenert van het felve , welcke ° c - Focotnanen waeren, ontfingen my feer wel, door dien ick nevens haer de Taele chaleta P ä * Voconchi ofte Pocoman {prack, oock wilden fy my op-houden, op dat ick den vol- ^ n § roor genden Sondagh , voor haer predieken foude , dit hadden fy lightelijck van my or ^* konnen verwerven, foo ick niet een feer prefferende reden haddegehadt, om my van daer te begeven , ende dat met alle mogelijcke vlijde, Ccc Ick ?2ir~lä&: SS & 381 IV.BoECR. Voyagie vanThomas Gage Iï.Cap. Precautie lek begonde op defe plaetfe vaft te overleggen , hoe dat ick beft door St. €d- vanden -cWor foude konnenpafferen, dit is een Spaenfche Stadt, waer in een Cloofter Autheur is van Religieufen van de Ordre van Sr. Dominicüs , voor die van defelve had- gebruyekt de ick meer vreefe dan vooreenige andere, door dien ick van haer meelt alle bekent was. Hierom nam ick voor, dat, als ick by de Stadt foude komen, ick van de wegh foude af- rijden , even als of ick verdwaelt hadde ge weeft , ende onder dat pretext op de eene ofte de andere Spaenfche Hof-ftede gaen , brengende aldaer den tijt door met Chocolate te drincken , houdende een praerje, ende doende mijn Muyl-efels wel voederen > op dat ick des te beter met haer, den volgen» den naght foude konnen over den wegh geraecken , ende alfoo cïes anderen daegs s'morgens verre van de Stadt, ende van de Religieufen , die in de nae-bue- rige Dorpen woonden > mogen geraecken. Defe Stadt van St. Salvador is niet feer rijck, ende is niet veel grooterals Chiapa. In defe Stad is een Spaenfch Gouverneur, ende fy is omtrent veertigh mij- len van Guatimala gelegen, zijnde fy, aende Noord-zijde, door hoogh Ge- berghte , de Chanvales genaemr, omringht, de Indiaenen, die daer op woonen , zijn feer arm. Dighte by de plaetfe , op dewelcke de Stadt gebout is , zijn eenige Suycker- molens, men teelt daer oock Indigo, dogh de befte Hoeven zijn die geene, op dewelcke men Beftiaelaenqueeckt. Ick voerdde mijn voornemen uyt, ende hebbende op feeckere Hoeve ge- peyftert , ende my nevens mijne Muyl-efels wel ververft , trock ick des avonts om de Stadt St. Salvador te p afle- ren. ïefchrij- vingevan St. Salva- dor. Hy paf- feert "e- luckeü jek ten aght ueren van defelve , pafferende door de Stad, fonder van yemand bekent door de t e zijn, Stadt. Ick was van voornemen des anderen daeghs op den ughtent, aen een groote Reviere, Bjo de Lempa genaemt 3 te komen, defelve is thien mijlen van fo. Salvador gelegen ,• Ick haefte des te meer , om dat twee mijlen aen defe zijde de felve, feeckerlndiaenfch Religieus, onder het Convent van St. Salvador be- hoorende , woondde s welcke my feer wel kende. Komfte Doghicfydeedefoo groot een neerftigheydt, dat ick /voor het aen-breecken aenRiWe des daeghs, door dat Dorp pafTeerde, ende voor feven ueren quam ick aen ge- ienen- feyde Reviere, by de felve vondt ick den Indiaen, door my voor uyt-gefon- de by den den, foo als hy vaerdigh ftondt , om, met mijne Bagagie, overtevaeren,zijn- vooruyt de hy te drie ueren des morgens, van twee mijlen aen geene zijde het voor- getrocken zeyde Dorp , vertrocken ; Ick was feeckerlijck feer verheught hem gevonden te hebben, door dien in de maelen, welcke ick hem vertrouwt hadde, een groot gedeelte van mijne middelen was. Ick ruftemy op die plaetfe, ende dighte aen de Reviere, een weynighuyt a ick deede oock mij ne Muyl-efels weyden, endemijnen Indiaenmaecktevyer, ende bereydde my de Chocolate. Men houdt defe Reviere 3 ofte fijc de Lempa yoor een een Yan de grootfte van het lad r.-VT' > IV.BoECK. TïoordetyaenfcheïVeJl-Indïén* II.Cap. 383 het Landt van Guatimala s daer zijn gemeenlijck twee Ponten om de gaendc cnde de komende Pafiagiers , nevens haere Muyl efels ende Dienaeren over te letten. Defe Reviereteeft dat voor-reght , dat, by aldienyemand eenige mifdaedt Gr00t begaen hebbende, ende van de zijde van Guatimala ofte St, Salvador komende vo ° r - r egt vlughtén, ende aen de andere zijde over te vaeren, hy als dan in alle veylig- vandie heydendefeeckerheydis, ende geen Officier van die kant, daer hy van daen §ee , n f komt kan hem, om eenige mifdaeden arrefteren , ende noch veel minder om »• J fchulden , ende oock hebben de Officiers van de zijde aen dewelcke hy is komen f !i? vlughtén, geen vat aen hem, op defelve wijfeis het mede met die geene, die ^' van de zijde van St.Michael ende Nicaragua komen, wanneer fy figh aen de kant van St. Salvador ende GuatimaU hebben begeven. m Hoewel ick nu door G o d E S genade niet om eenige mifdaeden , alfoo wey- Het Vele» nigh als om fchulden, de vlught hadde genomen , foo verweckte het evenwel in ke dén my een grootevreughde, fiendedatickftontom overtevaeren in het Landt, Autheur inhetwelckeick, door een byfonder voor-reght, in alle feeckerheydt konde feer ver- zijn, wetende dat, als al yemandt my quaeme te vervolgen, defelve de Re- heught. viere van Lempa niet pafferen foude,- mijn Neger begonde te lacchenalsick hem defe mijne vreughde te kennen gaf, ende kyde my dat'er nu niet meer te vrefen was , ende dat alles wel foude gaen. Wy paneerden defe Reviere feer geluckelijck , ende aen de andere zijde ge- Hy paf- komenzijnde, begaevenwyons, nevens onfen Indiaen , nae een Indiaenfch feertK/o Dorp dat twee mijlen van defelve af-laghj wydeedenaldaer de befte maeltijt, deLempa welcke wy,federt ons vertreck van Pew^,genuttight hadden, endewy lieten gebruyck van defelve yets te geven. ende hy j^ f Qn ^ t qq^ en Autheur werdt ge alarmeert door de komfte van eenige uyt Guatimala. Gevaer in het over- vaeren van het CMeer van Grenada. Groote meenighte muggen ende onverdraegelijcke bette. *Den Autheur bereyt figh tot fijn vertreck uyt Grenada. Hy werdt in hetfelve be- let door ordre van het Hof van Guatimala. Het welcke hem fe er ont f et ende verlegen maeckt. Tdele ov er-leggingen om : wegh tegeraecken. Men raedt hém nae Cofta-iUca tegaen. Het welcke hy nevens drie Spaigniaerden aen- neemt. *Den Autheur fcheyt eyndelijck van Michaei Delva. DEs anderen daeghs op den avondt quam mijn Indiaen daer mede te arri- veren , ende wy gingen te faemen nae Realejo , het welcke een fwacke ende gantfeh ongeförtificeerde Haeven op de Zuydt-Zee is , in deweïc- ke , hadde ick willen waghten , ick my vijfthien daegen 'daer nae foude hebben konnen embarqueren om nae Pannama te feylen , ende van daer nae Porto-Belto gaende , foude ick aldaer de Gallioenen uyt Spaignien hebben konnen verwag,- Doch ick confïdeerde dat de Gallioenen daer niet fouden aenkomen 3 dan in «e maenden van Junn ofte Julii , ende dat ick , foo lange waghtende , veel geks foude verteeren 5 ick hadde evenwel daer nae wel gewenfcht die wegh genomen hebben, want ick wierde doch eyndelijck genootfaeckt nae Pannama ende Porto- »ello tegaen. De wegh is van daer nae de Stadt van Grenada toe foo even endevermaec- «elijckj datmen daer door ende door de overvloede van vrughten ende van de Ccc 3 tot Komfte te P^caiejo* Redenea waerom den Au- theur dacï niette Scheepe gaet. Plaifantie yande Mahomets Paradijs. Komfte te Gmtad*. 385 IV. Boeck. Voyagkvan Thomas Gage III. Ca?1 tot onderhout van het leven noodige dingen , feggen kan > dat de Provincie yaa Nicaragua als het Aerdfche Paradijs van America is. De Stadt Le on leght tuffchen Rfalejo ende Grenada in , dighte by een Vulca- nus ofte brandende Bergh, welcke in voorige tijden boven eens is opgeberften, ende alle de omliggende Landen grootefchaede toe-braght, doch nae die tijd hielde hy op met branden, foodaenigh, dat de Inwoonders, dief-halven, nu ombekommertzijn, men Jïet hem nu fomwijlen maereen weynighroocken, het welcke doch evenwel een tcecken is dat'er noch fwaevel-aghtige ftoffe in den Bergh moet wefen. Daer was feecker Religieus van de Ordre de la Merced > welcke fïgh in-beel- detefullenindieplaetfeeen groote Schar ontdecken, en die foude bequaera zijn om hem ende alle die geene die in dat Landt woonden, rijck te maecken; hyhaddeinfigh felven voor vaft geftelt, dat het Metael, het welcke in die Bergh brandde , niet dan gout was ; in defe gedaghten deede hy een groote ke- tel maecken, defelveaeneenfware yfere keten doende klincken, om die dan foo beneden in de openinge van den Bergh te doen neder-daelen , denckende de felve vol gefmolten gout weder op te haelen , hoopende daer door foo veel van die ftoffeoptetrecken, dat hy (ij n felven daer door een Bifdom foude verkrij- gen , ende alle fijne Vrienden rijck maecken , maer de kraght van het vyer was foo groot , dat hy de ketèj niet foo drae daer over de openinge hadde gehijft , of fy viel van de keten ende was aenftonts gefmolten. De Stad van Leon is feer wel bebouwt, want het meefte vermack der Inwoon- ders beftaet in het befitten van fchoone Huyfen , ende in het genot van de plai- fieren des Landts , waer in fy alles , dat fy noodigh hebben , vinden , oock zij n f> foo feer niet, als wel andere, genegen om Schatten te vergaederen , ende daer door vindmen daer foo veele maghtige ende rijeke Lieden niet , als welin ande- re gedeelten van America. Sy vernoegen haer met het befitten van fchoone Tuynen, met het houden van Perroquiten ende andere fingende Vogelen, met den overvloed ende goe- de koop van vleefch ende vifch , methetbewoonenvan aerdige Huyfen, met het leyden van een leuy ende vermaeckelijck leven ,figh weynigh met den koop- handel bemoeyende, hoewel fy dighte by het Meer woonen, uyt het welcke jaerlijckfch Scheepen nae de Havana door de Noordt-Zee vaeren, gelijck die fulcks mede van Realejo door de Zuydt-Zee doen , waer door fy , foo fy foodae- nige genegentheydt hadden, gemackelijck op Peru ende Mexico fouden koa- nen handelen , maer het fchi jnt dat fy het lijf foo verre niet willen waegen. De Edel-lieden van defe Stadt zijn by-nae foo ydel ende foo dwaes als die val Chiafa. Het fpruyt byfonderlijck uyt den overvloed van alle dingen ende uyt het ver- maeck , ^ welcke men in de Provincie van Nicaragua geniet , dat de Spaigniaer- den defeive het Paradijs van Mahomet noemen. DeweghvandeStadtLfowtotaen die van Grenada toe, is feer even ende vlack,ik arriveerde kar geluckelijk in die laetfte Plaetfe ende met groote vreug-. de, IV.Boeck. € DoordeSaenfcheW r ef}-Indïên. III. Cap. $ 7 de, hopende niet meer te lande fullen behoeven te reyfen, voor dat ickte Douvres m Engelandt foude gekomen zijn. Tweedaegennaedatickin die Stadt was gekomen, ende nae dat ick wat hadde uy t-geruft , genietende het vermaeckelijcke gefighte van het Meer be- gondeicktedenckenommijnlndiaenendeNegerteruggetefenden . DochdegoedeM/^e/Dr/^wildemynietverlaeten, voor dat hymy had- Liefdeen. Sr S TfÄ endehy verfeeckertwas, dat ick fijn dienft, te Lande, degene- met meer noodigh hadde. gehtheyd Delndiaenhaddemedewel willen bymyblijven, doch ick begeerde fuleks van ui Ijiettoetelaeten , door dien ick confidereerde, dathyeen Vrouwe ende Kin- cbael deren hadde, ende dat het noodigh was, dat hy te rugge keerde, om forge DeIva - Voor fijne Familie te draegen. ' h Hy 7fc * lf ?? ^ eI g e P? e 8 ht endete vrede te voetalstepeerde wederom te Oockva-o gaen, felfs wilde hy dat ick mijne Muyl-efels fouden verkopen, omdaerfoo denlndi- veel als het mogelyck was, af te trecken, ende ick , fijne goetherrigheydt aen, fiende, oordeelde dat ick beter foude doen hem een ftuckgeltste geven , als datickhem een vermoeyde ende, doorden grooten wegh , af-gefloóïde Muyï- efel foude laeten , welcke oock onderwegen foude hebben konnen fterven , foo- daemgh dat ick hem genoegh gaf, niet alleen om Muyl-efels op den wegh te hueren ende om fijne verteennge te betaelen, maer oock, om te huys komende, yets aen te vangen. 7 Eyndelijck nae dat hy veele traenen geftort hadde, ende betuyght dat hy Dr e ™t Vieefde dat hy my noy t wederom foude fien , nam hy fijn af-fcheyd van my ' drie traeen daegen nae dat wy m de Stadt van Grenada waeren gekomen. af fchevt Als ick ende mijn Neger nu alleen gebleven waeren, was onfeeerfte forge te neemt, bedencken hoe wy beft ons onfe twee Muyl-efels, met dewelcke den Indiaen DenAu- ttiet mijne Bagagie was gekomen, fouden quyt-maecken, ick ontfingh voor theur ver- de felve negentigh Ri jxdaelders , ende geloofde dat ick haer , nae foo langh een koopt fi j=. jreyfegedaen te hebben, wel genoegh hadde verkoght. neMuyU Ick wilde oock dat MichaelDelva, diegeene, op dewelcke hy gekomen was, efe ^ «nde welcke hem felve toequam, verkopen foude, belovende hem eenande- re die beterende bequaemer , om hem te huys te brengen , foude zijty, te koo- pen , maer de goede Neger , hadde foo groote vrientfehap voor my , dat hy noyt lijden wilde, dat ick die onkoften voor hem foude doen-, uyt confideratie var* een grooten wegh die ick noch te reyfen hadde. Als wy dit verright hadden, verftondenwy, dat de Fregatten noch in geen veerthien daegen vertrecken fouden, ende daer op refolveerdenwy maereetï dagh oé twee in de Stadt te blijven , om het vermaeck van defelve te beföhou- Wen, ende het remarcabelfte daer in te fien, ende daer nae op het landt te gaen , in het eene ofte andere daer omtrent gelegene Dorp , om daer door van memandt bekent te worden , ende dat wy fomwijlen nae de Stadt fouden gaen, omaccoort, wegens mijne vraght te maecken^ om met een van de Fregatten »ae de Havana ofte Carthagena oyer te vaeren* Wy Voyagie van Thomas Gage Begeeft fighten platten lande. Aenmerc- kens- waerdige dingen in Grenada. Rijcke Koop- lie- den. DcnAu- theurwert geallar- meert door de komfte vaneeni- geuyt Guatim dat'er Engelfche ordie ra'n Ddd , ofte bet Hof van Guati- mala. Het wek- te hein feer ontfet er.de ver- legen maeckt. Ydele overleg- gingen om wegh teraeken. Menraed liem om nae Cofta- Ricate gaen. 391 IV. Boeck. Voyagie vanThomas Gage III. C at. ofte Hollandtfche Scheepen in Zee waeren, weïcke fïgh aen de mondt van de Reviere de Defaguadcre onthielden , waghtende op de Fregatten van Grenada, dat P/ oockfom wijlen eens om de Ey landen van Si, fuan ende Sf. Catkarmafe)-\- den ; Dat laetfte befaeten de Engeliche doen , ende noemden het de Providen- tie, ende daer door was de fchrick in het herte van alle den Koop-lieden van dat Landt gekomen , ende het bewoogh den Prefident , om forge voor des Ko- nings gek te draegen } ende om dat men hem niet van na-laetigheyd, in het RëP len der noodige ordres , foude befchuldigen j alle de Fregatten » voor dat jaer, ter wijlen het noch in fijne maght was , op te houden, door dien hy verfeeckert was van het gevaer , dat fv op de kuften fouden loopen. Defe rijdtnge bedroefde mv ten hooghften , fiende dat ick my nergens konde heenen wenden , ende daer door begonde ick weder dencken aen het Schip dat te R^/e/ohadde vaerdigh gelegen om na Fannama te gaen , hopende dat ick het noch over die boegh foude konnen werpen , maer als ick de faecke wat naeder onderfoghr j verfeeckerden my eenige Koop-lieden , dat het voor weynige daa- gen was vertrocken. Hier nae wierp ick de oogen op Ccmayagua ende Truxillo s gelij ck oock op de Scheepen van de Hondwas 3 doch dat waeren niet dau ydele gedaghten , fpruy- tende uyt de drift mijnes geefts , door de verlegentheyd in dewelcke ick my be- vond, want die Scheepen waren mede vertrocken fonder felfs een kleyn Barckje aghter te laeten 3 om de tijdinge van haer vertreck in de Havana ofte te Cartha- gena te brengen , want anders hebben die Steden vooreen gewoonte, malkan- derenadvijs te geven van de Scheepen die in Zee zijn, endealsdit al aldus ge- weeft hadde, foowashet doch feergevaerlijck, ende mijne vrienden raedden my fulcks niet aen te vangen. Ditbragt my noch in grooter onfeeckerheyd , dan voor-heenen, heteemgh- fte,waer mede ick mv konde trooften, was, dat'er noch meer PafTagiers wae- ren, en dat in groeten getaele , oock wifte ick dat fy op de eene ofte op de ande- re wijfe van daer moeiten vertrecken, ende hierom nam ick voor haer, 't zy dan te lande j 't zv dan te waeter , te volgen. Wynaemcndan geiäementlijckin den beginne voor 3 een Fregat nae Car- thagena te be vraghten , maer fulcks wierde ons geweygert, want niemand wilde fijn Schip ende leven om onfent balven in gevaer (tellen. Ter wijlen wy in defe verlegentheyd waren 3 ende aen alle zij dei] br de Koop- lieden vernaemen, wat wy beft konden in het werck ftellen om noch dat Jaer inSpaignientekomen, ofteimmerstotaende Havana ofte Carthagena toe te geraecken, vonden wij 'er eyndelijck een, welcke ons genegen zijnde, aen- raede dat wy nae dfia-BJca fouden gaen , al waer wy te Carthago fouden konnefi vernemen , of' er oock eenige Scheepen ofte Schip nae Porto-Beäo foude varen 3 het zy dan van de Reviere Lot Jbi^ueïos genaemt, ofte van die van Suere , want gemeenlijck liepen jaerlijcksuyt de felve feeckere kleyn e Fregatten, welcke met meel, hammen, Pluym- gedierte ende andere leef-toght voorde Gallioe- nen te Pcrto-Bcilo gebeden waeren; Defe &&*z&mÈÊ!Mas^ ^sm JV.Boeck. Tioor defyaenfchetFeft-Indïén. III.Cap. 393 Defe reyfe quam ons wat hert ende ongemackelijck voor , door dien wy meer dan hondert ende vijfcïgh mijlen moeden af-leggen, ende dat dwarfch door Woeftijnen en de Gebergte heenen , in ende op dewelcke wy de vermakelijck- Jieden van de Provinciën van GuatitJiala ende Nicaragua niet fouden fïen , ende dan liepen wy noch ge vaer van niet een Fregat , om na Pmo-Beäo tegaen , te rul- len vinden. Doch wy alle hadden foo weynigh genegenthey t , om weder nae Guatimala y daerwy vandaenquaemen, tekeeren, dat wy liever wilden terder vertrec- ^ken, ende alle die gevaeren ende ongemackenuytiïaen, mits wy alleen maer -een Schip fouden mogen vinden , het welckeons , ter plaetfe, daer deGallioe- nen waeren , moghte brengen , werdende defelye niet dan in de maenden ]u- nius ofte Julius te Porto-BeHo verwaght. Hier op r efolveerde ick nevens drie Spaigniaerden nae Cefta-Rica te gaen,om te befien wat wy daer ter plaetfe fouden konnen uytvoeren. Yder van de gefeyde Spaigniaerden hadde foowelalsick een Muyl-efel ora fijne Bagagie te draegen , doch fy waeren niet voorfien van een andere om voor haer perfoon op te rijden , foodaenigh datfy aghten voor haer het befte te zijn , een ygelijck'er een te koopen , hopende die , na volbraghte reyfe , te Cofta-'Rtca te verkopen , ende Muyl-efels ende Indiaenen onderwegen te hueren , om ha- re perfoonen ende goederen , daer nae , van Dorp toe Dorp , te voeren , welcke ons dan mede te gelijck voor Gidfen ende wegh-wijfers fouden konnen dienen , fop op het Geberghte als op alle de andere gevaerlijckeplaetfen. Ick wenfehte doen wel om de Muyl-efels die ick te St. Michael hadde ver- koght, of om eene van die geene > welcke ick my te Grenada hadde quyt ge- maecktj doch ick trooftemy in mijnen Neger, hopende dat hy my daer vaa wel drae beforgen foude, oock koght hy'er mijn een voor vijftigh Rijxdael- ders , met dewelcke ick my konde verfeeckeren die wegh wel te fullen konnen : af-leggen. Mijn getrouwen Neger hadde oock die reyfe wel met my willen doen, jae felfs de geheele wereld, inmijngefelfchap, door-kruyiTen, byaldien ick het hadde willen toe-laeten , doch ick konde hem dit niet vergunnen, ende bedanck- te hem van goeder herte^ voor alle het geene'hy voor my gedaen hadde, ende hebbende hem daer op feeckere fomme gek gegeven , met dewelcke hy feer welvergenoeghtwas, fondtickhem weder te rugge, niet twijfièlende of ick foude gefelfchap genoegh aen de Spaigniaerden hebben. Het welcfc hy nevens- drie Spai- gniaerden aen- aeexnt.- Den Au* theur fcheydt eynde- lijck van Michael Ddi z UE1 3 rv&gM^x&z* DenÄu- theur ver- weckt met drieSpai- gniaerden uyt de Stadt van Grenada. Sy werden by-nae dooreen Crocodil verfnelt. Maniere om dit Dier te ontkome. 394 IV. Boeck. Voyagie vanThomas Gage IV. CUÉ HET IV. CAPITTEL. ïïenAutJoeurvertrecktmet drie S]>aigniaerden uyt de Stadt van Grenada. Sy werden by nae door een Crocodil verfoeit. CManiege om dit T>ier te ontkomen. Maniere van het lof en der Crocodillen. Grootte van het Meer ofte Moeras van Grenada.. Groote Bojfchen ende Woéfiijnen. Hutten voor de Reyfïgersgemaeckt. Komfie te Carthago. Negotie van dit fPlaetfe. Befchrijvinge daer van. Sy vinden eyndelijck ge- legentheydom f Scheepte komen. Vertreck uyt Carthago. Sleghte 'Dorpen ende ruwe Inwoonders. Komfie aen de Re- vier e ende aen Boort, Befchrijvinge van de Revier e van Suere. OP defe wijfe vertrocken wy dan uyt de Stadt van Grenada, ende dat mei ons vieren , nae dat wy een Indiaen om ons voor wegh-wijfer te die- nen , hadden gehuert 5 De twee eerfte daegen genoten wy noch de ver- maeckelijckhedenvan dat Mahometaenfche Paradijs, vindende de wegen op alle plaetfen even ende gladt, de Dorpen feer vermaeckelijck , het Landt mei Bomen over-fchaduwt, ende op alle plaetfen een feer groote overvloedt var vrughten. Óp den tweeden dagh nae ons vertreck uyt de Stadt, wierden wy feer ver- vaert gemaeckt > door een groote ende feer monftreufe Cayman ofte Crocodil, welcke figh uyt het Moeras, langhs het welcke wy reden, ende waer in hy ir een plas dwarfch uytgeftreckt lagh, loerende op eenigh aes* n2e ons toe be- gaf. * In den beginne , niet wetende wat het was, faegenwy den felven vooreer af-gekapten Boom aen, ofte vooreene die in het waeter was neder gewaeyt. tot dat wy, dighte voor-by de plaetfe daer hy lagh paflèrende , fijne fchubben be- m erckten , ende daer op faegen dat Jat monfter figh begonde te bewegen , en- de nae ons toe wilde fchieten -, Dit deede ons met alle fpoet daer van af wijckeft maer dit ongediert , het welcke geerne gewildt hadde , dat een van ons hem m fpijfe foude verftreckt hebben, liep ons feer fnelaghter nae, het welcke dar ons alle in groote vreefebraght, fiende dat hy ons , op weynigh naer, onder- Jiaeldt hadde. Doch een van defe Spaigniaerden 3 aen de welcke den aert van dit Dier j be- ter dan aen de andere, bekent was , riep ons toe , dat wy bezijden den wegh fou- den af- rij den 3 daer nae weder wat voorwaerts uyt avanceren , ende daer op ons wede* IV.BoRCK.VowJefyaenfcbefreft-Indien. IV.Cap. 39f weder aen de anderp zijde geven, rijdende foo algedueriglijck flangs-wijfe, dan aen de eene kant , ende dan weder aen de andere. Defen raedt te werck (lellende , behielden wy daer door buyten allen twï jft'el het leven, want hier door lieten wy dit monfter aghter uyt, ende geraeckten uyt fij ne klaeuwen , met dewelcke hy anderfints yemandt van ons, ofte ten min- iten van onfeMuyl-efels,foude ge vat hebben, indien wy altoos reeht uyt had- den gereden. ° f Hy liep al immer foo ras als onfe Muyl-efels wanneer wy regt uyt reden,maer terwijlenhy, door de fwaerte van fijn licchaem, groote moeyte hadde naet hetfelvetefwaeyen, hadden wy tijd om voorwaerts aen te fpoedigen, ende dusvoordeel op hem te verkrijgen , tot dat wy hem eyndelijck aghter uyt lieten, hebbende vry veele op hem gewonnen. Op defe wijfe dan leerdden wy de natuere van dat Dier kennen , belettende hem de fwaerte van fijn licchaem niet foo ras als een Paerdt ofte Muyl-efel te lo- pen, doch even als den Eliphant moeyte heeft, alshyisgaen leggen, om we- derom op te ftaen, foo gaet het mede met dit Monfter- dier, het welckegroot ende ftij f zijnde , figh feer- verlegen vint , als hy fijn licchaem moetfwaeyen. WydancktenGoDT, dat hy ons die dagh , uyt foo groot een gevaer verloft hadde, ende faegenfcherpelijck toe, foo lange als wylanghs dat Moeras ree- den , op dat wy niet weder in een diergelijck gevaer fouden geraeckeu , als daer van wy nu even van waeren verloit. Men kan oordeelen hoe groot dat Meer ofte Moeras van Grenada moet zijn , daer door, dat wy nae twee ende drie daegen reyfens, in dewelcke wy ten minften twintigh mijlen hadden af-geleght , het felve noch niet ten eynde kon- de fien.. Als wy nu eyndelijck het felve uyt ons gefighte hadden verloren , quaemen wyinfwaereendefteenaghtige wegen,- welcke meer na de Zuydc dan nae de Noord t-Zee toe-fchoten. Op geheel onfe verdere reyfe , tot aen de Stadt Carthago toe , faegen wy niet aenmerckens-waerdigh , dan groote Boffchen nae de zijde van de Zuydt-Zec , in defelve waeren bomen , welcke tot den Scheeps-bouw feer bequaem waren ,• oock ontmoeten wy fware Bergen ende Woeftijnen , in dewelcke wy fom wij- len twee naghten aen den anderen moeften flaepen , fonder in al die tijd eenigh Dorp ofte Indiaenfche woonplaetfe te ontdecken. Wy hadden in defewoefte plaetfen evenwel dien trooft , dat wy altoos een Gidfe ofte wegh- wijfer by ons hadden , ende dat wy ledige Hutten vonden om in te flaepen , welcke de O verigheden van de omliggende Plaetfen , tot gemack, van de al daer pafferende Reyfigers , hebben doen maeekeru Eyndelijck quaemen wy, nae een oneyndigh getal van gevaeren uyt geftaen te hebben , te Carthago , ende wy bevondendat die Plaetfe niet foo arm was als- men ons te Guatimala ende in Nicaragua hadde willen doen geloven. Wy begaeven ons by Koop-lieden , om filver in gout te verwiflelen , ende wy vernamen dat fy (qqï rijck waren,ende dat fy te lande ende te water op Vannama Ddd i han- Naturcl van het lo- pen der Crocodil» hm Grootte van het Meeroffe Moeras van Gre~ nada. Groote BofFcheiï ende Woeftij- nen. Hutten voor de Reyfigers gemaeckr, Komfte te Cartbago* Negotia. van die sy plaetfe. Befchrij- 396 IV. Boeck. Voyagie vanThomas Gage IV. Ca?." handelden » als mede te Zee op Por/o Bello > op Carthagena ende op de Havana ê ende van daer verder op Spaignien . Daer zijn omtrent vier-hondert Huys-gefinnen in die Plaetfe , oock werd die vinge daer door een Spaenfch Gouverneur geregeert. van. p aer onthouc iïgh oock een BhTchop, ende men fiet'er drie Conventen « twee van Monicken , ende een van Geeftelijcke Doghters. Sy vinden Soodrae wy daer gekomen waeren, gingen wy aenftonts vernemen, nae e)ndelijck datgeene, omhetwelckewy foo veele Bergen, BofTchen ende Woeftijnen gelegent- waeren door-getrocken s te weten , eene gelegenthey d om te Scheepe te Port» heydtam B e # ofte te Canhagena te konnen geraecken , wy verltonden dat'ereen Fregat t' Scheep vaerdigh lagh om uyt de Reviere de Los An^uelos te loopen , ende een ander uyt te komen. £ Q Reviere van Sucre , ende hebbende daer op vernomen dat het ons gemacke- lijcker was , met dat van de Reviere van Sucre , dan dat van Los An^uelus te gaen, v . door dien men, om daer nae toe te komen , meer leef- toght op den wegh, "cartha- mser Indiaenfche Dorpen ende Spaenfche Pagt-hoeven vondt,foo refolveerden "] " wy, nae een verblijf van vier daegen binnen Cartbago, weder een nieuwe rey- b ' fe nae de Noord- Zee aen te vangen. Slechte Wy bevonden dat dat Landt op veele plaetfen feer bergh-aghtigh was , tuf- Dorpen fchen de Bergen waren evenwel eenige Valeyen , in devVelcke men goede terwe ende ruwe won j oock faegen wy dat de Spaigniaerden aldaer op goede Paght-hoeven Inwoon- woonden , die , nevens de Indiaenen , een groote meenighte Verekens aenteel- den, doch wy bevonden een groot onderfcheyt tuflehen de Indiaenfche Dor- pen van dat Landt , ende die geene die wy aghter ons in de Provinciën van Gua- timala ende Nicaragua hadden gelaeten , zijnde de laetft genoemde veel fchoon- der , oock waren hier de Inwoonders feer ruw ende onbeleeft , hoewel fy , foe feer als eenige andere Indiaenen , aen de Spaigniaerden zijn onderworpen. Wy quaemen foo net van pa{fe aen de Reviere van Suere , dat wy maer drie daegen, op eene daer nae by-gelegene Spaenfche Hoeve , behoefden te wagh- ten , ende die gepaffeert zijnde vertrocken wy van daer. De Schipper van het Fregat was feer verheugt dat hy ons gefelfchap aen boord foude hebben, ende prefenteerde my , fonder dat ick foude galt geven , over tevaeren, alleen begeerende dat ick God t foude bidden , dat Hy ons de ge- naede wilde doen van onfe reyfe in veyligheyd ende feeckerheyd te volbrengen, hopende dat wy in drie a vier daegen, ter gew«nfter Haeven, fouden wefen aengelandt. Ons Schip was niet bevraght, danmethonigh, huydenj fpeck, meel ende Pluym-gedierte. Hy feyde dat hetgrootfte gevaer beftondt in het uyt- loopen van de Reviere, welcke, op eenige plaetfen , feer fnel ftroomt , ende op andere weder ondiep de Reviere en( j e yo j R ot f en ls duerende dat , tot datmen in Yolle Zee komt. van Suere . * der Komae aen de Reviere en aen boordt. Befchrij- vins;e van HET IV. Boeck. TtoordeSpaenfcheWefi-lndiën. V.C AP. 39/ HET V. CAPITTEL. Sy komen in Zee ende ontmoeten twee Scheepen, Sykiefende vlught, T>och werden gedwongen te fin) eken. Gedachten desAutheurs. Sy werden genomen. Hiftorie van Daguil- lo. Mulat m aec kt figh vroolijck op de genomene prijfe , en geeft die aende Spaenjche wederom. \Den Autheur traght fijngoet wederom te kriigen , doch te vergeefs. Hyverfoeckt om medenae Hollandttevaeren , dat hem mede werdt ge weygert. Het Schip werdt gelofi, endefy met weynigh leeftoght nae Landt gefonden , d&erfy weder met groot gevaer aenkomen. WY geraeckten feer geluckelijck uyttle Revïere, maerwywaeren geen twintigh mijlen in de Zee geadvanceert, of wy ontdeckten twee Scheepen, welcke jaght op ons maeckten. Hieropbegonde het herte aen ons alle te kloppen , ende wy bemerekten , dat de Schipper van ons Fregat, devreefefoowdabwyinhetlijf hadde, als dughtende dat defe En- gelfche ofte Hollandtfche Scheepen moeften zijn. Door dien wy nu geen Gefchut hadden, ende geen ander geweer, cfan vier a Vijf musketten , ende fes degens , foo geloofden wy , dat wy geen betere parthye dan de vlught konden kiefen, ons op de wel-befeykheydt van ons Schip ver- trouwende. r Ditkondeonsevenwel feer weynigh helpen, want eer wy fes mijlen, nae TmoBehioty feylende hadden af-geleght, bemerckten.'wy uyt onfe Marflèn «lat gefeyde twee Scheepen Hollanders waeren , en dat fy voor ons kleyn Schip te fpoedigh feylden; Een van defelve , zijnde een Oorloghs-fchip , quamons op zijde ons gebiedende , door een fchoot grof Gefchms , dat wy fouden ftriic- ken, foodaenigh dat wy ons fonder flagh ofte ftoot over-gaëven , in hope van des te beter quartier te fullen bekomen. Ick foude niet konnen af-beelden de verfclïeydenhevd der gedaghten welc- ke my op de tijd het herte , dat my veel laeger gefoncken was dan de Seylen van ons Schip waren geftreecken , door-boordden. Hoe dickmaelen vertoonde ick aen my felven het af-fchuwelijck aengefighte des Sy komen in Zee en- de ontdeo ken twee Scheepen. Sykiefen de vlught. Maer wer- den ge- dwongen teftrijken. Gedagh- tendes Autheurs, Sy werden genomen. Hiftorie vanDrt- guillo. I Den Au- theurver- lieft feven duyfent Rijxdael- ders. 398 IV. Boeck. Voyagk vanThomas Gage V.Cap, des doodts , ende als ick my felve in defe fwaerigheydt hoope gaf , ende my ia Godt wilde trooften, foo fagh ick my verfteecken van de hoope van oyt meer in mijn Vaderlandt te komen, waernaeickfoo meenighmaelen vcrlanght ea- de gewenft: hadde. Eyndelijck fagh ick my foo verre gebraght , dat ick in een oogenblijck foude moeten verliefenhetgeeneick in twaelf Jaeren hadde verfaemelt, ftaende ick om gedwongen te werden , in mijn weer-wil , aen een Hollander, op te offeren, het geene my den goeden wille van de Indiaenen van Mixco , Pinda , Amatulan ende Petapa, gegeven hadde. Doch alle defe gedaghten wierden door de Hollanders wel hacft af-gefneden, welcke ons, veel eer, dan wy wel wenlten , aen boordt quaemen. Hoewel haer musketten, piftoolen ende degens ons niet dan. een al te groote fchrick aenbraghten , foo hadden wy doch evenwel , in dit ons ongeluck , fekere foorte van vertrooftinge , als wy verftonden de naem van die geene, die haer Schip commandeerde, hoopende, door dien hy onder de Spaigniaerden ge- boren ende opgevoedt was, dat wy beter van hem fouden werden onthaeldt, dan van de Hollanders , welcke geen groote redenen hebben om de Spaenfche Natie te beminnen. DeCapiteyndan, van het Hollandfche Schip, het welcke ons nam , was Daguillo genaemt , zijnde in de Havana geboren ende opgebraght , oock hadde h'y'daer noch fijne Moeder woonen , welcke ick, als de Gallioenen daer quae- men, om de Scheepen die van V era-Cru^ moeiten komen, intewaghten, dat felve Jaeraldaer noch fprack. , Defe Mulat fiende figh 5 door den Gouverneur van Campeche , in wiens dienft hy was, mishandelt, ende daer door wanhopende, dat men hem reght foude doen , begaf figh in een Boodt op de Zee , alwaer hy eenige Hollandfche Schee- pen ontmoette, die op eenigen beuyt laegen en hengelden. Gout wilde dat hy, tot fijn geluck, by defe Scheepen geraeckte , ho- pende hy op de felve meer gonfte te ontfangen als onder fijne Landts-lieden , hy gaf figh dan aen haer over , belovende haer , tegens fii ne Natie , getrou we- lijck te dienen , door dien fy hem hadden mishandeldt, oock nebbe ick daer nae hoóren feggen, dat men hem te Campeche hadde in het opènbaer gegeeffelt. Defe Mulat betoonde figh daer nae foo getrouw ende genegen tot de Hollan- ders, dat hy een groote reputatie onder haer verkreegh, men trouwde hem aen eene Doghter van haere Natie , ende daer nae wierdt hy Capiteyn van een Schip, onder die kloeck ende edel-moedigen Hollander , welcke de Spaign- jaerden foo feer vreefden , ende die Pit-de-Palo^ ofte Houte-been noemd- den. Het was dan defen vermaerden Mulat die ons Fregat met fijne Soldaeten abordeerde, ende hy foude in het felve niet genoegh gevonden hebben, om hem van defe fijne genomene moeyte te betaelen , ten waere de Offerhanden, van de Indiaenen my gegeven, binnen ons Boordt hadden _ge weeft , van dewelc- ke ick dien dagfr de waerdije van vier-duyfent jRjjxdaekkrs in Peerlen ende ede- le nfrw IV.Boeck. ïïoor de tyaenfchetVeJl-Indïén. V.Cap. j 99 de Gefteenten verloor, boven noch omtrent drie-duyfent gelijckeRijxdael- ders in geit ende gereede penningen. De andere Spaigniaerden verlooren oock eenige hondert Rijxdaelders , ende defen beuy t viel de Hollanders foo aengenaem,dat fy daer door onfe grove wae- ren van fpeck , meel ende Pluym-gedierte veraghteden , ende ons gek was haer veel aengenamcr ende foeter , dan alle de honigh die wy binnen boort hadden. m lek hadde noch ander goet by my , geli j ck als een bedde om op te leggen , ee- nige boecken , kopere befchilderde plaeten endekleederen , defelve verfogt ick aen defen Mulat te mogen behouden , welcke , opfïght op mijne Ordre hebben- de, my defelve liet ende mildadelijcken fchonck, feggendedatickpatientie moeit nemen, ende dat hy mijn geit ende peeden niet konde weder geven , zijn- de fulcks niet in fijne magt, daer by voegende,dat, foo de Fortuyne op heden aen fijne zijde was, defelve op morgen weder aen de mijne konde zijn, ende dat hy, het geene hy heden hadde gewonnen , op morgen konde verliefen. Dit maeckte dat ick mij n fel ven toe-pafte,het geene gemeenlijck gefegt wert, dat het geene quaelijck is gewonnen niet bedijdt, fiende dat ick op eenen tijd by nae alles verloor, dat de blinde devotie der ïndiaenen my onder haer hadde doen vergaederen, foodaenighdatick, in plaetfe van alle die Offerhanden, mijnen wille verfaeckte ende aen mijnen Godt op-offerde, biddende Hem my het noodige gedult te geven , om een foo grooten verlies , als ick geleden hadde , te konnen verdraegen met een Chriftelijck gedult ende lijdfaemheydt. Ick bekenne dat dit voor vleefch ende bloed feer herdt viel , maer ick voeldde desnietteminfeeckere geeftelijcke kragt, welcke, van boven uyt den Hemel komende , my van binnen verfterekte , Waer door ick de waerheyd gevoelde van het geene St. Paulus op het twaelfde Capittel van den Brief tot den Hebreen op het elfde vers fegt ,* Dat de tegenwoordige Caflijdinge niet acngenaem is , datfy in te- fendeel moeyeltjckje verdraegen vak , maer dat fy naemaels een vrught der Gereghtig* eydt baerdt , aen die geene , welcke daer door ^ijngeoejfent. Oock vondtick my van die dagh af, van binnen geruft , hebbende my fel ven, t'eenemael aen den wille Godes over-gegeven , wenfehende dat defelve op. de Aerde , op de Zee , ende in my felve foude volbraght werden , gelijck fulcks. altoos in den Hemel gefchiet. Hoe wel nu hier in de befte ende volmaeckfte troofl beftont die ick konde ont- fangen, foo bleef ick doch , door de toe-laetinge Godes des Scheppers, niet t'eenemael verfteken van die van de Schepfelen, want ick behield eenige encke- le ende dubbele Piftoletten over , die ick in mijne matras hadde doen naeyen , welcke my , door beleeftheydtende courtoifie des Capiteyns , wierde .weder gegeven , foo wel als uyt confidentie van het kleedt dat ick droegh , oock had- de ick'er eenige in mijn wambais verborgen, welcke fy niet hadden gevonden, doen fy my betaften , defelve monteerden omtrent ter fomme van duyfent Rijxdaelders. Nae dat nu den Capiteyn ende de Soldaeten haere Prijfe wel hadden door- foght , foo begonden fy te dencken om haer wel te ververffen met de leef- Eee toghï Civiliteyt van de Mulat. DenAu" theurver- trooft figh in Godt. Die hem niet verleg- gen laer. ' En dooi* wiens hu!- pehynocfe eenigh. geit be-- houdr.< rnackt fis mïB&\ I i & I fighvro- lijck op de genomene prijfe. En geeft dieaende Spaenfche wederom. Den Au- theur traght fijn goet we- der te krij- gen. Pochte vergeefs. Hy ver- foeckt om mede naer Hollandt te varen dat hem mede werdtge- weygert. Het Schip wertge- loü en.de 400 IV. Boeck. Voyagie vanThomas Gage V. Cap„ toght die binnen ons Boordt was, waer door defen magnificken Caeper een heerlijckemaekijdt op ons Schip deede aenreghten; hy noodighde my op de felve, ende door dien hy gehoord hadde, dat ick nae de Havana toe ginck, dronck hy oock , onder veele andere gefondtheden , die van fijne Moeder , bid- dende dat ick haer wilde gaen befoecken > ende haer te gelijek aendienen, dat hy haer fijnen dienft deede prefenteeren , ende dat hy my , om harent wille , foo beleeft als het hem mogelijck hadde geweeft } gehandek hadde, Hy feyde, terwijlen dat wy aen te taeffel faeten , noch daer en boven , dat hy , om mijnent wille , ons ons Fregat wederom foude geven , om dat ick daer door foude konnen te Lande komen , ende een feeckerder ende veyliger wegh , om nae Pmo-Bello te gaen , konnen nemen , om foo voort in Spaignien te geraec- ken» Nae de maekijdt maeckte ick met den Capiceyn , alleenzijnde , een praetje,. ick feyde hem dat ick geen Spaigniaerdt was, maer een geboren Engelsman, toonendehemdepermifliedieick, van Romen , hadde bekomen , om weder naeEngelandttekeeren, daerby voegende dat ick hoopte * zijnde van eene Natie, welcke met de Hollanders in vrientfchap ende Alliantie leefde, dat hy my , het geene my toe-behoorde , foude doen weder geven. Maer dit alles diende my nergens toe , ende hebbende figh al-reede meefter gemaeckt van alles dat in ons Schip was, gafhymytot antwoort, dat hy wel wenfchte * dat fulcks aen hem hadde geftaen', maer dat ick moefte lijden met die geene , by dewelcke ick my hadde begeven -, ende dat ick op die felve wijfe', alle de Waeren , die in het Schip waren , foude konnen reclameren. Ick badt hem daer op, dat hy my mede nae Hollandt wilde voeren , opdat ick van daer nae Engelandt foude konnen over-fteecken , doch hy weygerde my fulcks mede, feggende, dathy van de een e plaetfeopde andere voer, ende dat hy niet wifte op wat tijd hy weder nae Hollandt foude keeren , dat hy dae- gelijckfch niet anders hadde te verwaghten , dan om met eenigh Spaenfch Schip inhetgeveghtteraecken, ende dat fijne Soldaeten, als fulcks voor- viel, ge- duerende dehevigheyddesgeveghts, my eenigh quaet fouden konnen doen, figh in-beeldende dat ick haer yets fchaedelijcks foude konnen berockene , foo- fy door de Spaigniaerden genomen wierden. Door defe antwoord en bemerckte ick wel datter geen hoope voor my was, om het verloorene weder te krijgen , endedaerom ftelde ick my op de hulpe ende de voorfienigheydt G o d e S geruft , foo als ick oock al te vooren hadde gedaen. De refte van die dagh , ende geheel de volgende , deeden de Hollandfche Ma- troofen ende Soldaeten haer beft , om alle onfe koopmanfehappen uy t ons Fre- gat in haer Schip te laeden, terwijlen dat wy, evenals gevangenen, methaer op de Zee aen alle zijden laegen en dobberden. Doch terwijlen wy in hoope waeren, dat fy met ons geit foude te vreden zijn, foobemerektenwy, op den volgenden dagh , dat fyluft hadden om ons Pluym-gedierte ende fpeck teeeten, dat fy ons meel van nooden hadden om broodt IV.Boeck. 'Door de Spaenfch e Wejï -Indien. V.Cap. 401 broodt te backen, onfe honigh om haere mondt te verfoeten, ende onfe huy- denomfchoenenendeleerfenaftemaecken, want fy naemen alles mede, uyt- gefondert mijn bedde , mijne boecken ende mijne kopere befchilderde plaeten, welcke de Capiteyn Daguillo my liet behouden , door eene genereusheyd , welc- ke men niet veel in de Capers vindt , oock liet hy wat leef toght aen de Schip- per , doch oock niet meer dan wy van nooden hadden om aen Landt te komen* van het welcke wy niet veel waeren verwijdert, ende op dek wijfe naemen fy haeraf-fcheytvanons, onstegelijck bedanckende voor alle het goede dat fy van ons hadden genooten. Onder ons Volck , die met defe Gaften niet feer hadden vermaeckt geweeft, waeren'er eenige die Godt baeden, haer in het toekomende niet meer te moeten verwaghten , andere weder vervloeckten haer , ende voor al den Mu- lat t die fy een Renegaerdt ofte verloochende noemden , ende eyndelijck wae-> ren'er oock andere die Godt danckten, dat men haer het leven hadde ge- fpaert, maer ondertulTchen zeylden wy weder nae de Reviere van Suere toe, uyt dewelcke wy in Zee waeren gefteecken , ende in het op-loopen van de felve waeren wy in groot gevaer van ons leven te verliefen, ende Schip-breucke te lijden , nae dat wy ons goedt waeren quyt geraeckt. p Siet hier dan, lieve Lefer, hoe dat het geene quaelijck is verkregen, foo als kk boven gefeght hebbe > niet alleen noy t bedi jdt , maer oock hoe dat het felve toteenfmerteftreckt, wanneer men het verlieft, wantfeeckerlijck, het gee- ne ick hier in foo korte regulen begrijpe * nopende de geruft-ftellinge mijns gemoets daS" omtrent, konde ick in foo Weynigh tijds niet van het felve ver- wer wen als gy dit wel fult lefen ; Maer aenmerckt oock dat de H e e r e noy t flaet of hy falft daer by , want daer Hy my niet alleen het alle , ja felve het leven , door mijné|rove ende hoogh-gaende fonden , niet dan al te geregtelijck , hadde konnen af-nemen , liet Hy> door Sijne grondeloofe barmhertigheyd, niet alleen- my genaede voor defen Capiteyn Daguillo vinden , maer verblinde oock felfs , door de beuy t die fy op my gemaeckt hadden , de oogen van dat begerige volck 3 die'er anders al foo veel als Argus hebben , foodaenigh , dat fy mij n bedde ende klederen , foo als fy die van andere deeden , niet ten nauften door-foghten , ke- tende my 3 daer-en-boYen, het felve noch vrywillighlijckj nevens mijne fchil- derijen 3 behouden. fy met weynigh leef-toght nae landt gefondeu. Datfy weder nae groot ge- vaeraen- komeiu Eee 3 m% 401 IV. Boeck. Voyagie vanThomas Gage VLCap. Miïdae- «Hgheyd der Spai- gniaerden aen de ge. pionder- de. Onfeec- kerheydt van den Autheur overhet voort-fet- ten der Reyfe. Hylceert ■wedernae Canhago. HET VI. CAPITTEL. tJMildaedigheyt der Spaigniaerden aen de geplonderde. On* feeckerheyt van den Autheur over het voort-fetten der reyfe. Hy keert weder na Carthago. Hy neemt met fijne Ge feilen voorfigh armer dan welinder daedwas te veynfen. Hy be- gint weder geit te winnen. Hy valt in verfoeckinge van we- der nae Guatimala te keer en ; doch overwint defelve. Han- del met Muyl-efels. Barbarifche Indiaenen. Aenmercke- lijckexempelvan de voorfienigheydt Godes over onfen Reyfiger. Men raedt hem nae de Golfde Salinas te gaen. Hy volght die raedt met ende nevens de drie S'paigniaerden. S'ommiereverhaelingevandeReyfendoorden Autheur in Americagedaen. T)en Autheur heeft drie-duyfent en dri<ï . hondert Engelfcbe mijlen in America te lande gereyfi. SOodraewy de voeten hadden aen Landt gefet, toonden ft Spaigniaer- den , welcke aen die plaetfe woonden , groot medelijden met ons \ wegens de fchaede die wy geleden hadden , foodaenigh dat fy ons door haere ael- moeiTen adfifteerden, reghtende ten dien eynde een Collefte ondeïhaer aen. ■ De drie Spaigniaerden die in mijn gefelichap hadden geweeft, waeren alle haer gek, ende het meefte gedeelte van haere befte klederen quyt geraeckt, dogh fy hadden eenige Wiifel-brieven , die haer te Porto-Bello moeften betaelt werden , behouden , ende ick bemerekte dat ick een foute begaen hadde, hebbende my niet op een diergelijcke wijfe beforght. In den beginne wiften wy niet nae wat kant dat wy onfe reyfe fouden voort- fetten , wy hadden in den finne nae de Reviere De lor Anytelor te gaen, maer menfèydeonsjdat die Fregatten nootiaeckelijoken moeften vertocken zijn, ofte dat iy , ten beften genomen, al in Zee fouden fijn, eer wy daer konden komen ;fy voegen daerby, dat, foo fy, op het gerughte van dat'er Hollan- ders in Zee waeren , haere reyfe niet hadden geftaeckt, fy nu al, even als wy, door de Hollanders moeften genomen zijn, immers dat het onmogeliick was dat fy haere handen ontkomen fouden. Hierom naemenwy voor , geholpen fïjnde door de Charitable mildaedig- heyut van de daer omtrent woonende Spaigniaerden , weder na Carthago te ke- ren ende van daer onfe faecken wat voorfightiger teaen-leegen dan wv eedaen hadden. °° ' ° Onder* IV.Boeck. T>oor de SfaenfcheWeft-lndiën. VI.Cap. 403 Onderwegen fpraecken wy van het geene een yder van ons hadde aen de Hy neemt Caepers onduyftert , endc de Spaigniaerden feyden dat fy eenige WnTel- met fijne brieven hadden behouden, diehaerteGn-*%ofouden betaelt werden, ende Gefellen dat fy door dat middel weder geit fouden krijgen, dogh ick wilde haer nier be- voorfigh kentmaecken wat ick hadde, ick fey de haer alleen dat ick mede yetwes ge- armer te fal veert hadde j Hier over befloten wy met malkanderen , dat wy, opden ve y nfen wegh, ons armer dan wy waeren, fouden veynfen, opdatdaer door de In- dan fy diaenen ende de Spaigniaerden medelijden met ons moghten hebben, ende ons, Zl]n ' wegens het geledene verlies, haere mildaedigheydt betoonen. Als wy te Carthago waeren gekomen, betoonden alle de Inwoonders, me- delijden met ons ongeluck te hebben , ende men ftelde Colledlen voor ons aen. Men verwaghte van my oock , dat ick de Mi/Te foude feggen , ende dat ick, Hy beslat alsmenmyfulcksverfoghte, foude konnen predicken, oock begafickmy tot weder beyde die dingen , foodaenigh , dat ick my , door dat middel, weder van eelt be- geit te gonde te verforgen. winnen. _ Ick befpeurdde evenwel lightelijck, datick, in foo arm een Landt, waerïn Hy valtfn ick oock onbekent was, niet veel foude konnen op-doen, om met eere ende verfoec- 'fatfoen in Engelandt te komen 5 hier door was het, dat ick in verfoeckinge kingevan quam van weder nae Guatimala te keeren , alwaer ick verfeeckert was , dat my weder nae mijne Vrienden wel foudenonthaelen, ende my wel ter neder feiten , tot die Guatimala tijdt toe dat ick weder geit genoegh, omnae mijn Vaderlandtteeaen. foude te keeren.. hebben gekregen. Doch hebbende aehgemerekt dat Godt opmyvergramt was', ende my Doch reghtveerdelijckhaddeontbloodt, van meeft alle het geene dat ick in twaelf overwint Jaeren hadde gewonnen, foo nam ick een vafte refolutie om mijnen wegh te defelye. vervolgen , ende nae mij n Landt te keeren , felf s al foude ick mijn brood op de wegh hebben moeten bedelen. Uyt vreefe evenwel van by de Spaigniaerden verdaght te werden , ende ee- nïgh ongemack te ontfangen , foo ick de funtfien , tot dewelcke my mijn kleed verbond , niet waer en nam , foo refol veerde ick alles te ontfangen datmen my > als een Vremdelingh ende Reyfiger, voor mijne Predicatien ende andere pu- blijcke exercitien ,. geven foude , te weten , als men my tot het oeffenen van de- felve verfoght. Hebbende dan weder moet gefchept , ende blij vende altoos vaft in die geno- mene refolutie van weder nae Engelandt te keeren , foo vernam ick te Caréaro epwatwijfeickbefttePom)-Be#o foude konnen komen ,• maer die Poorte, op dewelcke ick eenige hoope hadde gehadt, was voor my mede geflooten , hoe- wel mijn vertrouwen opGoDT niet verminderde. Op die tijd quaemen te Carthago omtrent drie-hondert Muyl-efelsdieonbe- Handel iaeden waren, bydefelvefaghmen eenige Spaigniaerden, Negers ende Indiae- metMuyl- nen van Comayagua ende Guatimala , fy dreven defelve te lande , aen geene zijde efels. het Geberghte yan Vera-Fa% , om die alfoo te Vannama te verkopen. Eee 3 Dcfia Aenmerc- kelijck exempel vande voorfie- uigheyt GODES over onfe Reyfiger. Men raed hem na de Golfde Salinas te 404 IV.Boeck. Voyagie vanThomas Gage VLCap.' Defen handel, welckeallejaerenwerdt gedreven, is de eenighfte welcke van Guattmala , Comayagua ende Nicaragua op Pannama te lande gefchiet , aen geene zijde die fmalleftreeckeLandts ofte die Iftmus, die de Noordt van de Zuydt-Zeefcheyt. Defen wegh is feer gevaerlijck , niet alleen ter oorfaecke van de boofe wegea* ende van de Rotfen ende het Geberghte darmen moet pafTeeren, maer oock om datmen op defelve veele Barbarifche Natiën vindt, welcke de Spaigniaer- den noch niet hebben konnen vermeefteren, die dickmaelen op die geene, welc- ke met de Muyl-efels door haer Landt trecken , aen- vallen , ende defelve doe- den , voor al , foo fy het minfte doen dat haer mishaeght. Doch ick , niet tegenftaende my alle defe fwaerigheden bekent waeren 3 liet nietnae 3 inmijnegedaghtentebefluyten, met de Spaigniaerden 3 die te lan- de nae Pannama fouden reyfen , mede te trecken , de drie Spaigniaerden , welc- ke met my waeren gekomen , waeren by nae mede van die felve refolutie nevens myj ende fonder dat de GoddelijckeVoorfienigheydt, welcke defaeckender menfehen viy beter befchickt , dan fy felve fouden konnen doen, ons, tot ons be- fte ende behoudeniffe , dat voor-nemen hadde doen ftaecken, wy fouden'er feer quaelijck door gevaeren zijn. Te Nicoya komende » verftondenwy, dat een gedeelte van die Spaigniaer- den ende Muyl-drij vers , door de Barbarifche Indiaenen > waeren om-gebragt, welckeons, in allen fchijn, foo wel als haer fouden gedoodt hebben, hadden wy die gevaeriijeke Reyfe aengevangen, maer defelve wierde my te Carthaga •af-geraeden , door veele Perfonen , welcke my vrientfehap toe-droegen , en- de my niet alleen het gevaer van de Barbarifche Indiaenen voor oogen ftelden , maer daer oock by voegden 3 dat dat Gebergte foo periculeus in figh felven was, ende foo vol vuyle pafiagien , dat het my niet foude mogelijck zij n, fonder groot gevaer des levens , daer over te trecken. Hebbende wy dan dit voornemen laeten vaeren, foo feyden de Koop-Iuyden welcke ons beminden» dat wy behoorden te befoecken of ons de Zuydt-Zee niet gonftiger foude zijn, dan de Noordt- Zee hadde geweeft, ende dat wy, ten dien eynde > op Nicoya moeften trecken , ende van daer op Chica , om alfoo in de Golfde Salinar te komen , in dewelcke wy buyten twijffel Scheepen fou- den vinden , die ons tot Pannama toe voeren fouden. Wy waeren wel gerefol veert > alle den goeden raedt , welcke men ons gaf, in het werek te ftellen , maer wy wiften oock dat dit het laetfte was dat wy doen konden, ende dat dit niet geluckende alle onfe hoopeuyt was 3 zijnde ons dan geen ander middel , omtePdwwd/wtf tekomen, overigh, dan, van als wanho- pige menfehen 3 ons leven te gaen waegen in het pafferen het Geberghte van Vera-Pa^ende fonder Convoy ofte Leyts-lieden te trecken door her Landt van die Barbarifche Indiaenen, welcke de Spaigniaerden hadden vermoordt; oF wel moeften wy , door den wegh die wy gekomen waeren , weder nae Rcaleja keereu, daer wy in onfe hoppe medekonde bedrogen zijn, ende mogelijck een IV.Boeck. ^Dcor de SpaenfcheWefi-Indïén. VII.Cap. 40^ een Jaer fouden moeten waghten , voor en al-eer wy gelegentheyd fouden kon- nen vinden, om ons op Pannama in te fcheepen. Hierom refol veerden wy den raedt van onfc Vrienden, welcke wilden dat Hy volght wynae Nicoja fouden gaen, te aghter- volgen, omalfooaendeGolfvandeStf- dien r aedc linas te komen, in dewelcke ick al lacchende tegens de drie Spaigniaerden die me tende met ons gingen, zeyde, dat, foo wy daer niet uytreghteden , wy, nae het nevens de exempel van Hercukt , een Colomne moeiten doen ftellen , endeonfenaemen drie S P ai * in defelve laeten houwen , met de Infcriptie van HaudUhra , om dat'er buyten g maei> dat geen Haeven ofte Rheede is om nae Pannama te vaeren. J en * Geen menfehekondeoock meer aenvangen, dan wy gedaen hadden , om Sommie - ten eynde van ons ooghmerek te raecken , maer vooral ick , die niet alleen meer , re verhae - weghsindatLandthaddeaf-geleght, dan alle de Engelfche die voor my daer ïffJÏÏL hadden geweeft, maer die daer-en-boven van Mixco tot Nicoja toe fes-hon- a*T* dertueren, of aghthien-hondert Engelfche mijlen hadde gereyft, alleenvan Authem het Noorden nae het Zuydentreckende, behalven den wegh die ick hadde af- in^merica geleght van Vera-Cru^ nae Mexico reyfende, ende van daer nae Guatimala , en- gedaen de van Guatimala weder nae Vera-Pa^ende Pumo de Cavaüos ofte Golfo Dolce, oock noch van daer over Truxillo nae Guatimala , welcke reyfen , ten minften , noch derthien a veerthien-hondert Engelfche mijlen daer boven uyt-maecken , ende dit daghte ick op een Pijlaer te Nicoja te laeten graveren , om de geheuee- miie daer van , voor altoos te behouden. Doch ick hope dat het geene op die pfeetfe niet gefchiet is , in de gedagteniiTe ? en At *" der menfehen fal blijven , door middelvan dit mijn Boeck , ende dat defe mijne [ he " r . Hiftorie, door dien fy opreght ende waeraghtighis, een eeuwigh-duerende V e< 7 dri€- monument fal zijn van een Reyfe van elf-hondert ueren , ofte van drie-duyfent l j ende dne-hondert Engelfche mijlen, die een Engelsman telandeinhetvafte J"^ I^ndtvan,Wc4gedaenheef^^ ymPme-Bellowt zenCartbagena , ende van daer tot aen de Havana, mifejun America te lande ge- reyft,. HET 4o6 IV. Boeck. Voyagie vanThomas Gage VII. Cap] HET VII. CAPITTEL. Vertreckvan Carthago. Komft 'e te Nicqja endegoet onthael aldaer ontfangen. Sy krijgen hoope van welhaeft f Scheep te raecken. *D en Antheur begint weder geit te winnen. Ui- flor ie van den Tarochiaen van Nicqja ende de Alcalde Ma- jor Juflus de Zalazar , waer in men de wreedheydvan den eenenfiet, ende de onreghtvaerdigheyd , die het Hof van Guatimala , aen den anderen pleegde. T>en Autheur neemt aendenTarochiaen van Nicqja te vervangen. Hy ver- dient hondert ende vijftig}) Rijxdaelders in vijfweecken. Hy befteetfgh f Scheef. La Pita een kruydt dat gefponnen werdt. Befchrijvinge van de Schulp -vifch Purpura. Ko- jïelijcke couleur daer uyt-getrocken. Groote meenighte van Schuif -vifch. Waeren te Nicqja , &c. vallende. Vertveck tha;o. Komfte te Nico ja en goetonr- hael al- daer. Sy krijgen hope van welhaeft t' Scheep te faken, Den Ali- theur be- sintwe- WYvertrocken dan van Carthagc, ende vonden den wegh, door de- welcke wy nae Nicoya reyfden, feer berghaghtigh , rouw ende on- aengenaem, wy faegen'er niet dan feer weynige Spaenfche Hoe- ven ende Indiaenfche Dorpen , die niet alleen feer kleyn waeren , maer wy befpeurden oockdatdelnwoondersin groote armoede ende ellende leef- den. Te Nicoja gekomen zijnde , bevonden wy dat het een feer fchoon Dorp was , ende het voornaemfte van een geheel Spaenfch Gouvernement , wy vonden aldaer eenen \uftw de Zalazar als Alcalde Major, die ons met groo- te civiliteyt ontfingh, ende een huys gaf , om, geduerende ons verblijf, in te woonen. Hyverheughdeonsoocktenhooghften, feggende , dat , hoewel'er nugee- ne Schepen ofte Fregatten in de Golf deSalina: waeren, hy noch niemandtin het Dorp eenighfint's t wijffelde , of daer fouden'er wel haeft eenige > om fout te heden, van Pannama , komen , oock om andere Coopmanfchappen , foo als fyfulcksjaerlijckfch gewoon waeren 3 daerinnoyt, omtrent die rijdt, man- querende. De conftitutie des tijds in dewekke ick daer quam , was mede feer becjuaem voor my 3 om my , nae een foo groot verlies, eenigh geit te doen winnen, want het was in de vaflen , in de weickede Rejigieufen haeren grootften ooghft heb- ïV.Boeck. ïïoor de fyaenfcbeJVe/t-Indifo. VILCav. 407 hebben , door dien fy , gelijck ick hier voorens in het derde Boeck gefegt hebbe , als dan veel gek ontfangen door de Offerhanden, welcke haer werden gege- ven , wanneer fy de bieghte van de Indiaenen hooren , ende aen haer de Com- munie uyc-rey eken. Dit Saifoen des Jaers a ende de ftaet van de Francifcaner Monick , welcke Pa- rochiaen van dat Dorp was » quaemenmyfeerwel, voor al in een tijd, inde- welcke ick my niet konde onthouden van de fun&ien van mij ne Profeffie in hec werek te ftellen , ten fy ick dan de Spaigniaerden hadde willen de grootfte reden des werelts geven om my te blameren ende verdaght te houden. Defe Monick was uyt Portugal van geboorte, ende hadde, omtrent drie weecken voor mij ne aenkomfte , groote queftie met den Akalde Major \ufius de Zala^ar gehadt, door dien hy de Indiaenen voor-ftondt, welcke Zala^ar ten hooghften mishandelde. - Hy gebruyekte haer als flaeven in fijnen dienft , foo wel als in die van fijne •Vrouwe, fonder het loon van haeren arbeyd, dat fy in het fweet haers aenfehijns hadden gewonnen , te betaelen , ende doende haer op de Sondaegen ende Fee- ■ften der Heyligen , foo wel » als opandere, wereken. De Religieus nu, dit niet konnende verdraegen, verbood haer uytdrucke- lijck van den Predick-ftoel dit in het toekomende te doen , niet willende dat fy de onregtvaerdige beveelen van haren Akalde Major fouden gehoorfaemen. fyfius de 'Zaia^ar , die in den Oorlogh was opgevoed , ende die voor defen in het Cafteel van Milaen hadde in Guarnifoen gelegen , meende dat]het hem een groote fchande foude zijn , indien hy met gedult verdroegh , dat een Religieus , hem, op die wijfe, handelde, welcke hem in het bedienen van fijnAmptbe- rifpen wilde», endeontfetten van de middelen, door dewelcke hy voor defen fijne tneefte winfte ende profijt plaght te trecken. Hier op gebeurde het dat , nae dat fy wel op malkanderen gekeven ende ge- fcholden hadden, \u$us de Za/a^ar, op feeckere dagh , geheel in gramfchap ont- fteecken zijnde, met de blooten deegen in de vuyft , in het huys van den Priefter quam lopen , wekken hy fonder foute foude om den hals hebben gebraght » foo hy daer in niet waere belet ge weeft door eenige Indiaenen , die figh doenmaels daer bevonden. De Religieus die al ymmers foo fier ende vaerdigh was als hy » ende die figh inbeelde dat hy hem niet foude derven aenraecken ter oorfaecke van fijne Or- dre des Priefterfchaps, als fullende daer door geëxcommuniceert werden,fprack vuyl ende moedigh wederom , in plaetfe van de vlught te nemen , hem onder andere feggende dat hy hem niet geloofde foo veel moets te hebben van toe te flaen , ende hier door deede hy niet dan de gramfchap van Zala^ar te vermeer- deren 3 tot foo verre dat hy den degen op-heffende om hem een braeven fiagh te geven , ende de Religieus de fijne om den fiagh af te keeren gebruyekende, hy hem twee vingeren van de handt af-kapte» ende hy foude fijnen houw noch op een gevaerli jeker wijfe hervat hebben , foo de Indiaenen , om te fcheyden » niet tufichen haer beyden waeren in gelopen, fluytende den Monick in fijne Kamer. Fff" fujfur Hiftorie vanden Parochi- aen van Ukóya en- de den wiedde Major , Ju* flus de Za- U\ar t waer in mende wreedheyt van den ' eenenfiet, endede onreght- vaerdig- heyddie het Hof van GMti* mala aen den ande- ren pleeg- de. Ö&3 l'fEEH m 408 IV. Boeck* Poyagie vanThomas Gage VII. Ca'f. \uftus de 'Zala.^ar wierde hier op geèxcoramuniceert , doch door dien hy een Man'van groot aenfien was, wierde de excommunicatie w-el haeft vernietight door den Éifiehop yäh€ojla*miea. Hier nae braght hy fijne klaghten daer over voor de Cancellarye van het Hof van Guatemala , figh verfeeckerende dat hy door middel van fij ne Vrienden en- devan fijn geit , wel haeft triumpherenfoude over een Priefter van een arme bedelende Ordre, het wekkeoock daer nae gebeurde, wanthy wift fijne faee- ken foodaenigh te beleggen, datmenden Monick te Hove ontboodt , alwaer hy foo veel credit hadde j dat hy hem eyndelijck uy t Nicoja deede lighten, wer- dende aen fijne Ordre gelaft een ander in fijne plaetfe te ftellen. Ter tijd als ick daer was, hield figh de Monick in fijn huys op-gefloten, fij- ne kaemer bewaerende , fonder in de Kercke te willen komen noch om de Mif- fetefeggen, noch om tepredieken ofte yemandts bieghte tehooren, tot het welcke hem evenwel de vaften , in dewelcke men doenmaelen was > byfonder- lijcken verplighte ,- maer hy hadde het foodaenigh weten te ftellen } dat hy door een ander Religieus geholpen wierde , die fijne plaetfe waer-nam , doch zijnde de felve maer alleen , en was hy niet fuffifant om te predicken » om de bieghte te hooren ende de Communie Uy t te deelen , voor t van ende aen een foo groot getal van Indiaenen , Spaigniaerden , Negers ende Mulatten als'er tot hem quaemen , foo uy t het Dorp felve , als van de omgelegene Landerijen , om ha- re devotie te plegen. Hier door gebeurde het dat fy beyde , nae dat fy gehoort hadden , dat ick daer ter plaetfe was aengekomen , my Heten bidden , dat ick > in fulcke foorten van neemt aen geeftelijckefunótien, mede wilde adfifteeren , ende dat ick voor mijne moey- den Pa- te f ou j e hebben , nevens de vrye taeffel , alle daegen een Rijxdaelder voor het rochiacn f e ^ envan£ J e Miflè, boven het geene, welck men my vrywilligh foude ge- van tcoja^ v£ii j f u jj en ^ e c j aer toe Y00r m jj ne Predicatien feer wel werden geloont. &L CP I^ bleef in dat Dorp federt het eynde van de tweede weecke in de vaften tot Hy 'ver- aen Paeffchen toe , ende in die tijd won ick hondert ende vijf tigh Rijxdaelders, dient 1 50. foo door drie Sermoenen , welcke ick het ftuck voor thien Rijxdaeldérs deede, Rijxdael- als door mijne daegelijckfche gagie 3 ende de Offerhanden die ick ontfingh. In de weecke voor PaefTchen kreegen wy tijdinge dat'er een Fregat van Pan- nama in de Golf van de Salinas was gekomen , hier door wierden wy feer ver- heught i want dit lange aghter blijven begonde ons al bekommert te maee- ken. De Schipper van het Fregat quam te Nicoja , het welcke als de Hof-Stadr vandiequartierenis, ende ick accordeerde j nevens de drie Spaigniaerden, over onfe vraghr , tot aen Pannama toe. Lalita een In de Plaetfen die omtrent Cbica , Gel/o de Salinas ende Nicoya leggen > fiet- kruyt dat men eenige Indiaenfche Paght-hoeven , gelijck oock eenige kleyne Indiaen- gefpon- fche Dorpen ; De Alcalde Major gebruyckt de Inwoonders van defelve alle als «en werd. fijne Slaeven, endehylaethaer, voor hem, feecker kruydt, datmen la Pita noemt ] fpinnen 3 dit is eene Koopmanfehap , welcke* in Spaignien ; feer hoogh geaght DenAa- theur devsin 5. weecken. Hybe- fteet figh t' Scheep. ïV.Boeck. *Doar de fyaenfcheWeft-Indiën. VII.Cäp. 409 geaght werdt , voor al die geene, welcke te Nicoja ende daer omtrent met een purpur-verwe gecouleurt is , ende ten dien eynde zijn'er veele Indiaenen, welc- ke verplightziuiaen de 2$ee-frrandt te gaen, om äaerfeeckerehoorntjens te foecken 3 uyt de welcke men de purpure couleur treckt. Purpura is een feecker flag van hoorntjens ofte van vifchdie figh iiihoornrjens onthoudt , defelve leeft omtrent feven Jaeren , ende verberght figh in de diep- te des Zee'es, omtrent het begin der Honds-daegen, blijvende dus by-nae drie-hondert daegen fonder datmen die kan vinden, men gaet defejve inde Lenten foecken, ende wanneer rpen die tegensmalkanderen vrijft, foo geven fy eenigh guijl , even als dickaghtigh lijm ofte weêck wafch , van figh , maer de- fefchooneverwe, die foo feervermaert ende geaght is, fit in de keel ofte hals van de vifch verborgen, maer de alderbefte vintmen in feeckere witte aeder befloten, zijnde in de refte van het lichaem niet dat ergens toe kan gebruyekt werden. HetSegovifchelaecken,dat daer mede geverftis, geit twintigh Rijxdael- dersdeelle, ende dat door de koftelijckheyd van defe couleur > oock fietmen het niet draegen , dan van de grootfte Heeren van Spaignien , gelijck oock eer- tijds de Edellieden van Romen het gebruyekten tot haere kleedinge, het felve purpur van Tyrur noemende* Daer is oock een groote abondantie van andere hoornkens, uyt dewelcke men verfcheydene verwen treckt, jaefoodaenigh, dat men geene Plaetfe ter weereldweet, op dewelcke men die in foo groot een meenighte, als daer ter plaetfe , vint. De voornaemfte waeren welcke te Chiea ende aen de Golfo de Salinds werden gevonden, zijnfoutjhonighjM^, tarwe ende Pluym-gedierte, men fendt defelve alle Jaeren met Fregatten nae Vannamh , die expreffelijck daer van daen komen, omdieaftehaelen, foo wel als de in het Purpura geverfde Vita, daer ick vorens van gefeght hebbe. Befchrij- vingevan defchulp- vifchPw-" Koftelijc- kecouleuï daer uyt ge t roc- ken. Groote meenigte van Schulp- vifch. Waeren daerval- lende. Sy gaen uy t de Sa- linas t' fcheep. Tegen- fpottop «Ie Reyfe. Swaere ftorm. Die nae Foyagie vanThomas Gage yiII.CAE. HET Vm. CAPITTEL. Sygaen uytde Salinas f fcheep. Tegen/poet op de reyfe. Swa- re ftorm. c Dienaeaghtdaegenop-houd ende in goet weder verandert. en Autheur geraeckt ingrooteflaeute , ende krijght eenfwaere koortfe. Sygaen f Zeyl. HetSchipftoot op een klip. Het ge* raecktnae groote moeyte daer weder af 'Den Autheur be- gint te beteren. Het Schip komt te Perico , maer werd door ftorm van daer gedreven. Sy komen voor de Haeven van Pannama. Werden daer van daen verdreven. Komftete Pannama. . EYndelijck begaeven wy ons t* Scheep, want het Fregat dat daer quam ten tijde wy ons te Nicoya bevonden , was door die Koopmanfchap wel haeft vol-laeden, ende wy maeckten giffinge te Pannama tefullen ont- fcheepen , nae dat wy vijf a fes daegen fouden binnen boort zijn geweeft. Maer wy wierden , even als wy te voren veele tegenfpoeden hadden gehadt, oock in defe reyfe van veele rampen aengetaft , want hoewel die niet feer langh was, inoeften wydocheenmaendt tijds geduerende, tegens de winden , de Zee en de Couranten ("dus noemtmen de ftromen die feer fnellijek by ( de Wal uy t-fchieten , ende alfoo fterck zijn als die van de meeft afdrijvende Revieren) worftelen. Op den felven dagh dat wy vertrocken , wierden wy door windt ende ftorm nae de kant van Peru gedreven , ende dat tot onder de Linie /Equino&iael toe, alwaer wy de hette ende de winden foo groot ende fterck vonderbdat wy aen ons leven wanhoopten. ; Maer het bshaeghde Godt, nae dat wyaght daegen langh, van oogen- blijck 3^'^'.;--^'. lV.Üo*CK.T>oordefyaenfcbe!FeJÏJndiè'n.Vm.CAP. 4 n bhjcktotoogenblijck, niet dan de doodt hadden verwaght, ende te gemoet aghtdae- gefien Hem, feggeick, door wekken alle de SchepfelenhaerlevenTbewe- genop- genendewefenhebben, ons weder nieuwe hoope tot het leven te geven, ons houtende een voorfpoedigen windt toe ketende komen, welcke ons uyt die Middel- ingoet üjnfche nette ende die ontftelde Zee verlofte , endenae het Eyland Marweta we'er ver- ende dat van Pamo^C/^ovoerdde, welcke aen de Zuyd-zijde van het Ge- anderr - berghte van Vera^ua leggen , ende van daer hoopten wy , ten langhften in twee daegen, voor Pannama te lullen arriveren , ende het Ancker aldaer in de brrt te werpen. J Doch wy verlooren defe onfe hoope wel haeft, door dien defe windt niet lange duerde, gaendedefelve aenftonts leggen, ende in den tijd vanvijfthien daegen , verlooren wy , des nagh ts , door de ftromen , meer, dan wy , des daegs, konden winnen. 7 " Hetisfeeckerdat,fooGodr,daerterPlaetfe, geen medelijden met ons had- Dooi- de gehadt , wy , buyten allen twijffel , fouden vergaen hebben , willende dus te- groot ge- pnsgefeydc ftromen op-zeylen, want hoewel wy geen gebreckaenleef-to°ht breek van- hadden, wierden wy evenwel door gebreck van dranck foodaenighgeplaeght, dranck datwy, mgeheele vier daegen, niet een druppel waeter ofte wijn droncken drincken oockgeene andere voghtigheydt, die bequaem was om onfen dorft te lellen ! fyhaerey- hier door wierdeick, foo wel als veele andere, genootfaeckt om mijn eygen g enwa " waeter te drincken, ende den mondt, methetknaeuwen van loode Musket- telv kogels te ververfchen, doch hier mede en fouden wy niet lange onfe naetuere hebben konnen voldoen, indien niet GoDTdeHEERE, door fijne voor- fienigheyt, ons bydaegh een doorgaende windt hadde gefonden, welcke ons uyt die ftromen trock. Het eerfte datwy doen hadden voor-genomen te doen was omnaehetva- Sywillen fte Landt den vaert te gaenfetten, ofte wel op eenïgh Eyland, vandiegeene om water- die in meenighte daer omtrent waeren, tegaen landen, en dat alleen om wa- telande, tertefoecken, door dien wy door dorft verquynden, ende defelve nierlanger konden verdraegen. & MacrdeSehippervanhetFregatwilde fulcks niet toe-laeten, ons verfeec- Hetwelcfc kerende dat hy ons, noch op die dagh,te Panmma foude aen landt leveren , doch de Schip, doordien wyfonder dranck nietlanger konden leven, zijnde het ons nietmo- perwey- gelnck die te miflen , ten zy w y van voornemen waeren dood te Pannama ont- gerende fcheept te werden, foo geloofden wy dat wy die belofte te dier fouden kopen, dwingen doordien ons leven daeraen hingh , ende wy , in die ftaet, geen dagh meerfub- f Y nei " iïfteren konden, foodaenigh datwy, fiende dat de wind begonde te verflap- was het mo- gelijck , eenige Fonteyne ofte Beecke te ondecken > doch geduerighlijck te ver- geefs, verdwaelde ick in feecker Bofch > zijnde mijne fchoenèn geheel aen ltucken geraeckt door die Rotfen , Struellen ende ongemackelijcke plaetfen die ick haddie moeten paffeeren 3 ende onderwijlen hadde figh mijn Gefelfchap we- der t' Scheep begeven , om nae een ander Eylandt te zeylen, laetende my al- leen aen landt in het Bofch. Uy t het Bofch gekomen zijnde , ende befpeurende dat het Schip verfeylde, daghte ick » dat ick lijve-loos was , gelovende datfy waeter hadden gevonden , en daer mede weder nae het Schip waeren gekeert , ende dat fy , my niet gevon- den hebbende, de zeylen fouden hebben op-gehijft om nae Fmnama te zey- len. Siendedanmy felve 'm defe verlegentheydt , riep ickdie van het Schip toe, doch bemerekende dat mijne ftemme te fwack was om tot haer door te dringen, liep ick hier ende daer door de Rotfen heenen , om te fien of ick de Boodt niet konde ontdecken > welcke ick bemerekte niet hy het Schip te zijn, ende ick fagh die eyndelijck dighte by een ander Eylandt, datniet verre was van dat gee- ne , op het welcke ick hadde verdwaelt geweeft. Dit deede my hoopen j dat fy my niet fouden verheten , ende my komen af- haelenmlsfy waeter hadden gevonden, hieropginck ick van de Rotfen weder neder- waerts , my op het Strant begevende y dighte by het felve vondt ick Bo- men die een aengenaeme fchaduwe gaeven, op defelve waeren oock eenige kleyne vrughten , welcke my den mondt feer ververften , doch dit duerde niet lange, want die niet dervende, door dien fy my onbekent waeren , door-fwel- gen, alfooweynigh als het fap van de felve, moghte het weynigh belpen, oock hadde ick foo groot een brand in het licchaem, dat ick noyt daghte het leven daer af te brengen , foo door die brand , als door de naeuten die my alle oogen- blijcken over-vielen. Eyndelijck viel my in > dat ick my behoorde te baeden, ende, tot aen den hals toe, in het waeter loopen , om my foo wat te verkoelen ; Ick ontkleede my hierop , ende hebbende my eenigen tijdt in het waeter onthouden , begaf ick my weder onderde fchaduwe van die Bomen 3 alwaerickinfoofwaereenflaep viel, dat , wanneer de Boot quam, om myteliaelen, ick niet wacker wier- de, IV.BoECK. TtoordefyaenfcheWeJl-Indïên.Vm.Ohv. 413 de,- wat gherught ons Volck oock maeckte met roepen ende fchreeuwenj Hier door begonden fy te vreefen dat ick dood was , tot dat fy te landt zijnde ge- komen, endefïgh, ommytefoecken, de eeneaendeeene, ende de andere aen de andere zijde verfpreyt hebbende , e'en van haer my vondt ende onr- waeckte, fonder het welcke ick ingevaer was van door eenighwildt Beeft ver- flonden te werden , ofte , nae het vertreck van het Fregat , ellendelijck ende al- leen op dat Ey landt te vergaen. Alsickontwaecktwas, bevinghmyeen groote vreughde, fiende my we- der by mijn ge woonlijcke Gefelfchap , oock was het eerlie dat ick vraegde , of fy oock waeter hadden gevonden ? waer op fy my antwoorden, dat ick maer hadde op te ftaen , ende my vroli jek te maecken , door dien fy niet alleen waeter had- den gekregen in een nae-by gelegene Eylandt, op het welcke fy Spaigniaer- den, aldaerwoonende, hadden ontmoet, maer oock Orangi e-appelen ende Citroenen. Ick gingh dan met haer , met alle vlijdt, nae de Boot , ende foo drae ick in de felve was getreden , gafmen my foo veel te drincken als ick wilde. Het waeter was Iaeuw ende drabbigh, door dien fy het niet hadden konnen fcheppen , ofiy hadden tegelijck de grondt van de Bron moeten beroeren, waer door het flijck figh daer onder gemenght hebbende , hadde fulcks veroorfaeckt dat het foo troubel ende drabbigh was. Des niet tegenftaende , dronck ick evenwel een geheele kanne uyt , het welc- ke mijne maege, door haere fwackheydt , niet verdraegen konnende, moefte ick defelve ten eerften weder uyt-braecken ; men gaf my oock een Orangie- appel ende een Citroen te eeten , welcke mijne maege mede uyt wierp , even als fy het waeter hadde gedaen, ende nae het Fregat toe vaerende, verviel ick in eene foo groote fiaeute , dat ick vreefde te derven eer ick aen Boort foude zijn gekomen. Aldaer gekomen zijnde, eyfehteïek noch al meer waeter , maer het felve was foo drae niet in mijne maege , of ick moefte het al weder uyt werpen, hierop leydde men my te bedde, zijnde met een brandende koortfe bevangen , die my geheel die naghtby bleef, waghtende ick niet anders dandedoodt, ende dat de Zee my tot een graf foude ftrecken. De Schipper van het Fregat , fiendedat de windt was omgelopen , vond frgh feer verlegen, vreefende met de windt, diedoewoey, noyt te Pannama te fullen komen. Hier door wilde hy het opeene andere wijfe, die hy te vooren noyt hadde be- foght , waegen , te weten , het tuffchen de twee Eylanden , op de welcke wy het waeter gefoght hadden, door-fetten , wetende dat de windt, die ons over den eenen boegh fchaedelijck was, ons over den anderen foude te baete ko- men. Des avonts liet hy de Zeylen ontbinden ende het Ancker Iighten, in voor- nemen van tuffchen de twee Eylanden door te zeylen , doch de uyt-komfïe be- wees hoe gevaerlijck dit beftaen was, zijnde eer het wejck van een defperaet ende doovdjne mackers weder af- gehaeJu Welcke waeter Orangie- appelen ende Ci- troenen hadden gevon- den. Den Air- theurge- raeckt in groote fiaeute s , en krijghr eenfware koortfe», Sygaen weder zevl, ' Het Schip ftootop een klip. Het ge- faeckt nae groote moeyte daervve- deraf. Den Au- theur be- gint te be- teren. - Het Schip komt te Terico , maer wert door ftorm van daerge- d reven. Sy komen voor de Haeven van Tan- nama. Werden daervan daenver- dreyen. 414 IV. Boeck. Voyagie vanThomas Gage VIII. Cai\ ende wanhopigh menfeh , dan Yan een Perfoon die fijne faecken met rijpen rae- de overleght, lek kan wel feggen dat ick doen als op mij n doodt-bedde lagh , ende dat ick my geheel niet bekommerde aen wat zijde de Schipper het Fregat wilde wen- den , ofte waer de Fortuyn ons foude heenen voeren , mits alleen dat G o D T mijne ziele genaedigh was. Het Fregat was foo drae niet binnen de enghte tuflehen die twee Eylande» gekomen, ofhetwierdedoordekraghtdesftrooms, foo dighte aen landt ge- trocken, dat het op een Rotfe ftiet, foodaenigh dat het roer wierdeopgeligt, ende by nae uyt de handen van den Stierman geruckt, welcke daer op begon- de te roepen ! O Heylighfte Maeget ftaet ons by , want Tonder uwe hulpe ver- gaen wy ! Dit , _ nevens het geru.gh.te van alle die geene welcke in het Schip waren , ver- weckte in my een doodelijckevreefe, evenwel geliefde het Godt my; ne-, vens alle het gei elfchap van dit gevaer te verloffen , ende dat door de moeyte en- de arbeyd , welcke de Matroofen den geheelen naght aen wenden , met de Boot als anderfiuts alles, watmogelijckwas,inhet werek ftellende om het Fregat, van de klip te krijgen, het welcke fy eyndelijck daer af bragten, nae dat het drie-' maelen daer op hadde geftooten. Nae dat wy die moeyelijcken naght gepaffèert hadden, zeylden wy op den morgen verre van alle die gevaerlijcke plaetfen ,loopende van tuflehen die twee Eylandenuyt, ende het landt- waer tfte op zijde hebbende gekregen, vervolg- den wy onfen cours nae Pannama met feer goeden fpoet. Door dien nu mijne maege weder wat verfterekt was, foobegonde ick die morgen weder wat te eeten ende te drincken , oock nam ick mijn vermaeck in hetbefchouwenvandatfchooneEyland, dighte langhs het welcke wy heenen zeylden. Op den avond arriveerden wy in de Haeven van Per ka , ende wy wierpen al- daer het ancker in den grond , waghtende datmen het Schip op den volgenden uchtend foude komen vifiteren , ende begaf figh onfe Schipper alleen te lande, maer in de volgende naght , de windt zijnde om-geloopen, ontftont'er foo groot eenftorm, dat wy ons ancker verloren, ende dighte tot aen La Pacheque toe te rugge gedreven wierden ; wy hadden daer-en-boven groote vreefe dat wy foo verre in den Oceaen fouden geraecken , dat wy niet, dan met groote moeyte, weder te Pannama fouden konnen komen. Maer de groote Godt, aen de welcke de windt ende de Zee gehoorfaem zijn, deede die iiorm in een vöorfpoedige koelte veranderen, metdewelcke wy, voor de tweede reyfe , te Pm'co quaemen , van waer, nae dat wy gevi- fireert waeren , wy met volle zeylen onfen cours nae Pannama voort-fetten. Als wy nu dighte voor de Haeven van de Iaetfte plaetfe waren gekomen, heb- bende geen ancker aen boord , dreef ons de windt wederom te rugge , ende foo de Schipper ons geen ancker hadde toegefonden , fouden wy weder nae la "Pacht* que , ofte mogelijck verder , zijn gedreven geworden. Maer IVÜOECYL.ÏÏoordefyaenfcheW'eft-Indiën. VIII.Cap. 41 s Maer door middel van dat toegefondene Ancker , bleven wy die naght voor Ferico leggen, zijnde geheel verbaeft dat wyfoo veel tegenfpoet hadden, foo- daenigh dat eenigefeyden , dat wy moeften betovert wefen , of wel dat'er een vèrbannene ofte geëxcommuniceerde onder ons moefte zijn, ende dat fy, foo fy hem kenden , hem buyten boord fouden werpen. Terwijlen defe praetjens vaft .onder ons omgingen , liep de windt wederom Komfte te om , endenae dat wy het ancker gelight hadden , vervolgden wy onfe reyfe nae p *»«m;ä4, al waer ons ■■■•: V», /55»ï ••-'• , •-. .-''•>- -. -.':,■ ^ZT&S Groote onkuyS' keydt. Swaere «nonge- fonde lu te Patina - 416 IV. Boeck. Voyagk van Th&mas Gage IX. Cap. De hette is daer foo groot , dat de ge woonlijcke draght der Inwoonders niet anders is , dan een wambais van lij waet , dat aen alle de zijden opgefneden is .1 «evens een broeck van taf ofte diergeli jcke andere lighte ftoffe. Vifch,vrughtenendekruydenvindtmendaeringrooter overvloed dan wel vleefch ,• het friffche waeter uy t de Cocos-nooten werd meert van de Vrouwen tot haeren dranck gebruyckt , oock drincktmen daer veel Chocolate, ende rhen heeft'er de ruymte van Peruviaenfche wijnen. De Spaigniaerden welcke in die Stadt woonen, zijn feer tot verrnaeck ge- negen, ende voor al, tot dat van de Vrouwen, zijnde de Negerinnen, welc- ke daer ten grooten getaele ende rijck en aerdigh zijn, het voornaemfte voor- werp van defe haere ongeregelde onkuysheydr. Men houdt Parmama voor een van de rijckfte Steden van America , drij ven- de de Inwoonders , van de felve haeren handel na de Noord-Zee >foo te landt > als op de Reviere van CAwgre, endelanghs de Zuydt-Zee op Peru > deOoft-In- dién , Mexico ende de Honduras. Te defer Plaetfe werden de grootft e fchatten van Peru gebraght in twee a drie Ebbe ende 8 roote Scheepen , defelveanckereninde HaevenvanPmco, welcke drie mi j- Vloedt, len van de Stadt af-leght, want de Ebbe ende de Vloedt zijn te dier Plaetfe foo groot ende fterck, dat de grootfte Scheepen daer door belet werden , naerder t aen deStadt te komen, want als het ebt, is het waeter meer dan een mijl van de Stadt verfcheyden , laetende het felve veele modderige Plaeten bloodt leggen , ende hier van daen komt de oogefontheyd van die Plaetfe , welcke noch vermeerdert werd door veele moeras-aghtige plaetfen die omtrent de Stadt ge- legen zijn. Men heeft'er omtrent vi jf-duyfent Inwoonders , ende defel ve onderhouden ten minften aght Cloofters ,foo van Religieufe Mannen als Doghters. Ick hadde geen grootervreefe, dan voorde hette, ende daerom deede ick oock alles wat ick konde, om drae van daer te geraecken. Ick hadde de keure om te lande ofte te waeter met Gefelfchap nae Porto-Bello te gaen» Maer bedenckende de moeyte diemen hadde , wanneer men te lande giugh , in het pafiTeeren van het Geberghte, foo ftelde ick vaftlanghsdeReviereva» Cbiagre tegzen, foodaenigh dat ick omtrent midder-naght vertrock, om nae Venta de Crimes te veyfen, zijnde dat omtrent thien a twaelf mijlen van Panna- ma gelegen. Den wegh welcke men moet nemen om daer te komen, is, voor het mee- fte gedeelte vlack ende effen, ende des avonts ende des morgens feer aenge- naem. ° Komftete , ^ quaemen omtrent ten thien ueren des morgens te Venta te Crtqer, at- Vema de °* er woonen met dan Mulatten ende Negers, welcke de plat-gebodemde Sche- cruys. P en beftieren , waer mede men de Coopmanfchappen ende Waeren van Pan- nama nae Parto-Beüo brenght. Goet ont- Ick wierde van alle die JJeden feer wel ontfängen , ïy baeden my , dat ick , op 4e Vertreck van Van- lama. IV.Boeck. "Door de Spaenfche Wejï '-Indien. X.C ap. 4 i 7 deaenftaende Sondagh, voor haerpredicken wilde, ickdeededan fulcksten haelal- haere verfoecke, ende fy gaeven ray twintigh Rijxdaelders, foo voor mijn daer- Sermoen als voor het doen van de Proceffie. HET X. CAPITTEL. Vertreck van Venta de Cruzes. Tegenfpoedt op de Reyfe. Komfte aen Zee. Groote (lojfigheydt der Spaigniaerden. *Den iyiuthear weygert feeckere gelegentheydt om in Ame- ri ca te blijven. $y hopen in Zee , enfien l'Efcudo de Vera- gua. /Cö^e^Porto-Belio. ^T Ae dat ick daer vijf daegenhadde leggen waghten, vertrocken eyn- Vertreck J delijck de Schuyten , aiaer wy hadden veele moeyte om de Reviere \inremt ™ af te drijven, door dien wy het waeter op eenige plaetfen feer laegh & Cmps, vonden, foodaenigh dat de Scheepen dickmaelen in de modder bleven fitten, ende de Negers moeften met bomen ende andersfints alles in het werck ftellen wat fy konden , om defelve weder vlot te krijgen. Somwijlen vonden wy oock ftercke ftroomen , die ons als een pijl uyt een Tegen- boogh onder de bomen ende haere tacken dreven , ftaende die met meenighte fpoetop aen de kant van de Reviere , hier door wierden wy dan kort op-gehouden , en- de Reyfe* de wy moeften, om weder aen de vaert te geraecken, veel tijdts verflijten 9 met het af-hacken van de tacken der groote bomen die over het waeter hin- gen. Oock foudeonfeReyfe veel langer ende verdrietiger hebben gevallen, foo Go D T ons geen fwaere plas- regens hadde toe-gefonden , welcke, door hetaf- vlietenvanhetGeberghte, de Reviere, die van felve weynigh waeter heeft, deeden op-fwellen. Twaelf daegen nae ons vertreck van Venta de Cru^cr , quaemen wy aen de Komfte Zee, wy gingen aen het Cafteel te lande, om ons daer een halven daghtever- aen de verfchen. Zee. Het is baerblijckelijck dat de Spaigniaerden voor feecker houden , dat de Groote ftercke flroomen ende het laege waeter van de Reviere Yan Cbiagre bequaem flofEghejt zijn , om te beletten , dat eenige vremde Natie , langhs de felve Venta de Crü^er der Spai» fal komen attaqueren, endebygevolghte Vannama geraecken, want fonder gniaer- dat fouden fy beeter forge draegen , dan fy nu wel doen , om dat Caftcel te on- " cn » derhouden ende te fortificeeren , want doen ick daer paffeerde, diende het feer noodigh gerepareert te werden , ftaende op het point om in duygen te vallen. Ggg* De Sterckte van Tortc- Bello. ISK^MR V^- , ,«c -JMLai ' au.- lifllM, !«:^V-Vg: I V. B OE c k . Voyagie van Thomas Gage X. C a ?. De Gouverneur van het Cafteel was een groot debauchant, oockdeedehy ons, terwijlenwy daer waeren, feerfterck drincken, ende door dien hy een Cappellaen , voor hem ende fijne Soldaeten , van nooden hadde , verfoght hy my, om daer te blij ven, doch ick hadde affaires die vry van meer ghewighte waeren , ende die my op een andere plaetfe riepen , ende daerom nam ick mijn af-fcheydt van hem , ende op ons vertreck vereerde hy ons eenige ververfFm- gen van vleefch 3 vifch ende Confituren, gevende ons daer nae oorlof om te gaen. Wy liepen hier op in volle Zee, endeontdeckten eerft het geene men /'£- fcudodeVeragua noemt, endeonfe Reyfe al roeyende niet verre van de Wal voort- fettende, continueerden wy onfen Cours nae ?orto-Bel!o totSaturdagh des avonts toe> als wanneer wy ons anckerby een kleyn Eylandt wierpen, in voor-nemen van des volgenden daeghs te ?orto-Bello binnen te loopen. De Negers bleven dien geheelen naghtwacker, uytvreefe van de Hollan- ders, welcke, foofyfeyden, figh, ter dier plaetfe, dickmaelen inembufcadc hielden, om de Scheepen , welcke van de Reviere van Chiagre komen , te ver- raffchen , maer wy bragten die naghcin rufte over , ende quaemen , des uchtens » geluckelijck binnen Forto-Bello. HET XI. CAPITTEL. S'terckte van Porto-Bello. "Den Autheur voorfietjigh van een Logement. T>uere Huys-huer. Voorbeeldt daer van. Groot e mildaedigheydt. Groot e meenighte van filver. *D e Gallioenen komen. *Diegroote dierte in de eet-waeren bren- gen. CMaeniere van handelen te Porto-Bello. Rijckfte merekt des werelts. Efe Haeven is feer wel gefterekt > door twee Cafteelen die aen den mondt van defelve leggen, op dewelcke altoos goede waghtwerdt ge- houden, foo wel als op een derde, dat meer innewaerts leght, ende het Fort St. Michael genaemt is. Als ick daer was aengekomen bedroefde ick my feer , verftaende dat de Gat- Koenen noch niet uyt Spaignien waeren gearriveert, door dien ick wel wifte dat ick aldaer niet lange konde verblijven fonder groot geit te verteeren. Doch ick troofte my , door dien ick wifte , dat het de tijdt was dat fy moeiten komen , ende dat fy niet lange konden aghter blij ven. Het eerfte dat ick deede was een Logement op te foecken , fulcks konde men doen foo goede koop bekomen , dat'er felfs perfoonen waeren ,. welcke aenbo- den ïV.Boeck. Tïoor de tyaenfcheWeft-Indiën. XI.Cap. 419 den my voor niet te huys- verten, mitsdatick, als de Gallioenen fouden zijn aengekomen, het huys weder ruymen foude, ofte foo veel geks als de andere geven. Maer daer was een Edelman , welcke Threforier des Koninghs was , die rny een kamer beloofde te hertellen, opdewelckeick, vooreen civilen prijs fou- de konnen verblijven, felfs als de Scheepen fouden wefen aengekomen, ende dehuvs-veftingeophetdierftezijn, foodaenigh dat wy te faemen uyt-gingen om'ereenoptefoecken, als wanneer wy, door tuiïèhen-komfte van fijne au- thoriteyt , met den eygenaer accordeerden over feeckere kamer , ende bedon- gen dat hy die , op de aenkomfte der Scheepen , voor my alleen foude moeten behouden. Op Mt kamer konde niet fraen dan een bedde, een taeffel , en een ftoel, blij- vende dan alleen maer fpatie over voor het openen ende fluytenvan de deure, ende evenwel eyfte men my hondert ende twintigh Rijxdaelders voor de felve , ende dat maer voor den tijd dat de Gallioenen in de Haeven fouden verblijven , die gemeenlijck vijfthien daegen duert. DoordiendeStadtkleynis, ende men ten minften vier a vijf duyfent Sol- daeten op de Gallioenen tot haere defenfïe in-fcheept , door dien'er oock veele CoopliedenuytSpaignien, Feru, ende andere quartieren , de eene om te koo- pen , ende de andere om haere waeren te verkoopen , komen , foo veroorfaeckr fulcks, datdekaemers, hoe kleyndie oock mogen wefen, feerveele gelden, want het gebeurt dickmaelen dat'er niet genoegh in de Stadt zijn, om alle de menfchen onder het dack te helpen. Ick kende feecker Coopman die duyfent Rijxdaelders gaf, voor een winckel van eene , maer taemeli;cke, grootte, ende dat alleen voor den tijd van vijfthien daegen dat de Gallioenen in de Haeven bleven. Ick aghte dat het voor my te veel was , dat ick hondert ende twintigh Rijx- daelders foudegeven, ende dat voor foo kleynen kamer, welcke niet dan een Ratten-neft was , ende door dien my dat niet aenftont , feyde ick tegens des Ko- ninghs Threforier, dat het niet lange was geleden, dat ick op de Zee was be- rooft geworden, ende dat ick foo veele onkoften boven mijne noodde vertee- ringe , welcke 3 ten minften , oock foo veel foude belopen, niet konde 3oen. Maer daeromme wilde men het my niet te minder geven, foodaenigh dat die goede Threforier , medelijden met my hebbende , aen den Hofpes prefen- teerde feftigh Rijxdaelders voor my te geven , mits dat ick de andere helft fou- de konnen betaelen y ende hier toe moeite ick refol veeren , ofte wel om buyten op de ftraete te flaepen. Ick wilde my evenwel in dat neft niet begeven dat my foo duer quam te ftaen, voor dat de Vloote was aengekomen , ende ick ginck op een ander , in een feer fchoon vertreck , datmen my voor niet geprefenteert hadde , logeren. Terwijlenicknaedekomftevande Vloote waghtede, ontfingh ick eenigh gek , foo van Offerhanden als Miffen , ende voor twee Sermoenen ■, die ick dee- de , gaf men my voor yder vijfthien Rijxdaelders. Ggg £ hk. Den Au-» theur voorfict fighvan een Loge- ment. Duera huys-buer, Voor- beek dasir van. Groote mildae- digheydt, rJAs±JL&V9JLEM.Ja±-L -mrv*S Groote meenigte van (xlver DeGal- lioenen komen. Die groo- te dierte indeeet- waeren brengen. Maeniere van han- delen te Torto- Bello. Rijckfte merckt dcswe- relts. 410 IV.Boeck. Voyagie vanThomas Gage XI.Cap, lek ginck oock de Cafteelen benen , die ick feer goet ende wel verfeeckert te zijn bevondt. Doch daer ick my het meefte over verwonderde was het groote getal va» Muyl-efels, die daegelijcks van Pannama, met bhaeren fïlvcr gelaeden quae- men, foodaenigh dat ick'er op eenendagh meer dan twee-hondert telde , die met niet anders bevraght waeren , menontlaedde defelveopdevolle marekt, op dewelcke hoopen van bhaeren fii ver, even of het maer fteenen hadden ge- weeft , laegen ; oock liet men die daer fonder voor dieverye re vreefen. Naethiendaegen daer ter plaetfe geweeft te hebben , arriveerde de Vloot, defelve beftondt in thien Gallioenen ende fes Coopvaerdy-Scheepen, ende hier door fagh ick my verplight, my nae mijn Ratten-neft te begeven. Het was een wonderlijcke faecke te fien , het groot getal van menfehendie doen op de ftraeten waeren, daermen, weynige daegen tevoren, bynaenie- mandt fagh. De prijs van alk dingen begonde mede te rijfen, foodaenigh darmen voor een Hoen t waelf Reaelen verkoght , dat my te voren maer een gekoft hadde op hec platte landt, hetpondtOffen-vleefchgoldt twee Reaelen, daer ick op andere plaetfenderthien ponden voor een halve Reael hadde gehadt, ende alle de an- dere fpijfen wierden nae proportie foodier, datick, niet wetende wat ick fou- deaenvangen, my met vifch ende Schildt-padden moefte behelpen, en hoe- wel de fel vemy medealvry wat gelts koften, konde ick evenwel niets beter koop hebben. Het was mede befiens-waerdigh, hoe de Cooplieden haere waeren verkog- ten , niet in het kley n , ende by de elle , maer in het gros , met geheele ftucken ende fwaer gewighte, de betaehnge gefchiede oock, niet met gemunt geit maer met bhaeren iilver , welcke men woegh ende voor de waerdye der Koop- manfehappen aennam. Doch dit duerde maer vijfthien daegen , welcke geduerende de Gallioenen met Schuytjens ende bhaeren van fil ver gelaeden wierden, foodaenigh dat ick vryehjck feggen kan ende ftaende houden , dat'er geen ri jeker merektin de we- reldt is , dan die geene * welcke op die tij dt , te Vorto-bdlo werd gehouden , tuf- fchen de Cooplieden die uytSpaignien, ?anmma 3 ?eru ende de omleggende Plaetfenaidaer komen, °* HET IV.Boeck. TtoordetyaenJcheJVeJt-Indzen. XII.Cai HET XII. CAPITTEL. Neerftigheydt van Ybarra. Groote ongefontheydt van Porto- Bello. Voor beeldt daer van ten tijde des Autheurs. Schoon Gafi-huys te Porto- Bello. Swaere vraght den Autheur ai- ghevordert op een Gallioen. T>ie dejèlve feer goede koop krijght. Vertreck der Vloote, die Scheepen fiet. T>e Hol/an- ders nemen twee Scheepen van de Vloot. Goede geleaeniheyt van het Ey landt de Providentie om de Spaigniaerden te be- fchaedigen. T>e Hollanders komen weder. Gevaer van het Schip des Autheurs. DOn Carlos d'Ybarra, welcke dat Jaer Admirael van de Vloote was, braghr alle neerftigheyd ende mogelijcke vlijd by , om met de felve we' deraenftontstekonnenvertrecken; Dit maeckte dat de Cooplieden haeroockfeerhaefledeninhaerenhandel, foo met kopen als verkopen, ende methetin-fchepenvandefchuytjensendebhaerenfïlver l,.? efe r e J r c g t Cyd v ^ rhe J u J g hd f m Y te " hooghften , om dat ïck bemerekte dat hoe eer ft de Scheepen laedden, hoe trager ick ooek mijne beurfe ontlaeden fou- öe , ende dat ick daer door in het korte uy t die ongefonde Plaetfe foude konnen vertrecken, alwaer de brandende Sonne niet alleen heete koortfen, die de Kienfchendickmaelenweghfleepen, veroorfaeckt , maermen komt'er oock veeltijds te fterven, alleen als men s wanneer het regent , de voeten niet drooeh weet te houden. B Maervooralkanmenfeggen, wanneer de Vloote daer haer verblijf heeft datdefeplaetfeeenaltoosopengrafis, bereyd ftaende om een groot gedeelte vanhetVolck, dat daer dan in foo grooten toe-vloed nae toe komt facken, in tefwelgen, even als het oock gebeurde doe ick daer was, alswanneer'erindie korte tijdt meer dan vijf-hondert foo Cooplieden, Soldaeren als Matroofen ftierven, en dat ten deele van de heete koortfen, ende mede van den Buyck- loop , welcke verweckt wierde door het te veel eeten van de vrughten ende het onmaengh dnncken van het waeter , foo wel als door andere ongeregekhe- den, foodaemgh datmen konde feggen, dat dele Plaetfe voor haer niet was ?mo- iiello , dat is een fchoone Haeven y maer Vorto-Ma/o , dat is een quaede Doordiennuditgemeenlijckallejaerengebeurt, fooheeftmen, ten behoe- ve van die geene die quaelijck geflelt uyt de Zee op-komen, of die daer ter plaetfe fieck worden een Gaft-huys , dat feet rijck is , in de Stad getimmert, in hetfelvefijnveeleReligieufen delaChama, welcke forge dragen foovoorhet ioulaes der fiecken , als voor het begraeven der dooden, Dce Neerftig- heyd van Ybarra. Groote ongefont- heyd van Porta- Voor- beeltdaer van ten tijde des Autheurs Schoon Galt-huys te Vorto- Belli, Vertveck der Vloo- tedie Scheepen fiet. Be Hol- la nde is nemen i^dfcJ *>^-- A. Jg>_ - ^ J vg-AJiak ^ s i ' ' i - gv vg : 411 IV. Boeck. Voyagie vanThomas Gage XII. Cap. Den Admirael welcke bedughte dat die faecken meer moghten toe-nemen y deede alle mogelij cke neerftigheyd , om met de Vloote weder in Zee te geraeo ken, ende hy en fkiordde figh niet aen het geene men feyde , te weten, dat'ec drie a vier Engelfche ofte Hollandtfche Scheepen in Zee waeren , die , nae allen fchijn, niet anders fouden doen, dan het eene ofte het andere Schip, dat een wevnïgh van de Vloote moghte af-raecken , traghten te nemen. Defe tijdinge joegh mijn den fchrick in het lijf, ende ick meendedathet, voor mijne fecuriteyt ende veyligheyd , beft foude zijn , foo ick traghte op een van de befte Gallioenen over te vaeren , maer als ick hier op wegens mijne vragc wilde handelen , foobevondtick, datmen my niet minder dan drie-honderc Rijxdaelders voor de felve af- vorderde , ende die fomme foude ick niet hebben konnen op-brengen , fonder my grootelijcks te incommoderen. Hier door dan nam ick voor, my aen eenigh Schipper van een Coopvaerder te addrefferen , hoewel ick wel wille dat ick by een foodaenige niet foo feecker foude zijn als in een Gallioen dat wel van Soldaeten ende metael Gefchut voor- fien was , maer ick troofte my altoos in G o n T , welcke een feeckere toevlugt is voor die geene die Hem vreefen , ende die, in die vsrlegentheyd , my eenfeer veylige over-vaert voor geen geit deede vinden. Want hebbende op feeckeren dagh mijn Vriendt den Threforier ontmoet, haddedefelve weder medelijden met my, my als een Vremdelingh, die korts gefpolieertwas, confidererende 3 hy recommandeerde my aen den Schipper van een Coopvaerder, deSt. Sebaftiaen genaemt , welcke hy wifte dat van finne was een Cappdaen in fijn Schip te hebben, endeaendenfelven fijne taeffel te geven. Ick hadderny foo drae niet by hem, uyt den naem van den Threforier , die foo wel fijnen als mijnen Vriendt was , aengegeven , of hy beloofde my binnen fijn boordt te ontfangen, ende aen fijne taeffeltefpijfen, begeerende hy daer voor niets, dan dat ick Godt voor hem ende de fijne bidden fouden, be- loovende my daer-en-boventebetaelen voor alle de Sermoenen die ick foude doen. Ick loofde ende danckte Godt voor de genaede die Hy my deede , erken- neindefefaecke, fooalsicktevooreninveele andere gedaen hadde, de hul- pe van Sijne voorfienigheyd , welcke my middel verfchafte om in Engelandt te geraecken. • Soo drae als de Scheepen gelaeden waeren 5 vertrocken wy om na Canhagena te zeylen » ende daeghs nae dat wy t' zeyl gegaen waeren , ontdeckten wy vier Scheepen , dit joegh de vreefe in de Coopvaerders , ende maeckte dat fy digh- teomtrent de Gallioenen hielden , als hebbendemeer vertrouwen in de maght van die Vaer-tuygen als in haere eygene. Het Schip waer in ick my be vondt , was light ende wel bezeylt , hier door was het altoos dighte by den Admirael ofte een van de andere Gallioenen 3 maer alle de andere die foo radtnkt ter zeyl waeren, quacmen foo verre agh- ter 3 IV.Boeck. T>oor de tyatnfcheWeJl-Indïén. XII.Cap. 4 zj ter , dat'er twee door de Hollanders genomen wierden , ende door haer by nagt tweeSche wegh gevoert, eer wy te Cartbagena komen konden. 7 * vin de De Spaigniaeiden hadden geen meerder vreefe dan; omtrent het Eylandt de Vloot. Providentie, het we kke fy St. Catharma noemen, vreefende dat uyt de Haeven Goede ge, van hetfelvecemgekloeckeEngelfche Scheepen fouden komen loopenendede legemhSvt Vloote attaqueren. r vanhet Sy vervloecktendeEngelfchediehetfelve bewoonden, ende feyden dat dat Eylandt dë Eylandtnuniet anders was dan een toe-vlught van Rovers ende Zee-fchuy- P">viden-- mers, endedat, foo den Köningh van Spaigniendaer niet Kaeft ordre inftel- tieomde de , fy veel quaets aen de Spaigniaerden fouden doen^ jdoor dien het dighte by S ?*T~ demondtvanE/DoV^roleght, waer door de Fregatten van Grenadaexoot ; ae i' d u ente gevaer loopen,en zijnde het noch daer-en-boven gelegen tufichen Porto-Bel en- ^ fchae " deCarthagena foo houdt het de Gallioenen in fchrick die delnkomften ende dlgen * bcnatten des Koninghs overvoeren. v1n?Ä7 ij r f ' dani akoo r so P de r Engeirche ende het Eylandt de Providentie De Ho I- vloeckende, fetten wy onfe Reyfe voort nae Cmbagéna, daer omtrentont- laders moeten wy weder de vier Scheepen die ons te vooren vervolgt ende twee van komen °éoSe^^ £ Ditfoudenfyoockhebbenkonnen doen, foo fy hadden willen waegen het Gevaer Schip, waerinick was, te attaqueren , het welcke boven de Caep, dievoor £„££ de Haeven leght feylende, om dus binnen te loopen , tegens het Landt wier- Schipdes lif^ e T^ Wyf0U ^ aU ^^\ buy - C l n a " en twi J ffeI > Schip-breuck hebben 2 geleden, foo >de grondt foo wel fteemgh als fandigh hadde geweefh doch wy wierden uyt dit gevaer geredt door de moeyte welcke de Bootsgefellen namen , om ons van de grondt te helpen, ende wy ontfnapten defe Scheepen , welcke ons, Tooverrealsf^onden vervolghden,dervendedochevenwelniet onder het bereyck van het Gefchut der Citadelle , komen. . HetbeliefdedanGoDTmyopdefeReyfevoorde tweede reyfe, uyt het gevaer, van van de Hollanders genomen te werden , te redden, ende feecker , by aldien ick dat ongeluck hadde gehadr , ick foude als een Bedelaer hebben moe- ten te huys komen, ende door dien dat tegens mi;n gemoet (treedt, ende ick dat niet wel van het klwe konde verwerven, foo foude ick in groote tentatie heb- pen geraeckt van weder nae GuatimaU te keeren. HU HET iaraaaaarag' l'ilÄU VS JL * 4x4 IV. Boeck. Voyagie vanThomas Gage XIILCap.' HET XIII. CAPITTEL. Komfte te C&rthagma. by e enige Engeljche, Waervan hy y er vier in fijn S'chip krijght. Óngeluck van Eduatd Lay B eldt. Valfihgemght door die van C2Ltd\2Lgett3Lt^tgefircyt. Refo- &^^«DonCarlosd , Ybärra. Vertreckvan Carthage- na ende komfie aen de Havana. *De twaelf Apoftolen. Ca- piteyn Ros door de S'paenfche geaffronteert zijnde > roep haer in 'Duel. 'tJVekk den Auiheur belet. By (onder e ey- %enfchap van het varckem-vleefch inde Havana ende op het jfylanat Cuha,Schildt-padden geven goede Jpjfe. Hoe die bereydwertWat leeft-teght mengemeenlijck op deGaïïioenert in de Havana inneemt, Het welcke hy, volgens dit fijn feggen, oock volbraghte. Aght daegen nae dat wy van Carthagena vertrocken waeren, quaemen wy v ertrec fc aendeHavana, hier verbleven wy oock aght daegen, waghtendeopdeVloo- van car- te, welcke Jaerlijcks, op de fel ve tijd, fooalswyinhet eerfte boeck gefeght thagena hebben, daer is gewoon te komen, werdende deReyfe, foo van de Gallioe- endekom- nen van Porto-Héo , als van de Vloote van Vera-Cru%, daer nae gefchickt ende fteaende geright, ^ Havana, IckMdde, die tijd geduerende, geïegentheyd, om die ftercke endever- De nva |lf rnaerde Citadelle te fien , opdewelcketwaelf uytnemendegrooteftuckenGe- Apofto- fchuts leggen , die men gemeenlijck te t waelf Apoflolen noen^t., . welcke 'doch i eiu evenwel weynigh lect fouden konnen doen , aen een -Leeger dat van de Landt- zijde ofte van de kant van de Reviêre de Matancas quam. Ick gingh oock de Moeder van de Mulat Daguiilo, die my in Zee geplpndert Capkeya hadde , befoecken , ende ick déede alles wat ick konde , om die kloeckmoedi- Roïdoov ge Engelfche gevangenen te vertrooften , doch voor al den Capïteyn Rgr , welc- de S'paeri- ke figh aen my quam beklaegen, wegens de Affronten , welcke de Spaigniaer- fthe geaf- den hem, op het Schip met het welekehy gekomen was, hadden aengedaen , fronteert welekehy, hoewel een gevangen Man zijnde, niet hebbende konnen verdrae- ztynde, gen, hadde hy diegeene, welcke hem beledighden , in Duel geroepen, ende yoepthaer hy daeghde haer uyt , om met hem man tegens man te veghten , waer ter plaet- m Duel * fefy oock in de Havana wilden.: Defe daedt van die gevangen Engelfchman , was lèeckerlijck een teecken van een kloeckmoedigh ende genereus herte, hebbende hy de ftoutigheyd van eea uyt-daegingeaeneenSpaigniaert, in fijn eygen Landt, te doen, ende alfoo den haen op fi j n m eft- vaek aen te taften. Doch door dien ick dit door Eduard Laifieïdt hadde verftaen ,. wilde ick defe Hhh % faeck« fssÊ?mm^m ^fias^^s^. : JBL L^ J VS-^Jg. ^ S L ' ' 1 - gV Vg: 't wekk den Au- theui- be- let. Byfonde- re eygen- " fchapvan het Ver c- kens- vleefchin de Havana ende op het Ey land maer landr^^ móeticknochyets van eenEy- landt Cuba, dat ick hier vorens geographifcher wiife hrhLnkïk Y [eggen,- De eene zijde dan van dit Eylandtf weffee ffiS e ^ rev en, lenende Citroenbomen voorfie^,^ %htevanwildeVerckens^tie?eflS haere kleedinge ende om Imiyiéaeló^n^^i^Ê^^ 1 ^^^ faeckt waerenmetanderetehandelen™ Sa ^t*i^' £%%%*** dijs fouden woonen , maer defe nbot^clêllSBSj^^^ 1 ^ kens, omhetvleefch; De huyden verkopen fyaen de Han£lo£e t t l T daerjaerKjckfchopdieKuta^ defelvemetC^naeT ö m^toe, teAS^rt^P f * loot, fchiet-geweer & e. vlreuylen, ÄÄttft geene fy in een geheel jaer hebben gewonnen , ende het vleefrh 2 £ ?S l leverenfvaen de Planters voor Ta&ck, defelv™^^^^^ de Ttfjfa/ör , daer voor defen van gefproocken is en yiïnA* aLS. ? ere y az * ls ' fanhet poe» langh goet Uij™g, We Tabäcic ISSÄ men inde Havana in neemt. Hhh 3 HET IV. Boeck. Voyagie vanThomas Góge XIV. Cap, » HET XIV. CAPITTEL. Vwtreck uyt de Havana. e Engelfche f alv er en haer met haer e Trijfe . Kloeckmoedige daeden van een Holland- fche Vice-Admirael. WY fmeeten het dan onder zeyl op een Sondagh des morgens, ten getaelevan feven-ende-twintigh Scheepen, daer onder begrepen die uyt de Honduras ende uyt de Eylanden by ons waren gekomen , wy liepen een voor een uyt de Havana > om in volle Zee te geraecken, in de welcke wy het dien geheelen dagh heen en ende weder hielden , waghtende op een voorfpoedige wint, oock op het Schip , dat ons, door de Enghte van Baha- ma y den wegh moefte wij fen, het welcke noch niet uyt de Havana wasgeko- der een andere Vloote dat haer doet met groote vreefe fig flag-vaer- digh mac- Maer als de rïaght gekomen was , wenfchten wy van herten weder in de Ha- vanatezijn, gelovende dat wy door een maghtige Hollandtfche Vloote onv ringeltwaeren, door dien wybemerckten dat fïgh veele Scheepen onder onfe Vloote vermenghdenj het welcke ons dan deede alles tot een geveght, tegens den volgenden dagh, bereyden. Men riep den Krijghs-Raedt , men hïeldt den geheelen naght alle het Volck opdewaght, menbereyddehet Gefchut, men fchoot de Schants-kieederen op alle de Scheepen , ende men fondt de noodige ordres op alle de Gallioenefi ende de Coopvaerdy-Scheepen , door de welcke fy konden weten wat rangh fy hadden te houden. Het Schip waer op ick was , moefte figh dighte by den Admirael begeven # ende daer door waeren wy verfeeckert van een goedt hefchermêr. Ons Volck was oock feerkloeclfinoedigh ende braefgerefol veert om wel te veghten , ende door dien alle defe krijghs-bereydfelen my niet feer aenftonden 3 foo wees-men my een plaetfe aen , in de welcke ick my , in alle veyligheyd, kon- de verborgen houden , tuflchen de biflchuyt-vaeten. Geduerende die naght hadde ick oock geen gebreck vanwerck, want ick moefte de bieghte hooien van alle die in het Schip waeren, foodaenigh dat ick des morgens wel rufte van noolen hadde , nae dat ick , geheel die naght , in die moeyelijcke befigheyd hadde doorgebraght. Doch ^raä^Sk'.^ I V.Boeck. 'Door de ^aenfcheWeJf-Jndiën.XXV .Ca p. 4 i 9 Doch met het aenbreecken van den dagh wierden wy uyt de twijffelinge , in de welcke wy waeren, getrocken, ende wy fäegen dat onfe vreefe ongegrond was, doordien het geen Hollandfche Scheepen, maer onfe Vrienden wae- ren , die al foo veel vreefe als wy gehadt hadden , hebbende fy figh mede tot het geveght bereydt. Want foo drae wy haere vlaggen genen hadden , bemerckten wy dat het de Vloote was die wy van Vera-Cru^ verwaghten , ende die met ons nae Spaisnien moeite zeylen. . Haere Vloote beftondt uyt twee-ende-twintigh zeylen , welcke alle niet minder daghten dan ons buyten de Havana te vinden , maer geloofden dat wy haer daer noch binnen opanckerlaegen en waghten , foodaenigh , datfy , gedue- rende de naght , meer vreefe voor ons , dan wy voor haer , gehad hadden. Maer als de dagh alle die woleken verdreven hadde, ende wy daer door de reghte befchaepentheyd van de faeeke faegen , nam men alle die teeckenen van Oorloge wegh , ende in plaetfe van defelve hoorde men het geluydt der Trom- petten, ende men fagh niet dan Chaloupen, die, om malkanderen te begroe- ten , van-Jieteene boordt nae het andere, roeyden, ende het Volck dat gefont- heden dronck , ende malkanderen geluck op de reyfe wenfehte , waer mede ge- heel die uchtent door-liep. 6 Doch in het midden van die vreughde , beftaende onfe Vloote doe uyt twee- ende-vijitigh zeylen , fonder dat wy het getal van die van Vera-Crttf, oftefy van de ons willen, bevonden wydat'ertwee Scheepen onder ons waeren, welc- ke wy niet kenden , de Engelfche Gevangenen feyden my alleenlijck, dat het eeneeenEngelfch Schip was , de Neptunus genaemt, dat dan de windt op ons gewonnen hebbende, het op een van de Scheepen van onfe Vloote aenfet- i te , het welcke van Duynkercken van daen was , ende zijnde te Cadix ende te Si. Lucarin s'Conings drenftgebruycktgeweefr, was het in de Indien metfuye- ker ende andere koftelïjcke waeren bevraght geworden , ter waerdije van tagh- tigh duyfent Rijxdaelders , aen het welcke nu defen Neptunus de laege gegeven hebbende , antwoordde het niet dan met twee fchooten , waer op het iïgh %h gedwongen over te geven , konnende het van de Vloote niet geholpen werden , eoor dien het daer van een weynigh verwijdert was. Dit geveght duerde geen halfuer , ende daer nae faegen wy dit Schip wegh voeren , vlack voor onfe gelieele Vloote heenen , het welcke aHe de vreughde^ teeckenen van de Spaigniaerden in lafteringen ende vervloeckingen deede ver- anderen.. Sommigefcholden op den Schipper van het genomene Schip, ende feyden dat hy een Verraeder was , ende dat hy figh vry wiliigh hadde laeten neemen , door dien hy tot de Reyfe was gepreft geweeft. Andere vervloeckten oock die geene die haer genomen hadden ,ende noem- den defelve dronckaerts , fchelmen , dieven ende Zee-roovers. Daer waerea'er die haere deegens vatten, even als of fy de Engelfche had- den Maer be- vinden dal het de Vloote van Vtra- Cth\ is, len En- gel fch Schip neemt eert Spaenfch j uyt een Vloote van twee- ende- twintigfc zeylen,. Spaenfche 430 IV.Boeck. Voyagie vanThomas Gage XIV.*Cap* den willen in ftucken kappen, andere fielden haer met haer musketten in po ftueroffy op haer hadden willen fchieten , ende eyndelijck andere, welcke , als raefende menfchen , met de voeten ftampten , ende over den Overloop liepen , als hadden fy , om die te aghterhaelen , buyten boordt willen fpringen , knerf- fendeop haere tanden tegens de arme Engelfche Gevangenen , even als offy die hadden willen vermoorden, endatomdefaeckedie haere Lahdts-lieden daer foo even gedaen hadden , ende ick moet bekennen dat ick groote moèyte hadde om alle defe windt-buylen te beletten, dat fy geen quaet aen Lay fieldt fouden doen j die meer dan yemandt anders over haere fotternijen laghte , ende op de fcheld- woorden die fy hem gaeven , weder antwoordde. Men gaf aenftonts ordre aen den Vice- Admirael , ende aen twee andere Gal- lioenen , om haer te vervolgen , maer dat was te vergeefs , door dien het in de windt was , foodaenigh dat die twee Scheepen , al immer foo verheught zijnde als de Spaenfche bedroeft waeren , ende de windt van aghteren hebbende , het ontfeylden, geen kleyne reeden hebbende om te pocchen dat fyfoo rijcken beuyt hadden gemaeckt in het midden van twee-ende-vijftigh Scheepen , ende van de voornaemfte Zee-raaght van geheel Spaignien. Hetishetvermaeckelijcklte dingh des weerelrs voor een die van dè Spaen- fche Landt-aert niet is, welcke figh op haere Vloote bevindt, wanneer hy fiet alle haere grillen ende buyten-fpo.righeden , ende hoort haere dreygementen ende fcheldingen , foo drae men maer van Engelfche ofte Hollanders fpreeckt , «wantfeeckerlijck j fy gelaeten figh als of fy geheel Engelandt ende Hollandtal- leen met haer twee a drie Perfoonen fouden uytroeyen , ende ondertuffchen wenfchen fy niet meer dan altoos hondert mijlen van haer tezijn, want dit ftaeltje dat wy hier van dit Engelfch Schip , onder een geheele Spaenfche Vloo- te , verhaelt hebben , is haer door gefeydè Engelfche ende Hollanders meermae- len géfpeelt , onder andere verviel eens een Hollandtfche Vice- Admirael 3 van fijne Vloote verfteecken zijnde, onder een geheele Vloot van fefthien Spaen- fche Gallioenen , hy hadde maer dertigh Stucken op , ende voerde t'negentigh koppen , ende des niet tegenftaende hieldt hy het drie daegen tegens die braeve baefen uy t , ende nae dat hy twee Gallioenen hadde in de gront gefchoten , en- de op de Spaenfche Vloote meer dan twaelf hondert dooden endegequetfteri gemaeckt, ftack hy op den derden dagh den brandt in fijn kruydt, waer door nevens fijn Schip , noch twee Gallioenen fprongen , die aen fijn boord laegen , de Spaigniaerden fpraecken van dek daedt niet dan met verwonderinge , maer wiftenmydefenkloeckmoedigen Heldt niet te noemen, wiens naeme waer- digh is eeuwigh te leven , nae het fpringen van fijn Schip wierde hy noch leven- digh gevift, maer ftierf door fijne quetfueren twee a drie ueren nae dat hy op haeren Admirael wasgebraght, die hem geerne in het leyen behouden hadde. HET fV.BoECK. ende fy liep in de Havana binnen, door dien fynietghe- tenlchey- vi&uailleertwas, om de Reyfe nae Spaignien te konnen doen, ende denvaa wyreghtenonfen Cours nae Europa toe, niet meer vreefende dan de Enghte ™ alkaa " van Bahama , die wy oock geluckelijck paffeerden , door hulpe van de Lootfenj eren ' die onfen Admiraei , ten dien eynde » uytgekofen ende gehuert hadde. Ick houde het voor ohnoodigh hier met veele woorden voor oogen te ftellen, het gefighte dat wy hadden van het Eylandt St..Auguftijn , ende la Floridaj al foo weynigh als het verhael van de ftormen ende tempeeften die wy , op de Rey- fe, moeften uyt-ftaen, endedeverfcheydenheydvandePolushooghte, ende daeromme fal ick die met (Hlfwijgen voor bygaen. Ick fal alleen feggen, dat, als op feecker tijdt, de ervaerenfte Stier-lieden niet Groot ge- wiften waer fy waeren, h etniet weynigh gefcheeldt hadde, ofwy fouden alle'by vaer van naght Schip-breucke geleden hebben by de Bermudes ,foo den daegeraet, welcke de Vlootc« begonde door te fchi j nen , ons niet hadde doen bemereken , dat wy daer vlack opfeylden. MaerdeSpaigniaerden, in plaêtfe van Godt te dancken, dat Hy haer Spaenfché van dat groote gevaer j hadde bevrijdt, begonden de EngelfchedieopdatEyv blintheyt, landt woonden , tevervloecken,feggende, dat die dat Ey landt, nevens alle de omleggende, be,too ver t hadden , ende dat fy, door Duyvels pra&ijcken > al- toos ftorm ende onweder deeden ontftaen , ten tijde de Spaenfché Vloote daer voor by paneerde. Nae dat wy geluckelijck van dek gevaerlijcke plaetfe waeren geraeckt 9 fielden wy onfen, Cours nae de Eylanden van Terccra ofte de dfores, wy had* den in defelve wel foet waeter willen innemen > om dat het geene wy inde Havana hadden ghekregen, gheheel geel was gheworden 3 ende foo leelijdc Iü ftoncka 43 * IV.BoECK. V&yagievanTktmasGage XV.Cav. ftonck , dat wy gedwongen waeren onfen neufe te floppen , als wy daer van wil- den drincken» Maerdegeftren|enDt9wCÄr/or , geenaght nemende op den noot van de an- dere Scheepen , deede ons die Eylanden voor-by loopen , doch den volgende» naght wenfchten wy aen de fel ve voor ancker te leggen ., Wam boewej, nae baer gevoelen, die Evlanden niet door de Engelfche zijn betovert, ende integendeel door goede Catholijcken bewoont werden,, kreegen wy , mhet gefighte van de felve, de grootfte ftorm,die wy noch , federt ons vertreck uyt de Havana, gehadt hadden, de felve duerdegheheeleaght daegen^ en daer door verlooren wy een Schip, oock raeckten'ër twee Gal- hoenen daer door m foodaenige ongelegentheydt , dat fy twee fchooten deeden los branden , om ons van haeren noot te waerfchouwen , waer om dan de ge- heele Vloote by ftack , om te verwaghten dat fy haere groote maften weder ce- repareert hadden. 6 Hier nae zeyldén wy een tijd langh heen ende weder , wetende in- der waer- heydtmetwaerwy waeren, ende geduerighlijck ons ftinckende waeterdrinc- kende , van het welcke wy yder een. pinte des daegfrs kregen. Vier daegen nae het ftillen van den ftorm ontdeckten wy Landt, ende daer door begonde een yder Spaignien ! Spaignien ! te roepen. " Terwijlen dat de Stier-lieden aen boordt van den Admirael vergaedert wae- ren , om haere giffingen ende beftecken noopende het Landt over malkanderenr tebrengen, waererï'er veele die haere vaeten met befchuytendewaeterver- koghten , een yder figh inbeeldende dat wy voor de eene ofte andere Kufte van Spaignien waeren. Daer gefchïeden oock veele weddingen, maer wy bevonden , alswynae- der aen het Landt waeren gekomen, dat het hetEylandt Madera was- Dit deede veele op de onwetende Stier-lieden fchelden endevloecken , endewy moeiten gedult nemen , fiende dat wy noch niet ten eynde van onfe Reyfe wae- ren gekomen. J Godt deede ons evenwel de genaede, nae dat wy dat Eylandt ghepaf- ieerr waeren, van ons een doorgaende ende voorfpoedige windt te geven die ons tot in Spaignien toe by Weef, in het welcke wy nae twaelf daegen Cadix Eenige Scheepen verlieten ons op defe plaetfe, maer het meefte gedeel- te hep verder tot nae St. Lucartoe, ende onder andere mede het Schip daer Doe wy aen die gevaerlijcke plaetfe, die de Spaigniaerden laBarra noe- pn, quaemen, ende dorften wy het beleydt van ons Schip niet aen onfe Stier- heden toe vertrouwen, maer wy bedienden ons van die van het Landt, welcke, dehoope van wat te winnen, ten foo grooten getaele, deede aen boordt koomen, dat'er yder Schip een hadde , omhetfelveïndeHaevente brengen, gehjck men fulcks oock gewoon isin allé andere Haevenendie quae iijekinendeuytteioopenzijn» j)^{ Den een-ende-twintighften dagh van November i tf J7 . omtrent ten een uere na de middagh, lieten wy ons ancker te ». Lucar de Barrameda vallen, ick eingh met veele andere Paflagiers aldaer te Lande , nae dat wy eerft door de bediende van toet j. ol-huys waeren ge vifiteert. Ick danckte mijnen Godt van dat ick debodem van Europa weder mögh- tebetreeden, ende ick hadde geen kleyne vreughde vanmyfoodighteWrrujn Vaderlandt te fien , zijnde my nu noch maer overigh een ghedeelte van de Spaenfche Zee ende het Canael, tot aen de Hoofden toe, door te zeylen , maer, omdewaerheydttefeggen, defe mijne vreughde wierde feer getem- pert , als ick daghte , wat veranderinge het fterven , in foo veele toen , hadde konnen, m onfe Familie uyt-wercken; degramfchap vafirnijn Vader, foo die noch in het leven was, ontrufte my oock tm hooghften, ende, gëfijck men in foodaemge ge egentheden , doch alles weeft , hadde ick oock geen kleyne apprehenfie , dat hy weder, foo hy al overleden was , door fijn Tefta- ment, hetfoodaenighmoghtebeftelt hebben, dat'er voor my niet ten beften ioude zijn ende ick hadde een tegen-fin van weder nae dè vleefch-potten van Eypten ickmeenehetKloofter,tekeeren, doch de Heere, wdcke eeu- wigh gelooft fy , fchickten het alles tenbeften. Het is oock quaelijcktefeggen, wat veranderinge het aen yemandt eeeft, die foo lange toen, als ick gedaen hadde, in die vreemde Contreyin ge- woont hebbende , weder in defe Europifche quartieren komt , ende die in plaetfe van Mulatten , Negers ende Indiaenen te fien , nu niet dan blancke kop- pen vindt, ende daer toe alle die Indiaenfche vrughten mift, maerfooalsick tot defelve in Indien hadde moeten gewennen, foo moefte ick die gewoonte weder af-gaen, het wekke dan de rijdt myfeergemackelijckleerdde. Komffe té St. Lucar. de Barra- meda. ■Bekom- mernifle desAu- theurswe« gensde receptie diehy va» fijne Vrienden in fijne ar- moede foude ont« fangen» Groote 1 vérande* ringvooe diegeene die uy tin» dien we- der in £«•' rofa ko- men, i ||i % urn 434 IV. Boeck. Voyagkvan Thomas Gage XVI. Cap? Waerom den Au- theurin een Her- berge en- de niet in JhetCloo- fter gaet» Hy komt by Broe- der Taulus \zn Lon- don. Die hem feer port HET XVI. CAPITTEL. Waerom den ^Autheur in een Herberge ende niet in het Kloo- jjergaet. Hy komt by Broeder 'Paulus van London. 'Die hem feer port om nae Engelant tegaen. ¥) en Authenr ver- laet fijn Geeft dij cke kleedt. Hy ontkomt door de beftieringe GOT>S een groot gevaer. Hy beftelt figh f Scheef , en vertreckt van Sc. Lucar. Komfte te Douvres in Engeland. Voor een Spaigniaert aengefien zijnde werthy niet geviiï- teert. Komfte te London. Hy komt byfijn Maeghfchap ende Vrienden , welcke hy ontkent ftjnde wert hy evenwel door haer weder bekent ende met alle vrientfchap ontfangeti. Be- 1 (luytvanhetwerck HOewel ick ten eerden in het Kloofter van de Dominicanen hadde ken- nen gaen, in het welcke ;den ouden Broeder PaulusvanLondcnmoói leefde » die buyten alle twijffel van vreughde foude opgetogen hebben geweeft, fiende my uyt de Indien weder te huys gekomen, foogeloofde ick evenwel dat ick wel foude doen , blijvende in het gefelfchap van mijne Vrien- den , foo Engelfche als Spaigniaerden 3 die foo groot een Reyfe met my had- den af-geleght; Hier op dan ginck ick in een Herberge, in de welckeick meer rufte konde vinden dan in het Convent, daer ick niet foude gehad hebben als een arme Monicken maeltijdt , nevens een kleyne Celle om in te ruften, ende met duyfent vraegen, nopende de Indien, daer in ick foo veel tij dts hadde verfleten, door Frater Vaulus van London ontruft werden. Ick koos dan die avond een Engelfche Herberge voor my uyt , ende ick gaf my in defelve nevens de arme Engelfche Gevangenen te rufte, welcke de Schip- per op mijn woort in mijne bewaeringe hadde gelaeten, onder bedingh van defelve, op fijn bevel, aen hem weder te leveren. Des anderen daeghs font ick mijn Vrient Lay fieldt meteen brief na het Con- vent van Frater P^a/ttx vanLondon , die de felve ontfangén hebbende , mymet groote vreughde quam befoecken , defelve wierde vermeerdert door de lanck- heydt van de tijd die ick hadde uyt geweeft, ende nae dat wy wat tefaemen hadden gepraet , feyde hy my dat'er in de Haeven Scheepen zeyl-vaerdigh nae Engelandtlaegen. Defe oude Monick die by na afgeleeft was ende al begonde te mijmeren, ver- langhde met groote genegentheyonae mijn vertreck, figh inbeeldende dat ick lbo *sEs«r*$ ÏV.Boëck". T^ooraeS t facnfchètFeJiJndieny,\\.Q\v. 43 *> foo drae niet foude in Engelandt gekomen zijn , of ick foude gaen arbeyden aen de bekeeringe van de Proteftanten j dit maeckte dat yder dagh die ick daer bleef hem een ]aer fcheen te dueren , ende by deede al wat hy konde om mijne Reyfe voort tefetten j ick vän mijn kant wenfchtefuicks meer dan hy , ' ende ick had- de des anderen daeghs wel willen t' zeyl gaen , foo'ër een Schip däer toe hadde vaerdigh gelegen. Maer Go'dt, die my altoos, geduerendedentijdtvannëgentighdaegen,' welcke onfe over^vaert uyt de Indien hadde geduert , hadde befchermr , ende bewaert in het midden van veele ftormen ende onwedersj fchickte wël haeft alle dingen tot volvoeringe van het geenewaernae ick foo lange verlanght had- de, te weten, om nae Engelandt mijn gebóórte-landt te gaen, uyt het welcke ick nu aireede vier-ende-twintigh Jaeren gewéèft hadde. Ick liet .mijne gedaghten te St. Lucar eerftgaèn over het verlaéten van mijn geeftelijcke kleed ende het maecken van een ander, waer mede ick in Engelandt foude mogen verfchijnen y hebbende ick noch omtrent hondert Rijxdaelders overigh 3 nae dat ick een Jaer van Petapa tot aen St. Lucar toe hadde onder- we- gen ge weeft. Ick liet dan door een Engelfche kleermaeeker een wereltfcb kleed toe-ftellen , ende hier op maeckte rek my tot de Reyfe vaerdigh. Ten dien eynde laegen drie a vier Scheepen t'eenemael gereet , welcke niet als de aenkomfte van de Vloote verwaght hadden , om eenige Koopmanfchap- pen, ende voor alBhaeren filver, in te nemen. Ick was van finne met het geene dat eerft t'zeylginghtevertreckerr, ende mij n Vrïendt Lay fieldt embarqueerde figh daer op , want alle de Engelfche ge- vangenen wierden daer ter plaetfe ophaere vrye voeten geftelt, ende men liet haer toe weder nae haer Landt te keeren.. Maerdevoorfienigheyd Godes des He E ren belette my fufcks, en- de indien ick dat gedaen hadde, foude ick jegenwoordigh met Lay fieldt in Turc- kijen gevangen fitten, want dat Schip wierde, daeghs nae het vertrocken was, van de Turcken genomen , endemet alle de Engelfche nae Algiers gebraght. Godt deede my dan een veyliger over-vaerdt vinden , in een Schip dat den Ridder Wiïïiam Courtin toebehoorde, de Schipper op het fel ve was een Neder- lander genaemt * Adriaen Adriaenfo., doenmaels te Douvre* woonende , en- de met defelve accordeerde ick , wegens mijne vraght ende fpijfe aen fijne' taeffel. Dit Schip vertrock van de baere vmSt. Lucar , negen daegen nae mijne aerr- komfte in die plaetfe,. het waghte foo lange om in gefelfchap van vier andere- Scheepen de Reyfe voort tefetten, ende voor al nae eenige bhaeren filver die wy uvt Weft-Indièn gebraght hadden, diehetindeHaeven, op pcene van Confifcatie , n-iet foude hebben derven laedeiu - Sijnde dan op een andere wijfe verkleedt , ende bereydt om een andere wijfe van leven, dan ick tot noch toe geleydt hadde , äen te vangen* ende my van- een Amerkaen in een Engelfchman getransformeen hebbende 3 feydeick , op lii 3 de» om na* Ëngelan ende met veel meer reden , tegens de Spaigniaerden keeren 3 die foo veel Mil- lioenen van ïndiaenen aen den Afgodt van haere gierigheyd ende barbarifche wreedheyd hebben opgeoffert , dat jegenwoordigh veele Eylanden ende gehee- le Provinciën in het vafte landt , die voor defen wel be volckt waeren , t'eene- mael woeft ende verlaeten fijn geworden, gelijck fulcks klaerlijck werdbe- tuyght door Bartbotomeo de las Cafa? , een Spaigniaert j zijnde geweeft Biflthop van Guaxaca in nieuw Spaïgnien, door het Traótaet dat hy heeft in het light gegeven van wreedheden der Spaigniaerden in Weft-Indièn, dat te Madrid gedruckt is* E Y N D E. KOR- $& f, #.4#.€1; t„§^ #,•#,•§..#, #..f J .^.#..fv#-#.,f :.#,.#,.#.,#, KORTE ONDERWYSINGE, Om de India enfche Taele , welcke men Toconchi ofte Tocoman noemt , te ieeren , werdende defelve in ende omtrent Guatimala gejproockenl grtijck oock in e enige gedeelten van de Honduras. HOewel de Indianen, door den geduerigen omgangh, die fy met de Spaigniaerden op verfcheyde Plaetfen hebben , voor het meefte ge- " declte de woorden , die in het grootftegebruyck zijn » verftaen , foo- daenigh dat een Spaigniaert onder haer gaen ende ftaen kan , oock verftaen wer- ■ den als hy yets begeert van de Officieren die geftelt fijn om diegeene , die door ' haere Dorpen palieren } te helpen. Om dat evenwel de meefte Indianen foodaenigh een kennhTe van de Spaen- fche Taele niet hebben , ende dat fy , foo wel als haere natuerlijcke Taele, niet by haer in het gebruyck'is, foo hebben de Religieufen ende de Kercke- lijcke Perfoonen haer uyterfte devoir aengewent, om de Taelen van verfchey- de Landen te Ieeren » ende om die onder verfcheydene regulen te brengen , op dat die geene > die nae haer fouden komen , daer van haer genot fouden konnen hebben. Men moet oock weten dat'er geen algemeene Taele is , maer dat de fpraec- Gr oote ken in die quartieren foo verfcheydenzijn, datvanC^/^endedcZo^yaf, verfchey. tot aen Guatimala, St. Salvador ende de omliggende Plaetfen van de Honduras denheyt toe , men wel agthien verfcheydene vint , oock heeftmen daer Monicken dei Tae- die'er fes a feven volkomentlijck verftaen. lenin Menonderwijftdelndiaenenniet, ende men Predicktnoyt voor haer, daa *4i*cnt4i in haere moederlijcke Taele, ende door dien die niet dan van de Parochianen gefproocken wert, foo is dat de oorfaecke dat fy van de natuerelle Inwoonden lbo bemint ende gelieft werden. Hoewel ick, doen ick in die Landen was y twee Taelen fpreecken konde ende geleert hadde , te weten , de eene diemen Cbacciquel ende de andere welcke 'men Poconchi ofte Poccman noemt , die eenige over-een-komfte met malkati* ■deren hebben , om dat evenwel de Taele Poconchi de aerdighfte ende gemacke- lijckfte te Ieeren is, fijnde ick oock gewoon geweeft in defelve te onderwijfera ende te Predicken a foo hebbe ick noodigh geoordeek vaa defelve eenige regu- Kkk ie» Korte Onäerwljfinge 440 lcn te fchiijven, oock het gebed onfes Heeren in defelve ter neder te {lellen' nevens eene uytlegginge van yder woort indatgebedt, opdatdeNaekome- lingen fulcks mogen weten , ende daer door fien hoedaenigh ende op wat wiife men die Taelen leeren kan. ' Byfonder- Men vint niet in de Taele Pocmchi ofte in eenige andere van die Landen, SSf.u D ^/^^ey^eydt vandeDeclinatien, welcke menindeLatijnfcheheeft, ende evenwel zijn'er twee manieren nae de welcke men de Nomina declineren , ende de verba conjugeren kan, ende dat door verfcheydene particulen, al nae dat de woorden beginnen, of door een Vocael , of door een Confonant , daer en is oock geen veranderinge in de Cafttr, als diegeene welcke door die parti- culen of door eenige prapofïtie wert aenge wefen. De particulen voor de woorden of Nomina welcke met eenl Confonant beginnen fy die geene welcke hier volgen. Singularis Na 3 A, %u. Pluralis. Ca, Ata, Quitacque. Als by exem- pel P-*Ms een huys gefeght, ende lat Vader, welcke woorden men op de volgende wijfe declineerr. Singularis. Na/w, mijn huys j Af ai, uhuys; Hitpat, fijn huys. Plura- 1IS; Captt, ons huys; A-fat-ta, ui. huys; £iii-f at-t ac que , haerl. huys. Singularis. Nutat, mijn Vader; At at, u Vader; Rptat, fijn Vader. Pluralis,- Catat, onfe Vader ; A-tat-ta, ui. Vader 3 Qui-tat-tacque , haerl. Vader. J Dus werden oock de andere woorden, welcke door een Confonant begin- nen gedeclineerr; by voorbeeldt,- Queh, een Paerdj Nuqué, Aqmh, B#- m**vlJ } OC C» Huk , een boeck of papier ,• Nuhuh , Ahuh > fyhuh. Moloh, eeney; Numoloh, Amoloh, ^umoloh. Holan, het hooft ; Nuholan, Aholan, Ryholan. Chi, de mond i Nuchi, Achi, Juicht. Can, de hand,- Nucan, Acan, JOycan. Cbac, vleefch; Nuchac, Achac, Rpchac. Car, vifch; Rucar, Acar, %ucar , CacaY, A-ear-ta, £ui-CAr-taque. Qhacqml, het licchaem ofte vleefch van een Menfche ; NuchaquiL Ach/h qml, Ruchaquil; Cachaquil , A-chaquil-ta , Qjti-chaquil-tacque. Daer zijn eenige woorden welcke men uyt-fpreeckt als of die met een #. waeren gefchreven , die evenwel niet daer mede maer met een t?. gefchreven werden, het welcke wat by-fonders in die Taele is ; gelijck als, tfi, een Hond,- tjiqum, een Vogel : Nutfi, mijn Hond; Ktfi, u Hond; *«*/?, fijn Hond,- Catfi, onfenHoad; A-tji-ca, ui. Hond spj/i-^-^ae, haerl. Hond; Nutfiqum, mijn Vogel; Atfiqum, u Vogel; Rutfiqum, fijn Vogel: Catfi- Vo"el V ° Sdi K ' f ^ uin ' tA ' ul - Vogel, Qui-tfiquin-taque , haerl. Oock vallen in de Cafus geen verfcheydene tersünatien, even als in de Latija- IndeTaek TOCONHL 44* LatijnfcheTaele, doch defelve zijn onderfcheyden dooreenige particulen of- te prepofitien, gelijck by exempel .: Het huys van Pieter; Bjpat Pedro, (lel- lende foo den naem van den Eygenaer ende particultje Ru , by het woordeketi Pat , dat huys beduyt , werdendc door dat particultj e als een eygenfchap gein- Soo heeftmen voor de Cajus Dativus het particultje Re, by voorbeeld ; Geeft Pieter fijn hondt,- CbayercPedrorutfi. Wat de Cafut Accufativu: belanght , wanneer'er eene veranderinge van pïaerfe werdr by-geftek , moetmen daer het particukjen Cbi by doen , an- ders niet, als by exempel ; lek gae nae het huys van Pieter. Quinochirupat Pcdro. £ De Vocativus Cafm neemt by figh het particultje Ah o£Ha, beduydende fulcksofeen wenfehinge ofte een roepinge, gelijck als, hier mijn Soon, ofA& m i j n Soon ; Ah vacun , of, Ha vacun. De Ablativus Cafus houdt altoos de fel ve terminatie met de Nominathur, ende wèrdt met eenige prcpofitie uytgedruckt, gelijck als, in mijn mondt; Pan nuchi ,- _met mijn handt , Chinucan. ln 3 dat ick ofte my gefeght is , en werdt niet gedeclineert , gefijck oock At 3 dat gy ofte u beteeckent. Het pofleffive particultje, mijn, werd mede nietgedeclineert,gelijck vichin, ipijn ofte voor mijn, foo oock u ofte voor u , aze. Hier moeten wy aenmerc- ken , dat in die Taele geen dubbelde V. ofte W. is , gelijck als in het Engelfch , •maer de V. confonans ofte de U.yocael werden als een W. in het Engelfch ge- -pronuncieert, mits dat voor de tl. vocael een O. werde gefet, foodaenigh dat hoe wel wy Wacun 3 ofte Ouacun> mijn Soone, pronuncieren , gelijck oock Wichin ofte Ouichin» mijn ofte voor mijn, aweofe aoue, u ofte voor u, foo fchrijft men doch niet als , Vacun , Vichin y Ave. De partjeukjes ofte de letters , welcke voor de Nomina komen , die met eea vocael beginnen, fijn foo als hier volght; Singularis; V. Au.B? Plu- ralis; C, ofA«, Ta. C. ofQu.Tacque-, gelijck als by exempel; Aam, beduydt $oone; Ixim 3 koorn; Ochocb, huys; defelve werden op de volgende wijfe gedeclineert. Singularis. Vaeun, mijn Soone ;Avacun 3 u. Soone 3 Racun 3 fijn Soone; Pluralis, Cacun 3 onfen Soone ; A- vacun-ta , u 1. Soone ; C-acun-tacqtte , haer 1. Soone. • Singularis. Voceeh , mijn huys; Avococb , u huys ; Rococb , fijn huys. Pluralis.. Cocqch 3 ons huys 3 Av-ococb-ta 3 ui. huys; C-ococb-taque, haer l.huys. Men verandert ende declineert op defelve wijfe oock het woord Abix 3 het welcke een ftuck bezaeyt Landt beteeckent , Acal , aerde , Uien , dat mede aer- de beteeckent , Acach , een kerne ; uytgefondert dat de woorden die met een I. beginnen , in de eerfte ende derde Perfoon van hstViuralis Numerus , mede een Kkk z B,ad- K£ P 44X Korte Onderwij (inge B.admitteren, maer de andere willen voor defelve Perfbonen in het feive N** merus niet dan een C. toe laeten. De verba ontfängen ende admitteren ©ock verfcheyde particulen tot haer e conjugatien* even als ick van de Nomina in haere veranderingen ende declina- tien hebben aengemercktj mede al nae dat fy door een vocaelofte Confonant beginnen. Defe welcke door een Confonant beginnen , hebben , gelijek de Nomina , de volgende articulen. Singularis. Nu 3 na, Inru. Pluralis. Insa y Nata 3 Inquitaque : Gelijek by exempel 3 Lococh > beminnen. Singularis. Nulococh j ick bemin ; Nalococh , gy bemint ; Inrulococh y hy bemint; Pluralis. Incalococh, wy bebinnen; Na-lococh-ta 3 gyl. be- mint ; Inqui-lococb-taque , (y 1. beminnen. Singularis. Nuroca ofte Nurapa , ick geefTele ofne ick flac ; Narocaof* teNaropa, gygeeffeltoftegyilaet; Inruroca ofte Inrurapa y hy geeffek ofte hy flaet; Pluralis. Incaroca of Incarapa, wygeeffèlen ofte wyflaen; N^ö^ cata ofNarapata , gy 1. geeffelt ofte gy 1. flaet ; Inquirocatacque oifte Inqimapa- taque i fy 1. geeflelen ofre fy flaen. Singularis. N«*/ï£rf,ickfchrijve; N*tf/ï^,gyfchrijfr; ïnrntfiBa 3 hf fchrijft. Pluralis. Iwc^j&*,wyfchrijvenj Natfibata, gyl.fchrijftj In- quitfibatacque , fy 1. fchrijven. Daer en is anders geen tempus alshet imperfeBum> noch geen p Nova, gy wik ; Inra > hy wil ; gelijek als, Inva nth iocoh Pedro, ick wil Pieter beminnen. De particulen voor het Tempus plus quamperfeBum zijn de volgende. Singularis. lxnu 3 Xa , Ixru. Pluralis. \xca 3 Xa-ta 3 \xquttacque. Hier moeten wy aenmereken dat in alle die particultjens, de letterX. werdt uytgefproockenalsx^. in het Engelfch ende de eb. in het Franfch ofte Neder- duytfcfa: By exempel Ixnu werdt gepronucieert even als of er Iabw/gefchreven was^ Xa als cha 3 Ixru als \cbru. Pr ateritum perfeBum. Singularis. tó«/oa>£,ïckhebbe bemint^ X**' iocpb y gy hebt bemint; \xrnloeoh 3 hy heeft bemint. Pluralis. IxcakcoJy, wy hebben bemint ,• Xalocohta , gy 1. hebt bemint 3 Ixquilccohtaque 3 fy 1. hebben bemint. Ende foo oock met alle de andere woorden ofte verba. De particulen voor de modus imperattvus , zijn dufdaenigh» 'IndeTaekTOCONHl. Voor- het numerus fi ngularis en de tweede per/oon y cha y voor de derde per- foon inyingw/driw/wcyo, a?;V«,voordeeerite perfoon in pluyali numero* chka, voor de tweede, Cbatu, voor de derde , Cbiataque 3 a\s by exempel , Qh.ahk.ohi dat gybeminnetj C/jïVw/oco/^dathybeminne. PliiTR. alis. Chkalocoh, ;.dat, wy be- minnen ,* Cbilocohta , dat gy 1. bemint j Chiquilocohtaque > dat fy beminnen ; ende ©p defelve wijfe met de andere. - Dewo^ro/tfdtawisdefelvemetde indkativus, alleen werdt daerhet,par- ticultje ta by-gevoeght, het welck het felve beduydt dat utinarn in het Latijn doet, ende eygentlijck het felve dat ons ; Och of! gefegtitis», gelijck als, Nalo- cohtaDios, ochofgy GoDT bemindetj IxnuloccfaaDios, och^fick Godt bemint hadde. De modus conjunBhus is oock defelve met de indkatkiur, maer men voeght daer het particultje, vet , by, gelijck, vti nalocohta Dw, foogy G ODT be- mint j. veilxnulocohta Dior , fooick Godt bemindt hadde. In defe Taele is geen modus infinitivus ,maer inplaetfe van de felve gebruyekt- men de indkativus , gelijck als , Quincbol nntjiba , ick kan fchrijven ; Qjtinquini , beteeckentfterven> ende NuraJj-, ick begeren f 00 is dan Nurab Quinquini, ick begeretefterven.. Men moet oock bemereken , dat wanneer in alle de verba aBiva , «r£ ohegj als in accufativocafu werden uytgebraght , fy te faemen gevoeght werden by de perfoon die het v erbum maeckt 3 ofte voor het felve geftelt werdr, ende das ,door de particultjens, Quin , ick , \i > gy , wat het tempus prefens belanght ,.ende wat aengaet het ptteritum perfeäum, heeftmen die van f Xin * my,~ende Ixti > gy, als by exempel. ;......' ■ - • , . Quinalocoh, gy bemint my; Xinalocoh, gy hebt my bemint 3 Quinranhcoh 9 gyfultmy beminnen ,- Quinalocoka , bemint my, ofte, ochdatgymybemin- det! veiQjdnalocob y foo gymy bemint hebt, ofte , bemint haddet - 7 Quinarah nalo coh, gy wilt my beminnen. Soooockvoor.de tweede perfoon omtrent' de accufativus, tinulocoh, ickbe- minné u ; ixtinulocoh , ick hebbe.u bemint ; tiranulocob , ick- wille itbeminnen j tinulocohta , och ofgy my bemindet ! vci tinulocob+Cöo ick ubeminne j vet ixtïnu- hcoh, {00 ick u bemint hebbe, ofte , bemint hadde- : Men moet noch aenmereken dat die twee woorden , Quincbol 3 dat gefeght is ick vermoge, ende, Inva, ick wil, feer aerdighlijck by andere verba gevoeght werden , van wat perfoone die oock zijn , doch inperfonelijck by de derde per- foon van het numerus Ji ngularis, als by exempel ; ; ■■■Incho'nulocoh , ick kan beminjnen,^ Invanulocoh , ick wil beminnen ; Ixra&nu- loeeb, ickhehbewillenbeminnen; ïxcholixnulocoh 3 ick hebbe konnen bemia- . Ben 5 Ticholnulocob , ick kan u beminnen, &c. De letters ofte de particulen die voor de verba komen , die met een vocael be- ginnen ^zijnde volgende. . v . - Kkk 1 ,£& hu . S.lNv *rs5:3c u J BS L">J m U Vgrl: ,. 444 Korte Onder wij (Ingt SINGULARIS, Iw«i N^: 3 Inr, PlUR. i»g«, of Jte? , N* MM , fc«£ Uajvs f ofte Lnciaqtim ; als by voorbeeld , ®<* , < is bevrven , vertonen gefeght die vertömwokiopide volgende wijfe geconjugeért. 3 S I ngu l A Ris. I«w^ , ick verlöfïè p Naveea , gy verlofl 3 Inrefa , hy verioft. Pluralis, Inquef*, wy verloffen j Navefata , gy 1. verloit ; In- que$ wagw.. (y verloffen. Avis een woord uyteene letter befhende, ende beduyt wenfehen, bege- fen , wdlert , -rnen vint het fel ve noyt fonder fijne parriciïleh , als f $i NGutA r:ï Sv Idk wil j p«b ; 'NavayGhy mltv Inra , Hy wil ; P l u- R A L I S. ■ Inca, -wy Wy hooren 5 Navhireghva , gy 1. hoordt'5 Inqttivireghaque , fy 1. hooren. Op defe wijfe hebbe ick dan aengewefen op wat wijfe men alle foorten vaa Nomina moet decimeren . ende oock alle de twAï in die Taele conju- geren. "My refteeft nu noch alleen -van de verba fafjlva te fpreecken , ende aett te wijfen noemen die met die defelve particulen moet conjugeren ende for- meren. - r - ° De verba paffiva , gelij.ck als fyverfcheyde terminatien hebben, foo wer- den fy oock verfcheydentlijck geconjugeert, '-i Van ; die geene,. welcke met een a eyndigen , Werdt gemeenlijck in i^/fc* de,Ä-a£genorrien^ cnde'by de laetfte Confonant werdt het particultjefo'ge- voeght, als by exempel , van het woord Nuroca , ick geeffele ofte flae , is het faffivüm \ Qüimochi • op defelve wijfe is hefcf ajfivum van Nurapa , dat mede ick ïlae ofte geeifele beduyt, Quimaphi-, doch hier is een exceptie inNztf- $uU\ ïckfchnjve, in h«t 'welcke de b in een/wwert verandert, guintfimbi, ick ben gefchreven. Die [verba die meteen fir éfudigen , veranderen defelve in Onhi, geliick Nutoodph, ickbeminne, Q^inlpconhï, ickbettbzmlnt. ; Soo oock die in eindigen} veranderen- dé vh in hi ■, gelijck zlslrrvivirch 3 ickhoore, Quinivirhi, ick ben géhöof t. . - — Maer die geene die in c eyndigen (hier moetmen noteren dat een c als een ƒ werdt uyt-gefproocken ) veranderen de a 'in ihi , als by voorbeeld , Inve ca s ïckverlone, Quinoyfo, ick bert vetlott sWucamca , ick doode, Quicamcibi, ick ben gedood. ;.-,., o vvi, J ■ ~ De verba die 'Waeh eyndigen y voegend/ in hëtfafóvum achter aen 3 foo heeft Nutaeh , ,'ièk- yergève , in paf ivo, <§?rin <;acB, ick ben vergeven. • De particulen die.de wrfo />4/?;Wof veranderen ofte conjugeren fijn de vol- gende. ' r * - *. s • - - D ' Singularis.. Quin, Ti 3 lm Pluralis. O/j, of, Co } Tita 3 Quh tacque } alsbyeenyoorbeeld. ; :i; - Sin- In de Taele

lxti > Ix > Pluralis. Xri, ofx*, U**,, » /4c^/<>. als by voorbeeld. - ■ Singularis. Xinloeoncbi ick ben bemint geweeft; Ixtikconchi, ghy fijt bemint ge weeft 5 Lv/ocowc&, hy is bemint ge weeft. -Pluralis Xoll w*hi, wy fijn bemint geweeft; \xtikcmchiu y ghy 1. hebt bemint gèweeft, Xtloconchttacque , fy fijn bemint geweeft. h X^cAi, ick ben gegeeiïèlt ofte geflaegen geweeft,- Ixtkochi, ghybentge- geeffelt ofte geflaegen geweeft; Urocbi, hy is gegeeflèh ofte geflaegen ge- weeft. Pluralis. XorochitofteXobrochitWv fijn gegeeffelt ofte geflagen geweeft; Ixtirochtta, ghy 1. fijt gegeeffelt ofte geflaegen ge weeft j xSockL-. que,fy\. fijn gegeeffelt ofte geflaegen geweeft. De Aio/ar Imperativus is dufdaenigh. TiW/,/, weeft ofte fijt bemint; Tilocmchta, weeft ghy 1. bemint; C& SSt^Stw Jt ^ m1 -^ in ^tlaetftefietmendathetparticultjen De W2^«; ofóitrêw ende conjunBivus volgen defelve ordre als de 0*1*4 m fr 04 , lettende ƒ* by de 4*4; kmj- , ende owby.de conjunBivus ; als by exempel Qumlocmhita, och dat ick bemint waere; Jiloconhito, och dat cv bemint waerdt; T^ oc ^/^4,ochdatgyl.bemintwaerti Q^M^waw, och dat fyl. bemint waeren. i 3 Op defelve wijfe voeghtmen by htt tempus plus quam terfeBum alleen het pamcultjeta, als by voorbeeld. ™^, Singularis. Xinloconhita , och dat ick bemint waere ofte hadde ge- wedt; Ixto/oconbua, och dat ghy bemint waert ofte haddet geweeft; Ix/ö- wnhtta, och dat hy hadde ofte waere bemint geweeft; Pluralis. Xocolon- htta, oek 1 dat :wy hadden ofte waeren bemint geweeft; Ixtiloctmhitata > och dat ghy 1. haddet ofte waeret bemint geweeft; Xikconkitatacqut, ochdatfyL hadden ofte waeren bemint geweeft. Hier moetmen remarqueren dat het parricuhje ta , foo'er eenïge ander woord ofte fin by het verhum gevoeght is , voor het verbum kan geftelt werden , gelijckals, mnta quinloconchi 3 och dat ick feer bemint waere i anderfintsfex* het verbum alleen is , wert ta aghter aen geftelt. De Modus ConjunBivus is dufdaenigh; vei qumtocmht , foo ick bemïndr benj vcitilocmbi, foo gy bemint zijt, ende foo voort met de refte, Bk HetGebed des H E E- REN in deTaele Toconchi. uytieggin- gcdaer van. ■ : z m u \5 * ±L± m$ Korte Onderwjjinge Dit is het alle datmen gewoon is tot onderrightinge te geven omtrent defe Taele ; By aldien nu yemandt in alle de boven- verhaelde regulen wel onderwe- fen is y ende alle die begïntfelen volmaecktelijcken wel weet , foo fal die , in feer korten tijd, die Taele perfect konnen leerenfpreecken, foo hy een DiÜiona- rtum ofte woorden-boeck däer by heeft. En foo mijne Vrienden my komen te betuygen datmen daer van wel een Dj- Bionarium fien wilde > foo fal ickhaer dat content ement geven, ende, ter lief- de van haer , een , die volmaeckt fal zijn , op-ftellen. Onderwijlen hebbe ick ten propoofte geoordeek defe kleyne ende korte On- der wij fingen te doen drucken, ende dat alleen uyt curieusheyd,' ende om te dóen fien , hoe lightelijck men de Indiaenfche Taelen kan leeren. Ick fal dan voor het laetfte een eynde van dit werckje, welcksgelijck me» noytgefien heeft » maeckenj methetGebedtdes Heeren in die die Taele, ende met een korte ende bondige uyt-leggingg over het felve. Catat taxah vilcat\ Nimtain^aharfihiavi; Incbalitaavihauri pancana-, In- vaniva ta navayabvir vac acal » be invan taxah. Chaye runa cahtthnn taquih ; na- fach ta tnacjjc incacachve quimac xim acquivi chiquib',macoacana cbipam cataccby* hy ycoavc^acachinaunchetfirimaniquiroyheinqui. Amen. Hier moetmen aenmercken dat Catat , volgens de eerfte regul van de Deelt- natiën der nomina ,' de eerfte perfoon is in het numerus pluralis , het welcke men befpeurt door het particulje Ca , gevoeght by het woord Tat , dat Vader beteec- kent ; foodaenigh dat Catat , onfe Vader beduyd. Taxah beteeckent den Hemel , ende men fet het voor het woordt ofte verbum vèlcat, om dat het te aerdiger ende beter geplaetft foude ftaen, in tegendeel van het Latijn ende Engelfch, daer het woordeken es' zijt, geftelt is voor in ctflïsq in de Hemelen, Menftelthetoock fonder eenige prgepofitie , integen- deel van het Latijn, Grieckfch ende Engelfch, want in defe Taele werden de praepofitien dickmaels vergeten , maer evenwel ftilfwijgende verftaen. Vilcaty beduydtzijt, oftediezijt; het is de tweede perfoon van het Latijn- fche wootdt fum , esfui, dat een verbum anomalum is , ende niet geconjugeert werdt , volgens de boven-geftelde regulen , als by exempel ; Vifquin , ick ben j Vilcat ygyzïjti F*//i,hyis. Pluralis. VilcohjWyzïp-, Vilcatta 3 %y\. zijt* Vilquetacque i fy\.7.ijn. Het temfusp lus quamperfeBum,SlisiGu l ARIS. Kjnvi, ick hebbegeweeffo ïxtivi y gy hebt geweeft j Ixvi , - hy heeft ge weeft j Pluralis. Xchvi , wy fijn geweeft •, Ixvitiva, gy I. zijt geweeft 3 Xivitacque y fy 1. zijn geweeft. Modus imperativus. Singularis. Tivi of Tivo y zijt ofweeft ,* Cbrvi of Cbhoy dat hyfyj Pluralis. Cohvitao£Cohvota,datwyü}niTivrrdo£Ti' vsta , dat gy 1. zijt ; QuivïtaofQitivitatacquc , dat fy 1. zijn. De modus oftativus ende conjunftivus fijn volgens de boven-geftelde regulen , doende by hét tempus prajens de particulen ta ofte vei in het tempus prafens , ende hst flut quamperfeäwn van ds modus indicathus. ' Nitnta TndeTaek 9 O CO NCHl NjbM hcalwcih. Dit beteeckent , ick bidde daf ten hoodiften™ heerhjcktzy,- N»n beduyd grootelijcks ofte ten hooghften , ÄÄ r£* ' u° fte e T u ^ druck! "g e vaneen wenfehs ïlcaharphilsde derdeper- •■S^^ri^^r^*' hetweIcke verhee^cktoftegoo^ maecktzi/n, beduyd, het welcke, volgens de bovengemelde regul Ver- meert wert v^h^verhm^htm^ucSm^ groot-maecken heeÄ> gende, flathet/^wramaeckt. ««ciuyvuc ^j uwennaemej w beteeckent naeme; ende volgens de reeuL diewv ginncn fco is 4 het particultje van de tweede perfoon _ 2m*«/itt £beduyd ons ; ende foo als ick, indebo- venftaende regulen i hebbe aengemerckt, is het hier voor het verbum gefield, • het welcke maeckt dat de n daer van is afgefnedcn , daer het , fonder dat , foude moeten zij nNacana , vznhetverbum Nucana, icklaete; 'l&acana, ghy laetj Inrucana 3 hy\aet 3 ende foo met de refte. Chipam catacchibi. In ons verfoght zijn. Dit is oöck een andere fchoone ma- niere om figh in die Taele uyt'te driicken, gebruyckendefyeéil^r^.wp^i- •vurh in plaetfe van een nomen , voegende daer een prxpofitie by , gelijck als hier Ghipamy het welcke in beduyd, ende voegende by het woord de particultjens daer de naemen mede verandert ende gedeclineert werden, ^utacchihi beteec- kent ick verfoeck ; Het pajlvum is Quintacchihi , ick ben ofte werde verfoght ; waer van Nutacchihibcduyd mijn verfoght werden , ofte'., mijne yerfoeckingej ^«öcró/;;'/uweverfoeckinge; Catacchibi, önfe verfoeckingè. .' , - Coave^acachinaunch? tfiri. Verloft ons van alle bofe dingen. Invecay foo als ick boven gefeght hebbe , beduyd bevrijden', ver loflèh. Cois de eerfte Per- foon in numero plurali ,het welcke men voor het woord ftelt j foo als ick bevoo- rens in den regul hebbe aengemerckt , ende i n die v ox compofita van Mecoacana. China » is een prarpojfitie die boven ofte van beduyd. Unèhe 3 bêteeckent,; alle, ofte, alles; Het is een adjeBiyum dat eygentlijck niet kan gededineert werden. TJïriis mede föo een adjeBtvuth ende dat invari- " abel is in genere 3 cafu } & numero , het beduyd boos of quaetgelijck als tfiri vindc , iseenquaed Man gefeght; tjïriixcoc, een bofe Vrouwe ; V/zW 'chicof > een bofe ofte quaede Beefte , ende innumeroplurali wert het mede niet verandert. ' : Sbnder fubflantivum daer by t is het als eèn verbum neutrum , even foo als de Latijnen malum 3 po mala re , aut malis rebus , ftellen #e weten quaet abfolute- lijck voor een quaet dingh ofte quaede dingen. Het fubjlantivum' .dat daer van wert gemaêckt is tfiriquildat een boos Mcn- fcheofteboosheydtbeduytj Toro» beteeckërit in defelve Taele Pgsencbi mede het fel ve. Maniquiro. Geen goede. Dat is geftelt tot een ampelder expreffie van de bofe dingen 3 ten eynde men magh bevrijdt fijn van alles dat'er niet goedt zijnde is. Mant, gelijck ick hier boven hebbe aengemerckt, is neen gefegbt ; Qukd 9 is, als tfiri, een adjeBivum, datgoet, ofte een goede faecke 3 bêteeckent, ende wort mede in alle de numcri niet gedeclineert ofte verandert. Quiro vinoc , is een goet Man -, Quiro ixcoc , een goede Vrouwe ; Quiro chi- cop 3 een goedt Beeft ; foo mede innumeroplurali 3 Quiro vinac, goede Man- nen. & 'Hetjubftantivum, dat van dat adjeBivum gederiveert wert, is Quirohal, goedheyd, Chiohal, beduyt mede het felve. Quirolah, isfeergoet. Tirilah, leer quaet. Al waer in defe Taele lab, achter een adjefthum wert gevoeght* LU 2 heeft. ® c I s 4eo Korte Onderwij fwge, öfc. heefchejidefclwekfaghtals^/^inhetLatijn., hetwelckefeerofuytnemendfi- bednyd.. Ueinqui. Gel] jck, ofte, als^ h.yhetfeght.waer vandemeeningef Sl alsdie gefeght heeft die dit gebed heeft geleerd. Quinqui, is, ick fegge, gefeght; T%«i., ghy feght; Inqui, hyfeght; Coh- qui , wy feggen y Ttqutta , gy I. feght ; Tiquitacqw , fy 1. feggen ;W Alle de woorden, tot de welcke de Indiaenen geene expreflïen heb- ben in haere eygene Taele,. fpreeeken fy uytfooakfydievandeSpaigniaer- den geleerd hebben , foo feggen fy dan hier amen. Soo is het mede met den Wijn, welcke fy voor defen niet hadden, ende" die fy nu Vim noemen, hoewel fommige, door een oneygentliick woordt, die den naeme van Cafiülanaha, geven , darwaeter van Caftiiien gefeght is ; foo noemenfy oockgemeenlijckGoDT, Dios, hoewel Hem fommige onder het woord NtmAhval, dat den Grooten Heere beduyd kennen Het is dan uyt curieusheycl «weeft, ende ten verfoecke van eenige mijne by-fondere Vrienden, dat ick de onderwijfinge van defe Taele opdePerflfe hebbe laeten brengen, zijnde die noyt te vooren in Engelandt bekendt ge- Soo het bygevalmoghtekomentegebeuren, dat eenïgh Engels Schip ofte wel maer Engels-man op de AmericaenfcheKufte quaeme, ende aldaer byh^ai^eenP ö ^^Indiaenontmoette, foo falhaer dit dienen, omhaer eemghlight in de Taele Poconch te geven, endefyfullen, door defe leffen yetskonnenverfhen vanhetgeenehy, infijne Taele , tot haer feggen fal * ende mogelijck fal ick, ten befte van mijn Vaderlandt, hier nochyetscon! derabils by- voegen, hetende ondertuflchen aen den Lefer den tijde, om te ftuderen in het geeneick hem hier, foo fuccinft ende kort als my is moeeliick geweeft j geve. * "n^p* Eynde van het viesde ende laetfte Boeck, RE: tffftff W § 'WW f f lÊ f$y ^7%¥ s REGISTER Van de aenmerckelijckfte faecken ende voor-vallen die in defe Reyse verhaeldt werden. I. B O E C K. C A P. I. BEftiefinge der Geeftelijcke in Ame- rica. Pagm , Verkiefinge der Generaten. pag. 2 En der Provincialen. ibid. GeneraelenProvinciael Capittel. ibid. Procureurs en Definiteurs en haer Ampt. tó -^ ibid. Vicaris Generael , en hoe die fulcks ver- klaertwerd. p a g. 3 Apoftolifche CommifTaris, Sijnmaghten bevel. iy idt Tweederhande Spaigniaerden in America, Naturelle en Crïolen. ibid. Haer onderlinge haet ende ftrijdigheydt. ibid. Criolen door de Spaigniaerden onder- druckt. jbid. Voorbeeld daervan. pag. 4 Nakomelingen van de eerfte innemers van • America. j^d. Denhaettuflchende andere Spaigniaerden ende de Criolen ftreckt fich uyt tot in het Keickelijcke. jbid. Voorbeelden daervan. ibid. Criolen hebben op fommige Plaetfen de overhand. p a g % ^ Geeftelijcken in de Provincie van Mexico. ~ .« . ibitL Twift onder de Paters di la Merced, ibid. Geeftelijcke in de Provincie van Gmima- r k v , . • ' ihU ' Geeftehjcke in nieuw Grenada, Cartbazena , &c - pa: 6 In de Eylanden van Cuba , Jamaica, Sec. ibid)! In Jucatan, In Mechoacan, In de Philippij- nen ende Manilla. ,, ibid n Hoe die daer komen. p a ?. 7 C AP, II. V Ier , Senc Kngen werden na Indiëngefon- Y J*& ibid, Hoe die daer komen. ibJdl Aenleydinge door de welcke den Autheur bewogen wierd om nae America te gaen, pag. % Aengenaemheden van Indien cierlijck ten toongeftelt. ibid, Den Autheur is in ongenaede by fijn Va- der ende de reden da er van. pa^. 9 Redenen die den Autheur bewogen defe Reyfe te aenvaerden. "p a g* lïfa Den Autheur verbind fich met feeckeren' fijnen Vriend tot defe Reyfe. ibid, Hy werd den Superieur Cdfoavoorgefteldr,. ibid» Voorraedtotdereyfè. pag. ie Sijn vertreckvanXere*. ibid. Komfte te Tom St. Maria, ibid. Goed onthael van den Gonyeraem* ende T5! V I N eerbiedigheydderlnwoonders. pag. 12 Vertreckvandaer. ibid. Komfte te Cadix. ibid. Vermaeckelijck verblijfaldaer. ibid. De ApoftolifcheCommiflaris fcheyduytde Reyfe en geeft haer een ander in fijne plaetfe. ibid. Ongenoegen hier over. L ibid. Hoedaenigheden van den nieuwen Com- mii&ris. ibid. C A P. III. \T Oorbereytfelen tot het 'vertreck. Onderfoeck op den Perfoon desAutheurs gedaen. ibid. Waerdoorveroorfaeckt, ibid. Den Autheurwertverfteecken. ibid. EnraecktinZee. ibid. Getal der Schepen van de Vloot. pag. 14 riaetfen op dewelckefy het gemunt heeft. ibid. Laedingevandefelve. . ibid. WatGrootenopde Vlootwaeren. ibid. Aerd der Jefuiten. ibid. Convoy. p a g- M Holle Zee. ibid. Het Convoy fcheyd van de Vloote. ibid. Berouw en befigheyd van eenige Monic- ken. ibid. Paeflaet-wind. ibid. Groote ftilte. pag. 16 Dorado. ibid. Groote meenighte van defelve. ibid. De Vloote doet Land op. ibid. De Jefuiten vieren feer praghtighhetFeeft van haeren Patroon. ibid. Alsoockde Jacobijnen. pag. \j Een Comedie binnen Scheeps-boordt ver- toont, ibid. Sien het Ey landt Vefrrado. ibid. C A P> IV. VErfcheydene giffingen der Stier-lie- den. ■ ' pag. ig D E X. Sien MatigalaMi ett St. Vêwmqttt', Ancke- rende voor Gnadalotipa. ibid. De Wilde komen aen Boord. ibid. ^Annanas. pag. 19 Cieraetder Wilden. - ibid. Haeren treek tot de Wijn. ibid. Den Autheur treckt te Lande op Guadalou- pa. ibid. Minfaemheyd derlnwoonders. ibid, C A P. V. AEnmerckelijcke Hiftorie van een Mu- lat. P*g> zo Blinden yver der Monicken, pag. 22 Tumult op het Strant. pag. 2? Loffelijcke refolutie van eonige Vrou- wen. bid. De Wilden beveghten de Spaigniaerden. ibid. Doch werden verdreven. . * ibid. Een JacobijnerMonickgequetft. - ibid.- Drie Jefuiten gedood ande drie gequetft. ibid. Oorfaecke van dien op-loop. pag. 24* Waghttegensdeludiaenen. ibid. De Vloote verliet fich van waeter* ibid. Vatïeckyan Gaadaloiipa. ibid. CAP VI. D Roef heyd der Monicken. pag. Werd door Calvo gemaetight. icken. gemaetight. Befchriivinghvandev^»»Ä»4^. Suycker-ried. Schild-padden. Hare befchrijvinge ende nuttigheyd. 2S ibid. ibid. ibid. ibid. ibid. Een gequetfte Jacobijner Monick fterft. Sijneuytvaert. Oock fterft een Jefuir. Sy fien Tortó Rico ende St. "DmingQ De Vloot fcheyd van een. Groote ftilte. Vis-vanghft. Onlijdelijcke hitte. Hayen. pag. 26. ibid. ibid. . ibid. ibid. ibid. ibid. Ver, & INDE X. Verfchil turTchen de Hayen ende de Croco- dillen. . ibid. Een Hay gevangen. ibid. Sijne wonderlijke groote. ibid. Een Boots-gefel door een Haey verfl on- den. ibid. SienhetvafteLand. pag. 28 Groote vreughdedaer over. ibid. Gevaer in het Land aen te doen. ibid. Den Raeddaer over beroepen. pag. 29 Deflelfsbefliiyt. ibid. Aengewendevoorforge. ibid. Noorder Storm. ibid. Anghft derMatrofen. ibid. Sotte by-geloovigheyd. ibid. De Vloote word binnen gelootft. ibid. EnanckertindeHaven. pag. 33 CAP. VII. "P\ En' Autheur treed aen het vafte Landt ^-^ van America. ibid. EdelmoedighbefluytvanCw/e^. - ibid. Oorfpronck van den naem van Vet&-Cru\. pag. 31 De Monicken werden pleghtelijck te Lande ontfangen. ibid. En een yder by die van fijne Ordre ghe- . plaetft. ibid. De Viceroy komt te Lande. \ ibid. En werdhecrlijek ingehaelt. ibid. De Monicken werden in Kloofters ghe- 32- fb. ib. ib. ib. ib. M-2 3 ib. ib. braght. Den Prieur voorgefteldt. En heerlijck onthaelt. Befchrijvinge van den Prieur. Sijne ydelheydt. Praght en leckernye. Ongebondentheydt. Overdaedt. Groote veranderingh. VIII. Ngeternpertheydt des Lughts te Veta- Crn\ ende de reedenen daer van. pag. 3^- Getal van de Inwooriders en haer r! jekdorrn ib. Houte huyfen , en veel-vuldige brand daer door. ib. O ngefontheydt des Lughts. ih„ Sterckte der Stadt , waer in die beftaet. pag. 3 5 Gevaerli jeke uytwerckfelen van den Noor- denwindt. ib. Harde ftorm. ib, Wonderlijckekraghtvandefelve. ib. De nieuw aengekomene Monicken vlieden uythaere bedden. ib. Werden daer over befpot. ib. Gevaerlijckeonmaetigheyt inhetgebruyek derLandt-yrughten. pag. 36 Befigheydt van Calvo tegen het vertreck. ib. Comedie in de Kercke vertoont. ik CAP. IX, \T Ertreck van St. Jttan d'ulhuä. tbi * Komfte aen het ouderen- Cm\.pétg. 37. Gelegentheyd daer van. ib. Maght der Geeftelijcke over de Indiae- nen. ib. Voorbeeld daer van. Praghtige inhalinge. Aengenaem onthael. Blinde onnofelheyd der Indiaenen. Snorkerije der Monicken,, Het goede onthael betaelen fymetvodde- ryen. pag. 33 Onderwerpingeder Indianen, ende arro- gantie der Monicken. Vertreck van het oude Fera-Crus^ 's Lands overvloed. Komfte tèXalappadela Vera-Cruy. Inkomfte van den Biffchop daer van. Waer uyt den rijekdom der Stadt beftaed. pag. 39 CordeliersteXa/a^rf. ik Rijekdom van haer Kloofter. . ib. YdelheydvanhaerenGardia.en. ik Verdorventheydt der Gee£telijckein.w#«w= ««!► ib. Bflftbrifc INDEX. P: Befchrijvinge van de geloften der Fïanci- fcanen. ibid. Die van de Monicken niet onderhouden werden. ib. üytfteeckende .praght ende kleedinge van een Cordelier. pag. 40 Envan fijne Confraters, ib. De Monicken raecken aen het dobbelen, ib. Profanatie daer in gepleeght. ib. Alsoock befpottinge van hare geloften, ib. De Monicken fpeelen een donckertje over. pag. 41 . Waer door jaerlijcks foo veel Monicken na Indien gaen. Vertréck vanXalappd, Befchrijvinge van/rt Rinconadd. Middel om het waeter te koelen. Groote hitte des naghts. Meenightevan Muggen. Vertréck yan de Kinconada. » C A P. X. T^ Om&eteSeguradeUFrontera.pdg. 43 *■■*• Oorfaecke vandesfelfsbouwinge. ib. De Indiaenen offeren ende eeten twaelf Spaigniaerden. ib Corte\ traght dit te wreecken. ib. En vcrkrijght hulpevandievanT&tfw/irf». Hy treckt op tegens die van Tepeacae. pag. 44 Eyfchthaerop. ib. Haerantwoort. ib. Corte^ overwint die van Tépvacac. ib. Deoverige.gevenfighover. tb Straffe over de moord der 12. Spaigniaer- den. ib. Sdpotteszn&zChko-SApottes. pag. 45 Befchrijvingh daer van. ib. Bruyven. ib. Wijn te perffen is 'm^émericd verboden ende waerom. ib. Trouwe van die van Tlaxeallan aen de Spaigniaerden' die haer daer voor loo- öca, ft. C A P. XI. C\ Orfpronck van de naeme van Tlétc* ^r callan. pag. 46 Gelegentheyd vznTlaxcallan. ib, Straetendaerin. ib. Befchrijvinge daer van. ib. Xkütencatl was Opper-Bevelhebber over die van Tlaxcallan , als Ferdinand Corte^ ende deSpaigniaerden defelve overwon- nen , ende Maxixca was fijn Stede-hou- der, ende een van de Hopluydenyande vier Straeten. ib. Wonderby-geloof. pag. 47 Groote vande Provintie wznTlaxcallan. ib. Haere armoede. ib. Haere Handt-wercken ende goede ordre. ib. Desgrontsvrughtbaerheyd. pap. 48 Water-Godt. ib. Wijn-Godt. ib. 800. Menfchen jaerlijcks aeneenGodt^e- offert. ib, Chololla een groote Stadt. ib. Harde ftraf over diefte. ib, Kercken ende Capellen in Tlaxcallan. ï*g- 49 ib. ib. Viffchers voor het Kloofter. ^ilcalde Major , Sijne bediende. CAP, XII. p Uehla de los angelos. x Befchrijvinge daer vaa, Haere op-komft. Oude naem van die Stadt. DesBifTchops inkomen. Grooten toevloed van Inwoonders. Haere manufa&uren. Munte. Suycker-Molens. Guacocingo. Kinderen die aerdïgh danffen. Ydele befigheden der Monicken. Vryheden van die van Gu4C9Cing9 Waer door verkregen. M- t*g P«S- 50 ib. ib. 51 ib. ib. ib. ib. ib. ib. 52 ib. ib. Koude & I N D Kpude ophetgeberghtc. \pag. 53 XIII. ^\ P-toght van Corte\ tegens Mexico, ib. ^' Die van Mexico ftoppen den w egh. ib. Welcke de Spaigniaerden openen, pag. 54 Verfuym der Mexicanen. ib. Certe\ ondeckt het Leger der Mexioanen* En flaethetfelve. ib. Q.nahntepec. pag. 55 7<\cuco. • ib. Hoe die Stadt figh aen de Spaigniaerden o ver-gaf. ib. Cór/e^treckt daer binnen, ib. Belnwoondersvlughten. ib. Corte^ fteTt een Chriilen tot Koningh over Te\cuco. pag. 56 Sijne trouwe aen de Spaigniaerden. ib. De MwVrfHentrecken tegens defen Koningh • op. pag. 57 Corte^ begeeft fich tegens haer te velde. ib. Corte^ brenght fijne Roey-barquen te Te%- cuco. ib. Wiifeopdewelckefulcksgefchiedde. ib. Veele Indiaenen geven fich aendeSpaen- fcheover pag. 58 Corte\ bereyt fich tot het belegh van Mexi- ■ co. ib. Roey-barquen met Menfchen Vet geroet. ib. Getal van de Spaigniaerden die Mexico bele- gerden, pag. 59 Sy treckenteveld. ib. Haere verdeelinge. ib. torte^ begeeft fich op de Vloot. ib. Het welck hem door fijn Vokk werd ontra- den, ib. Doch haerenvaed doorhem veracht. ib. •Sijn redenen daer toe. ib. Hedendaeghfche Staet van Tt\cuxo. pag. 60 Cederbomen om' Teycuco. ib. lAlexkalcingo voortijdts een groote Stad. ib. Guetlacac een feer fchoon Dorp. pag. 6 1 KomfteteMew'co. ib. V" Oorfightigheyt der Geefrelijcken. #« Vermaeckelijckheden van het Huys St . Jacjmho. pag. 62 Onderfcheyd omtrent hetvoedfelin£Äre]74 en America. tb. Swackheyddesmaeghsin America, pag. 6$. Reden daer van. ib. Bedviegelijcke Menfchen in America. ib. Aerdigh fegghen van Coninginne Elifa- beth. ib. Situatie van Mexico. - pag. 64. CAP. XV. ~D Efchrijvinge van het Meer van Mexico, tb. -*-* Deflelfs oorfpronck. pag. 6 5 Soutdaeruytgemaeckt. . ib.: Brandende Bergh in Guatmtala. ib. Werme Baedenuytde natuere. Meenighvuldige aert-bevingenin America. pag. 66 SoutendefoetwaeterineenMeer. ; ib. Wreetheyd der Spaigniaerden over de In- dianen. ib m Het Meer van Mexico van de Stadt af-ghe- leydt. ik. CAP. XVI. f^ Efchrijvinge van het oude Mexico. pag. 67 ib. ib. ib. ib. pag. 6% ib. ib. ib. ib. ik ik. ih. *-* Paleys des Koninghs. Praghtigheydvanhetfelye Indiaenfche Bedden. Vrouwen daer in. Worden opgefloten. Ander Palleys. Vijvers voor Vogelen. Meenighte van defelye. Derde Paleys. Befchrijvinge daer van» Barbarifche Ouders. Roof-Vogelen. • Wildt Gedierte. Slangen, AgeduTen , 5cc» M m ra pag. 69 ik '.Met V INDEX. Met Menfchen bloed gevoeg . > Tempel onder de aerde. SijnSchatten. Magazijn des Conincks. Vergifcigh Geweer. Swaerdenvan Houdt ende Steen. "Wonderlijck Lijm. ib. ib. ib. P*g> 7° ib. ib. ib. Beelden van Bloemen ende Kruyden ge- maeckt. ' ib. Xandt-huyfen des Conincks. ib. Haeren toeftel. P*g. 7 1 Waranden met W.ildt. ib. Xijf-waght des Conincks. ib. Maght van het Rijcke van Mexico. ib. Waer toe de Grootenverplight waren, ib. Hoe des Coninghs Huyfen gebouwt ende onderhouden wierden. ib. Brant-hout voor het Paleys. ib. Drie'erley Straeten in Mexico. ib. Water-leydingetotdendranck. £*g. 72 C A P. XVII. NAems-oorfponck van de Stadt Mexi- co, ib. Oude naem van defelve. ib. , Waepen van Mexico. p*g. 73 Verfcheydene gevoelens over des naems oorfpronck. * ib. Het gemeene gevoelen daer over. ib. Optellinge van haere Coningen. ib. Edelmoedige daed van TlacaeïUc. ib. C AP. XVIII. , Jlyf Onte^uma gevangen en Vndpapoti ge- «* V1 ftxafr. p*g- 74 Strijd van 2 a 3 dagen. : ib. Mmtey»mi raeckt ellendigh aen fijn eyn- de. if>. Hiftorifche aenmerekinge. ib. Hfiahutimocwevd tot Coning gekofen.^rfg^ 5. De Spaenfche vlughten uyt Mexico, ib. Belegeren het wederom. ib. Brengen het in de uytterfte noof. ib. JHcrdneckigheydder Inwoonden ib. Defperaet voornemen & Groote ellende en honger in de Stadt. ib. Cone\ fommeert de Stadt voor het laetfte. pag.76 Gramfchap des Coningh. ib. Voornemen om te ftormen. tb. De Stadt beftormt, en ingenomen, pfig.77 De Coningh gevangen. ib, Verfoeckt gedood te worden. p*g. 78 Wert van Cone\ getrooft, en hy belaft de fijnehetGeweer nederteleggen. ib. Maght van Corte^. ib. Getal der dooden aen beyde de zijden. ib. Peftin de Stadt. ib. Stantvaftigheyd derlnwoonders. ib. *4merkanen eeten niet dan haere vyanden. . P'g-79 Kloeckmoedigheyt der Vrouwen. ib. Mexico wert geplondert, yerbrant, enwe- der herbouwt. ik, CÄP. XIX. BEfchrijvinge van de Merckt. 3^ Groot getal Yan Cattoas. p*g-%° Dorp-merckten. ih Verdeelinge van de Merckt van Mexico, ib, Waeren die daer op verhandelt wierden, ib» Kleederen van veeren. pag. 8 s Wondere konfte der Indiaenen om alles van veederen te maecken. ib* Haere groote geduerfaemheydendeuytne- mendegedult. ib. Konftige Gout-fmeden onder defelve. ib. Aerdige gegotene Wercken. p a g>%2 Vervolgh van deKoopmanfchappendie op de Merckt gebraght wierden. ih. Medicij n-konfte. ib. Apotheeckers. ib. Wonderli jeke Koopmanfchappen. Vremde fpijfe. p*g- f ? Caeao. &* Verftreckt voor fpijfe en geit. ib. De Coningh treckt geit van de Merckten. ib, Merckt-Meefters. »"*• Merckt- m Merckt-Reghters. ib. Handel door reuylmge gedreven. ib. Maeten. ib. Stralen voor die valfche maeten hadden. H' 8 T 4 Tempelen, ib. Op watwijfe gemaeckt. Befchrïjvinge des Tempels. 4b. ib. Altaren. ib. Capelle. Gebede-plaets der Priefterea. 1 pAg.Zï tb. Godt des Lughts. ib. Vervaerlijcke Poorte. ib. Huyfen der Priefteren. pag.%6 Magazijn. ib. Menfchen-Woed een vpet dick op de aerde beftalt. ib. Wijfe van Menfuien te offeren. ib. C A P. XX. D Es Tempels inkomen. 2000. Goden in Mexico, Koftelijcke Af-goden. Befchrijvinge daer van. Wonderlijck Af-goden Beeld. Gewijdtwaeter. Wonderlijck Schavot. Toorens van Doods-hoofden. Door het vyer verbrandt. Mexico werdt "herbouwt. M' % 7 t*z- ib. ib. 88 ib. ib. ih ,89 ib. C A P. XXI. VErdeelinge van Mexico. pag. 90 Voorreghten voor de op-bouwers, ib. Grootetoe-vloed vanlnwoonders. ib. Sterfte daer onder. **• Swaeren arbeydt. p*g- 9 1 Gifte des Coninghs van Spaigniea aenCor- tt\. **• HeerlijckPaleys. «&■ Damp des Meers. #• FlorifantenftaetvanMexict». ib. Seeckevheyt der Spaenfche te Mtxho.ptg. 9 2 Koophande 1 van Mexico, Munte te M««»„ Nieuw Mexico. Univerfiteyt. Onderfcheyd der InWOOnder** Armehovaerdye. Spoedige aengroeyinge van Mexico. Indiaenendoorde Spaenfche vernietigt, ib» ib. J«fr 94- ib. ib. ib.. ib. ib, ib. Woonplaetfe der Indiaenen. Getal der Indiaenen in Mexico , Manier van bouwen. Straten. Caroflen. Toeftel der Paerden. Netheyd der Straeten. Koftelijck Juweel. Praght en uytfteeckentheydt der Kercken- Cieraden. ib. Vryheyd der Vrouwen in het fpelen. tb. Geval daer door aen den Autheur bejegent. f*g. 96 Praght in klederen. ib. Overvloet van Juwelen. ib. Kleedinge der Negerinnen. ib* Is feer lightveerdigh. p*g. 97 Onkuysheyd van defelve. ib. Liefde tot deKercke ende de Kerckelijcke Perfoonen. Voorbeeldt daer van. *4lonfoCuellcY , fijnen rijekdom. Mildaedigheyd aen de Kercke. Onkuysheydt. Sijne geveynftheyd werd ontdeckt. pAg. 9 % a. ib, ib. ib. ib. Hoe Godtloofer Volde i'liberaelder aen d« Kercken. P*g- 99 Getal der Cloofters ende Kercken in Mexi- co, 'fc Haer praghtigh gebouwfel, en innerlijcke rijekdom. *»• Het leven der Religieufen. ib. Twift onderde Paters* Het Pakys in brandt geftoocken. ib. De voornaemfte der Stadt .tellen figh tuf- fchenbeyde. *•. Ä De Onder-Conlngh retireert in het Cloofter derFrancifcanen. patg. 1 1.5 Ordre van het Hof van Spaignien in defe faecke geftelt. ib. Straffe daer over geoeffent. ib. Af-keerigheydt de CrioUn tegens de fpaen- fche. ib. Sententie tegens Zala\äf. ib, 3 a4wevden gehangen. pag.rió, Politique ftraffe aen den Aertfch-BifTchop geoeffent. ib. BelooningevandenViceroy, ib. Politique aenmerekinge. ïh. BefchuldigevlughtenuythetPaleys» ib. R E G I S T ER, Van de aenmerckelijckfte faecken ende voor-vallen die in defe Reyse. verbaelt werden. IL B O E C. K. CA?. I. V Oor-nemen vanden Autheurom ge- heel America te befchrijven. pag. 117 Verdeelingevan^wéwc^ ' pag. 118 Verdeelinge van het Mexicaenfche Ameri- ca. ~ tb. EnvanhetPeruviaenfche. ïh. Humeur der Spaigniaevdem ib. Provinciën in het Peruviaenfche^>)tt) , icih Ï32 ib. ib. f\ 133' ib. ib, m BEfchrijvinge van het Peruviaenfche ^ merica. j>rfg.ï34 Verdeelinge daer van. Tem. Rijckdom daer van. *• Mijnen van Totofi. VrughtbaerhcydvanPerw. ƒ*£■ Lima. ib. ik ib. ib. 133 Mis-flaghder Hollanders oratret het C*U*» C ih. Rijckom van Chili. f dg. Kloeckmoedigheyd derlnwoOiiders. Gierigheyd van Valdivid. Is oorfaecke van fijn ellendige dood. Befchrijvinge van Caftillod'Oro. pdg, Uombre de Dios ende Torto-Bello. Braeve Aaien van E ranc-ois Draeck. pag» ij* En vznOxenbdm. &• Barbarifche Indiaenen willen. Cch onder de Spaenfche begeven. HaerCieraet. pdg. Nieuw ~4ndalu(id. Nieuw Grenada. * Befchrijvinge daer van. Cartbagena. Befchrijvinge daer van» tAhmd&i. f*Z> Sdttfta Martbd. ■"¥% Venezuela, cc. ib. ib. ib. ib. ib. ib. 140 ih. ih. pdg.U* ih. pag. 142 ib. ib. C A P. V. EYlanden van ^étnericd. Befchrijvinge van Margdrhd. Groote meenighte van Peerlen. Maniere om defelve te vhTchen. Handel daer mede gedreven. Rencontre tuffchen de Engelfche ende Hol landers falveert de Spaenfche Peerl Vanghft. Befchrijvinge Van Jdmaicd* Spaenfche wreetheyd. Befchrijvinge van Cubd. Sijnevrughtbaerheyd. Aert vanhet Verekens- vleefch in Cubd Befchrijvinge van de Havdna. Sterckte van de Haven daer af. De Hollanders nemen de filvereVloote,/% Regeeringe van Guaxac*. ib. Overvloetvanvleefch. ib. Schoone Peerden, En Confitueren. ib. Schoone Kercke der Jacobijnen in 'Guaxa- **• ik Chocolate en^tt olla, ib. Hoe de ^4tolU gemaeckt werdt. ib. Waerinden rijkdom van Guaxata beftaet. pag. 1 59 Sloffigheyd ende fecuriteyt der Spaigniaer- den. fo t Schoone gelegentheyd ende overvloed van leef-toght in Guaxaca. ib, Haet van de Criolen tegensde Spaenfchc.#. Aenmerckelijck Voorbeeldt daer van. L AlleReligieufenin^wer/Vrfverbreeckenha re gelofte van armoede. pa%. 160 CAP. IX. \7 Ef treek van Guaxaca na Chiapa,pag. x6i. Charitative ordre wegens het onder- hout der arme Reyfende Monicken-ende andere Religieufën.. ib. Proeven daer van te ^fnteqttera. pag. r6z Wert in de kleyne Vlecken niet onderhou» den. fa Nixapa. j[, p Rijcke Monicken aldaer, ik Vrught- IN D E X. yrughtbaerbeyt vandie Plaetfe, ' ih. ^quatuho en Capdita., t pag. 163 Sandias. ■ '. ; [] ih. Tecoantepeque. ih. Gelegentheyt daer van. ih. Havenen op de Zuyd-Zee, ih. Overvloedige Vifkheïye, ih, Woeftijne. ih. Kracht des wints. • [-,. pag.,16^ Wilde Paerden. ' ih. Den Autheur dvvaelt in de Woeftijne van fijn Gefelfcha ik Envint fichgenootfaecktdaerintevernagh- ten. ih. Vremt gerughte aidaer gehoort. pag. 16$ Des Autheurs vreefe däer over. " ih. Verdwijnt mer het gerughte. ih. Den Autbeur komt by .een feecker Iridiaen ■, * die hem te reght helpt. ' pag. 166 En eyndelijckby fijne Gefellen. ih. Oorfaecke van het gerughte door den Au- • theurgehoort. N ib. Gevaerlijcke paffagie. pag. 167 Kraght deswints. ; ih. Deliberatie wegens het nemen van den wegh. ', ib. Befluyt daer over. ib.- Goet onthael te Sandtvbtqiit.. ib. C A P. X. £4g. 168 ib. K omfc teTanatepeqite. Groote meenighte OfTen. En allerhande leef-toght. pag. 167. Beieeftheydvandé Inwoonders. ib. Hooghte van het Geberghte. ib. Maquilapa. ib. Syvertrecken aen het Geberghte. ib. Vemagtendaerop. pag. 168 Trecken verder. ib. Werden door de wint wederhouden. ib. Eabul van de Ffcllet. ih. Vemaghten voor de tweede reyfe op het Geberghte. ih. Groote hongers-noor. pag. 169 Vernaghten aidaer voor de derde reyfe. iè. Een van haer gaet den Weghontdecken. ib.-. Si jn' rapport, pag. 17a Slaepgo voor de, vierde reyfe op het Ge- berghte. • •■>... tb, Syvertrecken eyndelijckopwaerts, ih. Komen aen Maquilapa. ih. Befchrijvinge daer van. ib. Gevaerlijcke PafTagie. _ ih. Ghemackehjck middel om die te m'i'den. pag. 171 Swackheyd door ongemack verweckt, ib. C A P. XI. f^ Omfte in het Indiaenfche ChUpä. pag. '" 17 z Goet onthael aidaer. ib.. Ontmoetingh van Tedro Boralho. ih. Die Teer werontfangen was. ih* Vertreck van Chiapa. pag; Yj% St.Chriftoffel. ' »w Sy komen by den Provinciael die haer wel onthaeld. ih» En daer nae braef door-neemt. -' ih. Dat haer feerontftelt. ' 'pag. 174 Doch den Autheur fchëpt moet. ib. Die door de Gefelle van den Provinciael wertvermeerdert, haer redenen vanhet doen van den Provinciael gevende, pag. 175 Den Provinciael raeckt met haer aen het fpeelen. pag.jy6 Welcke fy het fpel af- winnen en daer door aengenomen werden. ih. Sulcks werdh'aernaerder verfeeckert. ih. Waerdoor fy Godt loven. pag. 177 Enfïghdaer naer verheugen. ib, C A P. XII. C Traecken weder aen het fpeelen met den ^ Provinciael. ib. Bedingh van het fpel. pag.vjt Syalle verliefenhaerevrvheyd. ih. Lift van den Provinciael om haer te flaen endetefalven. • ih. Bereytfelentot het vertreck. #• ~ Ver-' INDEX. Vertreck van St. ChrlftofFel. ib. Komfte in het gefighte van St. Vhilippt. ib. JBuytenhet wekkefy van den Prieur werden ingehaelt. pag, 179 Enfeerminfaemontfangen. C A P. XIII. O Raghtige intrede in het Dorpfelve. pag. X 180 Goet onthael met Apen-munte betaelt. ib. Koftelijck ontbijt. ib. Ongeruftheyd in onfe vlughtelingen door het feggen van den Prieur. f>ag. m Tournoy-fpel. ' ib. Vertreck van 5/. Thilippo. ib. Dat praghtigh is. ib. De ordre van den Provinciael , nopende onfe Reyfigers. pag. 182 Door dewelcke fy opgefloten endete wae- ter ende te brood verwefen worden, tb. Doch alleen uyt Politie. ib. Komfte in het Cot\\ entte Chiapa. pag. 183 Beginfel vandepcenitentie. ib. Door den Autheurvrolijck over gebraght.iè. Een aerdigh voorval tuflchen den Autheur ende een Criool. ib. Gemackelijckegevanckenifle. pag. 184 Werden daer uyt ontflagen ende verdeelt.i&. Den Autheur wert Profeflor te Guatimala. ib. En by provifie Meefter in de Latijnfche Tae- le te Cbiapa. pag. 1 8 5 Waer door hy feer gefien ende bemint wert. ib. C A P. XIV. BEfchrijvinge van het Landt ende Provin- tie van Cbiapa. pag. 1 8 6 Gelegentheytdaer.af. ib. Overvloeit van Cochenille. ib. Hooft- geit in Cbiapa. ib. Verdeelinge daer van. pag. 187 Koudt Climaet in Cbiapa en herteinde Va- leyen. ib. Capanabafila, ib. iTfinintenango. &. OvervloctvanCatoen. ib. En van Vifch , Vleefch, &C.' pag. 188 Schaersheyt van geit. ib. Schaededoor deCrocodillen. ib. Begerigheyd der Jefuiten Vertoont, ib. Kaerigheyd van die van CAzVt^tf. ib. HaerKoop-handel. pag.\%$ Merckt. ib. Frugaliteyt van de Inwoonders, ib. Dertele Religieufen. ib. Plompen Adel. ib. C A P. XV. C Eer naeuwkeurige Conferentie tuflehea Jr den Autheur, en een CrioÜfchEdelmaa van de StadtvanCW.^rf. pag. 190 Criolifche frugaliteyt. ib. En arme hovaerdye ende ydelheydt. ih. Harehanteringe. pag. 191 Haere laf hertigheyd ende kleyne genegent- heyd tot het reyfen en tot de wapenen, ib» Maght des Gouverneurs. ib. Onreghtvaerdigh goet bedijdt niet. ib. C AP. XVI. f NkomendesBiflchopsvanCj&J^. /xtg.192 * Waer in het beftaet._ ib. Sotternyederlndiaenen. ib. Den Autheur doet met denBuTchopdevifö- te ten platten Lande. ib. Humeur vanden Biffchop. pag. 193. Misbruyck van de Chocolate door de Vrou- wen ib. Ordre desBiiïchop daer tegens. ib. Verbittert de Vrouwen. ik. OnverfettelijckheyddesBiffchops. pag. 594. Herdneckigheyd der Vrouwen. ib. Op-loop daer uyt ontftaen. ib. De Vrouwenden in de Kloofter-Kercken. a. En verla eten die eyndelijck oock, ib. DeBiflchopwerdfieck. ib, Hyfterft. ib. Nna Sufpi- INDEX. i Sufpitle wegens fijne doodt. pag.igS XigWtveerdigheyt van de Vrouwen van Cbia- pz. »*• Rencontre van den Autheur met een van de- felve. ü>> C A P. XVII. 13 Efchrij vinge vanhetlndiaenfche Chiapa. XJ pag- 196 Me en ighte van Adel daer in. ib. Moedigheydt van een Indiaenfch Gouver- neur. ' pag. 197 Bequaemheyd van de IndiaenenvanCtó*/xt in waeter-vertooningen. ib. Andere bequaemheden der Indiaenen. ib. Onvoorfightigheyt der Spaenfche. ib, Comediendoor de Indianen vertoont ib. Rijckdom der Stadt . ib. Overvloetvanleeftoght. j ib. Groote hette te Chiapa. pag. 198 Koele avont-ftonden. ib. Jttgenios. ib- MuylenenPaerden. ib. Gebreck van Tarwe, ib. Handel met Bifcuyt ende overvloet van Ca- *oen. ib. C A P. XVIII. D Efchrijvinge van de Provincie van de Zo- *M ques. pdg. 199 Haere fwackheyd ende de vreefe der Spaen- fche. ib. SlofEgheydt der Engelfche ende Hollan- ders, ib. Meenighte van Zijde en Cochenille. ib. Handel daer mede gedreven. pag. 200 Aertvandelnwoonders. ib. Overvloet van leef-toght. ib. Befchrij vinge van de Zeldales. ib. "Wilde Indianen. ib. Cacao ende ^cbiotte. ib yrughtbaerheyt van de Zeldahs, ib GelegentheydvanOMc/ag^ pag. *st Voornemen van den Autheur om de Cho- lateendede^o//*tebefchriJYen. ib. R pag. C A P. XIX. Edenen die den Autheur bewegen de Chocolate te befchrij ven. pag. 20 2 ib. 203 ib. ib. ib. ib. pag. 20 5 ih ib. ib. Naems-oorfpronck Definitie. Befchrij vinge van de vrught Cacao, Boter van de Cacao gemaeckt. Hoedanigheden van defelve. Galenus by gebraght. Sotheyd der Spaenfche Vrouwen. Tederheydvan deOtwojBoomen Hoe de vrught groeyt. Istweederley. Maeniere om de Chocolate te maecken. ib. Chocolate van ^intonio Colmenero. pag< 206 HoedaenigheytvandeCaneel. ib. Va n d e ^chiotte. ib. Hoediebereytwert. ib. Bainilla. pag. 207 Hoedaenigheyt van de Chocolate, ib. Hoe die gemaeckt wert. ib. Maniere om die te drincken* pag. 208 Tweede maniere. ib. Derde maniere. ib. Vierde maniere. f rfg. 209 Schaedelijckheyt daer van. tb* Swackheyt der maege in Indien. tb. Oorfaeckën van de verftoppinge door de ; Chocolate verweckt. pag. 210 Vetheyt door de Chocolate verweckt. ib.. Middel om de Chocolate in Engelandt te hebben. ib. Onkunde der Engelfche ende Hollanders. pag. 211 Handel met de Cacao gedreven. ib. Befchrij vinge van de ^tolla, ib. Hoe die verkoght wort. ib.. Gebruyck daer van. - ib. CAP. r*\ En Autheur wert op fijn vertreck van *~* Chiapa door fijne Vrinden befchono ken. pag. z 1 2 Vertreck uyt CWrfjtf endekomftete Theopix- ca. pag.zis Ontmoetingevan eenFranfch Prieur. ih. Die hem veel eer en vrientfchap dóet. ih. Komfte ende verblijf te Comitlan. pag. 214- Dertelheyt der Indianen. ih. Komfte te I^K*»jrrw<»»g-*£. 283 Hoe het onder haer by erffenirTe ende ver- fterftoegaet. ib. Hoe fy haere Huyfen timmeren ende dec- ken. ib. C A P. IX.. TLT Et eeten ende de fpijfe der Indianen be- •*■ ftaet meeft in boontjens, en werdt verhaelt hoe fy defelve bereyden ende nut- tigen, pag. 284 Tortilles een foorte van koeckjens en hoe die bereyt werden. ib- Hoe fy de Mai\ groen eeten. pag. 28$ Gepelde-gerftvan Mai%. ' ib. Tajjaios wat die zijn , en de maniere om die te maecken. ib. Handel daer mede gedreven brenght groot profijt aen. ib, Spijfevande rijeke Indiaenen. ib. Hoe fy Daflen vangen om te eeten. ib. Egels tot fpijfe gebruyekt. pag. 286* Niet alleen van Indianen , maer oock van de Spaigniaerden. ib. Difpuyt onder de Theologanten of die vleefchofvifchzijn. ib. Befchrijvinge van de Agedis Igndna. pag. 287 Indianen beminnen den dranck. ib» C A P. X, JJ Oe armelijck ende ellendigh de India- t> Efchrijvinge van den Indiaenfche dranck -'- gekleedt gaen. pag. LJ Chka, maniere om die te bereyden, nen gemeenlijck gekleedt gaen. pag 280 Baer bedde is haere kleedinge. ib. Vuyle ingrediënten die daer in komen , tot een leyendige Padde incluys , ende fchae- de- INDEX. delijckeuytwerckfelen daer van. pag. 288 Den Autheur doet te Mixco eenige potten met gemeken dranck aen ftucken flaen , ende wertfieck van den ftanck. pag. 289 Het is de Spaenfche verboden wijn inde Dorpen der Indiaenen te verkopen , maer die doen het doch evenwel. ib. DeSpaigniaerdenmisbruyckendegenegent- heyd der Indianen tot den dranck. ib. Hiftorie van Juan Ramos ende fijn Rijckdom door onreghtvaerdigheydt verkreghen. pag. 290 Een merckelijck exempel daer van, En van de onreghtvaerdigheyd des Hof van Gua- timalct. ib. Spaenfche Godtloosheyd. ib. C A P. XI. J7 Orme van haere Borgerlijckc Regerin- *~ ge. pag. 291 Getal der Regenten. ib. Indiaenfche Gouverneurs. ib. Hoe en wanneer de Wetverfetwert. ib. Hoe de Reeckeninghen werden op-geno- men. ;-. po-g' 292 Griffiers ïède Dorpen. ib. Haer inkten. ib. Gouverneurs hoe lange die regeren. ib. Maght ende pouvoir van de Indiaenfche Ma- giftraet. ib- W elckf de Spaisrnlerden ontwaflTen zijn. ib. Voorbeeld daer van. ib. Grootf onreghtvaerdigheydt ofte onkunde V.' der Spaenfche Reghters. pag. 293 'Hoe cle criminele reghts-pleginge onderde ' * Indianen geoeffent wort. ib. Appel van den Reghter aen denPriefter. ib. "Maght des Priefters in criminele faecken. ib. Vremt gevoelen der Indiaenen omtrent haere Priefters. pag. 294 Vremt voorval hier uyt fpruytende den Au- theur te M/xco over-komen. ib. C A P. XII. A Llerhande flagh van hand- vereken oft- *■ der de Indiaenen geoefFentfoo wel als onder de Spaenfche. pag. 29 5 Voorbeeldt van haere konft in het metfe- len. ib. Schoon Kloofter door haer te ^matitlangc- maeckt, pag. 296 Haere genegentheyd tot het Schilderen, tb. Haer Schooien. tb. SangersendeMuficanten. ib. HaerOpper-hooftdenFifcael. tb, SijnAmpt. ib. Sijnpraghten aenfien. ib. Exemptie van alle die aen de Kercke depen- deren. ? a g' z 97 Waer toe die weder verbonden zijn. ib. Hoe den Priefter in fijn Huys werdt ghe- dient. #• Sijne Kocks. ib. Sijne Chabals, Bouteilliers ofteTafel-dien- ders. ib. Sijne Jongens en haer werek. ib. Oude Wijven wekke fijne backftersonder- wijfen. ib* Sijne Hoveniers ofte Tuyn- lieden ende Stal- kneghten. ib. Sacrifteynen ende hare bedieninge. päg. 29S Major-Domos ofte Bedellen van de Gebroe- derfchappen ende haer Ampt, ib. Sijne VilTchers. ib. Wat inkomen den Priefter boven dit alle heeft. - ib. Befluyt des Capittels. ib. C A P. XIII. f~* Ommandeurs wat die zijn. pig. 2^8 V-' Schattinghe die de Indiaenen haer ge- ven, ib. Waer mede fy die betaelen. ib. Rigueur met dewelcke die werdt ingevor- dert. ib. Hoe die vergadert wert, päg. 500 Barrn- ïarmbertigheyd der Spaenfche omtrent de ib. ib. Indianen. YryDorpent f tg. 10 i tb. ib. j^' Äturel derlndianen. * ^ Haere groote getrouwheyd Haere ftilfwi jgentheyd. Haer refpedi voor den Priefter. Overvloede van expreflien in haere Ie. . ib. Haere groote welfpreeckentheyd. ib. Defwackheydvanhaergelove. ib. Haere Af-goderye ende by-geloovigheydt. ib. Toverye gaet by^haer in fwangh. ib. Sy wetden in wilde Beeften getransfor- meert. Vre'mt by-^eloof der Indianen omtrent de Heyligen maeckt haer yverigh in het Roomfch Geloof. ib. Oorfpronck van de Schilderyen in dejndi- aenfcheKercken. pag. 303 Groot profijt ende voordeel des Priefters van defe dingen, ib. Goddelofe aperye van de Prieftershier om- trent gefpeelt. ib. Indianen in de Af-goderye ftïj ven. ptg. 304 Groote blintheyd der arme Indianen. ib. Wert door de Priefters vermeerdert. ib. Offerhanden door de Indianen a en de Beel- den gedaen. pag. 305 Voordeel dat de Priefters van de Wafch- keerflentrecken. ib. GodtlofegierigheydderReligieufen. . ib. Onwetenheydt der Indiaenen indeverbor- gentheden des Geloofs. ib. Eenfeer aerdigh doch erbarmens waerdigh voorbeeld daer van. pag. 306 Een gruweli jek ftaeltje van de goddelofe lee- re endedegierigheydder Spaenfche Prie- fters. pag. 307 2>loch foo een ftaeltje, ib. r\Evotie ende mildaedigheyd der India? *-^ nenindegoedeweecke. f>ag.io% BufTen om het geit voordeaf-geftorvenete ontfangen. ib. Noch een ftaeltje van de gierigheydt ende godtloosheyt der Kerckelijcken. ib. Groote eenvoudigheyd van een Indiaen./wg. Op aller zielen dagh werd feerr ijckelijck ge- geven, ib. Wonder apen-fpel opdenKers-daghaenge- reght. ib. Lockt veele Indianen in de Kercke. ib. Doch al tot profijt des Priefters. ib. Noch een ftaeltje van de godtlofe gierigheyd derKerckelijcke. p*g-3i& Hoe dit aea de particuliere wert te werek geftelt. ib. HoeaeneenGebroederfchap. ib. Comedie van drie Koningen-dagn. tb. En op Vrouwlight-mifTe. ib. Godts-lafteringhe op Pinxteren gepleeght. pag. 3 1 t Geftrengheyd der Indianen in het difcipline- ren. #. CAP, XVI r*^ E Indianen fijn niet alleen ten proyè aea ■*-'' de Geeftelijcke , maer generalijck aen alle de Spaigniaerden, welcke haer groot ende kleyn door onnutte laften uyt put- ten. j>ag.3iz Voorbeeld daer van. ib. De Ouders moeten Schattïnge betalen voer haere huwbaere Kinderen die fy noch niet hebben uyt getrouwt. /<*S'3i3. De Spaigniaerden fchrijven de Indiaenen Ja- ren Voor, op dewelcke fy trouwen moe- ten, ib. En dwingen haer fomtijdrs het felve op de twaelfendederrhien Jaertedoen. ib. Voorbeeld daer van. ib. O 00 Ei| * INDEX. £n van de Tyrannye daer omtremt van de Spaigniaerden gepleeghr. pag. 3 14 C A P. XVIL VRolijck ende luftigh humeur derlndia- nen. ib. Hoe fy hun tot het danfTen bereyden ende daerin onderwefen worden. pag. 3 1 5 Hoe fy den daghvandePatroonen van hare Dorpen vieren. . ib. Dat met danfTen, fuypen endefwelgentoe- gaet. ib. loncomin, een maniere van danfTen. ib. Hoe die seoeffent ende in het werek wert ee- ftelt. ö ib. Haere oppronckingen daerin. tb. Tapamba^ , feecker Indiaenfch fpeeï-tuygh , en hoemen op het felve fpeeld. päg. 3 1 6 Tweede wijfe van danfTen. p^-3^7 Hoedieinfijnwerckgaet. ib. Onderfcheyt tufTchen defe twee eerfte foor- ten van danfTen. ib. Haere derde maniere van danfTen. tb. Tragedien onder het danfTen vertoont. p dg. 318 Wonder by-geloof ende Superftitie der In- dianen, ib. UefluytdesCapittels. ^*g- 3 1 9 C A P. XVIII. DEn Authcur wil nae fijn Vaderlant. ib. Verfoeckt hier toe verlof van denPro- vinciael ende den Prefident, die het beyde weygeren. ib. Hy neemt voor op het platte landt te gaen woonen om delndiaenfche Taeletelee- ren ende geit te winnen. . pag. 320 Den Autheur fchrijft nae Spaignien om fijne ontflaeginge. ib. Hy laet flch bewegen om in het gefelfchap van feeckeren Moran eennieuw Landt te gaendoor-reyfen. tb. Sijne loffelijck ooghmerek hierin.' ib. Vertreck uyt Guaümala. " \ ib. Komfte te Coè*»» jb. Vertreck van daer. pgg, j2< Moeyelijcke wegen. tf« Sy fien Huyfen ende bebouwt Landt. tB>, En komen byMenfchen. ib. Sy trecken vorder en komen weder by ande- re Indianen. ib. Den Autheur ende meer andere werden fieck. pag. 323 € A P. XIX. O Y fetten den marfch weder voort. ib, *$ Veele werden fieck. pag. 3 2 j Den Autheur heeft berouw v«n de Reyfe. ik. Befchrijvinge van de Jfamacj. ib. Syontdeckendenvyand. ib. Die haer kloeckmoedelijckaenvalt. ib, Den Autheur hier oveï in groote vreefe zijn- de wert door Moran getrooft. - ib. Eynde van het geveght, getal der dooden» &c. ^.324 Muyterye der Spaenfche Soldaten. ib. Waeruytdieontftaet. tb. Kloecke refolutie der Indianen. ib. Verfcheyde voornemens der Spaenfche Sol- daeten. ib. Tweede attaque der Indianen. ib. De Spaenfche refolveren te rugge te trecken, maeckende alvoorens een accoord met de Indiaenen. P a g-S^.$ Spaenfche trecken te rugge. ib» Nemen eenige Kinderen mede. ib. Dwaefch voornemen van Moran. ib, Tegens het welcke fich den Autheur ftelt. ib. Doch te vergeefs. ib, Vertreck van Coban nae de Golf. tb. Envandaer^naeTrwx/7/o. ib. Komfte aldaer ende fwackheytderPlaetfe. pag. 326 Armoede van Cmayagua. ib. Befchri jvinge van de Caffavt. ib. Gratias a Dios een goede Valeye. ib. Goedhertige Indiaenenin Comayagtüt. ib. Komfte te Guatiruala daer (y met groote vreughde en eere werden onsfangen, ib. Ydel Ydelheyd van Mwä*. ^ i 2? Den Autheur fcheyt van M«vi»af. ' ' #. C A P. AA Otiven die den Autheur bewegen om 1VJ delndiaenfcheTaeleophetLandtte gaenleeren. pag. 329 Hy verfoeckt fulcks aen den- Provinciael die het hem toeflaet. pag. 330 Hy vertreckt van Guatïmala ende komt te Te- Jaloufie tuflchen de oude ende nieuwe Reli- gieufen. & Den Autheur wert feer wel in de Indiaen- fche Taele onderright en neemt wacker aen. & Hy begint daer in te P vedicken. pag. 3 3 1 En wert volmaeckt in die Taele. ih. Hy wert Paftoor van Mixco ende Vinola* iè. Op wat voorwaerden de Priefters op deDor- pen werden gefonden. ih. Rijckdom ende dertelheydvandeReligieu- fen in Tcru. pag. 3 3 2 Onderfcheyt tuflchen de Religieufen van Pewende van Mexico. ih. Befchrijvinge van het inkomen desPriefters va/i Mixco endcTinola, welck den Autheur feer klaerlijck naeckt ende kort voorftelt, waer uyt men kan befpeuren hoe rijeke- li jek , weeligh ende dertel fy aldaer , even als hier de Princen endeVorftenkonnen leven. ih. Den Autheur treckt meer dan fes duyfent guldens jaerlijcks van twee Dorpen, pag. 334- Hy informeert fichophetgeenehydaer-van moefte uyt-keeren. ih. Ende accordeert op elf honderdt ende vijf ende twintigh guldens. pag. 335 Hy koopt een Muyl-efel. * ih. Hy fchrijft nae Spaignien om fijne verlollïn- ge, maerkrijghtfoberentrooft. ih. Hier op foeckthyheymelijckdoortegaen, dat mede niet lucken wil. pag.336 Hy geeft fichoYeraendé Goddelijckevoor- fienigheyd. % Sprinck-haenen. ft Haere gedaente en meenighte. ih} Grootefchaededoorhaergedaen. vb\ Menfchen ende Beeften lijden door haer feer groot ongemack. ih. Sy bederven de Indigo , Suycker ende Tar- „ we \. il. Remedien tegens defe plaeghe aengewent. peg. 337 Waer door fy eyndeiijck verdreven wor- den, fa Defe plaege was niemant voordeeligh dan dePriefters. fc Doch door Superftitieufe en godtlofemid*- delen. ft m Blind by-geloofderSpaenfche. ihi T«éertfc//oeenPeftilentialekoortfe. /wg. 338 Gevaerlijcke uytwerekingen daer van. ih. Die den Autheur door G O D T S hulp ont- gas ih. Getal der dooden daervan in Mixco ende Pi- nola die den Autheur duyfent guldens doen winnen. fc Middel aengewent om aen de Schattingè door de fterfte nietteverliefen. th. Ongemenen fwaeren regen ende fchricke- lij eken donder. p a g. 539 Droevige gevolgen daer van. '* ih. Groot gevaer des Autheurs uyt het welcke hemGODTgenaedelijckred. ih. Voordeel uyt het onweder getrocken. ih. Truxillo in ¥eru door Aert-bevingeveifoncl ken. jjgg m 3 +s De fchaede die defelve in Gttatmala deedt Eedijdt tot profijt des Autheurs. ih. :hrijvinge van de Aert-bevingenvan^- tnerica. ih, Seer groot geyaer des Autheurs door Aert- bevïnge. ih, Naems-oorfpronckvanhetrDorpPïWd^an- ders in de Indiaenfche Taele Tancac ge- na emt. pag. 341 Befchrijvinge vanhet Ongedierte Nigua ende . fijn gevaerlijcke effeclen. ih. O 00 z Mid- INDEX. Middelen om die te ontgaen, pag. 342 Delndiaenen fijn daer vry van. ih. Den Autheur raeckt door een Nigua in groot gevaer. ih. Hy betraght in dit fijnwerckGODESeer M' 343 Sijn goedt voornemen omtrent de Indiae- nen. ih. Ende fijne liefde ende genegentheydt tot haer. ih. Seecker Indiaen wert door fijn Meefterfeer mishandelt. ih. Den Autbeur doet den Spaigniaert ftraf- fen. . ih. Hy raeckt daer door in lijfs-gevaer. pag. 344 Doch doet daer over weder ftraffe oefFenen. ih. CA F. XX I, Hiftorie van dè Toveraerfter Marihd de Carillo. pag. 346 Sy wert feer door dè Indiaenen gevreeft. ih. Den Autheur nevens een Officier van de In- quifitie beleght informatientegens haer. P a g- 347 Spreeckt met haer daer fëlfs over. ih. Weygert haer de Communie. pdg. 348 Sy neemt daer wraecke over op haer ge- fchencken. ih. Traght het oock aen fijn Perfoon te doen. pag. 349 Doch te vergeefs. pag. 350 Sydreyght hem op een nieuw, ih. Dochfy werdt gevangen ende fterft inhegh- tenis. ih* Hiftorie van den Toveraer Judn GöHytles. ih. Hy wert in de gedaente van een Leeuw ge- quetft. ih. Informatien hier overgenomen, endèexa- minatiendaeropgedaen. p*g- 35* Hiftorie van Jtutn Gome-%. ih. Hy werdt fchielijck fieck ende ontbiet den Äutheur. ih. Hy fpreeckt fijne bieghte» ih. Endefterfu. ' Jft>$$2 Sijn levea wert aen den Autheur ont- deckt. ijt. Juan Gome% ende Sebafliano Lope\ veghten ia de gedaente van een Leeuw en Tyger met malkanderen. pdg. i Si Lope\ raeckt daer over in heghtenis. ' ih. De Indiaenen foecken de faecke te verfuf- fen.. • ih Doch andere brengen het aen dën dagh. ƒ><*&> 355 Het li j ck va n Gome^ wert gefch ouwt. - ih. Informatien tegens Lope\ beleght', dienae Guatimak wert gefonden ende aldaer op- gehangen. ■ #*; Hiftorie van de Fuenteste Mixed. päg. j 56 Haere Af-goderye komt aen dendagh. ih. Verkeerde vreefe van een Indiaen. pdg. 3 57 Den Autheur traght die wegh tenemen. ih. En doet den Indiaen aenklappen. ih Precautie des Autheurs. pag> 3 58 Sijne dreyginge aen den Indiaen. ih. Met dewelcke hy onfightelijck handelt, ih Hy berey t fïgh tot de Reyfe. ih. Den Autheur gaet den Af-godt met feer groote voorfightigheyd ende circumfpe- ftieop-foecken. * ih Hy vernaght met fijn gefelfchap inhetBofch. pag. 3 59 Sy vangen haere tweede onderfoeckinge aen. ih, Sygeraecken ophetfpooiv ih, Sien de Speloncke. pag. 3 60 Sy vinden den Af-godt. ih Befchrijvinge daer van» ih. Sy nemen hem mede. tb. Den Autheur doet alle de Spaigniäerden ende de Negers tegens den volgenden Sondagh te Kercke nooden. pdg. 361 Den Autheur brenght den Af-godt aen fijn Huys. ih. Ende Sondaghs daernae op den Predick- ftoel. ih HetVolck koomtinfeer groote meenighte te Kercke. pdg. 362 Pr ecautién van den Autheur, ih* Sijne INDE X. SijneP redïcatie. il. jHy ftelt den Af-godt op den Predick-ftoel aen het Volek voor. il. Hy daeght hem ende de Duy vel uyt. pag. 36 3 Hy vermaent de Indiaenentoteenwaerag- tigh Geloove in G O D T. ih. Hy doet den Af-god aen ftucken hacken ende verbranden. il. Hy maeckt fulcks te GMtimtU bekent, pag. . • 364 Hywert van daer bedanckt. ih. En krijght inftru&ie om fich nae te regule- ren» - il~ Stelt den raet die hy krijght te werck. il. De Af-goden-dienaers fijnobftinaet. ih. Haere redenen, ih. De Af-goden-dïenaers leggen den^Aütheur laegen. pag. 365 Beftormen fijn flaep-kamer. 'ih~. Hy voorfiet fich ende doet haerwaerfchou- wen. pag. 366 Sy komen voor de tweede reyfe weder. il. Een van haer wort gequetft. il. Sy leggen hem andere laegen*. >.[.$* Brengen hem daer door in groot gevaer. il. Den Autheur bemerckt haere lagen. pag. .3 67 Sy quetfen hem met een mes aen de handt.il. En werpen hem ter aerde ,. van waer hy weder op-ftaet. il. Hy wert uy t het gevaer ge,red. il. Een van de geweldenaers werdtgevangem "/wg.a.68 Den Autheur beleght informatien wegens dit voorval. il. Sord;e van de Spaigniaerden voor denAu- theurgedragen. il. Sy bewaeïen hem den volgenden naght. jag-369 SettenwaghtaenhetGevängen-huys. ,il. "Verder precautien door haer in het werck geftelt. il. Sy kloppen de ^ilcaldes op. il. Die met haer de Indianen gaen foecken. ih. Sy_ nemen de gedaghte Indiaenen gevangen, pag. 170 Haer boos voornemen wert ontdeckt. ih Men fluy t haer in het gevangen-huy s. il. Sbrge van den Prefident voor den Autheur gedragen. tf,., Sj wevden.nac Guatintataoeyoert.. il. Sy werden in de gevanckenifTe gebraght ende daer naegeftraft. jl. Haer groot berouw ende leetwefen. il. Wert door den Autheur voor goetgekeurt ende opreght te fijn bevonden, pag. 371 BefluytdesCapittels, ' ifa CA P_ XXII. TTYE Autheur krijght permiflïe van fijnere "T Generael om nae Engeland te keeren, pag. 372: Hy maeckt fuIcksdenProvinciael bekent. iK Die hem niettoe-laette vertrecken, maer door weldaeden hem traght te houden.. P*g. 373 Redenen die den Autheur bewegen om te blijven- ih. Den Autheur wert Vicaris van het Dorp ende Clooftervan.^0fctt/7/<*a. #„ St. Chrifto-fFel van ~4matitlan ofte Talin- ha. fa Bèfchrijvinge van het Dorp feïve. pag. 374 Schoonegeconfijte^jMfM/Tè». j& Steenen door een Vulcanus uytgewor- pen. ih. Pampichi een kleyn Dorp. ih'. Naems-oorfpronck. pag. 37 5, Den Autheur doet weder féergrooteinftan* tienomontflaegen te werden. il'.. Antwoord vandenProvinciael.. ih; Replijck van den Autheur. il\. Die figh evenwel genootfaeckt fiet te blij- den. /•"'- iïi CAP. XXI IL T^\En Autheur neemt voor in de fb'Itete *" > ^ vertrecken. pag. .376 Hy Yerfoeckt van fijn Vicaris-ampt ontfla- Oooj, geav I ND EX. gen te zijn, dat hem met moeytewerdt toegeftaen. ib. Hy werd te PeM^geplaeft. ib. Hy neemt vaftelijck voor dat Landt te ver- laeten ende te ontvlughten. pag. 3 77 Hy maeckt fulcksmetliftigheydaenMicW/ Delva bekent. ib. Redenen waerom hy dat doet. ib. Delva prefenteert hem te verfellen , maer hy flaet fulcks af. ib. Den Autheur verkoopt fijn Muyl-efek koorn,5cc. #. Oock fijne fchilderijen, boeckenendever- derhuys-raed. pag. 37S Het Capitael van den Autheur. ' ib. Waer in hy het felve befteet. ib. Voor-bereydfelentotdevlught. ib. Den Autheur fend fijn Bagagie voor uyt. &. Begeeft fich vier daegheu daer nae op de vlught. ib. REGISTER Van de aenmerckelijckfle faecken ende voor- vallen die in defe Reyse verhaelt werden. IV. B O E C K. B C A P. I. Ekommernifle des Autheurs , over den wegh die hem te nemen ftondt. P"g- 179 Dirficulteyten op de wegen van de Golf, Mexico, Sec. pag. 380 Den Autheur neemt fijn wegh door Nicaragua ende het Meer van Grenada. ib. Hy neemt permifïïve een beleeft af-fcheydt vandenProvinciael. ib. Precautie van den Autheur. ib. Hy treckt uyt Fetapa. ib. Befchrijvinge van Sierra Rotoada. ib. Los EfcUvos een Indiaenfch Dorp. pag. 3 8 1 Naems-oorfpronck daer van. * tb. Corfpronck van de naem van ^matitU». ib. Komfte te stgnachapa ende tcTrittidad. ib. CA P. n. C Choon aerde- werek te Trinidad. pag. 382 ** Befchrijvinge van het gene de Spaigniaer- den den mond der Helle noemen. i$, Seecker Religieus tragh defelvetebefighti- gen. pag. 3S3 Hy wert ter aerde geworpen ende feer fïeck. ib. Verhael daer van door andere Perfoonen. ib. Wat den Autheur daer van heeft vernomen endefeggenkan. ib. Redenen waerom hy geeaonderfoeckdee- de. ih Cbaktapan eengroot Dorp. ib. Precautie van den Autheur gebruyekt om de Stadt St. Salvador te pafTeren. pag. 3 84 Befchrijvinge van St. Salvador. ib. Hypafleertgeluckelijckdoorde Stadt. ib. Komfte aen Rh dcLempaeadeby den voor uytgetrockenlndiaen. ib. Groot voor-reghtvan die geenewelckeXi» de Lempa pafTeren , Het welcke den Au- theur feer verheught. pag. 385 HypafTeertJcj'o^Lewi/wendepleyfterraende andere zijde met geruft herte. ib. Komfte Komfte te St. Michael. \l. Befchrijvinge daer van. ïb. Genegenrhcydvandenlndiaen. il. Den Autheur fend fijne Bagagie te Lande, ende hy felvegaet te water ven St. Michael nzeLtrieja. ^g. 386 CAP. III. T^" Omfte Realejo. pag. 3 8 7 «^ Redenen waerom den Autheur daer niette Scheepe gaet. il. Plaifantie van de Provincie van Nicaragua, il. Gelegentheyd van de Stadt Leon. pag. 388 Sotte inbeeldinge ende beftaen van een Re- ligieus de la Me reed. il. Aert van de InwoondersvanLcö». il. Mahomets Paradijs. - il. Komfte te Grenada. il. Liefde ende genegentheyt van Michael Velva. pag. 389. Oockvandenlndiaen. il. Die met traenen af-fcheyt neemt. il. Den Autheur verkoopt fijne Muyl-efels. il. Begeeft fich ten platten lande. pag. 3 90 JUnmerckens- waerdige dingen in Grenada.il. RijckeKoop-lieden. il. Den Autheur werdt geallarmeert door de komfte van eenige uyt Guatimala. il. Gevaer in het overvaeren van het Meer van Grenada» P a &* 39 * Groote meenighte muggen ende onverdrae- gelijckehette. H. Den Autheur bereyt fich tot fijn vertreck uyt Grenada. ft. Hy wert in het fel ve belet door ordre van het Hofvan Guatimala. . il. Het welcke hem feer ontfet ende verlegen maeckt. pag. 392 Ydele overlegginghen om wegh te raec- ken. il. Men raed hem om nae Cofla-Rica te gaen. il. Het welck hy nevens drie Spaigniaerden aenneemt. pag. 393 Den Autheur fcheyt eyndelijck yanMicbael Velva, H. j~\ En Autheur vertreckt met drie Spaig- L - y jaerden uyt de Stadt van Grenada, pag. c Sy werden by-nae door een Crocodil ver- meit, jk Maniere om dit Dier te ontkomen. il. Naturel van het lopen der Crocodillen. pag. 395, Grootte van het Meer ofte Moeras van Gre- il. ïb. il. il. il. 396 om iK il. nada. Groote BofTchen ende Woeftijnen. Hutten voor de Reyfigers gemaeckt. Komfte te Carthago. Negotie van die Plaetfe. Befchrijvinge daer van. pag, Sy vinden eyndelijck gelegentheydt t'Scheep te koomen. Vettreck uyt Cartbago.' Sleghte Dorpen ende ruwelnwoonders. il. Komfte aende Reviereenaen boort. il. Befchrijvinge van de Reviere vanzere, il, CAP. V. C Y komen in Zee ende ontdecken twee M Scheepen. pag. 397 Sykiefendevlught. il, Maer werden gedwongen te ftri jeken. il. GedaghtendesAutheurs. il. Sy werden genomen. pag. 39S Hifton'evanI)«^«///ö. jji. Den Autheur verheft feven duyfent Rijcks- daelders. il. Ci viliteyt van de Mulat. pag. 399 Den Autheur vertrooft fich in Godt. il. Die hem niet verlegen laet. il. En door wiens hulpe hy noch eenrgh geit be- houd, ih De Mulat maeckt fich vrolijck opdegeno- meneprijfe. pag. 400 En geeft die aen de Spaenfche wederom, il. Den Autheur traght fijn goet weder te krij- gen, ik Bod* Doch te vergeefs. ib. Hy verfoeckt om mede nae Hollandt te va- ren dat hem mede wert geweygert. ib. Het Schip wert geloft ende fy met weynigh leef-toght nae landt gefonden. ib. Dat fy weder nae groot gevaeraenkomen. \Ji Ildaedigheyd derSpaigniaerdenaende geplonderde. pag. 402 Onfeeckerheydt van den Autheur over het voort- fetten der Reyfe. ib. Hy keert weder nae Carthago. ib. Hy neemt metfijne Gefelle voor fich armer teveynfendanfyzijn. pag. 403 Hy begint weder geit te winnen. ib. Hy valt in verfoeckinge van weder nae Gua- timala te keeren. ik Doch overwint defelve. ib. Handel met Muyl-efels, ib, Barbarifche Indianen, pag. 404 Aenmerckel ijck exempel van de voorfienig- lieyd G O D £ S over onfe Rey figers. ib. Men racdt hem nae de Golf de Salinas te gaen. ib. Hy volght dien raed met ende nevens de drie Spaigniaerden. pag. 4.0$ Sommiere verhaelinge van deReyfendoor den Autheur in America gedaen. ib. Den Autheur heeft drie-hondert Engelfche mijlen in *Am?ticAi*g-4i9 Duerehuys-huer. ib. Voolbeekdaervan. • ib. Groote mildaedigheydt. ib. Groote meenighte van filver. pag. 420 De Gallioenen komen. ib. Die groote dierte in de eet-waeren bren- gen, ib. Maniere van handelen te Porto-Bellet ib. Ei jekfte merekt des werelts. ib. GAP. XII, Eerftigheydtvany^w*. pag, 421 Groote ongefontheydt Yan Torto-Bello. ibid, N Voorbeeldt daervan ten tijde des Arnhem-s."" ib- Schoon Gaft-huyste Torto-Belfo. ib. Swaere vraght den Autheur af gevordertop eenGallioen. pag. 422 Die defelvefeergoede koop krijght. tb, Vertreck der Yioote die Scheepen fiet. ib. De Hollanders nemen twee Scheepen van. de Vloot. ib. Goede gelegentheyt van het Eylandt de Pro- videntie om deSpaiguiaerdentebefch-ae- digen. MS- 42 5. De Holianderskomen weder. ib, Gevaervan het Schip des Autheurs.' ib. C A P. XIII. TZ" Omfte te Carthagena en by eenige En* . gelfche. pag. 424. Waervanhy'ervierin fijn Schip krijght. ib, Ongeluck van EduardLay fieldt, ib. Vals gerught door die van Carthagena uyt- geftrooyt. J"*g-42 5 Refolutie van Dom Carlosd'Vbarra. ib. Vertreck van Carthagena ende koiTnteaende Havana, ib. De twaelf Apoftolen. ib, Capiteyn Ros door de Spaenfche geafFron- teert zijnde, roept liaer in Duel. ib. _'t Welck den Autheur belet. pa%. 462 Byfondere eygenfehap van het Verckens- vleefch in de Havana ende ophetEylandc Cuba. fa Schild-padden geven goede fpijfe. ib. Hoe die bereyt werd. ib. Wat leef-toght men gemeenlijck op de Gal- lioenen in de Havana in-neemt ib. Den Admirael ftelt vafttevertrecken. pag. ' 427 Befchrijvinge van de Boucaniers en Plan- ters. ib m C A P. XIV. V Ertreck uyt de Havana. pdg.42% De Gallioenen raceken by naght onder Ppp cea INDEX. een andere Vloote, dat haer doet met groote vreefe figh flagh-vaerdigh maec- ken. " ■& Maer bevinden dat het de Vlootevan Vera- Cwnjis. pag< 429 Een Engelfch Schip neemt een Spaenfchuvt een Vloote van twee-ende-twintigh zey- len - ib. Spaetifche grillen ende Rodomóntados. pag.4.30 De Engelfche fal veren haer methaeiePrij- {e - ib. Kloeckmoedige daed vaneenHollandtfche Vice-Admirael. ft D C A P. XV. E Vlooten fcheyden vanmalkanderen. f*£43i ib, ib. P *g> 43 2 ib. Groot gevaer van de Vloote. Spaenfche blintheyt. Sy pafTerende^ow. Swaere ftorm van aght dagen. Sy fijn genoot -faeckt ftinckent waeter te drincken. \\ tt Sy fien Madera. #. I>aemaeC 110. Maerte vergeefs. ibid, HyvlughtindeKercke. ibid. Werd daer gevangen, m, EnnaeSpaigniengefonden. ibid. *4f-godcn 20C0. in getaele in Mexico. 87. ^(/görfei^ederlndiaenen. - 302. ^f'keerigheydt van de Criolen teghens_ ds Spaenfche. 1 j 5. ^f-fchmwelijckheydt van de brandende BerghinGuatimala. 239, ^getólgnanagenaemt werdtdoor de Indi- aenen en Spaigniaerden in America gege- ven. 286. ^ge&jf/èttmetmenfchen-bloedgefpijft. 69« La Ulamtda, te Mexico. 10 r. Ppp z Nieuw/ i m % . R E G ï Nieuw2*^fö/fl« een Provintie in America. 130. •dkalde Major van Tlaxcallan. 49. dealde Major van Nicoya is feer onrecht- vaerdigh. 407. mAhmtdkingè voórUjds eengroote Stad in A- merica. 60. ,x?/o»/0 Cuellar is feer rijck ende mildaedigh aendeKerckelijcke. 9 g, Schoon Mutr te Xocotenango. 230. altaren des Tempels van Mexico. 84, Peruviaenfch ^merjfa. ng. Mexicaenfch^»*e»c<*. ug, *4merhüenen eetcn niet dan het vleefch haer- derVyanden. 79. >4mpt\'an het Opper-hoofc der Muficanten onderde Indiaenen. 296. *4mpt van de Major-domos ofteBedellen van deBroederfchappen. 298. ,^» die het hem beyde weygeren. 119. Hy neemt voor op het platte landt te gaen woonen ende de Indiaenfche Taele te lee- ren. 32 ^ Hyfchrijftnae5paignien om fijne ontfla* g in g e - ibid, . Hy laet figh bewegen om meteenen Mo- ran een nieuw Landt te gaen door- reyfen. .. Md. „ Sijnloffelijckooghmerckhierin. ibid» Hy vertreckt uyt Guatimala ende komt te Coban. 32 o. Sijnvertreck van daer. 321. Hy fiet nevens fijn Gefelfchaphuyfen, be- houd land en komt by Menfchen. ibid. Hy.treckt vorder. ibid. J Komt 322. ibid. 323 1 t A. Komt weder by andere Indianen. Hy wert nevens meer andere fïeck. HyfetdeReyfe verder voort. * Veele van fijn Gefelfchap werden fieck ende hebben neyens hem berouw van de ! . ?- e y fe - ibid. Sy ontdecken denvyanddiehaer kloeck- moedighaenvalr. fad Den ^utheur hier over in groote vreefe fijndewertdoorMorangefterckt. 324. Eynde van het geveght ende getal van de dooden. fa dm De Indiaenen vallen voorde tweedemael Jf 11 - ibid. Den ^utbeur ende fijn Gefelfchap refol ve. ren teruggetetreckenmaeckendealvoo- rens een accoord met de Indianen. 325. Te rugge treckende nemen fy eenige Kin- deren mede. . /£/£ Den ^iutbeur fieldt figh tegens Morans dwaesheyd. ibid. *Hy komt weder te Coban , en van daer te Truxillo. ibid. en 326. En van daer eyndelijckteGuatimaladaer -fymet veele vreughde ende.eere werden ontfangen. jbid. Den ^iutheur fcheyd van Moran. 327. Hy verfoeckt aen fijn Provinciael dein diaenfche Taele op het platte land temo gen gaen leeren ende verkriight fulcks Hyfchi,ftnae Spaigoien om fijne verlof- linge , maer krijght foberer. troeft, ibid Hier op foeckt hy heymelijck d dat mede niet linken wil oor te gaen 3 36, 330. HyvertrecktvanGuatimalaendekomtte Petapa. ## # Hy wert feer welindelndiaenfcheTaele onderright ende neemt luftigh toe. ibid. Hy begint daer in te predicken.^ 331. En wordt volmaeckt in die Taele. ibid. Hy werd Paftoor te MiXcoende Pinola. ibid. Hy trecktmeer danfes-duyfend guldens ?aerli,'x van die twee Dorpen. 3 34. Hy informeert figh op het geene hydaer Yan moefte uyt-keeren. ibid. Ende accordeert op elf-honderd ende vijf ende twintigh guldens. 335. By koopt cenMuyl-eftl, ibid. Hy geeft fig over aen de Goddelijke voor fienigheyd. ihid Welcke hem oock -van de Peftilemialé koortfe.die hem aen begravingen en Ziel. miflenfes-duyfent guldens deede winnen, bewaert. . §f Hy werd noch van GODT uyt eengroot gevaer gered. 339, Hy raeckt weder door een Aertbevinoe in groot gevaer, maer deJIEERE redt riem. Hy raeckt door een Nigua in groot ghe- vaer ' 3^42. Hy doet een Spaigniaert ftraffen die fijn Slaeve feer mishandelt hadde. 343. Hy raeckt daer door in groot gevaer. 344.. Doghdoet daer over weder ftraffe oeffe- " e «- - ibid. Den ^utheur beleyd informatien tegens eenTooveraerfter. 34- Spreeckthaer daer felfs over. ibid. ■ Weygert haerde Communie. 34 §] Sy neemt daer op wraecke op het geene fy hem gefchoncken hadde. ' ibid. Traghthet oockaen fijn Perfoontedoen'. 349» Dogh te vergeefs. 3 50# Sydreyght hem op een nieuw. ibid. Doch fy werd gevangen ende fterft in heer- teniffe. #£. Atgoderye van eenige Indiaenen wert aen den^w^rgeopenbaert. 356. Hy fpreeckt hier over met een Indiaen, die ,feerbevreeftfijnde, van den *4fttbeur gefterektwerdt. 35-. Hydoed den Indiaen klappen. ibid: Sijne precautie, ende dreyginge aen den Indiaen. 3 58. Hyhandeldmer den Indiaen voorfighte- lijck ende bereyd figh tot Reyfe. ihid, Hygaetden Af-god met groote voorfigh- tigheytéhdecircuxnfpe&ie op-foècken.i& m % p il 6 REGISTER Hy Vernaght met fijn Gefelfchap in het Êofch. 3 59- Hy vanght fijne tweede onderfoeckinge aen ende komt op het fpoor. ïbid. Hy fiet de Speloncke des Af-godts ende Vind hem. 36o. Hy neemt hem mede. ibid. Den ^nibeurl doet alle de Spalgniaerden ende de Negers tegens den volgenden SondaghteKerckenooden. ibid. Hy brenght den Af- god aen fijn huys ende des Sondaeghs daer aen op denPredick- ftoel. ibid. Het Volck komt in feer groote meenighte te Ker.cke, precautien van den *Anthtm ende fijn Predicatie. 362. Hy ftelt den Af-god op den ftoel denVolc- kevoor. ibid. Hy daeght den Buy vel uyt ende vermaent de Indianen tot het waeraghtigh Geloove inGodt. 363. Hy doed den Af-godtaenftuckenhacken ende verbranden. ibid. Hy maeckt fulcks te Guatimala bekend, •werd van daei bedanckt, ende krijght in- fhuftie om figh nae te reguleren. 3 64. Hy fteld den raed die hy krijght te werek , maer de Af-goden-dienaers fijn daer te- gens obflinaer. ibid. Haere redenen daer toe, welckeweder- ïeght werden. ibid. De Af-goden-dienaers leggen hem laegen ende befto.nnen fijne Kamer. 365,' Hy voorliet figh ende doet haer waer- fchouwen. 366. Sy komen voor de tweede reyfe weder ende een van haer wert gequetft. ibid. Sy leggen hem andere laegen ende bren- gen bemin groot gevaer. ibid. Hy bemerekt haere laegen , fy werpen hem ter aerde van waer hy weder op- ftaet. 367. Hy wert uyt het gevaer gered, endeeen 'van de geweldenaers gevangen. 368. Den ^utbeur beleghtinformatien over dit voorval, endede Spalgniaerden dragen groote forge voor hem." if W» Sy bewaeren hem den volgenden naght ende fetten waght aen het gevangen huys. 3691 Verdere precautien door haer in het werckgefteld. ibid» Sy kloppen de Alcaldesop, dieracthaetf de Af-goden-dienaers gaenfoecken. ibid. Sy nemen de Af-goden-dienaers gevan- gen ende ontdecken haer boos voornee- men. 37°» Die in het gevangen huys werden op-ge- flooten, endede PrefidentvanGuatima- la draeght forge voor den ^tutheut. • ibid. De Af-goden-dienaers werden in de ge- vanckeniffe gevoerd te Guatimala ende aldaergeftraft. ïbid. Haer groot berouw ende leetwefen wert door den ^Sutbeur voor goed gekeurt ende opreghtte fijn bevonden. 37 T. Den ^euthenr krijght permiflle vän fijnen Generael om nae Engelandt te keeren. 372. Hy maeckt fulcks den Provinciael be- kent, ibid. Die hem' niet toelaet tevertreckenmaer door weldaedentraght te houden. 373. Redenen die den ^uthsnt bewegen om te blijven. ibid. Den ^4uthtut wert Vicaris van het Dorp ende Cloofter van Amatitlan. ibid» Hy doet weder feer groote ende hevige inftantien om ontflaegen te werden. 37 5. 't Antwoord dat hy daer op van den Pro- vinciael bekomt wert door hem weder- Jeght, maer fiet figh evenwel genoot- faeckt te blijven. ibid. Hy neemt voor in der ftilte te vertrec- ken. 376. Hy verfoeckt van fijn Vicaris Ampt ont- flaegen te fijn, dat hem*met rooeyte wert toegedaen.' ibid. Hy wert te Petapa geplaetft , ende neemt vaftelijck voordat Land te verlaeten ende teontvlughten, 377« Hy maeckt fulcks lifklijck aen Michael Dèlva A^Iflr ^ ^ . c A Deïva bekent. Md. Redenen waerom hy dat doet. ibid. Belva prefenteert hem te verfellen maer hyflaetfulcksaf. ibid. Hy verkoopt fijne Muyl-efel , Koorn, &c. oock fijne Schilderyen , Boecken ende verdere huys-raed. 377. 378. Hy befteet fijn Capitael in eenige faecken daer hy meent voordeel van te trecken. 378. Tot voortfettinge vanfijne vlughtfenthy fijne Bagagievoor uyt, ende nae drie da egen volsmt hv felve. ibid. Hy is feer bekommert over den wegh die hem in fijne vlught te nemen ftaet. 379. Difficulteyten voor hem op de wegen nae de Golf van Mexico. 380. Hy neemt fijnen wegh door Nicaragua endehet Meervan Grenade. ibid. Hy neemt per miflïve een beleeft af- fcheydyandenProvinciael. ibid, Hy trecktuytPetapa. ibid. Komt te Agnachapa ende teTrinidad. 382. Hy befchrijft de mond der Helle , dooi- de Spaigniaerden foo genaemt , ende verhaelt hetgeene hy daer van heeft ver- nomen, ende oock waerom hy geen on- derfoeck deede. 383. Hy gebruyckt groote precautie om de Stadt St. Salvador te paneren. 3 84. Hy pafleert die Stadt feer geluckelijck ende komt aen Rio de Lempa by fijne VoorüytgefondeneBagagie. 384. Hy verneemt daer tot fijne groote vreug- de de yoorreghten van diegeenewelcke dieReviere pafleeren, pafleert defelve, ende ruft aen de andere zijde met een geruft herte. , 385. Hy komt te St. Michael. ibid. Hy fend fijne Bagagie te lande, endegaet felve te water van St. Michael nae La Vie- ja. 386. HykomtteRealejo. 317. Redenen waerom hy daer niett'Scheep gaet. ibid. Den Indiaen neemt af-fcheyd van hem met traenen. 3 g 9 ; Den ^uthsuY verkoopt fijne Muyl-efels. ibid a Hy begeeft figh ten platten lande. 390. Hy wert gealarmeertdoordekomfte van eenige uyt Guatimala. 390,, Hy bereyd figh tot fijn vertreck uyt Gua- timala. 39 r, Wert daer in belet door ordre van her Hofvan Guatimala. 392. Het welcke hem feer ontfet ende verle- gen maeckt , doende hem veele ydele overleggingen maecken om wegh te raec- ken. ibid. Men raed hem na Cofta-Rica tegaen. ibid. Het welcke hy nevens drie Spaigniaerden doet , fcheydende eyndelijck van Michael Delva. 393„ Hy vertreckt dan eyndelijck met drie Spaigniaerdenuyt Grenada. 394. Sy werden bynae door een Crocodilver- fneld. ibid. HykomtteCarthago. 391. Hy vind eyndelijck gelcgentheydt om t'Scheeptekomen. 396. Hy vertreckt uyt Carthago met fijnGe- felfchap. - ibid. Sy komen aen de Riviere ende aen boord. ibid. Van daer in Zee ende ontdecken twee Scheepen. 397. Sykiefendevlugtmaer werden gedwon- gen te ftrijcken. ibid, Gedaghtendes^wfJbeaw. ibid. Sy werden genomen door een Mulat. 3 98. Den ^«fÄenr verheft 700 a, Rijxdaelders. ibid. Hy vertrooft figh in GODT die hem niet verlegen laet, endoor wiens huipe hy noch eenigh geldt behoudt. ibid. De Mulat maeckt figh vrolijck op de ge- nomenePrijfe ende geeft die de Spaenfche wederom. 400. Den ^luthetit traghr fijn goedt weder te krijgen, doch te vergeefs. ibid. Hy verfoeckt om mede nae Hollandt te Qq q yaeren , II m m REGISTER vaeren, dathemmede geweygert werd. ibid. Het Schip werd geloft endefymet wey- nigh voor-raed te Lande gefonden. 40 1 . Alwaer den^utbeur ende fijn Gefelfchap met groot gevaeraeokomt. ibid. Sijneonfeeckerheyd over het voort-fetten derReyfe. 4° 2 « Hy keert weder nae Carthago. ibid. Hy neemt met fijne Gefellen voor figh ar- mer te veynfen dan fy fijn. 403. Hy begint weder geit te winnen. ibid. Hy valt in verfoeckinge van weder nae Guatimalatekeeren, doch overwind de- fel v e. ibid. GODT toont fijne voorfienigheydt over hem op een feer aenmerckelijcke wijfe. 404. Men raed hem nae de Golf de Salinaste ga en. ibid. Hy volght dien raed met ende nevens de drie Spaigniaerden. 405. Hy betoond dat hy drie duyfendende drie honderd Engel fche mijlen in America te lande gereyft heeft. ibid. Hy vertreckt van Carthago ende komt teNicoya. 406. Hy werd daer wel onthaeldt ende krijght hope van wel haeft t'Scheep teraecken. ibid. Hy begint weder geld te winnen. 407. Hy neemt aendenParochiaen van Nicoya te vervangen. 408. Hy verdiendt 150 Rijcksdaelders in vijf weecken. ibid. Hy befteet figh fScheep. ibid. Gaetuytde Salinast'feyl. 410. Door groot gübreck vandranck,drinckt hy en fijn Gefelfchap fijn eygen waeter. 441. Sy willen om waeter te lande, hetwelc- ke de Schipper weygerende dwingen fy hem daer toe. ibid. Sy landen op een Eylandt fonder wae- ter. 412. Ben *4nthiur\vett op het felve van fijn Ge- felfchap verheten dat hem feer verlegen maeckt. ibid. Hy trooft ende ververfcht fig eenigfints en weit door fijne mackers weder af-gehaelt, - die waeter Orangie- Appelen ende Citroe- nenhaddengevonden. 413. Hy krijght een groote flaeute ende daer op een fwaere koortfe. ibid. Sy gaen weder t'Seyl en het Schip floot opeenKlip. 413. 414, Het geraeckt naer groote moeyte daeir weder af. ibid. Hy begint weder te beteren, ende komt te Perico, en werd door Storm van daef gedreven. ibid. Hykomt voorde HaevenvanPannama, maer werdt daer mede door Storm van daen gedreven. ibid. EyndelijckkomthytePannama. 41 5. Hy treed aldaerte Lande. ibid. Hy vertreckt van daer ende komt te Ven- ta de Cruzes. 416. Hy vertreckt van Venta de Cruzesdaer hy feer wel onthaeld was. 417. Hy heeft groote tegenfpoet op die Reyfe , komt aen Zee, ende bemerckt de groote flofEigheyd der Spaigniaerden. ibid. Hy weygert feeckere gelegentheyd om in America te blijven. 418. Hy loopt in Zee , ende komt te Porto- Bello. ibid. Hy voorfiet figh aldaer van een Loge- ment. 419. Hem word fwaere vraght op een Gallioen afgevordert. 42*, Maerverkrijghtdefelve feer goede koop. ibid, Gevaer des ^éutbeur: om van de Hollan- ders genomen te werden. 423. Hykomt te Carthagenaby eenige gevan- gene Engelfche. 424. Hy verkrijght dat'er vier op fijn Schip ko- men, ibid. Hy vertreckt van Caïthagena ende komt aen de Havana. 425. Hybeletdat Capiteyn Ros, een gevan- gen K 't A. B, C. gen Engeifman , door de Spaenfche ge- affronteert zijnde, niet haer niet in Duel veght. 426. Hy vertrecktuyt de Havana. 42 Hy p afleert met de Gallioenen de Aco- res. 232. Hy werd genoodfaeckt rundeend waeter tedrincken. ibid. Hy fiet Madera. ihil. Daer nae Cadix. ibid. HykomtteSr. LucardeBarremeda. 433. Hy isfeer bekommert wegens de receptie die hy van fijne Vrienden in fijne armoede ontfangenfoude. ibid. Waerom hy, te St. Lucar de Barrameda aen Land getreden zijnde, in een Herber- i*e ende niet in een Ciocftergaet. 434. Hy kornt by Broeder Paulus van London, die hem feer port om nae Engelandt te gaen. 43 5- Hy verlaet fijn Geeftelijcke kleed. ibid. Hy ontkomt door de beftieringe Gods een groot ge vaer. 43 5- Hy beïteedfight'Scheep. ibid. Hy vertreckt van St. Lucar, ende komt - teDouvresinEngelandt. 436. Voor een Spaigniaert aengefien zijnde werd hy niet gevifiteert. ibid. Hykomt by fijn Maeghfchap ende Vrien- - den, dewelcke ontkent zijnde , werdhy doch evenwel door haer weder bekent, ende met alle vriendfchap ontfangen. ibid. Sijnbeiluytopditwerck. 437« 43^. B. ,75 ~4djlov*n der Indianen. 212. ■*^ Warme Bieden te Amatitlan. 364. Warme Baedenuyt de Natuere. 65. BainilU een ingrediënt van de Chocolate. 207. Btrdtteaswat diezïjn. 259. Bambertigheyd der Spaenfche ontrent de In- dianen. 4°°. Indiaenfche Bedden. 67. Bedden der Indiaenen beftaen uythaerekle- dinge. 280. Sleghte Bedden van alle de Indiaenen foo arm als rijck. 28 f. Bediende van de Alcalde Major van Tlaxcal- lan. 49, Bedrogk door de vrugtNughtligepleegt. 104, Beelden werden door de Indianen met Offer- handen begaeft. 3 o 4. WonderlijckBeeWvan eenAf-godr, 88. Beelden van bloemen ende kruyden ghe- macckt. -/o. Miraculeus BceWteChantla. 217» B egeerigbeyd der Jefuiten vertoont. i8 8„ Begin van den oploop te Mexico. 1 1 2. Begraevingh der Koningen van Mechoacan. 125. BekommerniJJe des Autheurs over den wegh die hem in fijne vlughtuyt America te ne- menftont. 379. Be^pmmernijfe des Autheurs over de receptie die hy van fijne Vrienden in fijne armoe- de ontfangenfoude. 43;. Beleeftheyd der Indiaenen van Zoiaba, 224. Beleeftheyd van den Mulat Daguillo aen den Autheur. 399« Beleeftheyd van delnwoondersvanTapana- tepeque. 167. Beleyddoox den Autheur in fijne vlught ge- houden. 153» Bequaemheyd der Indiaenen van Chiapa in waeter vertooningen. 197. Brandende Bergen in het Mexicaenfche Ame- rica. 119. Brandende Bergh in Guntimala. 6 5. Bereytfelen van den Autheur tot fijn vertreck van Chiapa. 178. Beroeringe van die van Mexico overhetvan- genvanhaerenAerts-biffchop. 1 M. Berouw ende leetweefen van eenige Menle- ken die haer tot de Reyfe nae Indien had- denlaeten bewegen. 15. Ydele Befigheden der Geeftelijcken te Mexi- co. 100. Beflellittge van de Politicque Regeeringe ia America. 147- Beweegh-redemndie de Monicken naerde In- dien doen trecken. 4'« Befchrijvinvb van het Meer van Mexico. 64. Q.qq 2 Befcbrij- JH^fe-AHJfct,- JML-Ja. .^jv^r REGISTER befchrijvinge van de Paleyfen desKoninghs van Mexico. 67.68. Befchrijvinge dzr Afgoden in Mexico. 87. Befchrijvinge van het oude Mexico. 67. Befcbrijvinge des Tempels in Mexico. 84. Befcbrijvinge van de vrught Nughtli. 103. Befchrijvinge van de Provinciën vanhet Me- xicaenfche America. 119. BefchrijvingevanPuMade los Angelos. 50. Befchrïjvinghe van de Stadt van Guacocin- gP- 52. Befchrijvinge van-de Geloften der Francifca- nen. 39. Vermaeckelijcke Befchrijvinge van de In- dien. 9. Befcbrijvinge van het nieuw Gallicien, een Provincie van het Mexicaenfche Ameri- ca. 127. Befchrijvinge van Quivira de Ooftelijckfte Provincie van America. 129. Befchrijvinge van het nieuwe Albion. 131. Befchrijvinge van Nicaragua een Provincie van het Mexicaenfche America. 132. Befchrijvinge van het Peruaenfche Ameri- ca. 134. Befchrijvinge van Chili. 1 36. Befchripinge van Caftillo d'Oro. 137. Befcbrijvinge van het nieuwe Andalufia. 139. £e/c£tt/twgevanCarthagena. • 139. Befcbrijvinge van het Eyland Margai-eta. 341. Be/c&njw'wge van het Eyland Jamaica. 143. Befchrijvinge van het Eyland Cuba, 143. Befchrijvinge van de Havana. 144. Bafcbrijvüige van het Eyland Efpagnola. 146. Ef/f6»yc»'»£evanCapultepec. 121. Befcbrijvinge van Guaftacan een Provincie van het Mexicaenfche America. 123. Befcbrijvinge van de Sapottes ende Chico- fappottes. 45. Bej'chrijvinge van de Straeten in de Stadt Tlaxcallan. 46, Bf/f^Wj'^VgevanPannama. • 415. Bt/cÄri/'wB^evandetwaelfApoftolen'teCar- thagena , lijnde groote ftucken dus ge- naemr. 425 . Befchrijvinge van de Boucaniers ende Plan- 427» Befchrijvige van Xocotenango een vrught in America. 229, Befchrijvinge van de vrught Xocotte. 229. Befchrijvinge van de Stadt Guatimala . »37. Befchrijvinge van het Hof van Guatima- 244. Befchrijvinge van het Cloofler der Jacobijnen te Guatimala. 246. Befchrijvinge van het Convent van la Con- ception te Guatimala. 246. BefchrijvingevanZoiaba. 224. Befchrijvinge van deTabardilloeënpeftilen- tialekoortfe. 338. Befchrijvinge van Vera-Cmz ofte St. Tuan d'Ulhua, 45. en 35. BeJcbrijvingevanVetapa. 260. Befchrijvinge van de Vifch Mojarra. 60. Befchrijvinge van de Suycker-molen van A- vis. 236. Befchrijvinge van Amatitlan. 263. Befchrijvinge van Maquilapa. 1 70. Befchrijvinge van het wallende Blanc-man- ger. 140. Befchrijvinge van de Atolhu 2 1 1. Befchrijvinge van Izquintenango. 2 1 4. Befcbrijvinge van het Geberghte vandeCu- chumatlanes. "215. Befchrijvinge van de Stadt Carthago. 396. Befchrijvinge van de Reviere van Suere. ibid. Befchrijvinge van de Aerdbevihgen van Ame- rica. 340> Befchrijvwge van feeckeren Af-godt door den AutheuruyteeneSpelonckegehaelt. 360. Befchrijvinge van het Dorp van St. Chriflof- fel van Amatitlan. 374. Befchrijvinge van een Reyfe des Autheurs om een vremt Landt te ontdecken. 321, &c. Befchrijvinge van de Hamacs. 323. Befcbrijvinge van de Caffave. 3 26. Befchrijvinge van het inkomen des Priefters vanMixco ende Pinola, het welcke den Autheur feer naeckt, klaer ende kort voor ftek , waer uyt men befpeuren kan hoe rijickelijck } weeligh ende dertel fy al- daer leven, even als hier de Prinsen en* de &*Ï2**, deVorftendoen.' 333. Befchrijvittge van de Huyfên der Indianen. 282. Befchrijvittge van Sierra Rotonda. 38c. Befckrijvinge vanLosEfdavos een Indiaenfch 'Dorp. 381. Befchrijvittgevanhct geenede Spaigniaerden denmondtder Helle noemen. 383. Befchrijvittge van de Stad St. Salvador. 3 84. Befchrijvittge van de grootte van het Meer van Grenada. 395. Befchrijvittge van de Provintie van Vera-Paz. 268. Befchrijvittge van het Geberghte van de Saca- tepequesendevande Dorpen daer op ge- legen. - 279. Befchrijvittge yandz Valeye vanS.Nicolaes. 271. J&e/($r»;'z;/>f£eyandeAgedisIgnana. 287. Befchrijvittge van St. Michel. 250. Befchrijvittge van de Haven van Realejo.2 51. Befchrijvittge van de Valeye van Mixcoende Pinola. 256. Befchrijvittge va » Mi xco. 258. "Befchrijvittge van het Dorp Pinola. 259. Befchrijvittge van het Indiaenfche Chiapa. 196. 'Befchrijvittge van het Landt ende Provincie van Chiapa. 186. "Befchrijvittge van de Provincie van de Xo- ques. 199. Befchrijvittge van de Zeldales. 200. Befchrijvittge van de vrught Cacao. 2c 3 . •BefchrijvittgevanTafco. 150. Beyc&rr;'T>iHgevandendranck Atolla. 158. Befchrijvittge van de Sandias een vrught in America. 169. 3efchrijvhtgevan Villa- Rica. 123. Befchrijvittgevan Mechoacan. 123 Befchrijvittge van hetDorp Chautlan. 218. Befchrijvittghe van het Dorp van Sacapula. 2/9. Befchrijvittge van het Dorp St. Andrea. 220. Wonderlijck Bygeloof der Indianen. 47. 302. en 3 18. Sotte Bygelovigbejd, 29. en 1 2 5 . Blind Bygeloof dex Spaigniaerden inAmeri- ca - 338. Vremt Bygeloof der Indianen maeckt haer y verigh in het Roomfche Geloov ontrent deHeyligen. 303 . Biffchof van Chiapa wert ftervende door de Vrouwen in de Chocolate geacht verge- ven te zijn. ,.£, WafiendeBlatic-ftidttger. 10 4*. SpaenfcheB//*. Bobo een aengenaem flagh van Vifch. 253. Rijcke Boeren in de Valeye van St. Pau- lus. 15 5. Boosheyd der Gceftelijcken in de Philippij- ; nen. 346> Groote Bojfthen. 39$# Boter van de Cacao gemaeckt. 20 3 . Bouqmten van Pluymen diemen te huere doed. 2 7 o t Meenigvuldige Braad te St. Juan d'Ulhüa. 34. Br and-koud voor het Paleys des Konincks va n 'Mexico. 71, B/#» om geld voor de gebeden voor de Af- geftorveneteontfangen. 308. C. (->~4celicateflen der Criolen te Guatimala. 242. Het Eyland Defirado werd door de Vloote op-gedaen. 18. Schrickelijcke Defperatie. 238. Defperatie des Negersin Guatimala. 250. Deughdenvzn den Graeve van Gelves. 107. D/'fgodeNiquefa boutPannama ende Nom- bredeDios. 000. \Dieploot van Mexico. 26. Groote Dierte in de eet- waeren te Porto-Bel- lo door de komfte van de Gallioenen 420. Dijficulteyten voor den Autheurop fijne vlugt op den wegh nae de Golf van Mexico. 380. Difpuyt onder de Theologanten in America , ofdeEgelsVifch ofVleefchzijn. 286. Aenmerckens-waerdige Dingen in Grenada. 39°. HetEylandDowifl/^He door de Vloote opge- daen. 18. S waere Vonder en Blixem te Guatimala. 250. Groote Door-togbt tel zquintinango. 214. Dorado een Vifch ende fijne befchrijvinge 16. 17. Vrye Dor/>e» in America. 300. Op Drie-Koningen-dagh werd veel apen-fpel inde Kerckeaengereght. 310. Schoons Drnyven in America. 45, Schoone£>r«jt>«jteChautlan. 218. E. T^DuardtLzy fieldt door de Spaenfche in A- *-' merica gevangen zijnde, werd, van haeromflaegen ende door deTurckenop det'huys-reyfch genomen. 424. Swaere Ebbe ende Vloed te Pannama. 416. Etnvnudivheyd van feecker Indiaen. 309. GODES£ere door den Autheur in fijn doen betraght. 343. Eet-wacren ilaen op door de komfte van de Gallioenen te Porto-Bello, 420. Egels tot fpijfegebruyckt. 2 86. Gevaerlijcke£/e^f» van het ongedierte Ni- S ua ' 341. Byfondere Eygenfchap van het Verckens- vleefchin de Havana endeophetEvlandt c "ba. 426> Eylanden van America. 142. Groote Ellende in de Stad van Mexico. 7 5 . £wge//c6emiflchende Spaenfche Peerl-vangft teneemen. ,^2, Een Engelfch Schip falveert figh met fifné Prijfe genomen uyt een geheele Spaen- fche Vloote. 4 30# £«>»//*£?> van St.Juan. 267' Eremitagie van onfe L. Vrouwe van den Berg Carmel. 2 ^g # Los Efclavos een Indiaenfch Dorp. 381. Efpjgnola een Eyland in America. 146. Aenmerckelijck Exempehzn de Voorfienig- heydGODESoveronfen Reyfiger. 404. Exemptie van eenige Indiaenfche Dorpen hoe die verkregen is. 300 . Exemptie van alle latten geaccordeert aenal- Ie die de Kercke dienen. 297, F. T7^«/vandePfylles. jgg, Koninghlijcke Indiaenfche Familie in Pe- ta pa. 26i. Feeft van St. Ignatius praghtigh door de Je- fuiten binnen boord geviert. j 6. Feefl van St.Dominicus op defelve wijfe door de Jacobijnen op de Zee gevierd. 1 7. Het Feefl van aller zielen brenght veel aen de Prieftersop. 309. Feeffen van de Patroonen der Indiaenfche Dorpen hoe die geviert werden. 3 1 5. Fifcael van Guatimala ende fijn Traclament. 24 >. Fifcael, Opper-hoofd vandeMuficantender Indianen, 296. Francoys Draeck ontdeckt het nieuwe Al- bion. i 3I , Ferdinand Cortez landt te Vera-Cruz ende om fijn Volck tot het innemen van Ame- ricaaen temoedigenhackt hy fijne Sche- pen in de grondt " 30! Hy *i REGISTER Hy traghtdedood van twaelf Spaigniaer- dèn door de Indiaenen op-geoftert te wreecken. 43« Hy verkrijght daer toe hulpe yandie van Tlaxcallan. ibïd. Hy treckt op tegens die van Tepeacac.44. Hyoverwind defelve. ibid. Hyftraft deMoordersder 12. Spaigniaer- den. ibtd. Hy treckt tegens Mexico op. 5 3 • Hy ontdeckt het Leger der Mexicaenen endeflaethetfelve. 54. Hy treckt binnen de StadtTezcuco. 5 5. Hy ftelt een Chriften tot Koningh over defelve. 56. FerdinandConez treckt tot SecoursvanDon Ferdinando eerften Chriften Koningh in America. 57. Hy doet Roey-barquen te Tlaxcallan maecken ende op Menfchen fchouderen te Tezcuco en in het Meer van Mexico brengen. 57. Hy bereyd figh tot het belegh van Mexi- co. 5S. Hy begeeft figh op de Vloote om Mexico tevermeefteren. 59. Siineredenendaertoe. ibtd. Ferdinattd Cortez fommeert de Stadt van Mexico voor het laetfte. 76. Hy refol veert de Stadt te beftormen. ibid. Hy neemt die in ende den Koningh Qua- butimoc gevangen. jj. Welcke Koningh hem om de dood bid, maerhy troofthem. 78. De maght met dewelcke hy Mexico dwongh. ibid. Hy wert van den Koningh van Spaignien begiftight. 91. En boud een heerlijck Paleys in Mexico. im Don Ferdinandden eerften Chriften Koningh in America. 56. G. y^»^/e»«ybygebraght. 203. ^Gdtlerjtnóp de Merckt te Mexico." 100. Hieuw- Gdllicivfi een Provincie van het Me- xicaenfche*America» 127? De GalUeejten die de Vloote tot Cofryoy ge- ftreckt hadden, verlaeten defelve. 15. Gttlltoenen raecken by naght onder een andere» Vloote , dat haer, met groote vreefe/ figh doet ilaghvaerdigh maecken, 428. Doch bevinden daer nae dat het de Vloote van Vera-Cruzis. 429» Gebede-plaets der Priefteren in den. Tempel van Mexico. 85. Gebergbte van de Cuchumatlanes. a 1 6. Ge£?jrgA/evanMifteque. 156. De Gebouwen van St. Juan d'Ulhua fijn allé van hout, enwaeromme. 34. Praghtigh Gebouw der Kercken endeKloo- fteren in Mexico. 99. Gebreck van Tarwe in Chiapa. 198. Gebruyc van de Metl-boom. 105. Gebruyc^ van de Atolla. 21 1« Gecenfur eerde te Mexico moeten wegens het ftilftaen van den Godts-dienft duyfend Rijcksdaeldersdaeghs geven. 109. Gedaente van een foorte van Spiïnckhaenen daer een gedeelte van America mede ge- plaeghtwierde. 336. Wild Gedierte. 69. Groote Geduerftemheyd der Indianen in haere wereken. 101. Geefielijc^e hoe die in America ende andere Ooft ende Weft-Indifche gedeelten ver- fonden ende beftiert werden, fag. u 2. 6cc. Ge/egeH/fo)ïfavandeHaevenvanVera-Cruz. 31. Gelegentheyd van de Stadt Tlaxcallan. 46. Schóone Gelegentheyd van Guaxaca. 1 59. Gelegentheydt van de Stadt Tecoantepeque. 163. Gelegentheyd van het Landt ende Pi-ovincie van Chiapa. 186. Gelegentheyd\a.nOcoc\ngo. 201« Gelegentheyd ende vrughtbaerheydt van het Vleck Si. Martin. ' 227« Gevaerlijcke Gelegentheydt van Guatima- la. 239« GeloQve der Indianen is feerfwack. 302. fofefcfeer fchaers In Chlapa? Gemackelijcke Gevanckenijje des Autheurs. 184. De Gemeente van Mexico beweeght figh over het vangen van haeren Aerts-bif- fchop. in. Kleyne Genegentbeyd tot het reyfen ende oef- fenen der wapenen der C riolen. 191. Genegentbeyd der Indiaenen tot deSchilder- konft. 296. Generaelen der Geeftelijcke Ordren hoe dl verkooren werden, haerAmpt, ende maght, item in welcke Ordre datAmpt voor het leven ende in welcke het maer voor fes Jaeren gegeven wert. 2. Gepelde-gerft van Maizgemaeckt. 28 5. Valfch Gerughte door die van Carthagena uytgeftroyt. 425 . Vremt Gerughte in feeckere Woeftijne ge- hoord. l65 . Cefchenck van den Marquis de Seralvo aen denConinghvanSpaignien. 106. Schoon Gefighte. 218. Geflrengheyd met dewelcke figh de Indianen ' difciplinè'éren. 000. Gefwellen aen de keel door ongefontwaeter veroorfaeckt. 219. Getal der wederfi jdfche dooden in hetbelegh van Mexico. 78. Groot Getal van Canoas te Mexico. 80. Giftendooi- de Onderdaenen van Mechoacan aen haere nieuwe Koningen gefchonc- ken. "125. Goiew tot het getal van 2000. in Mexico. 87. Goodes Lughts der Mexicaenen. 8 5. Gmwe\ï)cke Godloosheden van de Spaigniaer- den aen de Indiaenen gepleeght. 238. Godloosheyd'mdz Stad van Guatimala. 248. 'Spaenfche Gfi<#oo^e^. 290. Gods-lajleringe op Pinxteren ghepleeght. 311. Goedhertigheyt der Indiaenen in Comayagua. 326. R r i' Gclfi* GISTER Golfo-dolce een fchoone ende ruyme Hae- 252 Golfo de las Yeguas ende groote ftormdaer inuytgeftaen. 15. Kpnftige Goud- [meien onder de Indianen. 82. Gouverneur van. Petapa heeft groote Privile- giën. 262. Gouverneurs der Indiaenen hoe lange diere- geeren. 2,92. Indiaenfche Gouverneur!. 291. Gramfcbdp des Conlnghs van Mexico. 76. Gramfchap der Jefuiten tegens den Au- theur. ^34^ Graüasa Dios een goede Valeye in Comaya- gua. 326. Nieuw Grenada een Stadt in Nicaragua. 133. Grenfenvan de Provincie van Mexico. 12.0. Griffiers'xn de Dorpen der Indianen. 29 2. Grillen der Spaigniaerden. 43°- LoflenGroM^ te Mexico. , 102. Grootte van het Landt van Guatimala. 249. Groottevan de Provincie vanTlaxcallan. 47. Guacocingn een Stadt in America. 52. Gna(ïacan een- Provincie van -het Mexicaen- fche America. 123. De Stadt Guatimala toond van binnen beter als vanbuyten. 233. Gttaxacaeen Stadtin America. 158. Guetlacac een feer fchoon Dorp omtrent Mexico. 61. H. TJ.Aeyen, het onderfcheyd tuffchen. haer •*•"■* endedeCrocodillen. 27. Werden van de Spaigniaerden gegeten. ibid. Een feer groote Haey gevangen. ibid. Een Bootsgefel door een Haey vernied. 2 8 , De Haet tiiffchen de Criolen ende naturelle Spaigniaerden heeft fich oock verfpreyt totin hetKerckelijcke. 4. - Voorbeelden daer van. 5. Uaet der Criolen tegens de Spaigniaer. den. 159. Haeveaen Yan Terra Firma op de Zuydt- aee.. 16 j. ffave» la Trinidad in Guatimala. 2 50. /&j?;e« van Golfo-dolce is feer fchoon ende ruym. 252. Gevaerlijcke/forenteSt. Juand'Ulhua. 30. Havenen in het Landt van Guatimala. 249 . Hamacs wat die zijn. 323» Handel van Vera-PazopdeGolf. 269. Handel tuffchen Guatimala ende Jucatan werdt door ongetemde Indiaenen be- let. 269. , Handelmet de Cacao gedreven. 21 r. Handel door reuylinge gedreven. 83« Handelmet Peerlen gedreven. 142,. Handel met Druy ven gedreven. 2 1 8. #<*«&/ met befchuyt in Chiapa gedreven» 198.. Handel met zijde ende Cochenille in de Zo- ques gedreven. . ' 200. Handel 'met Taffaios gedreven brenghf grote winftaen. 185. #«Kde/metMuyl-efels. ', 403. Handt -wenden van allerhande flagh werden onder de Indianen .geoeffent. 29 5» Hanteringe der Criolen van Chiapa.. 141. Groote #eemj van het Rijcke van Mexico, waertoedieverplightwaèren. 71. Herdneckigkydt der lnwoonders van Mexi- co. 65. Herdneckjgheyt der Vrouwen va'nChiapa.194. Onlijdelijcke f/eMvft ' 27. Hette in de Valeye van Qhiapa. i.v 187. Groote Hette in het Indiaenfche Chiapa.-. 19 8, Groote Hette des na ghts. ' , .42. Onverdraegelijcke Hette on het Meer van' Grenada. . 391. ^Aenmerckelijcke Hi(lorie van feecker Mulat ofte Half- flagh. 20.21.&.C. HiJÏGrievan Alonfo Cuellar. 98. Hiflorie van feecker reyfend Religieus. 269.. Hï/?orievan JuanPalomeque. ' 2-57. Hiflorievan SebaftiaenlaValetta. 263, Schrickelijcke Hiflorie. 238. Hiflorie van Dom Juan de Guzman. 244. Hiftoth Yan Donna Juannade Maldonado. 246. Hijïo- B^wVvan Juan Ramos. 290. Hi/ZowevanÈdouard Laifield. 424 Mifiorie van den Parochiaen van Nicoya en de den Alcalde Major Juftus de Zalazai, waer in men de wreedheyd van deneenen fiet, endede onreght'yaerdigheyd die het Hof van Guatimala aen den anderen .pleeghde. 407. H*/?or*evanDaguillo. 398. Uijiorie van de Toyeraerfter Marthade Ca- rillo. 346. Wflorie van de Toveraer Juan Gonjales. 350« Hiflorie van Juan Gomez een groot Tove- raer. . : 351. Hy werdfchielijckfieck ende ontbied den Autheur. ibid. Hy fpreeckt aen den fel ven fijne bïegn-, 'te- 3 52. Sijn leven werd aen den Autheur ont- d eckt. ibid. Eenige Indiaenen foecken die faecke te verfuffen. 353. Doch andere brenghen dieaendendagh. 3 5 5- Hetlijck van Gomez werd gefchoud. r£/V/, Het felvewert in een floot begraven. 3 56. J&/?öWevandeFuentesteMixco. 3 56, Hare Afgoderye komt aen den dagh. ibid. Verkeerde vreefe hier in van een Indi- aen. 357> Den Autheur traght die wegh teneemen ende doed den Indiaen klappen, ibid. ' Precautie des Autheurs in defe faecke. 358. Sijne dreyginge aen den Indiaen met de- welckehyomiïghtelijckhandeld. ibid. Hy bereyd figh tot de Reyfe, ende gaet den Af-godt metgrootevoorfighrigheydt ende circumfpeftie op-foecken. ibid. Hy vernaght hier over in hetBofch,, ende vanght fijne tweede onderfoeckinghe aen. 358. Hy geraeckt op het fpoor. ibid. HyfietdeSpelonckedesAf-gods, 360. Sy vinden den Af-godt ende nemen hem . mede - ibid. Den Autheur doet, alle de Negers ende ..Spaigniaerdentegeiïs den volgenden Son- dagh te Kercke noden. 361, Hy brenght den Af- godt aen fsjn huys ende Sondaeghs daeraenopdenPredick- ft ael. ibid. Het V r olck komt in feer groote meenighte te Kercke. 3 6 2 . Precautie van den Autheur ende lij, ie Pre- dicatie. ibid. Hy ftdd den Af-godt op den Predick-ftoei aen het Volck voor. ibid. Hy daeght den Duy vel uyt ende vermaent het Volck tot Geloove indenwaeragbti- genGodt. 363. Hy doed den Af-godt in flucken hacken ende verbranden. ibid. Hy maeckt fulcks te Guatimala bekent, ende werd van da er bedanckt ende krijght inftruclie waer na figh te reguleren. 5 64. Hy fieldden raed die hy krijght tewereke, maerde Afgoden dienaersfijnobflinaer. ibid. Haere redenen , ende wederlegginge van defelve. ibid, De Af-goden-dienaers legghen den Au- theur la egen. 365. Sy beftormen fijne Slaep-kamer. ibid. Hy voorfiet figh ende doet haer waer- fchouwen. 366, Sy komen voor de tweede reyfe /weder, ende een van haer werd gequetft. ibid. Sy leggen hem andere laegen. ibid. Brengen hem daer door in groot gevaer, maerhy bemerekt haere laegen. 767. Sy quetfen hem met een mes aen de hand , ende werpen hem ter aerde van waerhy weder opflaet. ibid. Hy werd uythetgevaer gered en een van de geweldcnaers gevangen. 368. Sorge van de Spaigniaerden voor dzn Autheur gedraegen. ibid. Sy bewaecken hem den volgenden naght a r-JMJ^^WJ HWETMgr ja.vS^^g.^^ajij a L -»JC '■ ■ ■ _ ■» O 1 V'»L J . i REGISTER ende fetten waght aen het gevanghen fcuys. 369. Verdere precautien door de Spaigniaer- den in het werck geftclt, die de Alcaldes op-kloppen welcke methaerdelndianen gaenfoecken. ibid. Sy nemen de Af-goden-dienaers gevan- gen ende ontdecken haer boos voorne- men. 370. De Afgoden-dienaers werden in het ge- vangen huys op-geflooten ende dePreil- dent draeght forge voor den Autheur.j'tó. Sy werden nae Guatimala gebraght, al- daer in de gevanckenifle geilooten , ende eyndelijckgeftraft. ibid. Haer groot berouw ende leetweefenwert door den Autheur voor goed gekeurt ende opreght te zijn bevonden. 371. Hcedaenigbedenvande vrught Cacao. 203. Hoedanïgheyd van de Caneel. 206. Hoedaemgheyd van de Achiotte. ibid. Hoedaenigbeyd van de Chocolate. 207. Hoeren in Mechoacan publijckelijck toege- laeten. 127. Hollanders nemen Truxilloinendeverlaeten hetfleghtelijck. 252. Hollanders nemen twee Scheepen van de Vloot. 422. Hollanders komen weder , ende brengen het Schip des Autheurs in groot gevaer van doorhaergenomente werden. 423. Hollanders neemen de Spaenfche filvere Vloot. 145. Hollanders miflchen de Spaenfche Peerl- vanghft te nemen. 142. Groote Honger in de Stadt van Mexico. 7 5. Groote Honger s -nood door de Autheur op het 5*. van 89. 2*2. 282. 419. ftigh. 314. 118. 193. 395. 124. 282. Geberghte de Quelenes geleden. "Hotfd -geld in Chiapa betaeld. Jioogbte van het Geberghte Quelenes. Arme Hovaerdye der Spaigniaerden. Arme Hovaerdye dev Criolen. 1&outebeen 169. 183. 167. 93. Ï90. Hollandts Commandeur brenght groote fchrick onder de Spaen- fche 'm Amejica, J45. HuacololUeen Stadtin America. Huyfen der P liederen des Tempels Mexico. H«y/e»derlndiaenen. Soheren Huysraed der Indianen. Duere Huys-huyr te Porto-Bello. Humeur der Indianen isYtolijck endelu H«we«rder Spaigniaerden. Humeur van den BhTchop va^n Chiapa, Hutten voor de Reyfigers gemaeckt. Huwelijc^endev Mechoacanen. tijtipiUjefgndsi Indiaenen. I. Ct. Jhcyntho een vermaeckelijck huy& der ^ Dominicaenen ontrent Mexico. 62. Jaer-merckt vanPetapa. ' 262. Schoone Jaer - merckt te Chimaltenango. 227.. Jaloursheydt der Spaigniaerden te Mexico. 102. Jaloufte tuffchen dé oude ende nieuwe Reli- gieufen.. 330. Jamaica een Eylandt in America. 143. /e/ïafenfcheppen een ydelevreughdeoverde gepretendeerde bekeeringhe Yan een Mu- let. 2 2. Sotte Inbeeldingt ende beftaen van een Reli- gieus. 388. Seecker Tndiaen werd door fijn Meefterfeer mishandeld. 343. Seecker Indiaen toond groote genegentheyd tot den Autheur. 385. Indianen in Guadaloupahoe die haere Jaeren reeckenen. 18. Haercieraed, vaertuygh, Sec. 19. Veele Indianen geven figh aen de Spaenfche over. 58. Indianen omtrent Capala fijn féer ftrijdtbaer. 128. indianen van Quiviva trecken allen hae- ren nood-druft van.Oflen ende Koeyen. 130. Barbarifche Indianen willen figh onder de Spaenfche begeyen» 139.. Een Een godtloos luiken doet groote mildae- heyd. 270. Indianen van Chiapa hebben veele bequaem- heden. 197- Wilde Indianen omtrent de Zeldales 000. Indianen fijn feer geneghen tot den dranck. 262. Seeronnofelel»-Koftekke Kerc^-Cieraede». Praghtigh Kenk-CitneA in Petapa. Kenkenszn Guatimala. De Kacksn werden feer te Mexico mis 188. 218. 262. 245. bruykt. j^; Kenden ende Capellen in de Stadt Tlaxcal- lan. 49 , Kofteli jeke Keuken ten platten lande in Ame- rica. 1 5 6. Schoone Kerc^-gevel te Xocote nango. 230. Praghtige Kerc{e der Jacobijnen in Guaxa- «• 158. De Kerckelijckf van Mexico fetten de Ge- meente dier Plaetfe aen over het vangen vanhaererAerts-biüchop. 11 2. kinjfefendïz aerdigh dariflen. 52, Armelijcketf/ed/wge der Indianen* 280. Kledinge der Rijcke Indianen. 281. Kledinge der Indiaenfche Vrouwen. ibid» Kledinge van vederen gemaeckt. 8r. Praghtighlijcke Kledinghe der Vrouwen te Mexico. 96, Dertele Kledingbe der Negerinnen te Mexico. ibid. De Kledinge der Indianen ftreckt haervoor haer bedde, 2 8e. Kloeckmoedigheydt der Inwoonders van Chi- li. 136, Kloecknioedigheydt der Negers in Guatima- * a ' t 250. Kloecknioedigheydt der Mexicaenfche Vrou- wen. 79i Kocks werden de Priefters in America door de Indiaenfche Regenten verfchaft. 297. Komfie van de Gallioenen te Porto-Bello. 420. Koningen van Mechoacan hoe diebegraeven werden. ^z*,. Koningen van Mechoacan werden op het aen- vaerden der Regeeringe van haere On- derdaenen befchoncken. '. 125. Koophandel 'm Mexico. .#2. Koophandel van die van Chiapa. 189. Groote Koophandel in de Stadt Guatimala. -243. Rijcke Koopll'Jen in Grenada. ' 390. Wonderlijckeü:o0/>»;. $2. Koopmanfc happen van het Landt van Vera- paz- ■ 270. Koopmanfebappea die in de -Haevenen van Gua- Guatimala gebraght werden. Wondere Konften der Indianen omalies van vederen te raaecken. 81. Hoorn werd door de getempertheyd van St. Lucar aldaer merckelijck op de Solders vermeerdert. 266. Koftelijckhedendev Af-goden binnen Mexico. 87. Koflen op het trouwen der Indiaenen lopen- de. 283. Koude op het Geberghte. 6 3 . KowrfecphetGeberghte vandeCuchumatla- nes. . 216. Wonderlijcke Kragbt des winds. 164. 167. en 239- L. 'T ^f-bertigbeyddcv Spaigniaerden. 251. ^ Land-buyfen des Conings van Mexico. 70. Landt - jlreec{e omtrent Guatimala is leer vrughtbaer. 50. Lechernye der Spaigniaerden doet haer in A- merica difputeren of de Egels vifch of vleefch'fijn om die in de vaften te mo- gen eeten. 286. Leef-togbt diemen gemeenlijck in de Havana in-neemt. 427. Lton een Stadtin America wert nevens haere gelegentheyd befchreven. I3,3;.jeii '$ï%. Ongebonden Leve» der Religieufen in M exi- "co. 99« Zieden die alle haere nood-druft van Oflen ende Koeyen trecken. 130. Op Vrouwen Light-miffe werd groot Apen- fpel indeKerckenaengereght. 300. Ligbtvaerdigheydt der Negerinnen te Mexi- co. 9 6 - ligbtvaerdigheydt der Vïouwen van Chia- pa. .;. rml ixtf. Lijf-wagbt des Coninghs van Mexico. 7 1 . Wonderlijck Lijm. 70. Lima de Hoofd-itadt van Peru. 135. Lijl van den Provinciael van Chiapa om den Autheur te flaen ende te falven. 178 . Liften van de Viceroy van Mexico om geit te krijgen. 106. Xo/van Mexico» 105. M Soberen Loon aen de Indianen gegeven dopr de Spaigniaerden. 278. St. Lucar een wonderlijck welgetempert Dorp. 266. M. geniere om de Crocodil te ontkomen, 354« Maniere van handelen te Porto-Eello. 420. Maniere hoe de handel tuffchen Spaignien ende Guatimala wert gedreven. 251. Maniere van bouwen in Mexico. 94. Maniere hoe de Peerlen gevift werden. 142.. Maniere om de vrught Nughtli te nuttighen. 103. Maniere op dewelcke de Atolla verkoght wert. 2 ir. Maniere van het bouwen ende onderhouden der Paleyfen van den Coningh van Mexi- co. 7j. Maniere om de Atolla een Indiaenfche dranck temaecken. 1^?.. Maniere om het waffende Blanc-manger te nuttigen. 104. Maniere op dewelcke de vrught van deCa- L caos-boomengroeyd. 205. Maniere om Chocolate temaecken. 20$. Maniere om de Achiotte te bereyden. 2oCv Andere Maniere om de Chocolate temaec- ken. Maniere om de Chocolate te drincken. Tweede Maeniere. Derde Maniere. Vierde Maniere. Maniere op dewelcke de Indianen inhaeren dienft verdeeld werden. 267. Godtloofe Maniere door dewelcke eenighe Spaigniaerden aen de koftgeraecken^g. Maniere van het trouwen der Indianen. 282. Maniere op dewelckede Indianen haere huy- fen bouwen. 783. Maniere op dewelcke de Indianen haere erf- goederen deelen. igj. Maniere op dewelcke de Indianen deboont- jens, die haere meeftefpijfefljn, berey- den. 184,,, Maniere op dewekke de Priefters de particu- liere 207.. 208. ibid. ibid. 209. liere by feeckere gelegentheyd voorhaer _ Heyligh doen offeren. 310. Hoe fy het felveaeneenGebroederfchap doen doen. 310. Maniere op dewelcke de Indianen figh tot het danffen bereyden endedaerin onderwe- fen werden. 3115. Maniere op dewelcke het Toncontin een foorte van danffen onder de Indianen ge- oeffentwert. ^z\<,. Tweede Maniere van danffen der Indiaenen. 3 '7- Derde Mawerevzn danffen der Indianen. 31S. MnwzereomdeTaflajos temaecken. 285. Maniere op dewelcke de rijcke Indiaenende Daffen vangen J bereydenendeeeten. 258. Maniere om den Indiaenfchen dranck Chica te bereyden. 2 §8. Maniere op dewelcke de Spaigniaerden den wijn die fy aen de Indiaenen verkopen vervalfchen. 289. Maniere op dewelcke de Stadt Guatimala van vifchvoorfienwert. 260. V remde Maniere \zn dorffchen. 265. Vremde Maniere van Landt te meften. ibid. Maniere om het koorn te bewaeren. 2(6. Maniere op dewelcke de Criminele Reghts- pleginge onder de Indiaenen geoeffent werd. 293. Maniere op dewelcke men deConingen van Mechoacan begraeft. 125. Maniere v&n reyfen die feer onkoftelijck ende gemackelijckis. 215. Magazijnen des Coninghsvan Mexico. yo. Magazijnen tot voorraed der Piiefteren des Tempels van Mexico. 86. Mag&fderlndiaenfcheMagiflraet. 292. Magtdev Indianen heeft geen vat op de Spai- gniaerden. ibid. Magbt des Priefters in Criminele faecken. 293. Kleyne Mdgbt der Spaigniaerden in Guati- mala. 275. Magbt vanden Gouverneur van Chiapa. 191. Magbt van den Priefter van Petapa. 262. Magkyinhet Rijcke van Mexico. 71. STER Magbt der Geeftelijcke over de Indianen^ ijl Magbt van de Viceroy van Mexico. 105. en 106. Major-domos ofte Bedellen van de Gebroedei- fchappen. 298, Mai$, Indiaenfche Tarwe wert van de India- nen groen gegeten. 285. Manufaäuren van de Inwoonders vanPuebla de los Angelos. 5 r% Maquilapa een gevaerlijckefpits van het Ge- berghte Quelenes. 162. Martba de Carillo eengrooteToveraerfter. 346. Werd feer door de Indianen ge vre*ft.i&rf. Den Autheur nevens een Officier van de Inquifitie beleyd informatien tegens haer. c ', 34 ?* Sy wert daer over by den Autheur aënge- fproocken. ibid» Diehaerde Communie weygert. 348. Sy wreeckt dit op het gene fy den Autheur gegeven hadde. 34 g. Traght het oock aen fijn Perfoon te doen. 349. Doch te vergeefs. 3 50. Sydreyght hem op eennieuw. ibid. ' Doch fy werdt gevanghen ende fterft iu heghteniffè. ibid„ Het Eylandt Marigalamedooxde Vlooteop- gedaen. >g; Margar.ua een Eylandt van America. ., 14 t. Marquis van Seralvo gaet voor Viceroy nae Indien. 1 a Dom Martin de Carillo gaet voor Inquifiteur Generael nae Mexico. 74. St. M min een Dorp in het Geberghte van de Cuchumatlanes. 2 i<5. Miteten te Mexico. go Frater Mattheo de Ia Villa , Apoftolifcheri Commiffaris over eene Sendinge der Ja- cobijnennaedeManillas, 7. Eenige Monicken. bewogen hebbende om naedegefeydeManillastegaen,fcheydhy felveuytdieReyfe. i 2 .' Maxixca Óverfte Lieutenant van de Stadt Tlaxcallan. 46. v&teimEmsÊXXai w Op 't A. B. C. Mnhiacdnl 123. Mechoacanen hoe die trouwen. 124. Mecboactnen begiftigen haeren nieuwen Ko- ningin. 125. Sy dooden Menfchen om haeren dooden Coningh te dienen. ibid. Sy begraeven veele Schatten met haeren • overledenConingh. 127. Sy ftraffen het O verfpel met de dood. 1 27. Het Meer van Mexico heeft tweederleywae- ter, 64. Hetwertvande Stadtaf-geleyd. 66. Meer van St. Chriftoffel is geen grond inte vinden. 272. Het Meer van Grenada is feergevaerlijckte overvaeren. 391. Een foet Meer geeft fout uyt. 264. Het Meer van Mexico geeft een fwaeren damp van figh. 91. Een groot .Weer door Aerdbevinge ontftaen. 272. Melancholie des Autheurs. 21 5. Schoone Meloenen te Acafabaftlan. 2 5 4. Groote Meerighte van Peerlen. 142. Meenighte van Zijde endej Cochenille in de Provintievande Zoques. 200. Meenighte van Adel in het Indiaenfche Chia- pa. 196. Groote Meenighte van filver te Porto-Bello. 420 Meenighte van muggen. 42. Meenighte van Sprinckhaenen. 336. Groote Meenighte Offen te Tapanatepe- que. 168. Meenighteder Vogel- vyvers. . 68. Menfch-eeters. 130. Menfchen ende Beeften lijden in een gedeelte van America door de Sprinckhanen groot ongemack. 3 36. Menfchen-bloed een voet dick opdeaerdebe- ftalt in den Tempel van Mexico. 86. Menfchen die alle haere nood-druft van Oflen ende Koeyen trecken. 130. Menfchen hoe die geoffert wierden. 86. Acht honderd Menfchen Jaeiii/cks aeneenen Af godt geofferr. . 48. Bedriegelijcke Menfchenin America.' 63; MercfovanAmatitlan. 264. Men^t van het oude Mexico werd befchr*- ven. 79. Merr^vandeStadtGuatimala. 242. RijckfteMere^ desweereldsin Pprto-Bello. - 420" Merckt-meefïers te Mexico. 83. Merckt-Reghters te Mexico. 83. Merckten op de Dorpen omtrent Mexico. 80. Metl een boom. 105. Metfel-fynft wertfeer aerdigvandelndianen geoeffeut. 29 5. Mexico wert door Cortez beftorhit ende in- genomen. 77, Het wert geplonderdt, verbrandt ende weder herbouwd. s 79. Nieuw Mexico waer het gelegen is. 9 2. Mexicanen floppen den weg vcor Cortez. 53. Sy trecken tegens Dom Ferdinantlo eer- ften Chriften Coningh in America te vel- de. 57« Alle de Mexicanen Raen tegens de Spaigniaer- den op over de gevanckeniiTe van haeren Coningh. 74, Mexicdenett fijn feermildaedighaen Kercken endeKerckelijckenPerfoonen. 98. Michael Delva toont groote 1 iefde ende gene- gentheydtotden Autheur. 389. Middel om de Chocolate in Engelandt te heb- ben. 210. Godloofe ende fuperftitieufe Middelen door dewekke de Priefters in America geit ver- gaederen. 337. MicMe/aengewendom door de fterfte der In- dianen aendefchattinge nietteverliefen. 338. Middelen om de gevaerlijcke uyt- werckfe-" len van het ongedierte Nigua te ont- gaen. 342« Middel om het water te koelen. 42. Middelen door de Kcrckelijcken van Mexico gebruyckt om de Gemeente dier Plaetfe tegens den Vicerov, over het vangen van haeren Aerts-biflchop aen te fetten. 1 1 2. Gemackelijck Middel om feeckere feerghe- S ff vaer. m REGISTER vaerlijckepafFagie te mijden , r 171. Middelen om.de Spaigniaerden America te ontweldigen. 274. Mijnen van illver ende goud omtrent Capa- te, 128. Mijnen van Potofi. 1 3 4. Kfev-mijnen in hetGeberghte van Acafaba- ftlan. 254. Koper-mijnen. ibid. Goud Mijne door de Spaenfche wreedheydt verlooren. 255. Goud-mijnen omtrent het Geberghte van Mifteque. 1 57. Silvev- mijnen ende Yfer- mijnen ter felver Plactfe. ibid. Mildaedigbeyd van eenLandt-paghter. 156. Mildaedigbeydt aen den Autheur te Porto- Bello betoond. 4J9. Groote MUdaedïgbeyd yan een godloos Indi- aen. 270. Mildaedigbeyd van AlonfoCuellar. 98. Mildaedigbeydt der Indiaenen in de goede weecke. 308. Mildaedigbeyd der Spaigniaerden aen den Autheur ende fijn beroytgefelfchap. 402. Mildaedigbeyd van een Indiaenfch Gouver- neur van Chiapa. 197. Milpas wat die zijn. 267. Min -y ver der Spaigniaerden te Mexico. 102. Misbruyck va-n de Chocolate door de Vrou- wenvan Chiapa. 193. Misbruyck der Kercken te Mexico. 100. Mis-flagh van fommighe Perfoonen wegens het vermeefteren van America klaerlijck aengewefen. 274. Mis-Jlagh der Hollanders omtrent he^t in-ne- men van het Callao de Lima. 135. Mis-verjiand van den Autheur defesboecks. 14T- Het Dorp Mixco geeft fchoonaerde-werek. 259. Mojarra e^nviCch. 260. Melina een oud Spaenfch Priefter leerdden - Autheur de Indiaenfche Taele feertrou- hertelijck. 330. Mend der Helle een plaetfe door de Spai- jaerdenfoo genoemd 3S3. Monicken dobbelen fterek in Amerlcai 40. Syfpotten met haere geloften. ibid. Speeleneengeheele naghtover. 41. Rijcke Monicken te Nixapa. 1 62. Monicken door de Indiaenen op Guadalou- pa gedood. 23. Momefymd werdt tot Koningh van Mexico verkooren. 74, Uonte^umd de tweede dies naems Koningh van Mexico werdt van Cortez gevan- gen- 74. Hmtezpw i-aeckt ellendig aenhetEynde.74. Moorden door Juan Palomeque bedreven.. 258. Moran een Monick gaet met den Autheur een nieuw Landt ontdecken. 320.. Moran toond fijne ydelheydt ende hovaer- d ye. - 327 . Moran betoond groote dwaesheyd. 325. Het reghte Motiv dat foo veele Monicken naö de Indien doet reyfen. 327. Motiven die den Autheur bewegen om de In- diaenfche Taele op het platte land te gaen leeren. 329. Groote meenighte Muggen op het Meer van Grenada. 39 t. Muyleninhet Landt van Chiapa. 198. Muyl-efels fijn in groote meenighte in de Va- leye van Mixco. 259.. Mujterye onder de Spaenfchcn Soldaeten.' 324. Mime van die van Puebla de les Angelos. 5 2. Mume te Mexico. 92 . Mq/ieatmn onder de Indianen. 296, N. £\ Ude Kaem van Mexico. 7 2. . V/ Naturel van de Crocodil in het lopen. 395- Naturel der Indianen. 301. Neerfligbeyd van Ybarra Admirael van de Vloote. 42 r. Neerftigheyd des Autbeurs- 2-3 5. Seeckerrijck Neger verdaght vadeenverloo- re Goud mijne te weten verdeedightfigh feerwel. 256. Defpe- mzz^ Defperate Negen. 250. Verlangen feer nae Engelfche ofte Hol- landers. 153. Negotie vandie van de Stadt Carthago. 395. Netheyd der Straeten in Mexico. 9 5, Nicaragua een Provincie van het Mexicaen- fche America. 132. Nigui een ongedierte en fijne gevaerlijcke effeften. 341- Nixafa een Stadt ofte Vleckin America. 162. NombredeDioseen Stad in Caftillo d'Oro. 137. Nilghtlieen Americaenfche vrught. 103. Dom Nunniode Guzman, fijn barbarifche wreedheyd. - 124. O. S\ Cocingo een Stadt in de Zeldales. 20 1. ^-f Rijcke Offerhanden aenfeecker Vrouwen- '"beeld. 122. Offerhanden door de Indianen aen den Au- theur als aen een Heyligh gegeven. 123. Offerhanden door de Indiaenen aen de Beel- den gegeven. 305, Onderdaenen van Mechoacan betoonen rouwe over het af fterven van haere Conin- gen. 127. Ónderfcheyd tuffchen het voetfel in Europa ' ende in America. % 61. Onderfcheyd tufichen de eerde ende tweede maniere van danflen der Indianen. 217. Onderfcheyd tuffch&n hetinkomenvande Re- ligieufenvanPeruende Mexico. 332. Onderwerpinge der Indianen aen de Monic- ken. 38. Onderwijfnge in de Taele Poconchi andeis Pocomanvan 43«.tot4 5o. Ongebondenheyd ende goddoosheydinde Stad vanGuatimala. " 249. Ongehondenheyd der Nonnen ende Monicken te Mexico. 99. Ongedierte Nigua ende fijne gevaerlijcke effecten; 3 14. Ongeruftheyd des Autheurs. 181. Gtoote Ongefomheyd tePorto-bello. 421« Gngetempertheyd des lughts te Vera-Cruz ende de redenen daer van. 34- Onkoften op de huwelijcken der Indiaenen lopende. 2^1 Schrickelijcke Onkuysheyd der Spaigniaerden ■ ende Negerinnen te Mexico. 97. Onkuysheyd van AlonfoCuellar. 98. Onkuysheyd te Pannamagepleeght. 416. Onknysheydyzn JuanPalomeque. 258, Onkunde ofte vnreghtvaerdigheydt der Spaen- fche Regenten. 293. Onkunde der Indianen indeverborgenthedeu desGeloofs. 305. Onkunde der Engelfche ende Hollanders om- trent de Cacao. 211, Onkunde van de Doftoren. io?„ Onnofelheyd der Indianen. 37. en 221. Onreghtvaerdigheydt door de Spaigniaerden aende arme Indianen gepieeght. 278, Onreghtvaerdigbeydvzn Juftus deZalazar Al- calde Major van Nicoya. 407» Qnreghtvaerdiheyd van het Hof vanGuatima- la. 29c» Onreghtvaerdigheyd bedijd niet. 19 t . Onfeeckerheydt van den Autheur over het voortfetten van fijne Reyfe. 401, Goed Onthael met Apen-muntebetaelt. 3 8. Goed Onthael den Autheur ende fijn gefellen op den wegh aertgedaen. 180. en 15 5. Praghtigh Onthael den Autheur te St.Philippo aengedaen. J79. Geluckige Ontmoethgh des Autheurs. 1 55. Onverfettelijckheydt des Eiflchops van Chia- pa. 194. Dubbelen OoghB in de Valeye van St. Pau- lus. 1 5 5„ Dubbelen Oogfl in de Valeye van Mixco. 264. Oo^ecAevandeop-bouwinge van Segurade la Frontera. 43. Oorfaecke van feecker vremt gerughte dooi* den Autheur gehoord. 166. Oorfaecke van feecker gevaer den Autheur overkomen, 222* verftoppingen doordeChoco- Oorfaecke dei- late veroo Oorfaecke des overvloeds van leef-toght en voor al van Offen-vleefch teG'uatimala. 240. Oorfpinck van de naeme der Chocolate. 202. S ff 2 Om- Aj&vékvr**; Sï^^ó&ï&z^rtd^êg^^ Oorfprongb' y^n dennaeme van het DorpPi- nola. 431. Oorfpronghvan den naemevahPetapa. 261. Qarfpr-OHgh van den den naemevan het Dorp Pampichi. 375. Oorfprongb van den naemevan los Efclavos een Indiaenfch Dorp. 381. Oorfprongb van den naeme van Amatitlan. ibid. Oorfpronghvan den naem van Vera- paz. 268 . Oorfprongb van de fchilderyen in de Indiaen- fche Kercken. 303, Oorfprongb des naems van Jucatan. Oorfprongb van de naem van Vera-Cruz. 3 1 . Oorfprongb van den naeme van Mexico. 72, Oorfprongb van het Meer van Mexico. 6 5. Op-komft van de Stadt Pueblade los Ange- los. 50. Oploop te Mexico. 112. Oploop door de herdneckigheyd der Vrou- wen in Chiapa ontftaen. 194. Oploop door een Nonne ontftaen. 247. Opneminge van de Reeckeningen der India- nen. 291. Opper-honfd van de Indiaenfche Muficanten wertdenFifcae) genaemd. 296. Oppronckingen der Indianen inhaeredanfle- ryen. - 315. Opftand van de Indiaenen van Guadaloupa tegensde Spaigniaerden. 23. Opiellinge van de Geeftelijcke in de Provincie van Mexico. 5. VanGuatimala. 5. Van nieuw Grenada, Carthagena, ckc. 6. Van Jucatan. ibid. Van Mechoacan. ibid. In de Philïppijnenende Manilla. 6. en 7. Opteilinge van de voornaemfte geflaghten ende defcendenten van de eerfte Conque- iti.ats van Mexico ende Peru, die noch in wefenzijn. 5. pptellinge van de Coningenvan Mexico. 73. Ordrs van het Hofvan Spaignien in den op- loop van Mexico geftelt. 11^. Charitative Ovdre wegens het onderhoudt tier arme Reyfigers in eenige gedeelte* , STER van America, iS\i Ordre des Biffchops van Chiapä tegens het drincken der Chocolate in de Kercken. 193. Offen fijn feer meenighvuldigh in het Landt, VanGuatimala. J 241. Over-een.kow(le van eenige Indianen met de Tartaren.. 129. Overfpel rnet de dood gefiraft onderde Me- choacanen. 127. Overvaerd van het Meer van Grenada is feer gevaerlijck. .391^ Overvloedt des Landts omtrent Vera-Cruz. 38. Overvloed van Beftiael in het EylandtEfpa- gnola. 147. Overvloed van leef-tosht in het Landt Nica- J 33. 158. Chia- 186. 187. ibid. ragua. Overvloed van vleefch in Guaxaca. Overvloed van Cochenille omtrent pa. Overvloedvzn Catoen in Chiapa. Oock van vifch ende vleefch. Overvloed van leef-toght in het Indiaenfche Chiapa. 1 97. O'&m^oedJvanleef-toghtindeZoques. 200. Groote Overvloed van vrughten endeleef- toght in het Vleck Rabinal. 27 r . Overvloed van expreffien in de Indiaenfche Taelen. 302, Barbarifche Ouders. 78. Ow&rsmoeten fchattinge voor haere Kinde- ren betaelen. 313. Oxff'^fMeenCapiteynvanFrancoysDraeck doet een wonderlijckexploit. ' 138. P. Q ChoontTaerden te Guaxaca. i{8.' y Wilde Paerden. 164. P^/e>;'desConinghs van Mexico. 67. Palejs van den Viceroy te Mexico. 1 00. Koe de Valeyfen des Coninghs van Mexico gebouwd ende onderhouden wierden. 71. Pa/ejyjvanCortez in Mexico. 91.101. Het Valens van den Viceroy te Mexico wert beftormr. 2 1 3. Het wert in brand geftoocken» 114. Talin- Op 't A. B. C. ïélinhA ofte St. Chriftoffel van Amatitlan een Dorp. 208. Tatnpichi een kleyn maer feer vermaeckelijck Dorp, 374» Tannama een Stadt in Caftillo d'Oro, 137. Pawfr/jvanMahomet. 388. Tafcuar. 123» Taffaet-mnd , enhaerekraght. 16. Gevaerlijcke Fajjagie. 167. 170. 220. Moeyeli)ckeP^g/>. 267. TedroMexïa werdt door den Viceroy van Mexico tot fnodefchraperyemisbruyckt. 107. Sijne liften hierin. ibid. Hy wert door den Biflchop in den ban ge- daen. 108. doch hyfpotdaer mede. ibid. Hyvlughtby den Viceroy. 109. Tedro Boralho voor den Autheurgedeferteert hebbende komt weder by hem. 172, Teerl-vanghH der Spaenfche weit door een rencontre tuflchen de Engelfche enHol- landersgefalveert. 143. Teerl-viJJcberye omtrent het Eylandt Marga- rita. 142. Drie a vier Terfoonen over den oploop te Mexico gehangen. 116. Tern befchreven. 134. Tefi in de Stadt Mexico. 78. St. Vbilippo een feer vermaeckelijck Dorp. 159. Tiafile een Reviere in nieuw Galicien. 1 27. LaPïWAecn Vleckby Mexico. 121. ]La Vita een kruyd dat gefponnen wert. 408. P/rfegederSprinckhaenen was niemand in A- mericavoordeelighdan de Priefters. 337. Tlaifantie van de Srovincie van Nicaragua. 388. La Tlateria te Mexico. 100. Tleghtelijckheden 'm het overboord fetten der lijeken op Zee gebruyekt. 29. flight der Grooten van het Rijcke van Mexi- co. 71. Tlight derlndianen welcke om dat fy de Keie- ke dienen van alle laftenexempt zijn. 297. Toenhstitie dfs Autheuis van te waeter ende te brood te fitten doorhem vroïijck door.ge- braghr. ,g 3 . Verkeerde Pofr.'/eder Spaigniaerden. 274, Godloofe Volitiedcr Monicken. 222. Vorto-Bello een Haven ende Stadt in Caftillo d'Oro. i37-en4i8. Uytfteeckende Vraght ende kledinge vaneen Cordelier. ^ . Vraght ende uytfteeckentheyd der Kercken- cieraeden in Mexico. 95. Prag/?* der Vrouwen te Mexico. 96. Traght der Edellieden ende Dames te Mexi- co. ïol . Vraght des Viceroys te Mexico. 10 Vraght van een Land-paghter. 1 5 5.; GrootePfUgfovaneenNonne. 248. Prag^gfojdvanhetPaleysdesConinghsvan Mexico. - 6y^ Vrecaiitie vanden Autheurin fijne vlugt. 380. Vrecantie van den Autheur gebruyekt om de £tadt S.Salvador te pafteren. 384. Heerlijcke Vrefmatie vandenPrieurvan Sa- capula. 219. Vreftdtnt van Guatimala ende fijn tracla- ment. 244. Vrefidetttvan Guatimala ftilt den Op-loop door Donna Juanna de Maidonadoont- ftaen. 247. Vnfi&ent van Guatimala weygert den Au- theur nae fijn Vaderlandt tegaen. 3 19. Tretextop het welcke de Spaigniaerden van den Coningh verkregen hebben datde;ln- dianen haer dienen moeten. 276. Paepfche Vriefiers ftijven de Indiaeneninde Af-goderye. 304. Pn'e/?mtrecken groot voordeel van de Schil- deryen inde IndiaenfcheKercken, 303. Vriefiers vermeerderen de blintheyd der arme Indianen. 304. Vriefiers trecken groot voordeel van de wafch-keerfTen. 305. Oock van veeleApen-fpeelcn die fy doen aenrighten. 3 !0i Een Pr/e/fcr^magh op de Dorpen in America een fententie'van den Politicquen Regh- ter reformeeren, 293. Sff 3 Trie, #1 ■■mi ":- % ""3 ■J B L"-g;;ve^ REGISTER K, I Tfieflers trecken voordeel uyt het onwe- der. "330. Triefter in America hoe die in fijn Huys van de Indianen gedient wort. 297. Triéfter van Petapa heeft groote maght. 262. Wonderlijcke geringe Vrijs van het vleefch ende andere leef-toght in Guatiniala. 242. Trior van de Jacobijnen te St. Juand'Ulhua is feer praghtigh, lecker, ongebonden ende overdaedigh van leven , de ftaelt- jensdaer van werden vertoont. 32. 33. Trivilegien van' den Gouverneur van Peta- pa. 262. Trivilegien voor die. geene vvelcke Rio de Lempa pafferen. 385. Twcnreur ofte Definiteur derG^eflelijcken , hoe die wert verkoren, nevens befchrii- vinge van fijn maght , amptendelaft. 2. Trofijt des Priefters van de Beelden inde In- diaenfcheKercken. 303. Trofijt van den Inez Repartidor. 277. Groot Trofijt der Raden van Guatimala. 145. Trophanatic der Monincken onder het dobbe- len. 40, ProT'/rfeM/JeeenEylandtop de Kuft van Terra Firma is feer wel gelegen om de Spai- jaerdentebefchaedigen. 423. Trovinciael van Guatimala weygert denAu- theur naefijn Vaderlandttegaen. 319. Trovinciael van Chiapa handeldt feer liftigh met denAutheur. 176.177. 6cc. Nieuwen Trovinciael onder de Paters de la Merced , met groote twift verkoren. 99. Trovinciael der Geefielijcke hoe die verkoren werd. 2. Trovwcien in het Peruaenfche America gele- gen. 118. Geefielijcke Trovincien in Spaignienenin A- merka. 2. PAr/WrfeenSchulp-vifch. 409. Koftelijcke verwe daer uyt^etrocken.i^. /jUdhutepec een Stadtin America. 55. Jè^Quabtttemoc wert tot Coningh van Mexico verkooren. 7 5. Hy wert van Cortez gevangen. - 77. Hy verfoeckt van Cortez gedood te wer* den. 780 Qjiulpapoca een Mexicaenfch Vorft wert door de Spaigniaerdeïi levendigh verbrand om dathy 9. Spaigniaerden gedood hadde.74. Huivira de Oöftelijckfte Provincie van Ame* rica. 1 29. R. 71 ^/'«T/eenfeergevaerlijckGebergte.27io *»■ Redenen van de fwackheyd desmaeghsin America. • 63. Reienen waerom figh den Aerts-BifTchop van Mexico tegens den Viceroy field. 109. en 110. Redenen waerom den Autheur te Realejo niet t' Scheep gaet. 387. Redenen die den Autheur beweghen om de Chocolatetebefchrijven. 202. Reeckeningen der Indianen hoe die op-geno- men werden. 292, Regeeringe der Stadt Guatimala ende het om- leggende Landt. 243, BorgerlijckeRegeerägÄ der Indianen, 291. Regeeringe der[Indianeri wanneer die veran- dert wert. ibid. Vo\\x\c\\x& Regeeringe in America. 147. OngemeenenfwaerenRege» . 339. Aegfys-plegingb in Mexico. 106. Criminele Regbts-pleginge der Indianen. 393. Reghtigbeyd der Straeten in Mexico. 9 5. Alle Religieufen in America verbreecken hae- re Geloften. 160. Seecker Religieus traght den mond de Helle tegaenbefightigen. "'383. Hy wert ter aerde gheworpen ende feer fieck. ibid. Dertele Religieitfen in Chiapa. 189. Religieufen van Peru fijn veel rijcker ende dertelder dan die van Mexico. 332. Remedien tegens de plaegeder Sprinckhanen in America aengewent. 3 37« Rencontre miïchen de Engelfche ende Hollan- ders falveert de Spaenfche Peerl-vanghft. 143. Rencontre van den Autheur met eenX>ame van Chiapa, 195. Op 't A. B. C. Repofitorid door de Geeftelijcke in de goede weeckegemaeckt in America. "308. Kloecke Refolutie van eenige Indianen. 324. Refolutie van Dom Carlos d'Ybarra wegens het valfch gerught door die van Cartha- gena uyfgeltroyt. 425. Refpecl der Indianen tot haere Priefters. 302. Revier der Koeyen leverd eenighgoud üyt. / 256. Rijckdom van de Stadt Xalappa de Vera- Cruzo 39. Oockvan deCordeliersaldaer. ibid. Innerlijke Rijckdom der Kercken ende Cloo- fters in Mexico. 99. Rijckdom van het Eylandt Efpagnola. 146. Rijckdom der Indianen omtrent Capala. 1 28. Rijckdom van Peru. 134. Rijckdom van Guaxaca waer in die beftaet. .. fJ J *9- Rtjckdomvan het Indiaenfche Chiapa. 197. Rijckdom van een Monick. 215. VanhetmiraculeufeBeeltteChantla-218. Rijckdom der Stadt Guatimala. 243. J?.yc^owvaneenNonne. 248. Rijckdom van JuanPalomeque. 2 57. Rijckdom van Sebaftiaenla Valetta. 263. Rijckdom van Juan Ramos door.onreght- vaerdigheyd verkregen. 190. Rijckdom ende dertelheyd der Religieufen in Peru. 332. La Rinconada, ende de befchrijvinge daer van. ;•; ' 4T. £s&/K<*/eenfeerfchoonVleck. 271. Rodomontados der Spaignïaerden. 430. Roey-ba.rqu.en door Cortez tot het dwingen der Stadt Mexico gemaeckt werden van Tlaxcallan op Menfchen fchouderen te Tezcuco gebiaght. 57. Xoey-barquen met Menfchen vet geroed. 58. Roof-vogelen. 69. Ras , een gevangen Engelfch Capiteyn dooi- de Spaenfche geaffronteert fïjnde roept . haer induel. 225. Rouwe over de dood der Coningen vanMe- choacan door haere Onderdaenen be- toont , 127. F ^tcrijlijneü en haere bedieninge. 298. & Sc. Salvador een Stadt veertigh mijlen van Guatimala. 384, Sanatepeque een Dorp in America. 1 67. Sandias een vrught in America. 163. Sangers onder de Indiaenen. 296. Sapottes een vrught in America. 4J . Groote Schaededoov de Sprickhaenenineen gedeelte van America gedaen. 330. Schaede door de Crocodillen in het Land van Chiapa gedaen. ■ jgg. Scbaede door de Aerd-bevingen gefchied dij.d tot voordeel der Priefteren. 340. Schaedelijckheyd der Chocolate. 209. Schaepen werden inongelooflijckemeenigh- te in Guatimala gebraght. 24.2.. Schaersheyd van geld in het Landt van Chia- pa. in. Schiften der Jacobijnen te Guatimala. 24 5. Schatten met de Coningen van Mechoacan begraeven. 127. Schatten van feeckere Tempel die te Mexico onder de aerde was. 69. Schattinge van de Ouders voor haere Kinde- ren betaeld. . 3,3, Schattinge voor de Commandeurs hoe die vergaederdt werdt ende aen de Alcaldes overgelevert. 30 o. Schattinge door de fterfte verlooren werd door onreghtvaerdige middelen weder aengewonnen. 339,, Schattingen werden in America aen de Com- mandeurs der Dorpen betaelt. 259. Schattingen aen de Commandeurs waer mede die betaelt werden. 299. Wor.dev\i)ck Schavot. 8g. Schilder- konft onder de Indiaenen geoefFenr. 296. Schild- padden , haere befchrijvinge ende nut- tigheyd. 2$. en 26. Schild-padden geven goede fpijfe. 426. Hoedie bereyd werden. ibid, Een Engelfch Schip neemt een Spaenfch uyt een Vloote van twee ende twintighSey- len. 429 .. Schooien der Indianen» 296. Schru^ REGISTER Schric^dtv Spaenfche voor den Hollandt- fclienCommandenr Houtebeen. 14 5» Schuldige aen den Oproer van Mexico vlugh- tenuythetPaleys 114. Sebk0-vifcbÈurpwA. 909. Koftelijckeverwe daer uyt getrocken.iïW. $t. Sebajiiaen een Reviere in nieuw Galicien. 127. Sebafliano Lopez veght met Juan Gomezin de g^daente van een Leeuw ebde Ty- ger. 3 5 3- Lopez raecktdaer over inheghtenifle.ièn/. Ky wert met informatien naeGuatimala gefonden ende aldacr gehangen. 3 56. Seeclwrheyddsr Spaenfche in Mexico. 92. Sew^H.'ietegensZalazar. 125. Marquisvan Seralvo gaet voor Viceroynae Indien. 14. De Marquis van Seralvo treed te St. Juan d'Ulhua aen Landt ende wert aldaerfeer praghtigh ontfangen. 31. Schoon Siecken-huys te Porto- Bello. 421. Sierré, Rotonda weidt door den Autheur be- fchreven. 3§°- Sijde wert veel gewonnen in de Provincie vandeZoques. 200. Bet Silver komt in grootemeenighte te Por- to Bello. 420. Simonie gaet onderde Geeftelijcke van Ame- rica in fwangh. 32. B-oomfche^/we»/?. 215. Sindelij:kheyd der Straeten in Mexico. 4 5 . Sinfonne. 123. Swacke Situatie van Guatimala. 267. Situatie van Mexico. 64. Harde SUevernye. 179. Slangen. 69. SUffigbeyd ende fecuriteyt der Spaigniaerden. 159, Shffigheyd der Engelfche ende der Hollan- ders. 199. Smtted^van de vrught Nughtli. 103. Snorckerye derMonicken. 37. Sdemnifatk van het huwelijck der Mechoa- canen. , 124. Ssmme der OfFerhanden door de Indiaenen van Zoiaba aen den Autheur alsaeneeii Heyligh gegeven. 22I4. VerfcheydeneSoor/e»vande vrught Nughtli, IOJ. Groote Sorgeloosbeydt der Spaigniaerden in Guatimala. 251» Sotternye der Spaenfche Vrouwen, 205. Sotternye dei' Indianen. 192. Sout uyt het Meer van Mexico gemaeckt. 65. Sout aen een foet Meer gevonden. 264. Naturelle Spaigniaerden in America, hoe fy deCriolenonderdrucken. 3. en 4. Oorfaecke daer va n . ibid ' Spaigniaerden door de Indianen op Guadalou- pagedood. 25. Twäelf Spaigniaerden door de Indiaenen op- ge offert. 43.' Spaigniaerden ioonen die van Tlaxcallan voor ha ere trouhertigheyd. 4 5. Spaigniaerden vlughten uyt Mexico. 7 5« Sy belegeren het wederom. ibid. Brengen het inden uytterften nood. ibid» Spaigniaerden openen den wegh die de Mexi- canen geflopt hadden. 54. Spaigniaerden werden meefter van Tezcu- co. 55, Trecken op tegens Mexico. 59. Spaigniaerden fetten haere Gallioenen uyt vreefe der Hollanders aen de Wal. 14 5. Een Spaigniaert heeft 40000. Koe-beeflen, 241. Spaigniaerden verliefen door haere groote wreedheyd een Goud-mijne. 2^5. Spaigniaerden fijn feer fwack in Guatima- la. 275. Sy mishandelen de Indianen daer Ceer.ibid. Spaigniaerden verkrijgen op een valfch pretext van den Coningh den dienft der Indiae- nen. 276.' Spaigniaerden beminnen de Egels feer tot hae- re fpijfe in America. 286. Spaigniaerden overtreden het verbod van wijn op de Dorpen aen de Indianen te verko- pen. 189. Spaigniaerden fijn de maght der Indiaenfche Magiftraet ontwaffen. 102. Spdignker- / y Spaignherden fchrijven de Indiaenen Jaeren Voor op dewelcke fy trouwen moeten. Een Spaigniaert leyd den Autheur wege-la- gen , maer wert daer over geftraft. 344. Spaigniaerden van M ixco fijn den Autheur feer getrouw endebewaeren hem tegenseeni- geAfgodcn-dienaers. 369.370. Spijfe der Indiaenen beftaetmeeft in boont- jens. 384. Spijfe der rijeke Indianen. 285. Vremde Spijfe. 83. Sprinck.ha™™ verwoeften een gedeelten van America. 336. Sprinckhaenen werden eyndelijck verdreven. . ' 337- Spirito Santlo een Stad in nieuw Galicien. i28. Een Staeltje dat gruwelijck isvan deGodde- loofe Leere ende gierigheyd der Priefte- ren in America. 307. Noch ecnStaeltje van de gruwelijcke gierig- heyd ende Godtloosheyd der Kercklijc- ken. 308,309- Noch een Swffr/evandefelvefoorte. 3 10. Staeltje van de duere huys-huer te Porto- Bello. 419. HedenfdaegfcheS/rfcf van Tezcuco. 60. Florifanten Staet van Mexico. 91. Deerlijcken Staet van de VolckereninGua- timala. 273. Sial-^neghten werden dePriefters in America door de Indiaenfche Regenten befteldt. 298. Stammen der Indianen. 2.81. Standvafiigbeyd van de Inwoondersvan Me- xico. 7 S Koninghlijcken Standaert wert door de Vi- ceroy van Mexico geplant om deGemeen- te dier Stadt tot fijne hulpe te roepen , maer te vergeefs. 114- Standvafiigbeyd des Autheurs wert door an- dere gevolght. 1^2. Swaere Steenen door een Vulcanus uytge- worpen. t 374- Sterckte van de Haven van de Hayana. 144- 5*mfaevanPorto-Bello. 418. 411. 232. 74. en 94. 100. 101. 46. Sterfte onder der Inwoonders van het nieu- we Mexico. 90» Sterfte te Mixco ende Pinola doet defchat- tinge verminderen. 338. Stier-Lopen op de Jaer-merckten van Peta- pa. 262. Stilfiand van Godts-dienft te Mexico. 108. Stilftvijgentheyd der Indianen. 201. Groote Storm in het aendoenvanhet Landt van Terra Firma. 29. Swaere Storm door den Autheur uyt-ge- ftaen. 410. Defelve houd nae acht dagen op ende ver- andert in goed weder. Swaere Storm van acht daegen. Dïie'erley Straeten in Mexico. St. Auguftinus Siraete te Mexico Arents Straete te Mexico. Straeten in de Stadt Tlaxcallan. Straf door Godts Oordeel de Stadt van Me xiconaeckende. 96. Harde Straffe over diefte. 48. Straffe over den oploop tot Mexico geoef- fenr. 1.1,5. Straffe voor die'geenediete Mexico valfche maeten hadden. 84. Politique Straffe aenden Aerts-BifTchop van Mexico wegens den op-loop geoeffenr. 1 16. Straffe der Indiaenen die den arbeyd ontlo- pen. 237. Strengheyd met dewelcke de fchattinge van de Commandeurs «werdt in gevordert. 299. Suycker door de Sprinckhaenen in een ge- deelteven America bedorven. 336; Suycker-molens omtrent Puebla de los Ange- los. 51. Suycker - molens fijn twee'erley Trapiches endelngenios. 263. Suycker -ried. 25. WonderlijckeStfjtf^/'/re der Indianen. 318. Sufpkie wegens de dood des Eifichops vaa Chiapa. 195. Swackheyddesmaeghsïn America. 63. Ttt Swactb m REGISTER S&dckheyd des Autheurs door ongemack ver- weckt. 171. Swackheyd van de Provincie van Zoques.199. Stvackbeyd dermaege 'm Indien. 209. Stpackheyd van de Stadt Guatimala. 233. Swac^beyd van het Geloove der Indiaenen. 302. Swackheyd der Stadt Truxillo. 326. Äiftäer^ewvanhoudenfteen. 70. §waerigheydt om uyt de Manillas weder te komen. 149« T. TtAciéa een Vleckby Mexico. 121. Tacubaya een Vleek by Mexico. 122. Taele der Indiaenen is feer overvloedighin haereexpreffien. 302.>» Tapanatepeque een Dorp in America. 168. Tarwe door de Sprinckhaenen in een gedeel- te van America vernieldt. 336. Tafjaios wat die fijn. 285. Tecoantepeque een Zee-ftadt in America. 163. Tederbeydwzndo Cacaosboomen. 205. Tegenfpoed op de Reyfe des Autheurs. 410. Tempel onder de aerde. 69. Tempelen van Mexico hoe die gemaecki wier- den. 84. Tepac wat dat zy. 68. Tepanaba^ een feecker Indiaenfch fpeel- tuygh. 316. Tepeac-iC door Cortez ingenomen. 44. Tej>e«7ec£/« een foorte van Voorn. 254. Te^cuco een Stadtin America* . 55. Terra Firma werdt door de Vloote ont- deckt. 28. Theopixca een Plaetfe fes mijlen yan Chia- pa. 213. Tingue\ een Stadt in America. 130. Tyrannye van de Spaigniaerden omtrent de huwelijken der Indianen gepleeght. 3 14. Tlacaellec werd tot Coningh van Mexico vef- kooren , maer weygert die waerdig- heyd. 73. TlaxcalUn een Stadt in America. 46. Gewoonlijcke Toeftam vanden Vulcanusby Guatimala. 23 9,; Sobere Toeftattdt van de Steden in America. 158. Sobere uytterlijcke Toefland van de Stadt Guatimala. 233. Toefiel van de Landt-huyfen des Coninghs van Mexico. 71. PraghtigeToe/fo/derPaerden in Mexico. 95. Groote Toevloed van Inwoonders tftt het nieuwe Mexico. 90. Groote Toevoer van Schaepen in Guatima- la. 242. To/«co een Vleckby Mexico. 121, Toncontin een manie re van daniïèn der India- nen. 3 1 5. Toorens van Doods-hoofden werden door vy er verbrand. 88. Tmilles een foorte van koeckjens hoe die bereyd werden. 284« Totontaa. een Stadt in America. 130. Toveryen gaenbyde Indianen feer in fwang. 302. Tournoy-fpel der Indiaenen te St. Philip- po. 181. 'Traftament van den Preddent vanGuatima-- la. 244. Trdftdment van de Raeden ende Fifcaal van Guatimala. 244. Praghtigh Traäamem door eenMonickge- daen. 272. Tragedien onder het danffen vertoont. 31?. Trapuhe een foorte van Suycker -molens. 263. Trouwe van Don Ferdinando eerften Chri- ften Coningh in America. 56. Trouwe van die van Tlaxcallan aen de Spaigniaerden. 45. T7#**ï/oinhetMexicaenfch America door de Hollanders ingenomen maer fleghtelijck verlaeten. 252. Tr*;xi//oinPeru door aerd-bevinge verfono ken. 340. Tuyn-luyden werden de Priefters in Ameri- ca door de Indiaenfche Regenten be- fteld. 297. £ ;»£ss^r*HHS®eiäK8» Qp'e A. B. C. Twlfl pnder de Paters de la Merced over het verkiefenvaneennieuwenProvinciael.99. Voornaemfte Twift-putift van het publijck diipuyt door den Autheur te Guatimala gedaen. 234« V. 1/*Aetdighvyd der Indiaenen omtrent Capa- V la. 138. Valeyevan Atlixco. iy$. F<*/eyevanSt.Paulus. 155. Vdeye van Mixco Ie verd yeeie Muyï- efels uyt. 259. Valeye van Gratiasa Dios is het befte gedeel- te van Comayagua. 326. Valdivu komt door fijne gierigheyt ellendigh om hals. 136. Valladolid. 12-3. Vafques de Coronado neemt de Stadt Tin- guezin. 13°. Vera-Vtt\ een Provincie in America. 268 Schrickelijcke Veraghtinge Godts werd fchric- kelijckgeftraft. 238. Groote Veranderittge voor die geene die uyt America eerft weder in Europa komen. 433- Vederen tot klederen gebruyckt, 81. Venezuela een Stadt in Carthagena. 140« Verbitteringhe der Vrouwen van Chiapaom dätmen haer het drinckên van de Choco- late inde Kercke verbood. 193- Verckens-vleefch heeft een vremde eygenfchap in het Eylandt Cuba. 1 44- Verckfus met de vrught Xocotte gemeft. 2 29. Verdeelinge van de Stadt Mexico. 90. Verdeelinge van de Merckt van Mexico. 80 Verdeelinge van het Landt van Chiapa. 187. Verdeelinge van het Leger der Spaigniaerden voor Mexico. 59« Verdeelinge van America. 118. VerdeeUnghe van hetMexicaenfche America. ibid- Verdeelinghe van het Peruviaenfche America. Md. Verdeelinge van de Vlootemetdewelcke den Autheur nae de Indien reyft, 1 4» Verdeelinge der Indianen in Stammen. 2S2, VerdeeUnghe v Aii het PeruviaenichejjAmerica. 134» Verdedtbeden onder de Spaigniaerden. 147. Verdorvemheydt der Geeftelijcke in Ameri- ca. 390 Verdorventbeyd des leyens inde Phüippijnfche Eylanden. 149. Verdorventheydin de Cloofters der Stadt Gua» >• tïmala.' 24.8, Verf uyt de Schulp -vifch Purpura getroc- ken. 490. Vergelijc^eniffe tufïchen het Volck Ifraels in Egypten ende de Americanen van Guati- mala. 273- Verhael van het geene eenige Perfoonen om- trent de foo genoemde mond der Hellen gebeurt is. 383. Sommiere Verhaelinge van de Reyfen dooi- den Autheur in America te lande gedaen. 405. Vermaeckelijckheden op de Jaer-merckt van Chimaltenango. 225, Vermaeckelijckbeyd van den Water-vukanus by Guatimala. 238. Verfiiym der Mexicanen. 54. Venmaan Guadaloupa. 2.4. Teweeg des Autheurs van Carthago. 406, Fmra:^desAutheursvanPannama. 416. Vertreed der Vloote: van Porto-Bellowelcke vremde Scheepen fiet. 422. Vertreek der Vloote uyt de Havana. 428. Vicaris Generael, hoe die totdat Ampt van den Generael van yder Ordre werdt yerklaerdt dat te zijn , fijn maght ende ampt. 3. Viceroy van Mexico fteld fich tegens den Aerts-BhTchop. 109. De Viceroy van Mexico geeft laft om den Aerts-Biflchop te vangen. 1 10. Viceroy van Mexico wertdoorde voornaem- fte der Stadt verlaeten. 113, Hy plant den Koninghlijcken Standaerd. 114. Doch te vergeefs, ïbid» Ttt'i T)s ^^è^m^£ -. ^ r . T * >». » ■.■■ » REGISTER JDe Ticeroy van Mexico vlught inhetCloo- fterderFrancifcaneri. 115. Hy wert van den Roningh wegens fijne conduite bedanckt ende beloond, j 1 6. Vyvers voor Vogelen. 68. VilU-Rica. - 123. O vervloedige Vijjerye teTecoantepeque. 193. yijfthërs die gedwongen fijn voor het Cloo- ftervanTlaxcallante viflchen. 46. Viffcbers werden dePrieftersin America tot lafte van het Dorp verfchaft. 268 , Vloed ende Ebbe in een Meer dat geenge- meenfchap met de Zee heeft. 133. Swaere V/oecitePannama. 419. Silver,eV/aodder Spaenfche door de Hollan- ders genomen. 146. DeVlopte Anckert voor het EylandtGuada- loupe. ig. De Spaenfche Vloote fcheyd vanmalkande- ren. 26. De Spaenfche Vloote komt te St. Juand'Ul- hua. 30. ,V We van Vera-Cruzraecktbynaght onder deGallioenen. 429. Vlooten van Vera-Cruz ende St. Juand'Ul- huafcheyden van eikanderen. 431. Het Vo/f^, van Mexico beftormt hetPaleys. 113. HoeGodtloofer Volc^, hoeliberaelder aen deKercken. 99. Het Vc/f^,van Mexico door den Viceroy mis- handelt klaeght aen den Aerts-Biflchop. 108. Het Vohk van Mexico begint te niuytine- ven. II2 . Volhardinge der Indiaenen inhaereonnofel- heyd. 22 2. Voorbedden van de Criolifche frugaliteyt. 160. Voorheelden van de kloeckmoedigheyd der Negers in Guatimala. 250. Voorbeelden van de uytfuyperye der Spai- jaerden omtrent de Indianen. 312. Voorbeelden van dta gedwongen trouw der indianen, 3,3.. Voorbeelden van de liefde ende mfldafidigheyd der Mexicaenen aen de Kercken ende KerckelijckePerfoonen. 98. Voorbeeld van de losheyd des gronds te Mexi- co. ro2. Voorbeelden van de groote gierigheydt van denGraeve vanGelves. 107. Aenmerckelijck Voorbeeld van den haetder Criolen tegens de Spaigniaerden. 160. Voorbeeld hoe dat de Spaigniaerden de maght der Indiaenfche Magiftraet ontwalTchen zijn. 10 2. Voorbeeld van de onreghtvaerdigheyd van Juan Ramos. 290. Voorbeeld dat erbarmens-waerdiahisvande onwetenheyd der Indianen indeverbor- genthedendesGeloofs. 206. Voorbeeldvan de ongefontheyd te Porto-Bel- lotenti^dedesAutheurs. 421. Voordeel vandeJPriefters uyt het onweder ge- trocken. 339. Voarrfee/datdePriefters van de Wafch-keer- fentrecken. 405. Voornaemfle van de Stadt van Mexico verlae- tenden Viceroy. J13. De Voornaemfle van Mexico traghten den vreede tuflchen den Viceroy ende de Ge- meente van Mexico te maecken. 114. DefperaetVaor»ew«j der Mexicanen. 75, Voornemen van den Autheur om geheel Ame- rica te befchrijven. 1 17. Voornemen der Spaigniaerden in America. * 129. Voornemen van den Autheur om de Chocola- te ende Atoïla te befchrijven. 20 1. Verfcheyde Voornemens van eenige Spaen- fche Soldaten. 324. Voornemen des Autheurs omtrent de India- nen. 343, LoffelijckV oornemen van den Autheur in het door-reyfen van een nieuw Land. 520. Voor-reghten voor de Op-bouwers van het nieuwe Mexico. 60. Voor-reghten van diegeenedie RiodeLem- pa palieren, 384. Voor- i vrmn Op 't A. B. C. Voorfightigheyddev Geeftelijcken. 61. Yoorforge van den Onder-koninghende van Calvo tegens het vlughten des Autheurs ende fijner Gefellen te vergeefs gefteldt. 154. AerdighVoora/tuffchendenAutheureneen Criool. 183. Vremt Vtorval denAutheurteMixco over- komen, 294. yoortvaerden op dewelcke dePrieftersopde Dorpen werden gefonden. 331. Wee/è der Spaigniaerden voor de Indiaenen vanCapala. 129. Vreefe des Autheurs moetende desnaghtsin eenewoeftijne blijven. 165. Swaer"e Vragbt den Autheur afgevordertop eenGallioen. 422. w V ree/e der Spaigniaerden in deProvincie van deZoques. 199. Vreefe der Spaigniaerden over het innemen van Truxillo door de Hollanders. 2$ 2. Vrybeden van die van Guacocingo. 5 2. Vryheden der Vrouwen in het fpeelen te Me- xico. 9^. Vryheyd eeniger Indiaenfche Dorpen hoe die verkregen is. 300. Vrouwen in het Paleys des Coninghs van Mexico. 67. defelve werden opgefloten. 68. Vrouwen van Chiapa drincken Chocolate in deKercke. 193. Sy gaen in de Cloofter-kercken , ende verlaetendieeyndelijckmede. 194. Vrouwen fpeelen fterck te Mexico. 9 5. Vrughtbaerbeyd van de grond van het Landt vanTlaxcallan. 48. Vrugbten die te Mexico vallen. 104. Vrughtbaerbeyd van Peru. 1 39. Vrugbtbaerheyd van de Valeye van Atlixco, 155. Vrughtbaerbeyd van het Eylandt Efpagno- Ja. 146. Vrugbtvan de Cacao is tweederley. 205. Vrughtbaerheyd\an de Zeldzhs, 200. Vmghiiaterbeyd van het Landt omtrent het VleckSt. Martin. 22 6. Vrughtbaerbeyd van de Landt-ftreecke era'. trentGuatimala. 25c. Uytfireckingeyznde jurisdictie van den Vice- royyan Mexico. , ^5. Gevaerlijcke Uj^mA/e/Mi van den Noorden wind. 35- Schaedelijcke Uyiwerchfden van den Indi- aenfchendranckChica. jgg, Gevaerlijcke VytwerckfeUn van het onge- dierte Nigua. 3 4r> Gevaerlijcke Uytwerckinge van deTabardil- lo, een Peftilentiale koortfe in Ameri- ca - 338. Umverfiteyt te Mexico. 9 3 . Uyifieec^entheyd en praghtderKerck-cierae- den in Mexico. 9 5. Een Vulcanus die feer feer fwaere fteenen uytwerpt. 374 . Vulcanuffen ende abuys-der Spaigniaerden daer omtrent. 237 ' W. Jiy apen van Mexico. 73. *V Wannen van de gerevolteerde Negers inGuatimala. 253. Waranden met Wild van den Coningh van Mexico. 71. Waeren aen de Golfo de Salïnas vallende. 409. Waeren die op de Merckt van Mex ico verhan- delt wierden. 80. Ongefont Waeter. 2 1 9. Gewijd Waeter in de Mexicaenfche Tempe- len, gg. Tweederhande Waeter in het Meer van Mexi- co. . 64. Waeter- GodtteThxca\hn. 48.. Waeterleydinge tot den dranckhoediegerey- nightende onderhouden wert. 72* Waeterleydinge van drie mijlen langh omtrent Mexico. - 64. Waeter-ntolens omtrent Xocotenango. 230, Waeter-vulcanus. 238. Deerlijcke Wanhope der Indiaenen door het harde tra&ament dathaerdeSpaisniaer- Ttt 3 " den REGISTER t «5en aen doen.' 275. Wafch-kferflïn brengen de Priefters der In- dianen groot voordeel aen. 304. Aengenaeme Wegh by Guatimala. 267. j^b van Guatimala nae Vera-Paz. 270. Wegh op den Bergh Rabinal is feer'gevaer- lijck. a 7L Wege-laegen aen den Autheur door een Spaig- jaertgeleght. 344- Wegen om tot de Stadt Guatimala te komen. 237- Wegen om tot Mexico te komen. 102. Moeyelijcke Wegen. ^ê.r. Gtoote Welfpreec&ntheyd der Indianen. 302. Wetten van die van den Lande van Nicara- gua. J 33. Wijn te perflen in America verboden. - 4 5- Wijn die de Spaigniaerden aen de Indiaenen verkopen wertvervalfcht. 289. Wijnoy de Dorpen aen de Indianen te verko- pen is verboden. 2S9. ïrö;'H-Gwf/teTlaxcallan. 48. Wijfe op de «j kke men de Tempelen in Me- xico maeckte. 84. Wijfe om de Menfchen op te offeren, 86. Wijfe op dewelcke de Geeftelijcken nae Ooft ende Weft-lndiën werden gefonden. 7. Wijfe op dewelcke de Steden endeVlecken in Guatimala van vleefch voorfien wer- den. 241. Oude wijven die de Backfters van de Prie- fters in America op desDöfpslafteno»2 derwijfen. 297= Winften van den Marquis de Seralvo- 106. Aengenaeme Woeflijnehy Mexico. 1 2 1„ Groote Wdejïijne». ' 163. en 39 5. Woonplaetfe der Indianen in Mexico. 94. Wreedheid der Spaigniaerden doet haer een Goud-mijne verliefen. 255,- Barbarifche Wreedheyd vanJuanPalomeque over fijne Slaven. 255. Barbarifche wreedheyd van Dom Nunnio de Guzman. 124. Wreedheyd der Spaigniaerden over de India* nen. 120« X. ■y^k/^rfdeVera-CruZo 3?. •**• Xalifco een Stadt in nieuw Galicien. 12?. Xicotencatl Overfte van de Stadt Tlaxcal- Jan. 46. Xocweeenvrught van America. 129» Y. yVelheyd van den Gardiaen van Xalappa de 4 Vera-Cruz. 36. Qnverftandigenr^tfderGeeftelijcken. 22. Z. J uiU\dt een Priefter doet veel quaedsin *-* den oploop van Mexico. 113. Sijne Sententie. 11$« Zowfo een Vleck in Amerika. 223. Zitmpmgo. 1 £ë» E Y-.N D E. 11 1 W l u^- .- »^f:.- ^m^ ' • ¥' ^